2092 Norbertijnenabdij van Berne, oud archief, 1134-1857 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )
2092
Norbertijnenabdij van Berne, oud archief, 1134-1857
Inleiding
Regesten
173 1323 augustus 5
Des vridaes na Sente-Petersdage t'ingaenden ochste.
Jan, heer van Megen en van Hesewijc, oorkondt, dat hij aan de geboren lieden van Hesewijc verkocht heeft de gemeint aldaar, die aldus wordt begrensd: door de Groenewege, de Ae, de Leestwile, de Hanforssrer-Brug, de Kamervoert, de Heesterken op Ruberch, de Wolfgroeven, de Bocsgrave, de Moncsgrave, de grens tussen Dijnter en Hesewijc en weer de Groenewege; voor een cijns van 40 groot-tournoois, en voor 100 pond en 10 gouden "cleremonten" (klinkaards?) eens; waarbij bepaald wordt, dat de koop ook blijft gelden bij een ev. terugkeer van Walraven als heer van de heerlijkheid; waarbij het schutgeld voor niet-medebetalers bepaald wordt op 5 schelling en 12 penning voor de schutter, 2 schelling voor de heer en 2 schelling voor de kerk; waarbij vreemde gebruikers van de gemeint, met vee, heide of turf, geschut moeten worden voor 5 schelling.
Des vridaes na Sente-Petersdage t'ingaenden ochste.
Jan, heer van Megen en van Hesewijc, oorkondt, dat hij aan de geboren lieden van Hesewijc verkocht heeft de gemeint aldaar, die aldus wordt begrensd: door de Groenewege, de Ae, de Leestwile, de Hanforssrer-Brug, de Kamervoert, de Heesterken op Ruberch, de Wolfgroeven, de Bocsgrave, de Moncsgrave, de grens tussen Dijnter en Hesewijc en weer de Groenewege; voor een cijns van 40 groot-tournoois, en voor 100 pond en 10 gouden "cleremonten" (klinkaards?) eens; waarbij bepaald wordt, dat de koop ook blijft gelden bij een ev. terugkeer van Walraven als heer van de heerlijkheid; waarbij het schutgeld voor niet-medebetalers bepaald wordt op 5 schelling en 12 penning voor de schutter, 2 schelling voor de heer en 2 schelling voor de kerk; waarbij vreemde gebruikers van de gemeint, met vee, heide of turf, geschut moeten worden voor 5 schelling.
2092 Norbertijnenabdij van Berne, oud archief, 1134-1857
Inleiding
Regesten
173
1323 augustus 5
Des vridaes na Sente-Petersdage t'ingaenden ochste.
Jan, heer van Megen en van Hesewijc, oorkondt, dat hij aan de geboren lieden van Hesewijc verkocht heeft de gemeint aldaar, die aldus wordt begrensd: door de Groenewege, de Ae, de Leestwile, de Hanforssrer-Brug, de Kamervoert, de Heesterken op Ruberch, de Wolfgroeven, de Bocsgrave, de Moncsgrave, de grens tussen Dijnter en Hesewijc en weer de Groenewege; voor een cijns van 40 groot-tournoois, en voor 100 pond en 10 gouden "cleremonten" (klinkaards?) eens; waarbij bepaald wordt, dat de koop ook blijft gelden bij een ev. terugkeer van Walraven als heer van de heerlijkheid; waarbij het schutgeld voor niet-medebetalers bepaald wordt op 5 schelling en 12 penning voor de schutter, 2 schelling voor de heer en 2 schelling voor de kerk; waarbij vreemde gebruikers van de gemeint, met vee, heide of turf, geschut moeten worden voor 5 schelling.
Des vridaes na Sente-Petersdage t'ingaenden ochste.
Jan, heer van Megen en van Hesewijc, oorkondt, dat hij aan de geboren lieden van Hesewijc verkocht heeft de gemeint aldaar, die aldus wordt begrensd: door de Groenewege, de Ae, de Leestwile, de Hanforssrer-Brug, de Kamervoert, de Heesterken op Ruberch, de Wolfgroeven, de Bocsgrave, de Moncsgrave, de grens tussen Dijnter en Hesewijc en weer de Groenewege; voor een cijns van 40 groot-tournoois, en voor 100 pond en 10 gouden "cleremonten" (klinkaards?) eens; waarbij bepaald wordt, dat de koop ook blijft gelden bij een ev. terugkeer van Walraven als heer van de heerlijkheid; waarbij het schutgeld voor niet-medebetalers bepaald wordt op 5 schelling en 12 penning voor de schutter, 2 schelling voor de heer en 2 schelling voor de kerk; waarbij vreemde gebruikers van de gemeint, met vee, heide of turf, geschut moeten worden voor 5 schelling.
NB:
a. "Eerste kaart van Heeswijk". Eenv. afschrift van de hand van de latere abt van Berne Arnoldus van Vessem (ca.1600), op papier, met verbleekte hoeken, waarvan de tekst alleen met de lamp leesbaar is. Was oorspr. bezegeld door de oorkonder, door zijn neef Jan, heer van Hoesden, en door zijn broer Ghered. II. O. 2.
b. Afschrift in G. van den Elsen, Ms. Heeswijk en Dinther, blz.105 en diens commentaar blz.112-120.
c. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.177. [Van eenv. afschrift, einde 16e eeuw/ v. Vessem?]
[d. Afschrift in "Register der kerkelijke goederen van Heeswijk, anno 1588", VII. K.., f. 62]
Nota. Vergelijk: 1. de "Secunda charta" van Heeswijk van 19 sept. 1357 (reg. nr.275). 2. de akte (kort voor 1233) in O.B. De Fremery, nr.48.
b. Afschrift in G. van den Elsen, Ms. Heeswijk en Dinther, blz.105 en diens commentaar blz.112-120.
c. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.177. [Van eenv. afschrift, einde 16e eeuw/ v. Vessem?]
[d. Afschrift in "Register der kerkelijke goederen van Heeswijk, anno 1588", VII. K.., f. 62]
Nota. Vergelijk: 1. de "Secunda charta" van Heeswijk van 19 sept. 1357 (reg. nr.275). 2. de akte (kort voor 1233) in O.B. De Fremery, nr.48.
Zie ook:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 16-09-2016
laatste wijziging 30-04-2022
2.891 beschreven archiefstukken
1.892 gedigitaliseerd
totaal 28.682 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 30-04-2022
2.891 beschreven archiefstukken
1.892 gedigitaliseerd
totaal 28.682 bestanden
Kenmerken
Datering:
1134-1857
Vindplaats origineel:
Depot Abdij Berne, Heeswijk-Dinther
Categorie:
laatste wijziging 30-04-2022
2.891 beschreven archiefstukken
1.892 gedigitaliseerd
totaal 28.682 bestanden