2092 Norbertijnenabdij van Berne, oud archief, 1134-1857 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )
2092
Norbertijnenabdij van Berne, oud archief, 1134-1857
Inleiding
Regesten
363 1375 maart 17
Op Sente-Gheertrudendach in den meert.
Jan Oem, zoon van heer Claes van Arkel, heer van Bochoven, oorkondt, dat hij gekocht heeft van abt, prior, onderprior en convent van Bern de tiende in zijn gericht en heerlijkheid te Bochoven, geheten de Monic-tiende, en de collatie van de kerk aldaar tegen de som van 250 oude goudschilden, waarvan er 175 door het klooster ontvangen zijn; met de bepaling, dat de heren van Bochoven de tiende in erfleen van de abt van Bern zullen bezitten, te verheergewaden met een paar witte handschoenen; dat wanneer het klooster van de abt van Premonstreyt verlof gekregen heeft, deze hierover een akte laat opmaken voor de heren van Bochoven; dat oorkonder of zijn erfgenaam nog 75 oude schilden schuldig blijft; en dat, wanneer het klooster geen verlof krijgt, het gerechtigd is om binnen 10 jaar op Sente-Martensdach in den Winter, althans binnen 2 weken nadien, de 175 schilden terug te betalen en de tiende weer in bezit te nemen.
Op Sente-Gheertrudendach in den meert.
Jan Oem, zoon van heer Claes van Arkel, heer van Bochoven, oorkondt, dat hij gekocht heeft van abt, prior, onderprior en convent van Bern de tiende in zijn gericht en heerlijkheid te Bochoven, geheten de Monic-tiende, en de collatie van de kerk aldaar tegen de som van 250 oude goudschilden, waarvan er 175 door het klooster ontvangen zijn; met de bepaling, dat de heren van Bochoven de tiende in erfleen van de abt van Bern zullen bezitten, te verheergewaden met een paar witte handschoenen; dat wanneer het klooster van de abt van Premonstreyt verlof gekregen heeft, deze hierover een akte laat opmaken voor de heren van Bochoven; dat oorkonder of zijn erfgenaam nog 75 oude schilden schuldig blijft; en dat, wanneer het klooster geen verlof krijgt, het gerechtigd is om binnen 10 jaar op Sente-Martensdach in den Winter, althans binnen 2 weken nadien, de 175 schilden terug te betalen en de tiende weer in bezit te nemen.
2092 Norbertijnenabdij van Berne, oud archief, 1134-1857
Inleiding
Regesten
363
1375 maart 17
Op Sente-Gheertrudendach in den meert.
Jan Oem, zoon van heer Claes van Arkel, heer van Bochoven, oorkondt, dat hij gekocht heeft van abt, prior, onderprior en convent van Bern de tiende in zijn gericht en heerlijkheid te Bochoven, geheten de Monic-tiende, en de collatie van de kerk aldaar tegen de som van 250 oude goudschilden, waarvan er 175 door het klooster ontvangen zijn; met de bepaling, dat de heren van Bochoven de tiende in erfleen van de abt van Bern zullen bezitten, te verheergewaden met een paar witte handschoenen; dat wanneer het klooster van de abt van Premonstreyt verlof gekregen heeft, deze hierover een akte laat opmaken voor de heren van Bochoven; dat oorkonder of zijn erfgenaam nog 75 oude schilden schuldig blijft; en dat, wanneer het klooster geen verlof krijgt, het gerechtigd is om binnen 10 jaar op Sente-Martensdach in den Winter, althans binnen 2 weken nadien, de 175 schilden terug te betalen en de tiende weer in bezit te nemen.
Op Sente-Gheertrudendach in den meert.
Jan Oem, zoon van heer Claes van Arkel, heer van Bochoven, oorkondt, dat hij gekocht heeft van abt, prior, onderprior en convent van Bern de tiende in zijn gericht en heerlijkheid te Bochoven, geheten de Monic-tiende, en de collatie van de kerk aldaar tegen de som van 250 oude goudschilden, waarvan er 175 door het klooster ontvangen zijn; met de bepaling, dat de heren van Bochoven de tiende in erfleen van de abt van Bern zullen bezitten, te verheergewaden met een paar witte handschoenen; dat wanneer het klooster van de abt van Premonstreyt verlof gekregen heeft, deze hierover een akte laat opmaken voor de heren van Bochoven; dat oorkonder of zijn erfgenaam nog 75 oude schilden schuldig blijft; en dat, wanneer het klooster geen verlof krijgt, het gerechtigd is om binnen 10 jaar op Sente-Martensdach in den Winter, althans binnen 2 weken nadien, de 175 schilden terug te betalen en de tiende weer in bezit te nemen.
NB:
Gevidimeerd in de akte van 19 nov. 1381 (reg. nr.401) en 12 nov. 1385 (reg. nr.430). Was gezegeld met het zegel van de heer van Bokhoven.
Nota. Geen afschrift voorhanden, omdat deze mutatis mutandis nagenoeg gelijk is aan die van de akte van het vorige regest.
Nota. Geen afschrift voorhanden, omdat deze mutatis mutandis nagenoeg gelijk is aan die van de akte van het vorige regest.
Zie ook:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 19-09-2016
laatste wijziging 30-04-2022
2.891 beschreven archiefstukken
1.892 gedigitaliseerd
totaal 28.682 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 30-04-2022
2.891 beschreven archiefstukken
1.892 gedigitaliseerd
totaal 28.682 bestanden
Kenmerken
Datering:
1134-1857
Vindplaats origineel:
Depot Abdij Berne, Heeswijk-Dinther
Categorie:
laatste wijziging 30-04-2022
2.891 beschreven archiefstukken
1.892 gedigitaliseerd
totaal 28.682 bestanden