161 Goijart sone Cornelis Goijarts ende de kijnderen Bauwen Rutten.
Jan sone Jan Gisberts gemeijnlijck genoempt Roeboll wonachtich inden lande van Huesden binnen den dorpe van Doveren als man van Jenneken sijne huijsvrouwe een dochtere Adriaen Thonis Smolders, mede namens Thonis sone Adriaen Thonis Smolders sijnen schoonbroedere, de welcke nu ontrent 16 jaren ofte meer onbegrepen buijtens lants geweest ende vertrocken is, van wijens leven ofte doot men onseker is; heeft seeckere hostadt, keldere, hoff, boomgart, ackerlant ende de houtwassen met het opgaende hout daer binnen ende buijten op de gemeijnte staende tsamen ontrent begrijpende 14 lopense in Berlicum aenden loffartschen boom aldaer, belendingen: kijnderen Bauwen Rutten, hendrick Tonissen ende Jacob Peters met meer andere; de gemeijnte van Berlicum; de loffartse strate; de gemeijn weteringe aldaer vlijetende; welcke erffenisse met sijne dependentien ende apendentien van dijen den vors Jannen van wegen Jenneken sijne huijsvrouwe vornt nae de doot van Adriaen Thonis Smolders was aengecomen; belast met een erfpacht van 3 mouwer roggen aen zeeckere persoonen binnen sHertogenbosch; item eenen erfpacht van 3 vaten orggen aende patronije, custerije ende kercke binnen Berlicum; item een losrente van 10 guldens 10 stuijvers aen Jan Doijbraken binnen sHertogenbosch; item een lossrente van 7 gulden jaerlijcx aende kijnderen van Henrick inden trompette; met oock een oortken inden ossenchijns; vercocht aen Lijsken ijerst naegelate weduwe Bauwen Rutten nu tegenwordich huijsvrouwe Goijart Corneliss voor 2/3 ter tochten ende Jan Adriaen Zegers, Willem Aertsen, Sijmon Goijarts ende Jan Tonis Smolders als momboren van Ruth ende Lijsken kijnderen Bauwen Rutten ten behoeve der selver ten erffrecht; ende an Goijart sone Cornelis Goijarts voor het 1/3.
Testes scabini Tonis Henrickx, Aert Claess van Doerne ende Jan Janss de Bitter. Actum den 14-7-1631.