Uit Boxtel toen en nu deel 2 door Hans Pel, van Geyt productions 1992
In 1920 kocht de Algemene Commissie voor de Kinderbescherming huize Jachtrust van de
Trappistinnen, die in 1919 terug waren gegaan naar Frankrijk. De fraters van Tilburg namen er de zorg op zich van verwaarloosde jongens. De naam Jachtrust maakte plaats voor Huize De la Salle, naar Jean Baptist de la Salle, een Franse priester-pedagoog die zich in de 18e eeuw inzette voor het onderwijs aan minderbedeelde kinderen. De officiële stichtingsdatum is 26 juni 1921, de dag dat deken Spierings de nieuwe kapel inwijdde. Er woonden toen 4 jongens. Aanvankelijk was De la Salle een voogdijgesticht voor normale jongens. Boxtel werd als vestigingsplaats gekozen vanwege de landelijke ligging en de aanwezigheid van de R.K.Landbouwschool. De leerlingen moesten opgeleid worden tot flinke boeren.
Schoolplichtige kinderen gingen naar de Petrus-school op de Burgakker. In 1922 werd een school op het terrein van De la Salle zelf geopend. Om subsidieredenen werd het gesticht opengesteld voor zwakzinnige jongens. Zo werd De la Salle in 1923 de eerste katholieke inrichting voor zwakzinnige kinderen in Nederland. In dat jaar werden 6 normale kinderen van De la Salle geruild tegen 6 achterlijke kinderen uit het Willibrordusgesticht te Breda. De aanname van pupillen geschiedde door de directeur met assistentie van dokter Hoek. Na korte tijd woonden er op De la Salle uitsluitend zwakzinnige jongens.
Op l januari 1925 waren er l l fraters en 60 kinderen op De la Salle. Er waren verschillende
vakopleidingen: een schoenmakerij, een weverij, een kleermakerij, een borstelmakcrij en een
tuinderij/boerderij. De fraters zorgden er ook voor dat de pupillen hun vrije tijd zinvol konden
besteden. Al in 1921 werden er een harmonie en een toneelvereniging opgericht. De harmonie werdin Boxtel een bekend corps, omdat het bij elke gelegenheid acte de présence gaf.