Uw zoekacties: L.E.H. Reeser

118 L.E.H. Reeser ( NIMH / Nederlands Instituut voor Militaire Historie )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanvraag- en citeerinstructie
De collectie dient in de studiezaal van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie als volgt te worden aangevraagd:
Collectie:L.E.H. Reeser 1932-1964
Toegangsnummer:118
Bij het citeren van stukken in publicaties dient men de vindplaats tenminste eenmaal volledig en zonder afkorting te vermelden, vervolgens kan volstaan worden met een verkorte titel.
Volledig:
Nederlands Instituut voor Militaire Historie, Den Haag, L.E.H. Reeser 1932-1964, toegang 118, inv.nr. ...
Verkort:
NIMH, Reeser, 118, inv.nr. ...
Inleiding
2.1. L.E.H. Reeser
L.E.H. Reeser
Leendert Emanuel Hendrik Reeser werd op 5 mei 1912 te Rotterdam geboren. Nadat hij in de jaren 1929-1932 zijn opleiding aan het Koninklijk Instituut voor de Marine te Willemsoord (W. 2284) had afgerond, werd hij in het voorjaar van 1933 voor drie jaar in Nederlands-Indië geplaatst. In 1934 volgde zijn bevordering tot luitenant-ter-zee der tweede klasse. Ten tijde van de Duitse inval in 1940 was Reeser artillerie-officier op Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau. In deze hoedanigheid was hij op 13 en 14 mei direct verantwoordelijk voor de beschieting van een vijandelijke artillerieopstelling nabij Kornwerderzand. Na de Nederlandse capitulatie op 14 mei 1940 en het tot zinken brengen van de Maurits door Duitse duikbommenwerpers, week de jonge officier uit naar Groot-Brittannië.
Vanuit het Verenigd Koninkrijk voer Reeser aan boord van Hr.Ms. kruiser Sumatra naar Nederlands-Indië. In de kolonie was hij in het tijdsbestek 1941-1942 artillerie-officier op de torpedobootjager Hr.Ms. Banckert. Na de val van Java in maart 1942 waarbij de Banckert verloren ging, moest Reeser andermaal uitwijken, dit maal naar Australië. Voor korte tijd diende hij op Hr.Ms. Queen Wilhelmina, hierna werd hij als artillerie-officier geplaatst op Hr.Ms. Van Kinsbergen. In 1943, Reeser was inmiddels luitenant-ter-zee der eerste klasse, werd hij ingedeeld bij de Mariniersbrigade in wording in de Verenigde Staten. Het laatste oorlogsjaar verbleef hij als adjudant van de Nederlandse ambassade in Londen.
Na de bevrijding van Nederland volgde een kort weerzien met zijn familie in Nederland; al spoedig werd hij uitgezonden naar Nederlands-Indië. Hier diende hij in de periode 1946-1949 respectievelijk als transportofficier te Surabaja en als commandant van Hr.Ms. Banda. Na de soevereiniteitsoverdracht van Indonesië in 1949 bekleedde Reeser diverse posten op hoofdkwartieren van de Noord- Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO), zoals die van liaisonofficier bij het geallieerde opperbevel voor de Atlantische Oceaan te Norfolk in de Verenigde Staten, en als permanent vertegenwoordiger bij het geallieerd Kanaalcommando. In 1959 volgde zijn benoeming tot commandant van Hr.Ms. kruiser De Ruyter. Gedurende deze bevelvoering was Reeser tijdelijk Commandant van Smaldeel I. Een nieuwe overzeese uitzending volgde in de jaren 1961-1962, toen hij als schout-bij-nacht ten tijde van de Nederlands-Indonesische crisis over Nieuw-Guinea, verantwoordelijk was voor de algehele verdediging (land-, lucht- en zeestrijdkrachten) van dit overzeese gebiedsdeel. In 1962 werd Reeser commandant van Smaldeel V om tenslotte op 1 oktober van 1964 in zijn functie van Commandant Zeemacht Nederland te worden bevorderd tot vice-admiraal. Op 1 december 1966 werd hij gepensioneerd. Reeser overleed op 2 september 2001.
Reeser, een streng gelovig man, was getrouwd met Catharina (To) Jacoba de Lange en had drie kinderen.
118 L.E.H. Reeser
2. Inleiding
2.1. L.E.H. Reeser
Reeser, een streng gelovig man, was getrouwd met Catharina (To) Jacoba de Lange en had drie kinderen.
2.2. De collectie
2.3. Literatuur

Kenmerken

Datering:
1932-1964
Omvang:
0.15 m
Toegang:
Inventaris (PDF)
Categorie:
  • Zonder categorie