Uw zoekacties: Rechterlijk Archief Brielle Documentatie ondergronds

Documentatie ondergronds ( Gemeente Groningen Erfgoed )

beacon
88  documenten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Publicatie ondergronds
Anteagroup\20160728-270630-rap AB Wierde Koerspad rev 00 inclusief bijlagen.pdf, 2016
Soort publicatie:
Rapport
Titel publicatie:
Antea Group Archeologie 2016/051, Archeologische begeleiding, Wierde Koerspad, Noorddijk, gemeente Groningen, projectnummer 270630, definitief revisie 00, 28 juli 2016
Samenvatting:
Omdat de voormalige huiswierde op deze plek door graafwerkzaamheden voor onder meer watergangen zou worden aangetast, is besloten de werkzaamheden archeologisch te begeleiden. Daarbij zijn alleen de recentere wierdenlagen opgegraven waardoor 'slechts' resten en vondsten zijn aangetroffen die dateren vanaf de 18e eeuw. Het gaat daarbij met name om de funderingsresten van de boerderij die hier tot in de jaren '50/' 60 heeft gestaan.
Eigenaar vondsten:
gemeente Groningen
Eigenaar documentatie:
gemeente Groningen
Archis:
2484176100
MON nummer:
112013, 108973
Onderzoeksjaar:
2016
Objectnaam:
Anteagroup\20160728-270630-rap AB Wierde Koerspad rev 00 inclusief bijlagen.pdf
Adressen:
Wierde Koerspad, Noorddijk, Groningen
Aanleiding:
Herinrichting gebied
Activiteit:
archeologische begeleiding
Archeologische perioden:
NT
Documentatie:
Digitmap
Opmerkingen:
tevens booronderzoek
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Publicatie ondergronds
Anteagroup\20170419 410763 rap AB Nijenborgh 4 Groningen rev00 incl bijl.pdf, 2016
Soort publicatie:
Rapport
Titel publicatie:
Antea Group Archeologie 2016/147, Archeologische Begeleiding, Nijenborgh 4, Groningen
MON nummer:
112059
Samenvatting:
Op 28 en 30 september 2016 heeft Antea Group in opdracht van Enexis B.V. de aanleg van een kabelsleuf onder archeologische begeleiding uitgevoerd in het plangebied Zernike campus zuidoost. Het onderzoek maakt deel uit van de voorbereidende werkzaamheden op het zuidoostelijke deel van het universiteitsterrein in het noorden van de stad Groningen.
Het plangebied ligt binnen het bestemmingsplan Zernike 2006. In het bestemmingsplan zijn alleen de AMK-terreinen opgenomen als archeologische waarden. Op de archeologische beleidskaart van de gemeente Groningen ligt het plangebied in een archeologische zone (wierdengebied). Voor bestemmingsplannen die nog niet ‘archeologieproof’ zijn, geldt dat in verwachtingsgebieden op de beleidskaart volgens de gemeentelijke Erfgoedverordening (2010) archeologisch onderzoek noodzakelijk is. Dit dient de vorm aannemen van een proefsleuvenonderzoek. De nu aangelegde sleuf is onder archeologische begeleiding aangelegd.
De bodemopbouw in de twee werkputten; onder de 15 – 25 cm dikke bouwvoor ligt een intact, natuurlijk, siltig knipkleipakket. Aan de boven en onderzijde van dit kleipakket bevindt zich een brandlaag die bestaat uit dunne bandjes zwarte, houtskoolhoudende klei afgewisseld door grijze kleilaagjes. De jongste brandlaag bevindt zich direct onder de bouwvoor of is daar (deels) in opgenomen. De tweede brandlaag bevindt zich op de scheiding van de knipklei en een kwelderpakket bestaande uit zandige klei met zandbandjes. De tweede brandlaag bevindt zich meestal onder in de put en is in de ondiepe put vaak niet zichtbaar. De oudste brandlaag is nergens in de putten aangetroffen, waarschijnlijk omdat de putten niet diep genoeg zijn aangelegd om deze te kunnen aantreffen.
Er zijn 3 antropogene sporen aangetroffen: 2 greppels en een kuil of het begin van een greppel. Deze greppels vormen deel van het verwachte greppelsysteem.
Archis:
4015504100
Onderzoeksjaar:
2016
Objectnaam:
Anteagroup\20170419 410763 rap AB Nijenborgh 4 Groningen rev00 incl bijl.pdf
Adressen:
Zernike Campus, Nijenborgh 4, Groningen
Aanleiding:
Nutsleidingen
Activiteit:
archeologische begeleiding
Opmerkingen:
(vervolg Samenvatting:) Er is slechts 1 vondst gedaan: een roodbakkend randfragment scherf met inwendig spatglazuur. Het is waarschijnlijk afkomstig van een kom. De scherf is gevonden in de bouwvoor van WP2.
De bodem is onder de bouwvoor goeddeels intact. Het bestaat uit knipklei en een onderliggend kwelderpakket waarin enkele brandlagen zijn waargenomen. Ook zijn enkele greppels van het ook elders aangetroffen greppelsysteem aangetroffen. De archeologische verwachting van het onderzochte gebied wordt hiermee bevestigd.
De archeologische begeleiding is de laatste stap in de Archeologische MonumentenZorg-cyclus.
Ook voor vrijgegeven (delen van) plangebieden bestaat altijd de mogelijkheid dat er tijdens graafwerkzaamheden toch losse sporen en vondsten worden aangetroffen. Op grond van artikel 53 van de Monumentenwet 1988 dient zo spoedig mogelijk melding te worden gemaakt van de vondst bij de Minister (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: telefoon 033-4217456). Een vondstmelding bij de gemeentelijk archeoloog kan ook.
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Publicatie ondergronds
MUG\95132316 def rap compleet bouwbedrijf rotteveel verz 08-11-17.pdf, 2017
Soort publicatie:
Rapport
Titel publicatie:
Archeologische begeleiding van bouwwerkzaamheden aan Paediniussingel te Groningen
MON nummer:
112080
Samenvatting:
Tijdens de archeologische begeleiding van het grondwerk voor de aanleg van een nieuwe kelder en een vijver aan Praediniussingel 2 te Groningen is de basis van de stadswal gevonden die uit grijze (kei)leem bestaat. Hierboven zijn puinhoudende lagen aanwezig die vermoedelijk te maken hebben met het slechten van de stadswal. In het zuidelijke deel van de bouwput voor de vijver is blauwgrijze klei aanwezig, de oorspronkelijke bodem. Deze oorspronkelijke bodem is ook in de bouwput van de nieuwbouw aanwezig. De stadswal is hier niet aangetroffen.
Binnen het onderzoeksgebied is een vermoedelijke beerput uit de 20e eeuw aanwezig van los gestapelde bakstenen met een overloop naar de gracht. Ook is een muur gevonden die uit verschillende formaten baksteen bestond en uit de eerste helft van de 20e eeuw dateert. Mogelijk gaat het om het fundament van een tuinmuur die het hoogteverschil in het terrein moest opvangen.
Tijdens de begeleiding is onder andere aardewerk uit de late middeleeuwen en uit de nieuwe tijd aangetroffen en metaalvondsten. Deze bestaan uit munten uit de 17e, 18e en 19e eeuw, een knoop en vonkenvanger uit de 18e eeuw, een broche of haarspeld uit de 19e eeuw en uit musketkogels. De metaalvondsten komen uit vergraven grond of de grond van de stadswal.
De aangetroffen resten van de vergraven stadswal zijn vergelijkbaar met de resten van de verdedigingswerken die aan de Ubbo Emmiussingel zijn gevonden bij de aanleg van ondergrondse afvalcontainers.
Archis:
40039951
Onderzoeksjaar:
2017
Objectnaam:
MUG\95132316 def rap compleet bouwbedrijf rotteveel verz 08-11-17.pdf
Adressen:
Praediniussingel 2, Groningen
Aanleiding:
Verbouw/restauratie
Activiteit:
archeologische begeleiding
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Publicatie ondergronds
MUG\95133416 def rap compleet broekema verz 16-09-16.pdf, 2016
Soort publicatie:
Rapport
Titel publicatie:
Archeologische begeleiding Bloemenbuurt Groningen
MON nummer:
112070
Samenvatting:
Aanleiding tot de hier beschreven archeologische begeleiding, protocol opgraven is de vervanging en de aanleg van het riool en de kabels en leidingen door gemeente Groningen in de Hortensialaan en de Begoniastraat te Groningen. Omdat deze plannen met bodemverstorende ingrepen gepaard gaan, is een archeologisch onderzoek noodzakelijk. Door de aard van de werkzaamheden en de omstandigheden waarin zij moeten plaatsvinden, was een onderzoek voorafgaand hieraan niet mogelijk en is gekozen voor een archeologische begeleiding van de werkzaamheden. Dit onderzoek is uitgevoerd conform de Monumentenwet van 1988. Broekema Wegenbouw B.V. heeft
MUG Ing.bureau b.v., afdeling Archeologie, opdracht gegeven de begeleiding uit te voeren. Het
onderzoek is uitgevoerd conform de eisen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA),
versie 3.3, en de richtlijnen van het Programma van Eisen en het Plan van Aanpak.
Het onderzoeksgebied betreft de Hortensialaan en de Begoniastraat te Groningen en is in gebruik als straat. De totale lengte van het onderzoeksgebied is circa 350 m per straat.
Binnen het onderzoeksgebied is in een eerder stadium een inventariserend veldonderzoek door
middel van verkennende boringen uitgevoerd. Uit dit onderzoek blijkt dat het plangebied in het dal van de Hunze ligt. De bodem in het gebied is grotendeels onverstoord, er bevindt zich hier een dik sedimentatiepakket van klei met zandlagen (soms zand met kleilagen) dat wijst op een
kwelderlandschap waarin mogelijk ook beeksedimenten zijn afgezet. De voormalige bouwvoor is
grotendeels intact en hieronder bevindt zich een vegetatielaag, te dateren in de ijzertijd of Romeinse tijd, die soms in de bouwvoor is opgenomen maar meestal intact is gebleven. Zowel de voormalige bouwvoor als de vegetatielaag kunnen als archeologisch kansrijke laag worden beschouwd. Gezien het voorkomen van deze lagen over het gehele plangebied is geconcludeerd dat het hele gebied kansrijk is op het aantreffen van archeologische waarden.
Archis:
40002351
Onderzoeksjaar:
2016
Objectnaam:
MUG\95133416 def rap compleet broekema verz 16-09-16.pdf
Adressen:
Hortrensialaan, Begoniastraat, Groningen
Aanleiding:
Nutsleidingen
Activiteit:
archeologische begeleiding
Opmerkingen:
(vervolg Samenvatting:) Uit de archeologische begeleiding in de Begoniastraat blijkt dat de bodemopbouw binnen het onderzoeksgebied inderdaad intact is en geen afwijkingen kent ten opzichte van de resultaten van het vooronderzoek. Ondanks de intacte bodemopbouw zijn er binnen het onderzoeksgebied geen relevante archeologische vondsten gedaan. De sporen die zijn aangetroffen, betreffen perceelsloten, die dateren uit de periode voordat het gebied een woonbestemming kreeg en de wijk Oosterpark werd gebouwd. De sloten zijn alle zichtbaar op de historische kaarten uit de 19e en het begin van de 20e eeuw. Ook de oude bouwvoor die in de profielen duidelijk te zien is, kan aan deze periode en aan de perceelsloten worden gekoppeld. Het vondstmateriaal dat is geborgen, is nieuwetijds en uitsluitend afkomstig uit de sloten en de oude bouwvoor en zal met bemesting hierin terechtgekomen zijn.
Op basis van de resultaten van het onderzoek in de Begoniastraat is, conform het PvE en in overleg
met de gemeentelijk archeoloog, besloten de rioolwerkzaamheden in de Hortensialaan (dat eveneens deel uitmaakt van het plangebied) zonder archeologische begeleiding uit te voeren. De
archeologische verwachting voor de Hortsensialaan is laag op basis van de resultaten in de Begoniastraat.
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Publicatie ondergronds
MUG\95139316 def eindrap compleet gem groningen verz 21-10-16.pdf, 2016
Soort publicatie:
Rapport
Titel publicatie:
Archeologische begeleiding Grote Beerstraat te Groningen
MON nummer:
112096
Samenvatting:
De aanleiding tot de hier beschreven archeologische begeleiding, protocol opgraven zijn de bouwplannen van KUUB voor de onderzochte percelen aan de Grote Beerstraat te Groningen. Omdat deze plannen met bodemverstorende ingrepen gepaard gaan, is er een archeologisch onderzoek noodzakelijk. Door de aard van de werkzaamheden en de omstandigheden waarin zij moeten plaatsvinden, was een onderzoek voorafgaand hieraan niet mogelijk en is er gekozen voor een archeologische begeleiding van de werkzaamheden. Dit onderzoek wordt uitgevoerd conform de Monumentenwet van 1988.
Gemeente Groningen heeft MUG Ingenieursbureau b.v., afdeling Archeologie, opdracht gegeven de begeleiding uit te voeren. Het onderzoek is uitgevoerd conform de eisen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.3, en de richtlijnen in het PvE (Krol-Karsten 2016).
Het plan- en onderzoeksgebied ligt aan de Grote Beerstraat te Groningen en betreft een braakliggend terrein. De totale oppervlakte is circa 8500 m2 (plangebied). Hiervan is circa 1600 m2 archeologisch onderzocht (onderzoeksgebied).
Het doel van een archeologische begeleiding, protocol opgraven is het documenteren van gegevens en het veiligstellen van materiaal van vindplaatsen, om daarmee informatie te behouden die van belang is voor de kennisvorming over het verleden.
De bodemopbouw in het onderzoeksgebied bestaat in het algemeen van boven naar onder uit de huidige bouwvoor, een dikke laag opgebrachte grond en een restant van de oude bouwvoor, bestaande uit een dunne, grijsbruine laag zwak siltige en zwak humeuze klei. Onder de oude bouwvoor ligt een dik pakket blauwgrijze (gereduceerde) en grijsbruine (geoxideerde) natuurlijke klei. In het kleipakket is plaatselijk een smalle, donkergrijze vegetatiehorizont aanwezig. Deze vegetatiehorizont bevindt zich circa 20 cm boven de civieltechnische einddiepte, op een diepte van 1,90 m-mv (1,10 m-NAP).
Archis:
39966001
Onderzoeksjaar:
2016
Objectnaam:
MUG\95139316 def eindrap compleet gem groningen verz 21-10-16.pdf
Adressen:
Grote Beerstraat, Groningen
Aanleiding:
Sloop/nieuwbouw
Activiteit:
archeologische begeleiding
Opmerkingen:
(vervolg Samenvatting:) De archeologische begeleiding heeft, afgezien van een aantal sloten, een greppel en een houten paal, geen archeologische sporen opgeleverd. Een aantal van de in de werkputten aangetroffen sloten zijn terug te vinden op de kaart van Huguenin uit 1819-1829 en op de kadastrale minuut van 1811-1832.
Sloot spoor 4 in werkput 2 kan mogelijk geïnterpreteerd worden als bermsloot van de weg, die op de kaart van Huguenin staat, hoewel de oriëntatie hiervan niet helemaal samenvalt. De datering van de sporen is begin 19e-eeuws of iets ouder. Het middeleeuwse aardewerk dat her en der binnen het onderzoeksgebied is gevonden, kan door verspoeling of ophoging op de onderzoekslocatie terecht zijn gekomen en zal niet van de locatie zelf afkomstig zijn.
De resultaten van de archeologische begeleiding van de aanleg van de nuts- en rioolsleuven en het
bouwrijp maken zullen mede bepalend zijn voor het selectiebesluit ten aanzien van de sloop- en
bouwlocatie, die door het onderzoeksgebied wordt omsloten. Hierover is tussentijds overleg gevoerd met de gemeentelijk archeoloog. Op basis hiervan is bepaald of en in hoeverre de overige werkzaamheden (wanneer deze dieper reiken dan 0,7 m-mv/0,1 m+NAP) onder archeologische begeleiding uitgevoerd dienen te worden. Op basis van de onderzoeksresultaten is bepaald het onderzoeksgebied archeologisch vrij te geven en het sloopwerk en het overige grondverzet op de locatie niet verder archeologisch te laten begeleiden.
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Publicatie ondergronds
MUG\95144316 defrap nv gasunie 19-06-17.pdf, 2016
Soort publicatie:
Rapport
Titel publicatie:
Archeologische begeleiding van I.012488.01 HDD-boring aardgasleiding N505-41 te Groningen ten behoeve van het rangeerterrein van ProRail
MON nummer:
112090
Samenvatting:
Aanleiding tot de hier beschreven archeologische begeleiding, protocol opgraven is de verwijdering en verlegging van HDD-boring I.012488.01 van de aardgastransportleiding N-505-41 ten behoeve van het rangeerterrein van ProRail te Haren. Het onderzoek is uitgevoerd bij het intredepunt van de boring nabij de Duinkerkenstraat te Groningen. Omdat de bovengenoemde plannen met bodemverstorende ingrepen gepaard gaan, is een archeologisch onderzoek noodzakelijk. Door de aard van de werkzaamheden en de omstandigheden waarin zij moeten plaatsvinden was een onderzoek voorafgaand hieraan niet mogelijk en is gekozen voor een archeologische begeleiding van de werkzaamheden. Dit onderzoek wordt uitgevoerd conform de Erfgoedwet. De N.V. Nederlandse Gasunie heeft MUG Ingenieursbureau b.v., afdeling Archeologie, opdracht gegeven de begeleiding uit te voeren.

Tijdens de begeleiding blijkt het grondwater zo hoog te staan dat profielen instorten en de werkput onderwater staat. Door middel van foto’s zijn de profielen zo goed mogelijk gedocumenteerd. In overleg met de gemeentelijk archeoloog is besloten de begeleiding af te breken.

Uit de begeleiding blijkt dat de ontgraving voor de boring alleen is aangelegd in de bestaande verstoring van de reeds eerder uitgevoerde HDD-boring. Er worden geen potentieel archeologische lagen bedreigd.
Archis:
40007621
Onderzoeksjaar:
2016
Objectnaam:
MUG\95144316 defrap nv gasunie 19-06-17.pdf
Adressen:
Duinkerkenstraat, Groningen
Aanleiding:
Nutsleidingen
Activiteit:
archeologische begeleiding
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Publicatie ondergronds
MUG\55135516 def rap compleet gem groningen verz 05-02-18.pdf, 2018
Eigenaar vondsten:
gemeente Groningen
Soort publicatie:
Rapport
Titel publicatie:
archeologische begeleiding van het plaatsen van ondergrondse containers aan het Boterdiep te Groningen
MON nummer:
112094
Samenvatting:
Bij de archeologische begeleiding van de plaatsing van ondergrondse containers aan het Boterdiep te Groningen is een deel van een gemetselde duiker gevonden. Deze duiker betreft een vallaat uit 1826, bekend uit historische bronnen.
De bovenste 1,2 m van de ontgraving voor de containers was geroerd door sub-recente ingravingen van het riool. De westelijke helft van de ontgraving was tot op de C-horizont verstoord door de aanleg van de duiker. De bodemopbouw bestaat van boven naar onder uit een pakket geroerde grond, een pakket met twee lagen steigeraarde gevolgd door een laag vlekkerige, vergraven klei en de dekzand C-horizont. De laag klei betreft waarschijnlijk de demping/aanvulling van een gebied waar laatmiddeleeuwse kuilen zijn gegraven voor grondwinning. Dergelijke kuilen en dempingsaanvullingslagen zijn namelijk ook bij eerder onderzoek aan het Boterdiep gevonden.

(Conclusie:) De ontgraving ten behoeve van de te plaatsen afvalcontainers had een afmeting van 10 x 2 m en een maximale diepte van 2,9 m-mv. De bovenste 1,2 m van de werkput blijkt geroerd door ingravingen van het riool en door een gemetselde duiker (spoor 1). De westelijke helft van de werkput is tot op de C-horizont verstoord door de aanleg van de duiker, die schuin vanuit het westprofiel naar de zuidkant van de werkput loopt. Deze duiker is ongetwijfeld de
vallaat uit 1826, de ligging en het formaat komen overeen met de beschrijving in historische bronnen.5 Daarin staat dat hij ten oosten langs de stadsschuur werd gelegd en meer dan 1 m hoog en breed was. Het begin van de duiker, aan het einde van het oude Boterdiep en iets ten noorden van het huidige plangebied gelegen, had een metalen schuif waarmee het kon worden afgesloten. Deze schuif is gedocumenteerd tijdens de begeleiding van de rioleringswerkzaamheden
aan het Boterdiep in 2015.6 Deze begeleiding betreft onderzoeksmelding 2482434100.
Archis:
39948681
Onderzoeksjaar:
2018
Objectnaam:
MUG\55135516 def rap compleet gem groningen verz 05-02-18.pdf
Adressen:
Boterdiep 7, Groningen
Aanleiding:
Ondergrondse afvalcontainer
Activiteit:
archeologische begeleiding
Opmerkingen:
(vervolg Conclusie:)
De duiker is door Overdiep (1985) geïnterpreteerd als een constructie uit 1616, toen het Boterdiep door een dam (de ‘steenmerct’) van het Schuitendiep zou zijn afgesloten. De duiker zou dienst hebben gedaan als waterinlaat in droge tijden. De datering van deze constructie is twijfelachtig, aangezien voor zover bekend, pas in september 1826 een ‘vallaat’ (duiker met kleppen aan beide uiteinden) door de gronddam tussen Schuitendiep en Boterdiep werd gelegd.7 Overdiep baseerde zich op het proefschrift van S.E. Stratingh uit 1858. Diens uitlatingen over verbindingen tussen het Schuitendiep en het Boterdiep (Stratingh 1858, p. 51) blijken na verificatie van de bronnen echter niet juist.
In het noordelijke gedeelte en aan de oostrand van de werkput is de bodemopbouw minder verstoord. Onder de geroerde grond bevindt zich hier een 55 cm dik pakket van twee lagen steigeraarde (sporen 904 en 905), gevolgd door vlekkerige, vergraven klei (spoor 906) die waarschijnlijk de resten van grondwin-kuilen uit de 13-14e eeuw vormen. Hieronder ligt de top van de C-horizont, op een diepte van 2,85 m-mv in het zuiden tot 2,5 m-mv in het noorden van de werkput.

 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Publicatie ondergronds
MUG\95110015 defrap broekema wegenbouw compleet verz 9-9-15.pdf, 2015
Soort publicatie:
Rapport
Titel publicatie:
Archeologische begeleiding
Oosterstraat Groningen,
gemeente Groningen (GR)
MON nummer:
112035
Samenvatting:
Aanleiding tot de hier beschreven archeologische begeleiding (AB), protocol opgraven, is het herplanten
van twee platanen aan de westzijde van de Oosterstraat te Groningen, ter hoogte van Oosterstraat 61, 65
en 67. Deze werkzaamheden maken deel uit van de herinrichting van de openbare ruimte bij de
Jumbo-supermarkt in de Oosterstraat. De werkzaamheden bestaan uit het herplanten, ondergronds
verankeren en inrichten van de ondergrondse groeiplaats van beide bomen. Daarnaast is binnen het
onderzoeksgebied nieuwe bestrating gerealiseerd. In het onderzoeksgebied is tot 1 m-mv ontgraven.
Gezien de bodemverstorende ingrepen die met de herplanting en omringende herinrichting gepaard gaan
en de ligging van het onderzoeksgebied in de binnenstad van Groningen, een terrein van hoge
archeologische waarde, is door gemeente Groningen besloten een archeologische begeleiding uit te laten
voeren tijdens de graafwerkzaamheden. Dit onderzoek is uitgevoerd conform de Wet op de Archeologische
Monumentenzorg. Broekema Wegenbouw b.v. heeft MUG Ingenieursbureau, afdeling Archeologie,
opdracht gegeven de archeologische begeleiding uit te voeren.
Het onderzoeksgebied ligt in de binnenstad van Groningen, een terrein van hoge archeologische waarde.
De Oosterstraat maakt deel uit van de hoofdstructuur van de middeleeuwse nederzetting Groningen.
Bij het onderzoek zijn onder het huidige straatniveau en een recent verstoorde laag twee verschillende
lagen wegverhardingen bestaande uit veldkeien (keiendekken) gevonden, afgewisseld met schone zandof
leemlagen, lagen straatvuil of steigeraarde, mogelijke lagen karrensporen, een mogelijke kuildichting en
een pakket plaggen. De twee keiendekken, respectievelijk op een diepte van 80 cm-mv en 150 cm-mv
gelegen, bestaan uit lagen veldkeien. Het onderste keiendek bevindt zich direct boven de natuurlijke
bodem, het keizand/de keileem van de Hondsrug.
Eigenaar documentatie:
gemeente Groningen
Archis:
95110015
Onderzoeksjaar:
2015
Objectnaam:
MUG\95110015 defrap broekema wegenbouw compleet verz 9-9-15.pdf
Adressen:
Oosterstraat 61, 65, 67, Groningen
Aanleiding:
Herinrichting gebied
Activiteit:
archeologische begeleiding
Opmerkingen:
Tijdens de archeologische begeleiding is een kleine hoeveelheid vondstmateriaal geborgen, bestaande uit
dierlijk botmateriaal, een mogelijke koperslak, een kleine scherf kogelpotaardewerk en een veldkei. Van het
dierlijk botmateriaal dat afkomstig is uit het onderste keiendek zijn twee stukken gedateerd door middel van
de 14C-methode. Deze geven voor het onderste keiendek een datering in de 11e en/of 12e eeuw. De lagen
hierboven (zand- of leemlagen, lagen straatvuil of steigeraarde en plaggenlaag) kunnen daarmee
gedateerd worden vanaf de 12e eeuw. Het is niet geheel duidelijk in hoeverre de zand- of leemlagen als
ophoging of als wegverharding hebben gediend. Mogelijk betreffen deze lagen onderlagen voor de
keiendekken.
Uit het huidige onderzoek blijkt dat het onderzoeksgebied – volgens de verwachting – in ieder geval vanaf
de volle middeleeuwen deel heeft uitgemaakt van de Oosterstraat. In de werkput en in de profielen zijn
verschillende wegdekken en ophooglagen aangetroffen die als voorlopers van de huidige Oosterstraat
kunnen worden beschouwd. De resultaten van dit onderzoek sluiten goed aan bij die van de eerdere
onderzoeken die in de oude binnenstad van Groningen zijn gedaan.
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Publicatie ondergronds
MUG\95162916 def rap compleet broekema verz 24-10-16.pdf, 2016
Soort publicatie:
Rapport
Titel publicatie:
Archeologische begeleiding van de plaatsing van ondergrondse containers in de wijk Selwerd te Groningen,
MON nummer:
112064
Samenvatting:
Aanleiding tot de hier beschreven archeologische begeleiding, protocol opgraven betreft de plaatsing van twee ondergrondse afvalcontainers door Broekema Wegenbouw BV in de wijk Selwerd te Groningen. De containers worden geplaatst in de Elzenlaan en de Hazelaarstraat. Omdat deze plannen met bodemverstorende ingrepen gepaard gaan en de containers worden geplaatst op locaties die op de cultuurhistorische waardenkaart van gemeente Groningen beschermd zijn als archeologische zone, is een archeologisch onderzoek noodzakelijk. Door de aard van de werkzaamheden en de omstandigheden waarin zij moeten plaatsvinden was een onderzoek voorafgaand hieraan niet mogelijk en is gekozen voor
een archeologische begeleiding van de werkzaamheden. Broekema Wegenbouw BV heeft MUG Ingenieursbureau b.v., afdeling Archeologie, opdracht gegeven de begeleiding uit te voeren.
Het onderzoek is uitgevoerd conform de Erfgoedwet, de eisen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 4.0, en de richtlijnen in het PvE.
Op de twee onderzoekslocaties worden afvalcontainers geplaatst. De omvang van de ontgravingen voor het plaatsen van deze containers bedraagt 2 bij 2 m; de diepte van de ontgravingen reikt tot 3 m-mv. Het doel van een archeologische begeleiding, protocol opgraven is het documenteren van gegevens en het veiligstellen van materiaal van vindplaatsen om daarmee informatie te behouden die van belang is voor de kennisvorming over het verleden.
Door de relatief hoge ligging van het onderzoekgebied in het landschap kunnen er resten verwacht worden vanaf de steentijd tot aan de nieuwe tijd. Uit de reeds uitgevoerde onderzoeken nabij de te plaatsen afvalcontainers valt deze verwachting echter te specificeren. In de omgeving zijn namelijk met name archeologische resten uit de ijzertijd aangetroffen en deze resten zijn mogelijk ook binnen de huidige onderzoekslocaties aanwezig.
Archis:
40050141
Onderzoeksjaar:
2016
Objectnaam:
MUG\95162916 def rap compleet broekema verz 24-10-16.pdf
Adressen:
Elzenlaan, Hazelaarstraat, Groningen
Aanleiding:
Ondergrondse afvalcontainer
Activiteit:
archeologische begeleiding
Opmerkingen:
(vervolg Samenvatting:) Over het gebruik van de onderzoekslocaties en het omringende gebied in de Romeinse tijd en de vroege middeleeuwen is weinig bekend. Het gebruik van de flank van de Hondsrug voor zowel bewoning als transport gaat in elk geval terug tot in de late middeleeuwen. Voorafgaand aan de verstedelijking zullen ook bewoning en landbouwactiviteiten binnen het gebied plaatsgevonden hebben.
Op beide onderzoekslocaties is de natuurlijke bodemopbouw hetzelfde. Onder het moderne cunetzand bevinden zich verschillende kleilagen, die naar beneden toe iets zandiger worden. Op een diepte van 0,8 m-mv is in de kleilagen een vegetatiehorizont aanwezig. Het betreft de onderste van de twee vegetatiehorizonten die op meerdere locaties rond de stad Groningen voorkomen. Deze horizont kan worden gedateerd in de middenijzertijd. In de horizont zijn geen archeologische vondsten of sporen aangetroffen. Mogelijk is de bodemopbouw op beide locaties deels afgetopt. Uit onderzoeken uit de nabije omgeving (Bessemoerpark, Pleiadenlaan, Grote Beerstraat) die globaal eenzelfde bodemopbouw als op de huidige locaties laten zien, blijkt dat zich hier onder het moderne cunet- of bouwzand een vrij dik ophoogpakket bevindt, dat kan worden gerelateerd aan het bouwrijp maken van het gebied voor de aanleg van de woonwijk in de jaren ’60 van de vorige eeuw, met hieronder de oude bouwvoor. Dit ophoogpakket en de oude bouwvoor ontbreken op beide onderzoekslocaties volledig. Bij het bouwrijpmaken van het gebied voor de aanleg van de woonwijk is hier vermoedelijk een deel van het natuurlijke bodemprofiel
afgeschoven.
In de ontgraving in de Hazelaarstraat is een nieuwetijdse sloot aangetroffen. Deze sloot is zichtbaar op de topografische kaart van 1900-1916 en op een luchtfoto uit 1932. De sloot zal vermoedelijk zijn gedempt bij de aanleg van de woonwijk Selwerd in de jaren ’60 van de vorige eeuw.
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Publicatie ondergronds
MUG\95166016 def rap compleet hoornstra aann bedr verz 03-03-17.pdf, 2016
Soort publicatie:
Rapport
Titel publicatie:
Archeologische begeleiding protocol opgraven Zaagmuldersweg (Oosterpark rioolsanering fase 3), gemeente Groningen
MON nummer:
112072
Samenvatting:
(uit Conclusie:) Het nieuwe riool is op dezelfde diepte als het oude riool aangelegd en er is niet breder gegraven dan het oude riool. Het te ontgraven gebied is verstoord door het oude riool. Boven de natuurlijke kleilagen bevinden zich in het onderzoeksgebied enkel lagen opgebracht zand en recentelijk verstoorde lagen. In de kleilagen zijn geen vegetatiehorizonten of andere archeologisch interessante lagen waargenomen.
Alleen onderzoeksvraag 1 uit het PvE kan worden beantwoord.
1. Wat is de geologische/bodemkundige opbouw?
Binnen de rioolsleuven zijn op natuurlijke kleilagen (sporen 905 en 906) alleen lagen opgebracht zand en verstoorde lagen aangetroffen (sporen 901 t/m 904 en 907). De natuurlijke kleilagen zijn alleen in het profiel zichtbaar. In de kleilagen zijn geen vegetatiehorizonten of andere archeologisch interessante lagen waargenomen. De profielen in de zijsleuven laten alleen verstoorde lagen zien, hier wordt de natuurlijke kleibodem niet bereikt.
Archis:
40120371
Onderzoeksjaar:
2016
Objectnaam:
MUG\95166016 def rap compleet hoornstra aann bedr verz 03-03-17.pdf
Adressen:
Gorechtkade, Zaagmuldersweg, Slachthuisstraat, Groningen
Aanleiding:
Riool
Activiteit:
archeologische begeleiding
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Publicatie ondergronds
MUG\95122415 def rap compleet plegt-vos verz 22-05-15.pdf, 2015
Soort publicatie:
Rapport
Titel publicatie:
Archeologische begeleiding
fietspad Groningen-Hoogkerk,
gemeente Groningen (GR)
MON nummer:
112026
Samenvatting:
Aanleiding tot de hier beschreven archeologische begeleiding (AB), protocol opgraven, is de aanleg van
een fietspad tussen Groningen en Hoogkerk door Plegt-Vos Infra & Milieu. Dit fietspad loopt langs het
gemeentelijk archeologisch monument ‘De Hege Vier’ (monumentnummer 7160). Bij een booronderzoek in
het tracé van het fietspad zijn ten noorden van het archeologisch monument terplagen van een veenterp
aangetroffen. Het tracé van het fietspad is aangepast, zodat deze terplagen niet door grondwerk worden
bedreigd. Echter, indien deze terplagen nog verder in noordelijke richting doorlopen, kunnen ze wel bij de
aanleg van het fietspad aangesneden worden. Daarom is door gemeente Groningen besloten om over een
lengte van circa 300 m een archeologische begeleiding van het grondwerk voor de aanleg van het fietspad
uit te voeren. Dit onderzoek is uitgevoerd conform de Wet op de Archeologische Monumentenzorg.
Plegt-Vos Infra & Milieu heeft MUG Ingenieursbureau, afdeling Archeologie, opdracht gegeven de
archeologische begeleiding uit te voeren.
De archeologische begeleiding is uitgevoerd conform de eisen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse
Archeologie (KNA), versie 3.3, en de richtlijnen in het Programma van Eisen.
Eigenaar documentatie:
gemeente Groningen
Archis:
2479868100
Onderzoeksjaar:
2015
Objectnaam:
MUG\95122415 def rap compleet plegt-vos verz 22-05-15.pdf
Adressen:
de Verbetering, Johan van Zwedenlaan, Hoogkerk
Activiteit:
archeologische begeleiding
Opmerkingen:
(vervolg samenvatting:) Naar aanleiding van de resultaten van de archeologische begeleiding kan gesteld worden dat het tracé van
het fietspad op de juiste wijze is aangepast. Het tracé loopt niet door of over een terp. In het westelijke deel
van het tracé is een aantal oude sloten aanwezig. Er is in de dempingslagen van deze sloten geen
vondstmateriaal aanwezig, waardoor de sloten niet door middel van vondsten gedateerd kunnen worden.
Een aantal van deze sloten is echter wel op historische kaarten aanwezig, waaruit blijkt dat deze sloten
aan het einde van de 19e eeuw zijn gedempt. De sloten die niet te traceren zijn op historische kaarten
kunnen van een oudere datum zijn. Binnen het tracé zijn daarnaast twee geulvullingen aangetroffen. De
westelijke geulvulling van de twee is te zien op de hoogtekaart. Ten oosten van en buiten het
onderzoeksgebied kruist het fietspad loopgraven uit de Tweede Wereldoorlog, die op oude luchtfoto’s nog
zichtbaar zijn.
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Publicatie ondergronds
MUG\95139115 def rap compleet de wilde wegenbouw verz 22-12-15.pdf, 2015
Soort publicatie:
Rapport
Titel publicatie:
Archeologische begeleiding
rioolwerkzaamheden en
plantgaten Geulstraat en
Vechtstraat te Groningen,
gemeente Groningen (GR)
MON nummer:
112017
Samenvatting:
Aanleiding tot het hier beschreven onderzoek zijn de rioleringswerkzaamheden en het graven van
plantgaten in de Geulstraat en Vechtstraat te Groningen. Hierbij vinden bodemverstorende ingrepen plaats.
Omdat het onderzoeksgebied is gelegen in een kansrijke zone voor het aantreffen van archeologische
waarden (de flank van de Hondsrug) en het gebied een middelhoge verwachtingswaarde heeft op de
verwachtingskaart van gemeente Groningen, diende er een archeologisch onderzoek verricht te worden.
Omdat de aard van de werkzaamheden geen proefsleuvenonderzoek of vlakdekkende opgraving
rechtvaardigt, heeft de bevoegde overheid besloten de werkzaamheden onder archeologische begeleiding
uit te voeren.
In het grootste deel van het onderzoeksgebied is de bodem verstoord tot in de top van het dekzand of het
keileem. Dit is met name het geval in de Vechtstraat, die recenter is aangelegd dan de Geulstraat.
Incidenteel is een oude bouwvoor of stadslaag aanwezig. Hierin zijn vondsten aangetroffen uit de periode
15e tot 19e eeuw. De toplaag in het onderzoeksgebied bestaat uit cunetzand en een puinlaag. De
aangetroffen sporen in het noorden van de Geulstraat bestaan uit twee waterkelders en een restant van
een gesloopte waterput die waarschijnlijk samenhangen met de bebouwing die op de Bonnekaart van
1900-1916 is aangegeven. Een tevens hier aanwezig uitbraakspoor is mogelijk op basis van het
aangetroffen aardewerk iets ouder te dateren en kan uit de 19e eeuw stammen. Aangezien ter plaatse op
de kadastrale minuut van 1811-1832 geen bebouwing staat aangegeven, kan het gaan om een restant van
laat 19e-eeuwse bebouwing. In het oosten van de Vechtstraat zijn twee dwars op elkaar gelegen sloten en
een tonput aangetroffen. De sloten zijn beide ingegraven in een oude bouwvoor. Er is geen goed
dateerbaar materiaal in aangetroffen. Ze zijn niet te relateren aan de percelering op de kadastrale minuut
van 1811-1832 en zullen op basis hiervan ouder zijn dan 19e-eeuws.
Eigenaar documentatie:
gemeente Groningen
Archis:
3295918100
Onderzoeksjaar:
2015
Objectnaam:
MUG\95139115 def rap compleet de wilde wegenbouw verz 22-12-15.pdf
Adressen:
Geulstraat, Vechtstraat, Groningen
Aanleiding:
Riool
Activiteit:
archeologische begeleiding
Opmerkingen:
(vervolg samenvatting:) De tonput is gedempt met
hardgebakken rood en geel baksteenpuin, op basis waarvan de put waarschijnlijk niet veel ouder zal zijn
dan 19e-eeuws. Het onderzoek toont aan dat, ondanks de hoge mate van verstoring binnen het
onderzoeksgebied, er wel resten van de voormalige bebouwing aanwezig zijn. Het verdient aanbeveling
toekomstige graafwerkzaamheden in de directe omgeving eveneens onder archeologische begeleiding te
laten uitvoeren.
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Publicatie ondergronds
MUG\95167316 def rap compleet ksd verz 09-03-17.pdf, 2016
Soort publicatie:
Rapport
Titel publicatie:
Archeologische begeleiding bij de herinrichting van de Paddepoelsterweg te Groningen
MON nummer:
112053
Samenvatting:
Aanleiding tot de hier beschreven archeologische begeleiding, protocol opgraven is de herinrichting van de Paddepoelsterweg ten noorden van het Van Starkenborghkanaal te Groningen. Deze herinrichting wordt uitgevoerd door Koninklijke Sjouke Dijkstra b.v., in opdracht van gemeente Groningen Omdat deze plannen met bodemverstorende ingrepen gepaard gaan, is een archeologisch onderzoek noodzakelijk. Door de aard van de werkzaamheden en de omstandigheden waarin zij moeten plaatsvinden, was een onderzoek
voorafgaand hieraan niet mogelijk en is gekozen voor een archeologische begeleiding van de werkzaamheden. Dit onderzoek wordt uitgevoerd conform de Monumentenwet van 1988.
Koninklijke Sjouke Dijkstra b.v. heeft MUG Ingenieursbureau b.v., afdeling Archeologie, opdracht gegeven de begeleiding uit te voeren.
Binnen het onderzoekstraject moest rekening gehouden worden met de aanwezigheid van vlaknederzettingen, overslibde wierden, dijktracés, oudere wegdekken en verkavelingsstructuren.
De enige structuur die is waargenomen tijdens het onderzoek betreft de Paddepoelsterweg zelf. Sporen van deze weg zijn waargenomen tot in de top van de vaste klei, op een diepte van circa 0,5 m-mv. Deze restanten bestaan uit klinkerverhardingen uit de 19e en 20e eeuw, voorafgegaan door een kleiweg. Onder en tussen deze klinkerverhardingen en uit de kleiweg zelf is vondstmateriaal aangetroffen dat voor het overgrote deel bestond uit hoefijzers en hoefnagels. Dit materiaal is niet verzameld. Ander, goed dateerbaar vondstmateriaal dat wel is verzameld, bestaat uit enkele munten, een rekenpenning, knopen, sierbeslag, een lakenlood en een zwaardschedebeschermer. Dit vondstmateriaal dateert tussen de 13e en 19e eeuw en kan geassocieerd worden met de Paddepoelsterweg, hoewel een relatie tussen de wierde Paddepoel en vondstnummers 1 en 2 uit het noordelijk deel van het onderzoeksgebied vanwege de geringe afstand van de weg tot de wierde niet uitgesloten kan worden.
Archis:
40111211
Onderzoeksjaar:
2016
Objectnaam:
MUG\95167316 def rap compleet ksd verz 09-03-17.pdf
Adressen:
Paddepoelsterweg, Groningen
Aanleiding:
Herinrichting gebied
Activiteit:
archeologische begeleiding
Opmerkingen:
(vervolg Samenvatting:) Ongetwijfeld zullen de bewoners van de wierde Paddepoel ook de Paddepoelsterweg gebruikt hebben.
Oudere sporen als sloten, wierden en dergelijke zijn niet gevonden. Wel zijn een oude oeverwal en een zone met een (vertrapt) vegetatieniveau aangetroffen. Op deze oeverwal is een klein fragment terpaardewerk daterend uit de periode rond het begin van de jaartelling gevonden. Deze vondst impliceert dat er kans bestaat op archeologische resten uit deze periode in de directe nabijheid.
Waarnemingen van de natuurlijke bodemopbouw in het onderzoeksgebied werden belemmerd door de vrij geringe ontgravingsdiepte en door het door eeuwenlang gebruik vertrapte deel van de circa bovenste 50 cm van de bodemopbouw.
Op basis van de huidige, kronkelende ligging van de weg, is het verleidelijk te veronderstellen dat de Paddepoelsterweg is aangelegd of is ontstaan op oude oeverwallen of inversieruggen van het Selwerderdiepje. Binnen het onderzoeksgebied valt op dat dit kronkelige verloop wordt onderbroken door stukken kaarsrechte weg. Zoals blijkt uit de problemen met de zetting van het nieuwe wegcunet kruist de weg hier een oude meander van het Selwerderdiepje. De vraag werpt zich hierdoor op of de oude, nietverharde
weg in het verleden een ander verloop heeft gehad of dat deze rechte stukken oorspronkelijk zijn, wat zou inhouden dat de weg planmatig is aangelegd. Op basis van het huidige onderzoek kan deze vraag helaas niet beantwoord worden.
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Publicatie ondergronds
MUG\95174315 def rap compleet gem groningen verz 04-04-16.pdf, 2015
Soort publicatie:
Rapport
Titel publicatie:
Archeologische begeleiding,
protocol opgraven bij de
renovatiewerkzaamheden aan het
spoorwegviaduct aan de Hereweg
te Groningen (GR)
MON nummer:
112016
Samenvatting:
Aanleiding tot de hier beschreven archeologische begeleiding onder protocol opgraven, zijn de
renovatiewerkzaamheden van de gemeente Groningen van het spoorwegviaduct aan de Hereweg in de
stad Groningen. In de planningsfase voorafgaand aan het graafwerk werd gedacht dat er geen
archeologische waarden meer aanwezig zouden zijn binnen het plangebied. Bij een korte inspectie op de
eerste dag van de werkzaamheden bleken er echter wel archeologische waarden aanwezig te zijn en is
een archeologische begeleiding gestart. Dit onderzoek werd uitgevoerd conform de Monumentenwet van
1988. De gemeente Groningen heeft MUG Ingenieursbureau b.v., afdeling Archeologie, opdracht gegeven
de begeleiding uit te voeren.
Het onderzoeksgebied ligt ter hoogte het spoorwegviaduct in de Hereweg (globaal van huisnummer 7 tot
en met 29) te Groningen. De totale te begeleiden oppervlakte is circa 100 m². De te begeleiden
werkzaamheden bestonden uit het graven van twee rioleringssleuven aan de noord- en zuidzijde van het
spoorwegviaduct.
De begeleiding bij de werkzaamheden aan het spoorwegviaduct heeft aangetoond dat zich onder het
huidige wegdek, dat door middel van beton en asfalt is aangelegd in 1952 en opgeknapt en versterkt is in
1977, nog minstens twee straatniveaus uit voorafgaande gebruiksperioden bevinden. Het eerste oudere
straatniveau bestaat uit lagen klinkers, brekerzand en zand met puin, die op basis van de historische
gegevens te dateren zijn vanaf 1926 tot aan 1952. Onder deze klinkers op zandlagen liggen een
donkerbruine puinlaag op een oranjerode puinlaag. Deze lagen dateren waarschijnlijk uit de eerste fase
van het viaduct en tussen 1870 en 1926. De gevonden afwateringsriool dateert uit de late 19e eeuw en
behoort waarschijnlijk tot de oudste periode van het viaduct. Het is echter voorstelbaar dat het een
huisaansluiting betreft van een inmiddels verdwenen woning aan de Hereweg.
Eigenaar documentatie:
gemeente Groningen
Archis:
3985860100
Onderzoeksjaar:
2015
Objectnaam:
MUG\95174315 def rap compleet gem groningen verz 04-04-16.pdf
Adressen:
Hereweg, Groningen
Aanleiding:
Verbouw/restauratie
Activiteit:
archeologische begeleiding
Opmerkingen:
(vervolg samenvatting:) Sporen en vondsten van voor 1870 zijn er niet gevonden. Deze sporen en vondsten zullen zich, indien
aanwezig, op een dieper niveau bevinden.
Deze rapportage is getoetst en goedgekeurd door de stadsarcheoloog van Groningen, de heer
G.L.G.A. Kortekaas.
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Publicatie ondergronds
Archeosupport\16PUB_arcpublicatie_nwe-kijkint-Jatstraat 61.pdf, 2016
Soort publicatie:
Rapport
Titel publicatie:
De Groote Schouwburg van de Groninger toneelgroep, de Heeren-Komedie. Een archeologische begeleiding, protocol opgraven, aan De Nieuwe Kijk in’t Jatstraat 61 te Groningen
MON nummer:
112068
Samenvatting:
Bij het archeologische onderzoek aan de Nieuwe Kijk in’t Jatstraat 61 te Groningen zijn sporen uit meerdere perioden aangetroffen. De oudste grondsporen zijn ingegraven in de top van het natuurlijke, pleistocene dekzand. Dit betreft enkele ingravingen, greppels en een sloot. Deze sporen dateren waarschijnlijk in de periode IJzertijd–Middeleeuwen.
Deze sporen zijn afgedekt met een esdek van de tuin- of akkergronden welke tot aan de 17e eeuw ten noorden van de historische stadskern van Groningen lagen. Uit de meest recente tijd is het huis dat enige tijd voorafgaand aan de opgraving was afgebroken. Van dit huis zijn de funderingen, de originele indeling en herbouw aangetroffen. In combinatie met historische bronnen is de indeling van dit huis gereconstrueerd.
De kern van dit onderzoek wordt gevormd door de archeologische resten van de ‘Groote Schouwburg’. Uit historische bronnen is bekend dat ´e´en van de toneelgroepen in Groningen, de Heeren-Komedie die zijn leden uit het meer vooraanstaande deel van de Groninger bevolking haalde, in de 19e eeuw een schouwburg had op de onderzoekslocatie. Van deze schouwburg zijn resten aangetroffen bestaande uit funderingen en een fraaie kelder. Op basis van de archeologische sporen is meer inzicht verkregen in de indeling van de Groote Schouwburg, waarvan tot op heden alleen illustraties bestaan.
Archis:
4016306100
Onderzoeksjaar:
2016
Objectnaam:
Archeosupport\16PUB_arcpublicatie_nwe-kijkint-Jatstraat 61.pdf
Adressen:
Nieuwe Kijk in 't Jatstraat 61, Groningen
Aanleiding:
Sloop/nieuwbouw
Activiteit:
archeologische begeleiding
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Publicatie ondergronds
MUG\95201016 def rap compleet broekema wegenbouw verz 01-07-19.pdf, 2016, 2017, 2018
Soort publicatie:
Rapport
Titel publicatie:
Opgraving, variant begeleiden aanpak Diepenring fase 1 te Groningen
MON nummer:
112078
Samenvatting:
Aanleiding tot de hier beschreven opgraving, variant begeleiding, is de herinrichting door gemeente Groningen van een deel van de diepenring in de binnenstad van Groningen. Het gaat om het gebied tussen de Kijk in ’t Jatbrug en de Steentilbrug, aan beide zijden van het diep (‘Aanpak Diepenring fase 1’). Het onderzoeksgebied ligt in een terrein met hoge archeologische waarde (AMK 8789) en grenst aan de als rijksmonument beschermde kades van de Turfsingel en het Schuitendiep (rijksmonument 18746).
In de werkputten zijn vooral ophooglagen, lagen steigeraarde en dempings- en grachtlagen van de gedempte natte stadsgracht en van voorgangers van de huidige Schuitendiepgracht aangetroffen. Op een aantal plekken zijn resten van grachtbeschoeiing en trekbalken gedocumenteerd. Daarnaast zijn resten van oude vloeren of wegverhardingen, gemetselde riolen en bakstenen funderingen gevonden. De sporen dateren vooral uit de (late) nieuwe tijd, vanaf de 17e eeuw. Het jongste spoor dat is gevonden betreft de fundering van een laad- en losplatform (het luchtspoor) van de voormalige suiker- en stroopfabriek W.A. Scholten. Deze fundering dateert uit de 19e of 20e eeuw. Het luchtspoor is in 1980 gesloopt. De conservering van de archeologische sporen en lagen is over het algemeen goed.
De resultaten van de archeologische begeleiding komen goed overeen met de gegevens van de historische kaarten van de stad Groningen vanaf de 16e eeuw. Op de kaarten van Van Deventer uit 1565 en Van Geelkercken uit 1616 is tussen de Boteringebrug en de Poelebrug een dubbele gracht te zien, bestaande uit een natte stadsgracht aan de binnenzijde en de gracht van het Schuitendiep aan de buitenzijde, gescheiden door een singel. Voor de Poele-, de Ebbinge- en de Boteringepoort lagen bolwerken of rondelen. Aan het begin van de 17e eeuw is de natte stadsgracht gedempt en werd dit gebied bij de binnenstad getrokken. Het Schuitendiep vormt vanaf die tijd de gracht die de Groninger binnenstad aan de oostkant omgeeft.
Archis:
40212061
Onderzoeksjaar:
2016, 2017, 2018
Objectnaam:
MUG\95201016 def rap compleet broekema wegenbouw verz 01-07-19.pdf
Adressen:
Turfsingel, Schuitendiep, Groningen
Aanleiding:
Herinrichting gebied
Activiteit:
archeologische begeleiding
Opmerkingen:
(vervolg Samenvatting:) De profielen en de boringen in de werkputten die zijn aangelegd in de binnenring tussen de Boteringebrug en de Poelebrug laten vrijwel allemaal grachtlagen met daarop dempingen en ophooglagen/lagen steigeraarde zien. Deze lagen behoren tot de voormalige natte stadsgracht die rond 1260 is aangelegd en in het begin van de 17e eeuw is gedempt. In werkput 8A, bij de Poelebrug, is mogelijk de overgang tussen de aarden verhoging van het Poelerondeel en de daaromheen gelegen gracht gedocumenteerd. In werkput 7 is waarschijnlijk geboord in de singel tussen de natte buitengracht en gracht van het Schuitendiep. De boringen en profielen in werkput 8B zijn gezet/aangelegd in de singel tussen het Schuitendiep en het oude Kattendiep.
In de profielen en boringen in de werkputten die in de buitenring zijn aangelegd zijn naast ophooglagen/lagen steigeraarde ook gracht- en dempingslagen te zien. De gracht- en dempingslagen in het gebied tussen werkput 4NZ aan de noordkant en werkput 11 aan de zuidkant zijn waarschijnlijk oudere fasen van de gracht van het Schuitendiep, die mogelijk gedeeltelijk zijn gedempt bij aanpassingen aan de loop van de gracht of bij het aanbrengen/repareren van kadebeschoeiing. De gracht- en dempingslagen in werkput 13 horen bij oudere fasen van de gracht van het Lopende Diep en, aan de westkant van de werkput, de gracht rond het Boteringerondeel. In werkput 4NZ, 5NZ en 11 zijn resten van de voormalige houten kadebeschoeiing aangetroffen. Dit hout betreft eiken beschoeiingspalen, trekbalken en ankerbalken. Hoewel het hout niet dendrochronologisch te dateren is, kan op basis van de historische gegevens het hout vermoedelijk tussen het begin van de 17e eeuw (demping natte stadsgracht, gracht Schuitendiep begrenzing oosten van stadscentrum) en halverwege de 19e eeuw (vervangen van houten beschoeiing door bakstenen kademuren) geplaatst worden.