2114 Abdij van Postel, 1138-1797 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )
2114
Abdij van Postel, 1138-1797
Inleiding
Regesten
479 1426-01-03.
Notaris Walterus Bellairt, priester van Kamerijk, instrumenteert dat Wilhelmus, eerstgeboren zoon van Wilhelmus van den Spiker, en zijn broer Arnoldus verklaarden geen recht te hebben in een hoeve van Theodiricus van den Spiker in Kerkcasteren. Ze keuren het testament van Theodiricus goed. Ze erkennen aan Bartholomeus Willen, zijn zoon Martinus Willen en Johannes, zoon van Hubertus Back, hun rechten. Gedaan in Bergeijk in het woonhuis van Bartholomeus voorschreven, met als getuigen frater Johannes de Rethi, ondermeester van Postel, Jordanus Brant de Boextel, Johannes, zoon van Wilhelmus van den Spiker voorschreven, Michael, zoon van Bartholomeus voorschreven, en Johannes, zoon van Walterus Osken.
Notaris Walterus Bellairt, priester van Kamerijk, instrumenteert dat Wilhelmus, eerstgeboren zoon van Wilhelmus van den Spiker, en zijn broer Arnoldus verklaarden geen recht te hebben in een hoeve van Theodiricus van den Spiker in Kerkcasteren. Ze keuren het testament van Theodiricus goed. Ze erkennen aan Bartholomeus Willen, zijn zoon Martinus Willen en Johannes, zoon van Hubertus Back, hun rechten. Gedaan in Bergeijk in het woonhuis van Bartholomeus voorschreven, met als getuigen frater Johannes de Rethi, ondermeester van Postel, Jordanus Brant de Boextel, Johannes, zoon van Wilhelmus van den Spiker voorschreven, Michael, zoon van Bartholomeus voorschreven, en Johannes, zoon van Walterus Osken.
2114 Abdij van Postel, 1138-1797
Inleiding
Regesten
479
1426-01-03.
Notaris Walterus Bellairt, priester van Kamerijk, instrumenteert dat Wilhelmus, eerstgeboren zoon van Wilhelmus van den Spiker, en zijn broer Arnoldus verklaarden geen recht te hebben in een hoeve van Theodiricus van den Spiker in Kerkcasteren. Ze keuren het testament van Theodiricus goed. Ze erkennen aan Bartholomeus Willen, zijn zoon Martinus Willen en Johannes, zoon van Hubertus Back, hun rechten. Gedaan in Bergeijk in het woonhuis van Bartholomeus voorschreven, met als getuigen frater Johannes de Rethi, ondermeester van Postel, Jordanus Brant de Boextel, Johannes, zoon van Wilhelmus van den Spiker voorschreven, Michael, zoon van Bartholomeus voorschreven, en Johannes, zoon van Walterus Osken.
Notaris Walterus Bellairt, priester van Kamerijk, instrumenteert dat Wilhelmus, eerstgeboren zoon van Wilhelmus van den Spiker, en zijn broer Arnoldus verklaarden geen recht te hebben in een hoeve van Theodiricus van den Spiker in Kerkcasteren. Ze keuren het testament van Theodiricus goed. Ze erkennen aan Bartholomeus Willen, zijn zoon Martinus Willen en Johannes, zoon van Hubertus Back, hun rechten. Gedaan in Bergeijk in het woonhuis van Bartholomeus voorschreven, met als getuigen frater Johannes de Rethi, ondermeester van Postel, Jordanus Brant de Boextel, Johannes, zoon van Wilhelmus van den Spiker voorschreven, Michael, zoon van Bartholomeus voorschreven, en Johannes, zoon van Walterus Osken.
Ontwikkelingsstadium:
origineel inv.nr. Casteren_12
Beschrijving zegel:
met de zegels van Bartholomeus Willen, zijn zoon Martinus Willen en Johannes, zoon van Hubertus Back
Zie ook:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 28-03-2024
laatste wijziging 03-04-2024
2.519 beschreven archiefstukken
1.359 gedigitaliseerd
totaal 27.594 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 03-04-2024
2.519 beschreven archiefstukken
1.359 gedigitaliseerd
totaal 27.594 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 03-04-2024
2.519 beschreven archiefstukken
1.359 gedigitaliseerd
totaal 27.594 bestanden