Notaris-, schepen- en andere akten ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )
392.55 Index schepenprotocol Boxtel (392.55)
![Schepenakte Schepenakte](http://mifiles.archieven.nl/default/images/schepenakte.png)
249 Onze schout heeft daarop gezegd tegen de schepenen dat het hem bekend is dat Jan van den Heesakker rechten meent te hebben als erfgenaam en dat deze Antonis daarin niet wilde meewerken. Daarop heeft Antonis gewenst dat er recht zou worden gesproken en dat hij de aanspraken van Jan niet erkent omdat het bezit, roerend en onroerend hem bij testament door Luijtgaerd was vermaakt en hij is bereid dat testament te overleggen. Daarna heeft de schout opdracht gegeven aan de schepenen dat ze uitspraak zouden doen. We hebben uitgesproken dat Jan bij dit geding zijn bewijs zou overleggen omdat hij eisende partij is. Die heeft als geuigen Jan van Meijensvoirt en Lambrecht Aerts als schepenen van Liempde laten verschijnen en d ie zijn toegestaan hier getuigenis af te leggen waarbij die verklaren dat Luitgaert destijds de persoon van Henrick Boijens als voogd heeft gehad en de schepenen verklaren dat deze voogd indertijd door Luijtgaerd is aangesteld geweest om beheer over haar bezit te hebben omdat Luijtgaerd had gezegd zelf niet meer de zaken voor haar te kunnen afhandelen. Ze had gevraagd of hij haar voogd wilde zijn. Verder verklaren Willem Martens van de Velde en Henrick Peters van de Parse dat eerder Henrick Boijens en Jan van den Heeaacker bij elkaar waren gekomen en die hadden samen besloten dat Luijtgaert bij Henrick van den Heesacker in de kost zou komen en daar *haar eigen brood, vlees en boter * zou eten, maar dat Henrick Peters haar wel andere zaken zou geven (andere *spijse en ameningen*) en daarvoor zou hij een jaarlijkse pacht krijgen van 2 en een half mud rogge en van de betaling (van die pacht ) hadden deze Henrick Boijens en Jan van de Berselaer bewijs overlegd waarmee toen Henrick Peters (van de Parse) tevreden was. De genoemde schepenen hebben nog verklaard dat geen enkele vrouw afstand van haar vruchtgebruik kan doen anders dan met een voogd.
Vervolg:
Verder verklaren Michiel Bolants, Goijaert Peters, Jan van Meijensvoirt en Lambrecht Aerts als schepenen dat Willem Martens van de Velde het bezit gekocht zou hebben van deze Luijtgaert en dat toen een zekere Ruijt Raymakers kwam die de koop *ontsloeg* (meer heeft geboden) en dat toen Willem (van de Velde) weer de koop *ontsloeg* (weer meer had geboden) zodat Willem het bezit had verkregen. Wij hebben toen horen zeggen dat deze Ruijt de persoon van Luijtgaerd had doen dagen voor diens slaggeld. Daarop is toen Willem Mertens gekomen en heeft geld in onderpand gegeven zodat als er iemand slaggeld etc. te vorderen had, dat Luijtgaerd daarvoor zou zijn gevrijwaard. Voor ons is verder verschenen Michiel Bolants als destijds schepen te Liempde en verklaart dat Thonis Crabben twee schepenen in diens huis had uitgenodigd te weten genoemde Michiel en nog Laureijs Aben en daarbij had Anthonis gezegd dat hij graag zou hebben dat Luijtgaerd hem Antonis machtiging zou geven om voor haar te handelen. Daarop had Michiel gezegd, dat mogen wij niet doen, daarvoor zijn 4 schepenen nodig en daarna heeft Anthonis de schepenen ongemoeid gelaten. Verder is er een schepenverklaring van Liempde waarin Jan van de Heesackers moeder en Luijtgards moeder, zijnde twee gezusters van elkaar, daarin worden vermeld, maar of Jan al dan niet een erfgenaam is van Luijtgaert dat is hen niet bekend. Verder verklaart Willem Martens van de Velde dat de moeder van Willem en Jan van den Heesacker met de andere broer en zusters als erfgenamen van Luijtgaerd... (wat staat er niet bij). Daarna heeft Antonis Crabbe het bewuste testament aan de schepenen voorgelegd met de volgende tekst (latijn). Vandaag 27 januari 1471 om 9 uur in de morgen verscheen voor mij notaris en getuigen, onder het pausschap van Paulus in de 4e indictie van diens funktie, de persoon van Luijtgaerd dochter van Dielis Crabben inwoonster van Boxtel en maakt haar testament op.
Vervolg 2:
Ze vermaakt daarin haar bezit aan Anthonis Crabbe en diens vrouw Elizabeth. Aldus opgemaakt in het huis van Anthonie en Elisabeth gelegen te Liempde in de parochie van Boxtel te Savendonck. Getuigen daarbij waren Aert de Necker , verder Joost en Zeben broers en zoons van genoemde Aert ,verder Peter Jan Peters, Everaert Janssen, Jacob Janssen zoon van Emont Goijaert Emonts van de Heesacker. Verder verklaren heer Johan van der Achter en Leonis Aert Kosters dat Aert Boekelmans ook wel genoemd Vrient, een openbaar notaris is voor het hof van Luik en dat die het testament dat door Antonis Crabbe is overlegd, zelf had geschreven en ook ondertekend. Verder verklaart Aert de Necker dat toen zij in het huis van Thonis Crabbe waren ontboden dat ze zagen dat Luijtgaert een doos met brieven aan deze Thonis overgaf en dat Luijtgaerd toen volledig bij haar verstand was. Of Jan van den Heescker al dan niet erfgenaam van Luijtgaerd is, weet hij niet. Verder verklaren de schepenen van Liempde dat zij er nimmer bij waren of erbij wilden zijn als Luijtgaerd bezit had willen overdragen zonder een voogd te hebben. Nog verklaart Aert de Necker met zijn beide zoons en nog Peter Crabbe een testament te bezitten waarin Thonis Crabbe een verklaring heeft laten vastleggen dat zulks zo is gebeurd en dat Luijtgaerd toen zij haar testament opmaakte wel bij haar volle verstand was. Schepenen van Liempde verklaren nog dat het gebruikelijk recht is dat geen enkele vrouw die geen man of voogd heeft, dan zelf haar voogd kan kiezen, maar dat ze dat alleen kan doen bij de heer van Liempde in het bijzijn van 4 schepenen en dat daarvan dan een vonisbrief wordt uitgemaakt.
Persoon in schepenakte:
Datering:
27-08-1471
Pagina:
91-r
Soort akte:
Aanspraak
Plaats:
Boxtel
Toegangsnummer:
392
Inventarisnummer:
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 09-02-2022