83 Voor de schepenen van Vught zijn verschenen Willem Arents Vergerud zoon van Adriaen Willems Vergerud en Magdalena Meijnderts weduwe van wijlen Adriaens Vergerud voornoemd. Magdalena is gemachtigd volgens de procuratie gepasseerd voor schepenen van ’s-Gravenhage dd 27-10-1629. Door magistraat van ’s-Gravenhage zijn Cornelis Cornelissen Cater en Joost van der Elst, oud schoenmaker, aangesteld als voogden over de 4 kinderen van Adriaen Vergerud en Magdalena Mijnderts voornoemd. Verder zijn verschenen Jan de zoon van wijlen Abraham (Mathijsen) zoon van Mathijs Wouters; Gerard Claesen man van Marijken; Jan Mathijsen man van Aelken; Henrick Peters man van Anneken. Marijken, Aelken en Anneken zijn dochters van Abraham Mathijssen. Zij verkopen aan Anthonij Donckers de drie volgende goederen: perceel hooiland te Wargarshuijsen grenzend aan de gemeente Esch. Belenders: Margriet Henricxs en Jan Goijaerts; perceel als het vorige. Belenders: Gijsbert Willem Elis, Jan Goijaerts, de weduwe van Zeger Adriaens, Anthonij Donckers en Lijsken Janssen; perceel als het vorige perceel. Een belendend perceel was eerder in het bezit van Herman Pelgrom en nu in het bezit van Anthonij Donckers. Andere belenders zijn Lijsken Janssen, de kinderen van Everaert van de Water en Adriaen Anthonissen. Deze 3 percelen heeft Adriaen de zoon van wijlen Willem Adriaens erfelijk opgedragen aan Jan Peters pastoor te Vught. Peter Mathijsen vader van wijlen Jan (Peters) is erfgenaam. Peter Mathijsen heeft een testament gemaakt waarin deze percelen aan de eerder genoemde personen zijn vermaakt. Zie de akte gepasseerd voor Rogier de Moor dd 09-08-1629. Er rusten enige lasten op o.a. te betalen aan de weduwe van Nicolaes van Zoemeren.