Dit betreft twee opgravingen die hebben plaatsgevonden ter hoogte van een zijgeul van de Hunze. Aan de hand van de grote concentratie aardewerkscherven kon worden geconcludeerd dat de zijgeul langere tijd als dumpplaats voor afval moet hebben gediend. Vreemd genoeg zijn er geen sporen aangetroffen die wijzen op bewoning in de buurt.

Grondboringen hebben aangetoond dat de ondergrond nog gedeeltelijk intact waardoor de kans bestaat dat ter plaatse nog archeologische resten aanwezig zijn.

Voorafgaande aan de verbreding van een sloot langs de zuidelijk Ringweg, ter hoogte van de Kielerbocht, is de ondergrond door middel van grondboringen onderzocht. Daarbij was onder de recente bouwvoor sprake van een natuurlijke bodemopbouw van getijafzettingen. Nabij de voormalige loop van de Hunze, ter hoogte van de oude oeverwallen, zijn mogelijk twee smalle geulen aangeboord. In meerdere boringen zijn in de getijafzettingen vegetatie-/brandhorizonten waargenomen. Dergelijke lagen zijn ook bekend van andere locaties in het voormalig kweldergebied rondom de stad.