2092 Norbertijnenabdij van Berne, oud archief, 1134-1857 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )
2092
Norbertijnenabdij van Berne, oud archief, 1134-1857
Inleiding
Regesten
658 1432 november 25
In domo inhabitacionis testatoris, sita in villa de Heezewijck.
Arnoldus van den Wyel, investiet van Heeszewijck, instrumenteert, dat Johannes Coedriver, parochiaan van Heezewijck, aan het ziekbed gekluisterd, zijn testament heeft gemaakt, waarbij hij vermaakt aan de kerkfabriek van Heezewijck een pacht van 4 vat rogge uit zijn wei aldaar aan de rivier de Aa in de Boentuyn; aan de investiet een pacht van ½ lopen rogge uit dezelfde wei voor zijn gezongen jaargetijde, met de bepaling, dat hij en 2 kerkmeesters deze pacht mogen verkopen tot "augmentum" (uitbreiding of verrijking?) van het kerkgebouw, dat zij zijn 2 goede jassen zullen verkopen tot aan-schap van een lamp met kaarsen voor zijn uitvaart, en dat zij de begrafenis zullen bekostigen uit zijn gerede goederen; aan de investiet en de matricularius ieder 2 kromstaart eenmalig; aan het klooster van Berna 9 kromstaart eenmalig; aan de Lambertuskerk te Leodium 2 eenmalig; aan de H. Anthonius 2 eenmalig; en aan Henricus van den Wijer al zijn kleren en linnengoed; met als getuige o.a. Johannes Vos, koster.
In domo inhabitacionis testatoris, sita in villa de Heezewijck.
Arnoldus van den Wyel, investiet van Heeszewijck, instrumenteert, dat Johannes Coedriver, parochiaan van Heezewijck, aan het ziekbed gekluisterd, zijn testament heeft gemaakt, waarbij hij vermaakt aan de kerkfabriek van Heezewijck een pacht van 4 vat rogge uit zijn wei aldaar aan de rivier de Aa in de Boentuyn; aan de investiet een pacht van ½ lopen rogge uit dezelfde wei voor zijn gezongen jaargetijde, met de bepaling, dat hij en 2 kerkmeesters deze pacht mogen verkopen tot "augmentum" (uitbreiding of verrijking?) van het kerkgebouw, dat zij zijn 2 goede jassen zullen verkopen tot aan-schap van een lamp met kaarsen voor zijn uitvaart, en dat zij de begrafenis zullen bekostigen uit zijn gerede goederen; aan de investiet en de matricularius ieder 2 kromstaart eenmalig; aan het klooster van Berna 9 kromstaart eenmalig; aan de Lambertuskerk te Leodium 2 eenmalig; aan de H. Anthonius 2 eenmalig; en aan Henricus van den Wijer al zijn kleren en linnengoed; met als getuige o.a. Johannes Vos, koster.
2092 Norbertijnenabdij van Berne, oud archief, 1134-1857
Inleiding
Regesten
658
1432 november 25
In domo inhabitacionis testatoris, sita in villa de Heezewijck.
Arnoldus van den Wyel, investiet van Heeszewijck, instrumenteert, dat Johannes Coedriver, parochiaan van Heezewijck, aan het ziekbed gekluisterd, zijn testament heeft gemaakt, waarbij hij vermaakt aan de kerkfabriek van Heezewijck een pacht van 4 vat rogge uit zijn wei aldaar aan de rivier de Aa in de Boentuyn; aan de investiet een pacht van ½ lopen rogge uit dezelfde wei voor zijn gezongen jaargetijde, met de bepaling, dat hij en 2 kerkmeesters deze pacht mogen verkopen tot "augmentum" (uitbreiding of verrijking?) van het kerkgebouw, dat zij zijn 2 goede jassen zullen verkopen tot aan-schap van een lamp met kaarsen voor zijn uitvaart, en dat zij de begrafenis zullen bekostigen uit zijn gerede goederen; aan de investiet en de matricularius ieder 2 kromstaart eenmalig; aan het klooster van Berna 9 kromstaart eenmalig; aan de Lambertuskerk te Leodium 2 eenmalig; aan de H. Anthonius 2 eenmalig; en aan Henricus van den Wijer al zijn kleren en linnengoed; met als getuige o.a. Johannes Vos, koster.
In domo inhabitacionis testatoris, sita in villa de Heezewijck.
Arnoldus van den Wyel, investiet van Heeszewijck, instrumenteert, dat Johannes Coedriver, parochiaan van Heezewijck, aan het ziekbed gekluisterd, zijn testament heeft gemaakt, waarbij hij vermaakt aan de kerkfabriek van Heezewijck een pacht van 4 vat rogge uit zijn wei aldaar aan de rivier de Aa in de Boentuyn; aan de investiet een pacht van ½ lopen rogge uit dezelfde wei voor zijn gezongen jaargetijde, met de bepaling, dat hij en 2 kerkmeesters deze pacht mogen verkopen tot "augmentum" (uitbreiding of verrijking?) van het kerkgebouw, dat zij zijn 2 goede jassen zullen verkopen tot aan-schap van een lamp met kaarsen voor zijn uitvaart, en dat zij de begrafenis zullen bekostigen uit zijn gerede goederen; aan de investiet en de matricularius ieder 2 kromstaart eenmalig; aan het klooster van Berna 9 kromstaart eenmalig; aan de Lambertuskerk te Leodium 2 eenmalig; aan de H. Anthonius 2 eenmalig; en aan Henricus van den Wijer al zijn kleren en linnengoed; met als getuige o.a. Johannes Vos, koster.
NB:
a. Oorspr. III. G. 6. Het zegel van de pastoor ontbreekt. In dorso: 4 lopen (nen de ?) kerke van Heeswijc ende den ermen vercoft.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.422.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.422.
Zie ook:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 30-09-2016
laatste wijziging 30-04-2022
2.891 beschreven archiefstukken
1.892 gedigitaliseerd
totaal 28.682 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 30-04-2022
2.891 beschreven archiefstukken
1.892 gedigitaliseerd
totaal 28.682 bestanden
Kenmerken
Datering:
1134-1857
Vindplaats origineel:
Depot Abdij Berne, Heeswijk-Dinther
Categorie:
laatste wijziging 30-04-2022
2.891 beschreven archiefstukken
1.892 gedigitaliseerd
totaal 28.682 bestanden