De bouw van een nieuw gymzalencomplex was reden om de ondergrond archeologisch te onderzoeken. Van de verwachte resten van de voormalige 'Kleiweg' is niets waargenomen. Wel zijn een akkerlaag en paalgaten van een spieker aangetroffen. De oudste funderingsresten dateerden uit de 19e eeuw. Onder de vondsten waren maar liefst 150 stukken glas waarvan enkele complete flesjes. Ook zijn er 32 munten aangetroffen, waaronder een munt van Julianus II uit 360-363 na Chr.

(Vilolenstraat 2-4) De bouw van een nieuw gymzalencomplex was reden om de ondergrond archeologisch te onderzoeken. Van de verwachte resten van de voormalige 'Kleiweg' is niets waargenomen. Wel zijn een akkerlaag en paalgaten van een spieker aangetroffen. De oudste funderingsresten dateerden uit de 19e eeuw. Onder de vondsten waren maar liefst 150 stukken glas waarvan enkele complete flesjes. Ook zijn er 32 munten aangetroffen, waaronder een munt van Julianus II uit 360-363 na Chr.
(Violenstraat 6-8) Uit de late middeleeuwen tot begin 17e eeuw dateren enkele greppels en kuilen. Van de aangetroffen funderingen en vloeren dateren de oudste delen uit de 17e eeuw.

Op de plek van het oude voorhuis is bij een archeologische begeleiding geconstateerd dat ter plaatse sprake is van een middeleeuws podium. Daarnaast wijzen oudere aardewerkscherven op bewoning in de Romeinse tijd in de omgeving.

Op vijf plaatsen waar ongelijkvloerse kruisingen zijn gepland heeft langs de oostelijke ringweg (N46) archeologisch onderzoek plaatsgevonden. De ondergrond is op de desbetreffende locaties door middel van grondboringen onderzocht op de aanwezigheid van archeologische resten. Hieruit bleek de kwaliteit van de ondergrond tegen te vallen door de vele graafwerkzaamheden die er hebben plaatsgevonden. Op alle locaties bestond de natuurlijke ondergrond overwegend uit kleilagen van verschillende aard. Ter hoogte van Beijum-noord is in het noordwesten een oude vegetatielaag/woudlaag waargenomen. In het zuidoosten bevond zich mogelijk een cultuur-/bewoningslaag waarin scherven terpaardewerk voorkwamen. Vermoedelijk was hier sprake van bewoning gedurende de 1e of 2e eeuw na Chr. Op locatie Beijum-zuid zijn de vegetatielagen/woudlaag ook gezien, met daarbij mogelijk enkele brandlagen. Mogelijk was ook Ter hoogte van de locatie Kardinge een woudlaag aanwezig. Op de locatie Meedenpad, de plek waar ooit de borg Zorgwijk stond, zijn in de boringen delen van de gracht aangetroffen.