525a [VERVOLG AKTE] De voogden ten behoeve van het minderjarig kind van Jochum Cornelissen verwekt bij Jenneken de jonge als dochters van Jasper Wouters krijgt een stuk akkerland genoemd den Regenboch gelegen te Boxtel in herdgang Tongeren, belendend Jan Rossums, Jan Goijaerts en diens zuster, Adriaen a Kempen, de gmeenschappelijke mestweg. Nog krijgt hij de helft van een stuk akkerland onder Luijcel genoemd de Schueracker, belendend de kinderen van Jan van de Sande, de weduwe van Thomas Abrahams, Jan Michiels, de gemeenschappelijke straat. Nog krijgt hij de rechten van een stuk heiveld genoemd het Gevertsveltien gelegen in herdgang de Ront, belendend Peter Jan Elias en meer anderen, Michiel van de Broeck cum suis, Hendrick Herberts. Nog krijgt hij het vierde part van een stuk hooiland genoemd het Retsel, gelegen in herdgang Lennesheuvel, belendend Jacumeijn Aert Tuerck, Jan Hendricks a Kempen, de gemeijnte. Nog krijgt hij het vijfde deel van een veld dat eerder van Geerlinck Antonis was, belendend Neelken Jaspers van de Cam, Jan Goijaerts en diens zuster, de kinderen van Jan Michiels, de gemeijnte van Kempen. Hieruit het derde deel te betalen van een stuiver 3 oort en de helft van de chijns staande op de Scheuracker, beide te betalen aan de heer van Boxtel. Genoemde delers doen over en weer afstand van aanspraken op elkaars erfdeel en beloven de deling gestand te doen. Als er op iemands erfdeel meer lasten blijken te drukken zullen ze die samen betalen elk voor een zesde deel. Ieder zal ook de lasten op het eigen erfdeel zo betalen dat de andere erfdelen daarvoor zijn gevrijwaard. Verder zullen de voorste percelen overpad aan de achtertse percelen geven. Datum 15 juni 1658, getuigen Jan van Aecken, Arien Lenaerts en Peter van de Sande als schepenen.