Mijn Studiezaal (inloggen) 1 documenten
sorteren op:
RapOgBedr Bedrijven (Ondergronds)
RAAP\NO5982_GRWH2.pdf, 2017
Soort publicatie:
Rapport
Titel publicatie:
RAAP-NOTITIE 5982 Plangebied Binnenstad West fase 2 in Groningen
MON nummer:
112173
Samenvatting:
4.1 Conclusies
1. Hoe ziet de bodemopbouw eruit?
De bodem binnen het grootste deel van het plangebied bestaat uit verhardingslagen, op recent opgebracht zand, op rommelige zand- en kleilagen. Aan de west- en zuidzijde van het plangebied, ter plaatse van de Astraat en het Zuiderdiep, zullen de rommelige klei- en zandlagen 20e eeuwse grachtdempingslagen betreffen. In het overige deel van het plangebied betreft het (oude) ophogingslagen. De meeste boringen reikten niet tot in de natuurlijke ondergrond.
In één boring, boring 10, zijn in de ondergrond, onder de mogelijke grachtdempingen, natuurlijke kleiafzettingen aangetroffen. In een andere boring, boring 13, is in de ondergrond, onder een kleiige ophogingslaag, veen aangetroffen met daaronder (dek)zand.
2. Zijn er aanwijzingen voor de aanwezigheid van grachtvullingen en/of muurresten?
In geen van de boringen zijn originele, oude grachtvullingen aangetroffen. Wel zijn in de boringen 2, 24 en 26 20e eeuwse grachtdempingen aangetroffen. De top van deze dempingen is waarschijnlijk door recente bodemingrepen deels verstoord. Binnen het plangebied is in veel boringen op puin in de ondergrond gestuit. Het is niet met zekerheid te zeggen wat de aard van dit puin is, mogelijk betreft het muurrestanten, het kunnen echter ook massieve stukken puin in de ophogingslaag zijn.
3. Zijn er aanwijzingen voor resten van de verschillende uitvoeringen van de A-poort?
In de boringen 4 en 6, gelegen nabij de locatie van de binnenpoort van de A-poort is op een diepte van respectievelijk 2,2 en 0,5 m –Mv gestuit op ondoordringbaar puin. Het is niet met zekerheid te zeggen wat de aard van dit puin is, mogelijk betreft het een deel van de fundering van de A-poort, het kan echter ook een massief stuk puin in de ophogingslaag zijn. Verder naar het westen, in boring 28, is een opvallend dik baksteenniveau aangeboord. Mogelijk betreft het een deel van de fundering van een (poort)gebouw.
1. Hoe ziet de bodemopbouw eruit?
De bodem binnen het grootste deel van het plangebied bestaat uit verhardingslagen, op recent opgebracht zand, op rommelige zand- en kleilagen. Aan de west- en zuidzijde van het plangebied, ter plaatse van de Astraat en het Zuiderdiep, zullen de rommelige klei- en zandlagen 20e eeuwse grachtdempingslagen betreffen. In het overige deel van het plangebied betreft het (oude) ophogingslagen. De meeste boringen reikten niet tot in de natuurlijke ondergrond.
In één boring, boring 10, zijn in de ondergrond, onder de mogelijke grachtdempingen, natuurlijke kleiafzettingen aangetroffen. In een andere boring, boring 13, is in de ondergrond, onder een kleiige ophogingslaag, veen aangetroffen met daaronder (dek)zand.
2. Zijn er aanwijzingen voor de aanwezigheid van grachtvullingen en/of muurresten?
In geen van de boringen zijn originele, oude grachtvullingen aangetroffen. Wel zijn in de boringen 2, 24 en 26 20e eeuwse grachtdempingen aangetroffen. De top van deze dempingen is waarschijnlijk door recente bodemingrepen deels verstoord. Binnen het plangebied is in veel boringen op puin in de ondergrond gestuit. Het is niet met zekerheid te zeggen wat de aard van dit puin is, mogelijk betreft het muurrestanten, het kunnen echter ook massieve stukken puin in de ophogingslaag zijn.
3. Zijn er aanwijzingen voor resten van de verschillende uitvoeringen van de A-poort?
In de boringen 4 en 6, gelegen nabij de locatie van de binnenpoort van de A-poort is op een diepte van respectievelijk 2,2 en 0,5 m –Mv gestuit op ondoordringbaar puin. Het is niet met zekerheid te zeggen wat de aard van dit puin is, mogelijk betreft het een deel van de fundering van de A-poort, het kan echter ook een massief stuk puin in de ophogingslaag zijn. Verder naar het westen, in boring 28, is een opvallend dik baksteenniveau aangeboord. Mogelijk betreft het een deel van de fundering van een (poort)gebouw.
Archis:
45480721
Onderzoeksjaar:
2017
Objectnaam:
RAAP\NO5982_GRWH2.pdf
Adressen:
A-straat, Brugstraat, Akerkhof, Munnekeholm, Gedempte Zuiderdiep, Groningen
Aanleiding:
Herinrichting gebied
Activiteit:
booronderzoek
Opmerkingen:
(vervolg Conclusie:) 4. Zijn er aanwijzingen voor ophogingslagen en/of wegverhardingen?
In veel boringen zijn verstoorde zandige, of kleiige, humeuze, puinhoudende lagen aangetroffen. Aan de westzijde betreffen dit deels dempingslagen van de 15e-17e eeuwse gracht en deels middeleeuwse/nieuwetijdse ophogingslagen.
Aan de oostzijde, ten oosten van de A-brug, betreffen deze lagen middeleeuwse/nieuwetijdse ophogingslagen. Zowel de top van de dempingslaag als de ophogingslaag lijkt (deels) door recente bodemingrepen te zijn verstoord. In veel boringen is op ondoordringbaar puin gestuit, onduidelijk is of dit wegverhardingen betreft of massief ‘los’ puin in de ophogingslagen.
5. Wordt archeologisch vervolgonderzoek geadviseerd?
4.2 Aanbevelingen
Astraat in eerste instantie het tracé van de nieuw aan te leggen kabels en leidingen archeologisch begeleiden. Dan beoordelen of een begeleiding van het verwijderen van de verharding zinvol is. Akerkhof: alle graafwerkzaamheden (ook het verwijderen van de verharding) begeleiden vanwege mogelijke
begravingen. Kruising Munnekeholm/Gedempte Zuiderdiep: Hier ligt de fundering van de stadsmuur tamelijk ondiep. Ter plaatse dienen ook alle graafwerkzaamheden (ook verwijderen verharding) archeologisch te worden begeleid. Brugstraat en Munnekeholm: De verharding kan worden verwijderd zonder archeologisch toezicht. Overige graafwerkzaamheden in de Brugstraat en de Munnikeholm (dieper dan 0,5 m –Mv) dienen wel onder archeologische begeleiding te worden uitgevoerd.
Wanneer bij de ondiepere graafwerkzaamheden (tot 0,5 m –Mv) in de Brugstraat en de Munnekeholm toch archeologische resten worden aangetroffen, moet hiervan direct melding worden gemaakt bij de gemeentelijk archeoloog van Groningen
Geadviseerd wordt om, indien in de toekomst binnen het plangebied bodemingrepen gepland zijn die dieper reiken dan 1,2 m –Mv (de huidige maximale verstoringsdiepte), ook de diepere ondergrond te onderzoeken middels een archeologische begeleiding.
In veel boringen zijn verstoorde zandige, of kleiige, humeuze, puinhoudende lagen aangetroffen. Aan de westzijde betreffen dit deels dempingslagen van de 15e-17e eeuwse gracht en deels middeleeuwse/nieuwetijdse ophogingslagen.
Aan de oostzijde, ten oosten van de A-brug, betreffen deze lagen middeleeuwse/nieuwetijdse ophogingslagen. Zowel de top van de dempingslaag als de ophogingslaag lijkt (deels) door recente bodemingrepen te zijn verstoord. In veel boringen is op ondoordringbaar puin gestuit, onduidelijk is of dit wegverhardingen betreft of massief ‘los’ puin in de ophogingslagen.
5. Wordt archeologisch vervolgonderzoek geadviseerd?
4.2 Aanbevelingen
Astraat in eerste instantie het tracé van de nieuw aan te leggen kabels en leidingen archeologisch begeleiden. Dan beoordelen of een begeleiding van het verwijderen van de verharding zinvol is. Akerkhof: alle graafwerkzaamheden (ook het verwijderen van de verharding) begeleiden vanwege mogelijke
begravingen. Kruising Munnekeholm/Gedempte Zuiderdiep: Hier ligt de fundering van de stadsmuur tamelijk ondiep. Ter plaatse dienen ook alle graafwerkzaamheden (ook verwijderen verharding) archeologisch te worden begeleid. Brugstraat en Munnekeholm: De verharding kan worden verwijderd zonder archeologisch toezicht. Overige graafwerkzaamheden in de Brugstraat en de Munnikeholm (dieper dan 0,5 m –Mv) dienen wel onder archeologische begeleiding te worden uitgevoerd.
Wanneer bij de ondiepere graafwerkzaamheden (tot 0,5 m –Mv) in de Brugstraat en de Munnekeholm toch archeologische resten worden aangetroffen, moet hiervan direct melding worden gemaakt bij de gemeentelijk archeoloog van Groningen
Geadviseerd wordt om, indien in de toekomst binnen het plangebied bodemingrepen gepland zijn die dieper reiken dan 1,2 m –Mv (de huidige maximale verstoringsdiepte), ook de diepere ondergrond te onderzoeken middels een archeologische begeleiding.
Organisatie: Gemeente Groningen Erfgoed
laatste wijziging 20-10-2020
1 gedigitaliseerd
