Uw zoekacties: Norbertijnenabdij van Berne, oud archief, 1134-1857

2092 Norbertijnenabdij van Berne, oud archief, 1134-1857 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht
Verantwoording van de inventarisatie
Aanwijzingen voor de gebruiker i
Regesten
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1134-1857
Vindplaats origineel:
Depot Abdij Berne, Heeswijk-Dinther
Gevonden archiefstukken
932 1489 september 28.
(Schepenen van Den Bosch, Gooswijn van den Hezeakker en Gerungen van Den Bosch) oorkonden, dat vrouwe Margereta Boussuz, kanonikes van S. Waldedrua (Waltrudis) te Bergen in Henegouwen, d.v.w. Eustaen van Boussuz, heer van Vertaing, samen met haar zuster Johanna, eveneens kanonikes aldaar, verkocht heeft aan heer Johannes, graaf van Oethingen, heer van Flederberge, hun deel, zijnde ¾ in de heerlijkheden Heezwijck en Dynther, aan kastelen, huizen en hoeven, pachten, cijnzen en opbrengsten, weiden, landen, molens, bossen en visserijen, en aan andere rechten en toebehoren, die hun waren toegevallen na de dood van hun broer heer Petrus van Vertaing, heer van deze heerlijkheden, en na de dood van hun zuster Antonia, kanonikes van S. Gertrudis te Nijvel; waarbij in 10 punten de pachten en cijnzen met een gezamenlijke waarde van 15 mud rogge, 13 zester rogge en 42 stuiver worden opgesomd, die aan deze verkoop vastzitten en die ten goede moeten blijven komen aan meerdere, nader genoemde geestelijke instanties in en buiten Heeswijck en Dinther, en waarbij in 9 andere punten cijnzen en lijfrenten worden opgesomd, waarvan de eerste ter waarde van 11 pond ten goede komt aan heer Arnoldus de Gruyter, rector van de kapel van S. Antonius (van het kasteel) van Heezwijck, de tweede ter waarde van 20 rijnsgulden, ten gunste van de Bastaard van Heeswijck, en de 6 andere, tesamen 114 rijnsgulden bedragende, die voorheen ten goede kwamen aan heer Petrus van Vertaing, hun overleden broer, en die nu ook alle 6 bij deze koop ten gunste van heer Johannes worden overgedragen.