Uw zoekacties: Documentatie ondergronds

Documentatie ondergronds ( Gemeente Groningen Erfgoed )

beacon
88  documenten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Publicatie ondergronds
MUG\95167316 def rap compleet ksd verz 09-03-17.pdf, 2016
Soort publicatie:
Rapport
Titel publicatie:
Archeologische begeleiding bij de herinrichting van de Paddepoelsterweg te Groningen
MON nummer:
112053
Samenvatting:
Aanleiding tot de hier beschreven archeologische begeleiding, protocol opgraven is de herinrichting van de Paddepoelsterweg ten noorden van het Van Starkenborghkanaal te Groningen. Deze herinrichting wordt uitgevoerd door Koninklijke Sjouke Dijkstra b.v., in opdracht van gemeente Groningen Omdat deze plannen met bodemverstorende ingrepen gepaard gaan, is een archeologisch onderzoek noodzakelijk. Door de aard van de werkzaamheden en de omstandigheden waarin zij moeten plaatsvinden, was een onderzoek
voorafgaand hieraan niet mogelijk en is gekozen voor een archeologische begeleiding van de werkzaamheden. Dit onderzoek wordt uitgevoerd conform de Monumentenwet van 1988.
Koninklijke Sjouke Dijkstra b.v. heeft MUG Ingenieursbureau b.v., afdeling Archeologie, opdracht gegeven de begeleiding uit te voeren.
Binnen het onderzoekstraject moest rekening gehouden worden met de aanwezigheid van vlaknederzettingen, overslibde wierden, dijktracés, oudere wegdekken en verkavelingsstructuren.
De enige structuur die is waargenomen tijdens het onderzoek betreft de Paddepoelsterweg zelf. Sporen van deze weg zijn waargenomen tot in de top van de vaste klei, op een diepte van circa 0,5 m-mv. Deze restanten bestaan uit klinkerverhardingen uit de 19e en 20e eeuw, voorafgegaan door een kleiweg. Onder en tussen deze klinkerverhardingen en uit de kleiweg zelf is vondstmateriaal aangetroffen dat voor het overgrote deel bestond uit hoefijzers en hoefnagels. Dit materiaal is niet verzameld. Ander, goed dateerbaar vondstmateriaal dat wel is verzameld, bestaat uit enkele munten, een rekenpenning, knopen, sierbeslag, een lakenlood en een zwaardschedebeschermer. Dit vondstmateriaal dateert tussen de 13e en 19e eeuw en kan geassocieerd worden met de Paddepoelsterweg, hoewel een relatie tussen de wierde Paddepoel en vondstnummers 1 en 2 uit het noordelijk deel van het onderzoeksgebied vanwege de geringe afstand van de weg tot de wierde niet uitgesloten kan worden.
Archis:
40111211
Onderzoeksjaar:
2016
Objectnaam:
MUG\95167316 def rap compleet ksd verz 09-03-17.pdf
Adressen:
Paddepoelsterweg, Groningen
Aanleiding:
Herinrichting gebied
Activiteit:
archeologische begeleiding
Opmerkingen:
(vervolg Samenvatting:) Ongetwijfeld zullen de bewoners van de wierde Paddepoel ook de Paddepoelsterweg gebruikt hebben.
Oudere sporen als sloten, wierden en dergelijke zijn niet gevonden. Wel zijn een oude oeverwal en een zone met een (vertrapt) vegetatieniveau aangetroffen. Op deze oeverwal is een klein fragment terpaardewerk daterend uit de periode rond het begin van de jaartelling gevonden. Deze vondst impliceert dat er kans bestaat op archeologische resten uit deze periode in de directe nabijheid.
Waarnemingen van de natuurlijke bodemopbouw in het onderzoeksgebied werden belemmerd door de vrij geringe ontgravingsdiepte en door het door eeuwenlang gebruik vertrapte deel van de circa bovenste 50 cm van de bodemopbouw.
Op basis van de huidige, kronkelende ligging van de weg, is het verleidelijk te veronderstellen dat de Paddepoelsterweg is aangelegd of is ontstaan op oude oeverwallen of inversieruggen van het Selwerderdiepje. Binnen het onderzoeksgebied valt op dat dit kronkelige verloop wordt onderbroken door stukken kaarsrechte weg. Zoals blijkt uit de problemen met de zetting van het nieuwe wegcunet kruist de weg hier een oude meander van het Selwerderdiepje. De vraag werpt zich hierdoor op of de oude, nietverharde
weg in het verleden een ander verloop heeft gehad of dat deze rechte stukken oorspronkelijk zijn, wat zou inhouden dat de weg planmatig is aangelegd. Op basis van het huidige onderzoek kan deze vraag helaas niet beantwoord worden.
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Publicatie ondergronds
MUG\95174315 def rap compleet gem groningen verz 04-04-16.pdf, 2015
Soort publicatie:
Rapport
Titel publicatie:
Archeologische begeleiding,
protocol opgraven bij de
renovatiewerkzaamheden aan het
spoorwegviaduct aan de Hereweg
te Groningen (GR)
MON nummer:
112016
Samenvatting:
Aanleiding tot de hier beschreven archeologische begeleiding onder protocol opgraven, zijn de
renovatiewerkzaamheden van de gemeente Groningen van het spoorwegviaduct aan de Hereweg in de
stad Groningen. In de planningsfase voorafgaand aan het graafwerk werd gedacht dat er geen
archeologische waarden meer aanwezig zouden zijn binnen het plangebied. Bij een korte inspectie op de
eerste dag van de werkzaamheden bleken er echter wel archeologische waarden aanwezig te zijn en is
een archeologische begeleiding gestart. Dit onderzoek werd uitgevoerd conform de Monumentenwet van
1988. De gemeente Groningen heeft MUG Ingenieursbureau b.v., afdeling Archeologie, opdracht gegeven
de begeleiding uit te voeren.
Het onderzoeksgebied ligt ter hoogte het spoorwegviaduct in de Hereweg (globaal van huisnummer 7 tot
en met 29) te Groningen. De totale te begeleiden oppervlakte is circa 100 m². De te begeleiden
werkzaamheden bestonden uit het graven van twee rioleringssleuven aan de noord- en zuidzijde van het
spoorwegviaduct.
De begeleiding bij de werkzaamheden aan het spoorwegviaduct heeft aangetoond dat zich onder het
huidige wegdek, dat door middel van beton en asfalt is aangelegd in 1952 en opgeknapt en versterkt is in
1977, nog minstens twee straatniveaus uit voorafgaande gebruiksperioden bevinden. Het eerste oudere
straatniveau bestaat uit lagen klinkers, brekerzand en zand met puin, die op basis van de historische
gegevens te dateren zijn vanaf 1926 tot aan 1952. Onder deze klinkers op zandlagen liggen een
donkerbruine puinlaag op een oranjerode puinlaag. Deze lagen dateren waarschijnlijk uit de eerste fase
van het viaduct en tussen 1870 en 1926. De gevonden afwateringsriool dateert uit de late 19e eeuw en
behoort waarschijnlijk tot de oudste periode van het viaduct. Het is echter voorstelbaar dat het een
huisaansluiting betreft van een inmiddels verdwenen woning aan de Hereweg.
Eigenaar documentatie:
gemeente Groningen
Archis:
3985860100
Onderzoeksjaar:
2015
Objectnaam:
MUG\95174315 def rap compleet gem groningen verz 04-04-16.pdf
Adressen:
Hereweg, Groningen
Aanleiding:
Verbouw/restauratie
Activiteit:
archeologische begeleiding
Opmerkingen:
(vervolg samenvatting:) Sporen en vondsten van voor 1870 zijn er niet gevonden. Deze sporen en vondsten zullen zich, indien
aanwezig, op een dieper niveau bevinden.
Deze rapportage is getoetst en goedgekeurd door de stadsarcheoloog van Groningen, de heer
G.L.G.A. Kortekaas.
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Publicatie ondergronds
Archeosupport\16PUB_arcpublicatie_nwe-kijkint-Jatstraat 61.pdf, 2016
Soort publicatie:
Rapport
Titel publicatie:
De Groote Schouwburg van de Groninger toneelgroep, de Heeren-Komedie. Een archeologische begeleiding, protocol opgraven, aan De Nieuwe Kijk in’t Jatstraat 61 te Groningen
MON nummer:
112068
Samenvatting:
Bij het archeologische onderzoek aan de Nieuwe Kijk in’t Jatstraat 61 te Groningen zijn sporen uit meerdere perioden aangetroffen. De oudste grondsporen zijn ingegraven in de top van het natuurlijke, pleistocene dekzand. Dit betreft enkele ingravingen, greppels en een sloot. Deze sporen dateren waarschijnlijk in de periode IJzertijd–Middeleeuwen.
Deze sporen zijn afgedekt met een esdek van de tuin- of akkergronden welke tot aan de 17e eeuw ten noorden van de historische stadskern van Groningen lagen. Uit de meest recente tijd is het huis dat enige tijd voorafgaand aan de opgraving was afgebroken. Van dit huis zijn de funderingen, de originele indeling en herbouw aangetroffen. In combinatie met historische bronnen is de indeling van dit huis gereconstrueerd.
De kern van dit onderzoek wordt gevormd door de archeologische resten van de ‘Groote Schouwburg’. Uit historische bronnen is bekend dat ´e´en van de toneelgroepen in Groningen, de Heeren-Komedie die zijn leden uit het meer vooraanstaande deel van de Groninger bevolking haalde, in de 19e eeuw een schouwburg had op de onderzoekslocatie. Van deze schouwburg zijn resten aangetroffen bestaande uit funderingen en een fraaie kelder. Op basis van de archeologische sporen is meer inzicht verkregen in de indeling van de Groote Schouwburg, waarvan tot op heden alleen illustraties bestaan.
Archis:
4016306100
Onderzoeksjaar:
2016
Objectnaam:
Archeosupport\16PUB_arcpublicatie_nwe-kijkint-Jatstraat 61.pdf
Adressen:
Nieuwe Kijk in 't Jatstraat 61, Groningen
Aanleiding:
Sloop/nieuwbouw
Activiteit:
archeologische begeleiding
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Publicatie ondergronds
MUG\95201016 def rap compleet broekema wegenbouw verz 01-07-19.pdf, 2016, 2017, 2018
Soort publicatie:
Rapport
Titel publicatie:
Opgraving, variant begeleiden aanpak Diepenring fase 1 te Groningen
MON nummer:
112078
Samenvatting:
Aanleiding tot de hier beschreven opgraving, variant begeleiding, is de herinrichting door gemeente Groningen van een deel van de diepenring in de binnenstad van Groningen. Het gaat om het gebied tussen de Kijk in ’t Jatbrug en de Steentilbrug, aan beide zijden van het diep (‘Aanpak Diepenring fase 1’). Het onderzoeksgebied ligt in een terrein met hoge archeologische waarde (AMK 8789) en grenst aan de als rijksmonument beschermde kades van de Turfsingel en het Schuitendiep (rijksmonument 18746).
In de werkputten zijn vooral ophooglagen, lagen steigeraarde en dempings- en grachtlagen van de gedempte natte stadsgracht en van voorgangers van de huidige Schuitendiepgracht aangetroffen. Op een aantal plekken zijn resten van grachtbeschoeiing en trekbalken gedocumenteerd. Daarnaast zijn resten van oude vloeren of wegverhardingen, gemetselde riolen en bakstenen funderingen gevonden. De sporen dateren vooral uit de (late) nieuwe tijd, vanaf de 17e eeuw. Het jongste spoor dat is gevonden betreft de fundering van een laad- en losplatform (het luchtspoor) van de voormalige suiker- en stroopfabriek W.A. Scholten. Deze fundering dateert uit de 19e of 20e eeuw. Het luchtspoor is in 1980 gesloopt. De conservering van de archeologische sporen en lagen is over het algemeen goed.
De resultaten van de archeologische begeleiding komen goed overeen met de gegevens van de historische kaarten van de stad Groningen vanaf de 16e eeuw. Op de kaarten van Van Deventer uit 1565 en Van Geelkercken uit 1616 is tussen de Boteringebrug en de Poelebrug een dubbele gracht te zien, bestaande uit een natte stadsgracht aan de binnenzijde en de gracht van het Schuitendiep aan de buitenzijde, gescheiden door een singel. Voor de Poele-, de Ebbinge- en de Boteringepoort lagen bolwerken of rondelen. Aan het begin van de 17e eeuw is de natte stadsgracht gedempt en werd dit gebied bij de binnenstad getrokken. Het Schuitendiep vormt vanaf die tijd de gracht die de Groninger binnenstad aan de oostkant omgeeft.
Archis:
40212061
Onderzoeksjaar:
2016, 2017, 2018
Objectnaam:
MUG\95201016 def rap compleet broekema wegenbouw verz 01-07-19.pdf
Adressen:
Turfsingel, Schuitendiep, Groningen
Aanleiding:
Herinrichting gebied
Activiteit:
archeologische begeleiding
Opmerkingen:
(vervolg Samenvatting:) De profielen en de boringen in de werkputten die zijn aangelegd in de binnenring tussen de Boteringebrug en de Poelebrug laten vrijwel allemaal grachtlagen met daarop dempingen en ophooglagen/lagen steigeraarde zien. Deze lagen behoren tot de voormalige natte stadsgracht die rond 1260 is aangelegd en in het begin van de 17e eeuw is gedempt. In werkput 8A, bij de Poelebrug, is mogelijk de overgang tussen de aarden verhoging van het Poelerondeel en de daaromheen gelegen gracht gedocumenteerd. In werkput 7 is waarschijnlijk geboord in de singel tussen de natte buitengracht en gracht van het Schuitendiep. De boringen en profielen in werkput 8B zijn gezet/aangelegd in de singel tussen het Schuitendiep en het oude Kattendiep.
In de profielen en boringen in de werkputten die in de buitenring zijn aangelegd zijn naast ophooglagen/lagen steigeraarde ook gracht- en dempingslagen te zien. De gracht- en dempingslagen in het gebied tussen werkput 4NZ aan de noordkant en werkput 11 aan de zuidkant zijn waarschijnlijk oudere fasen van de gracht van het Schuitendiep, die mogelijk gedeeltelijk zijn gedempt bij aanpassingen aan de loop van de gracht of bij het aanbrengen/repareren van kadebeschoeiing. De gracht- en dempingslagen in werkput 13 horen bij oudere fasen van de gracht van het Lopende Diep en, aan de westkant van de werkput, de gracht rond het Boteringerondeel. In werkput 4NZ, 5NZ en 11 zijn resten van de voormalige houten kadebeschoeiing aangetroffen. Dit hout betreft eiken beschoeiingspalen, trekbalken en ankerbalken. Hoewel het hout niet dendrochronologisch te dateren is, kan op basis van de historische gegevens het hout vermoedelijk tussen het begin van de 17e eeuw (demping natte stadsgracht, gracht Schuitendiep begrenzing oosten van stadscentrum) en halverwege de 19e eeuw (vervangen van houten beschoeiing door bakstenen kademuren) geplaatst worden.