2092 Norbertijnenabdij van Berne, oud archief, 1134-1857 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )
2092
Norbertijnenabdij van Berne, oud archief, 1134-1857
Inleiding
Regesten
121 1306 april 12
Feria tertia post octavas Pasche.
Gerardus, abt van het klooster B. Marie in Berne, en het convent oorkonden, dat zij erkennen, dat de advocatie of bescherming over het klooster en alle bezit, zoals wijlen Henricus (III, 1248-1261), hertog van Brabant, deze voor zich en zijn opvolgers had ontvangen van keizer Fridericus (II, 1212-1250) van het Roomse Rijk, (confer regest nr.30), en van diens opvolger Wilhelmus (II), graaf van Hollandia, (Rooms Koning 1248-1256), thans in handen is van Johannes (II), hertog van Lotharingia, Brabantia en Limburgia.
Feria tertia post octavas Pasche.
Gerardus, abt van het klooster B. Marie in Berne, en het convent oorkonden, dat zij erkennen, dat de advocatie of bescherming over het klooster en alle bezit, zoals wijlen Henricus (III, 1248-1261), hertog van Brabant, deze voor zich en zijn opvolgers had ontvangen van keizer Fridericus (II, 1212-1250) van het Roomse Rijk, (confer regest nr.30), en van diens opvolger Wilhelmus (II), graaf van Hollandia, (Rooms Koning 1248-1256), thans in handen is van Johannes (II), hertog van Lotharingia, Brabantia en Limburgia.
2092 Norbertijnenabdij van Berne, oud archief, 1134-1857
Inleiding
Regesten
121
1306 april 12
Feria tertia post octavas Pasche.
Gerardus, abt van het klooster B. Marie in Berne, en het convent oorkonden, dat zij erkennen, dat de advocatie of bescherming over het klooster en alle bezit, zoals wijlen Henricus (III, 1248-1261), hertog van Brabant, deze voor zich en zijn opvolgers had ontvangen van keizer Fridericus (II, 1212-1250) van het Roomse Rijk, (confer regest nr.30), en van diens opvolger Wilhelmus (II), graaf van Hollandia, (Rooms Koning 1248-1256), thans in handen is van Johannes (II), hertog van Lotharingia, Brabantia en Limburgia.
Feria tertia post octavas Pasche.
Gerardus, abt van het klooster B. Marie in Berne, en het convent oorkonden, dat zij erkennen, dat de advocatie of bescherming over het klooster en alle bezit, zoals wijlen Henricus (III, 1248-1261), hertog van Brabant, deze voor zich en zijn opvolgers had ontvangen van keizer Fridericus (II, 1212-1250) van het Roomse Rijk, (confer regest nr.30), en van diens opvolger Wilhelmus (II), graaf van Hollandia, (Rooms Koning 1248-1256), thans in handen is van Johannes (II), hertog van Lotharingia, Brabantia en Limburgia.
NB:
Afschrift in Groot-Ms. Van Alkemade (1709), f.58v.; zonder opgave van vindplaats. Nota. Gramaye, Antiquitates Brabantiae, (Leuven 1708), afd. Taxandria, blz.7 kende deze bevestiging.
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 12-08-2016
laatste wijziging 30-04-2022
2.891 beschreven archiefstukken
1.892 gedigitaliseerd
totaal 28.682 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 30-04-2022
2.891 beschreven archiefstukken
1.892 gedigitaliseerd
totaal 28.682 bestanden
Kenmerken
Datering:
1134-1857
Vindplaats origineel:
Depot Abdij Berne, Heeswijk-Dinther
Categorie:
laatste wijziging 30-04-2022
2.891 beschreven archiefstukken
1.892 gedigitaliseerd
totaal 28.682 bestanden