17 Bericht van luitenant generaal Van der Duijn commanderende de Staatse troepen in de Nederlanden als reactie op een rekest van Menso Hubertus de Virieu kapitein in het regiment van generaal majoor Buddenbroek en commandeur van het fort Crevecoeur verzoekende om orders van de Ed: Mog: of hij zijn dienst als kapitein bij het regiment zal gaan waarnemen, dan als commandeur op het fort Crevecoeur zijn post zal blijven waarnemen; hij krijgt verlof om zich tot 1 maart 1745 van zijn regiment te mogen absenteren tot waarneming van zijn post als commandeur op fort Crevecoeur onder de gewone clausule van registratie

18 Contract door majoor der artillerie Voetster, de kapitein luitenant Martfeld en de controleur der artillerie Van der Lingen i.v.m. een resolutie van de 4e en de 15e van deze maand van de Ed: Mo: en dat is opgemaakt met J.M.Le Rond gietmeester te Luik, om te leveren te ’s-Hertogenbosch en Breda de bomben granaten en kogels zoals in het contract staat aangegeven

19 Missive van de stadhouder van de hoogschout van stad en meierij van ’s-Hertogenbosch waarbij hij o.a. kennis geeft dat de Hannoveraanse troepen die onlangs naar Westfalen marcheerden het territorium van de staat zijn gepasseerd maar de karren en de voorgespannen paarden niet hebben betaald die door het platteland aan hen geleverd zijn en dat de officieren gezegd hebben dat alles it de krijgskas betaald zou worden, maar dat de krijgscommissaris Schilder, tot wie hij zich gewend had, moeilijkheden maakte en hem geantwoord had zich dat hij zich moet wenden tot generaal Wend. De heer Baron van Sporcke extraordinaris envoijé van Z.M. van Groot Brittannië keurvorst van Brandewijk en Lunenburg is hierover aangesproken ter voldoening van deze gemaakte onkosten

20 Herschikking der ingenieurs in de diverse garnizoenen waarbij gemeld wordt dat de ingenieurs Staten senior, Staten junior en Pierlink hun garnizoen te ’s-Hertogenbosch zullen hebben