2095 Norbertinessenpriorij Sint-Catharinadal, 1271-1900 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )
2095
Norbertinessenpriorij Sint-Catharinadal, 1271-1900
Inleiding
Regesten
484 1478 januari 14
Ghegheven int jaer ons Heeren duysent vierhondert ende achtentseventich, veertien daghen in Januario.
Voor Ancem Jan Gheertsszoon en Willem Pieter Norijszoon, schepenen « in 't lant van Berghen dat leyt boven den nieuwen barch », erkent Pieter Lambrecht Lonckenszoon schuldig te zijn aan Jacob Scadtszoon 11 gouden stuivers 's jaars, veronderpand op 2 gemet, gelegen zuid aan meester Aerts van Overhof, west aan Adriaan Joes Munten, noord aan de kinderen van Pieter voorz., oost aan den Spikevaartschen weg. [zie ook nr. 510]
Ghegheven int jaer ons Heeren duysent vierhondert ende achtentseventich, veertien daghen in Januario.
Voor Ancem Jan Gheertsszoon en Willem Pieter Norijszoon, schepenen « in 't lant van Berghen dat leyt boven den nieuwen barch », erkent Pieter Lambrecht Lonckenszoon schuldig te zijn aan Jacob Scadtszoon 11 gouden stuivers 's jaars, veronderpand op 2 gemet, gelegen zuid aan meester Aerts van Overhof, west aan Adriaan Joes Munten, noord aan de kinderen van Pieter voorz., oost aan den Spikevaartschen weg. [zie ook nr. 510]
2095 Norbertinessenpriorij Sint-Catharinadal, 1271-1900
Inleiding
Regesten
484
1478 januari 14
Ghegheven int jaer ons Heeren duysent vierhondert ende achtentseventich, veertien daghen in Januario.
Voor Ancem Jan Gheertsszoon en Willem Pieter Norijszoon, schepenen « in 't lant van Berghen dat leyt boven den nieuwen barch », erkent Pieter Lambrecht Lonckenszoon schuldig te zijn aan Jacob Scadtszoon 11 gouden stuivers 's jaars, veronderpand op 2 gemet, gelegen zuid aan meester Aerts van Overhof, west aan Adriaan Joes Munten, noord aan de kinderen van Pieter voorz., oost aan den Spikevaartschen weg. [zie ook nr. 510]
Ghegheven int jaer ons Heeren duysent vierhondert ende achtentseventich, veertien daghen in Januario.
Voor Ancem Jan Gheertsszoon en Willem Pieter Norijszoon, schepenen « in 't lant van Berghen dat leyt boven den nieuwen barch », erkent Pieter Lambrecht Lonckenszoon schuldig te zijn aan Jacob Scadtszoon 11 gouden stuivers 's jaars, veronderpand op 2 gemet, gelegen zuid aan meester Aerts van Overhof, west aan Adriaan Joes Munten, noord aan de kinderen van Pieter voorz., oost aan den Spikevaartschen weg. [zie ook nr. 510]
NB:
Origineel : Karters, nr. 357, op 11-25 cM., met nog één der twee zegels in groen was op dubbele strook.
Op rugzijde : Here Cornelis Lambrechts (XVIe e.). — xj st... — 1478, 14 Jan. 1483, 27 Jan. (XVIIe e.). — 1482. — P (XVIIIe e.).
Afschrift : Cart. B, fol. 19.
Op rugzijde : Here Cornelis Lambrechts (XVIe e.). — xj st... — 1478, 14 Jan. 1483, 27 Jan. (XVIIe e.). — 1482. — P (XVIIIe e.).
Afschrift : Cart. B, fol. 19.
Zie ook:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 08-10-2019
laatste wijziging 30-04-2022
1.650 beschreven archiefstukken
1.049 gedigitaliseerd
totaal 52.881 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 30-04-2022
1.650 beschreven archiefstukken
1.049 gedigitaliseerd
totaal 52.881 bestanden
Kenmerken
Datering:
1271-1900
Vindplaats origineel:
Depot priorij Sint-Catharinadal, Oosterhout
Categorie:
laatste wijziging 30-04-2022
1.650 beschreven archiefstukken
1.049 gedigitaliseerd
totaal 52.881 bestanden