124 Hendrik van de Cam inwoonder alhier. Dewelke verklaert dat hij op den sesden maart bij den thollenaar alhier Frederik van Hombergh heeft doen halen twee tholbriefjes ider van vier en twintig gulden klompen om deselve van hier naar Nijmegem te voeren, alwaer den comparant van meening was deese klompen ter merkt te brengen en indien mogelijk te verkopen, dat hij comparant, deselve klompen welke in twee verscheijde huijsen waren, des avonds bij malkanderen willende doen brengen bij het huijs van Dirk van de Rijt inwoonder alhier. Omme alsoo op ider kar even veel te laden en deselve den volgende morgen te doen vervoeren, door dien in het eene huijs veel meer klompen te halen waren dan in het andere. De eene kar met klompen door Dirk van de Rijt gevoert wordende door den gemelde tholenaar Frederik van Hombergh is aangeslagen geworden, om dat boven het geleijde soude geladen sijn, hetgeen in de gemeents of dorpwagen alhier, ook alsoo is bevonden etc. Verder genoemde personen: Jan de Poorter inwoonder alhier. Willem Blonquet pagter van den groote brabandsche swijgende landthol en paardegelt.