188 Mijn heer de schout en schepenen van Lith gesien hebbende de requeste bij ofte van wegens Gerrart Geurts Romeijn aen haer E. overgegeven den 8-3-1698 mitsgaders nog naerder request van dato den 24-4-1698, daerbij de selve request bij appointemente was gestelt in handen van naeste vrienden, dewelcke vrienden hebben geadviseert (namentlijck Jan Romeijn en Gerrit Peeters Bijl) dat het huijs vande versoecker nodigh is gerepareert ende bij hen selven niet connende en sulcx onmagtigh sijnde, ofte moet eerst vercoopen, eenige van sijne tochtgoederen, verder en claerder blijckende bij het voorn. bericht en advies de datu den 24-4-1698, soo hebben gemelt hr. schout en schepenen den suppliant geauthoriseert als sijn doende bij dese, tot publijcque vercoopingh van 3 hont lants opde corte weije alhier, onder expres bedingh van de selve cooppen. etc. te doen egale rekeningh, bewijs en reliqua, des versoght sijnde. Was onderteeckent: N. de Leeuw, Jan D. Roosmalen; Dirck Peeterssen Blanckert; D. v. Cribbe; J. v. Bommel; mij present J. v. Nouhuijs secretaris.