Notariële akten ( Stadsarchief Rotterdam )
3 zoekresultaten
sorteren op:
18_380 Jacobus Delphius te Rotterdam, 01-Jan-1634 t/m 31-Dec-1640
127 machtiging 06-jul-1637
Datering:
06-jul-1637
Aktesoort:
machtiging
Aktenummer:
127
Bladzijden:
210 t/m 210
Notaris:
Jacobus Delphius
Akteplaats:
Rotterdam
Standplaats:
Rotterdam
Inhoud:
Barent Jacobsz van Oosterwijck en Franck Claesz Crooswijck, voogden over de 4 kinderen van wijlen Heijman Foppen en Anneken van der Zant of Sant, machtigen laatstgenoemde om van N.N. van Peere te Vlissingen alle gage en andere goederen te innen, nagelaten door wijlen Fop Heijmansz, broer van genoemde kinderen, nu ca. 4 jaar geleden uitgevaren te Vlissingen.
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventarisnummer:
Organisatie: Stadsarchief Rotterdam
laatste wijziging 19-09-2016
18_142 Arnout Wagensvelt te Rotterdam, 01-Jan-1634 t/m 05-Mei-1663
2 attestatie of verklaring 13-jan-1634
Datering:
13-jan-1634
Aktesoort:
attestatie of verklaring
Aktenummer:
2
Bladzijden:
2 t/m 3
Notaris:
Arnout Wagensvelt
Akteplaats:
Rotterdam
Standplaats:
Rotterdam
Inhoud:
Op verzoek van Maertgen Willemsdr weduwe van Jacob Aryens worden verklaringen afgelegd door: Aeltgen Aryensdr Bent stadsvroetvrouw 36 jaar, Areaentgen Wouters, schootster, weduwe van Isaacq Bartelss, 53 jaar,Annetken van der Zant weduwe van Joannis Coolaes 50 jaar, Teuntgen Aryensdr vrouw van Willem Dircxz Vos 55 jaar en Maertgen Cornelisdr vrouw van Dirck Teunisz 28 jaar. Deposanten hebben Annetgen Jacobsdr, dochter van genoemde Maertgen Willemsdr tijdens haar bevalling horen verklaren dat Daniel de Vos de vader van haar kind is.
NB: Betreft verklaring van vaderschap na buitenechtelijke geboorte.
NB: Betreft verklaring van vaderschap na buitenechtelijke geboorte.
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventarisnummer:
Organisatie: Stadsarchief Rotterdam
laatste wijziging 16-09-2016
18_3876 Nicolaas van der Vaart te Delfshaven, 01-Jan-1718 t/m 31-Dec-1719
110 boedelinventaris 15-apr-1719
Datering:
15-apr-1719
Aktesoort:
boedelinventaris
Aktenummer:
110
Bladzijden:
489 t/m 520
Notaris:
Nicolaas van der Vaart
Standplaats:
Delfshaven
Akteplaats:
Delfshaven
Inhoud:
Inventaris van de boedel en goederen van Adriaan Conijn of Konijn en zijn op 24 maart 1719 overleden vrouw Stijntje Abrahams van der Kooij. Erfgenamen in de nalatenschap van voornoemde echtgenote zijn Jacob van der Kaag, Annetje Vegters van der Kaag, vrouw van Jacob Pietersz Schieveen te Rotterdam, Abraham van der Kaag te Overschie, tezamen kinderen van Hilletje Abrams van der Kooij, in haar leven vrouw van Vegter Jacobz van der Kaagh zaliger, die een zuster was van de Stijntje Abrahams van der Kooy, voor een vierde part.
Annetje Cornelis van der Kooij, vrouw van Pieter Sonneveld aan de Maasdijk; Abraham Cornelis van der Kooij, wonende in het ambaght van Maaslandt; Neeltje Cornelis van der Kooy, vrouw van Ary Jansz van der Houdt; de vier minderjarige kinderen van Martijntje Cornelisz van der Kooij, in haar leven vrouw van Cornelisz Joosten van der Enden, namelijk Cornelis Cornelisz van der Enden, 23 jaar, Joost van der Enden, Maartje van der Enden en Pieter van der Enden; de zes minderjarige kinderen van Maartje Cornelis van der Kooy, in haar leven vrouw van Thomas Jansz van Beijen, genaamd Jan Thomasz van Beijen, 13 jaar, Cornelis Thomasz, Lysbet, Elsje, Barent en Abraham: Cornelis Cornelisz van der Kooy te Vlaardingh, alsook nog de drie minderjarige kinderen van Lysbet Cornelisz van der Kooij, in haar leven vrouw van Leendert Isaacx van Eyck, genaamd Elsje van Eyck, Martijntje van Eyck en Hilletje van Eyck, tezamen kinderen en kindskinderen van Cornelisz Abramsz van der Kooij, die een broer was van de voornoemde Stijntje Abrams van der Kooij, voor het tweede vierde part.
Cornelis Caspertz Verbeecq te Maassluys, zoon van Trijntje Abrams van der Kooij, in haar leven vrouw van Casper Verbeecq, die een zuster was van Stijntje Abrams van der Kooij, voor het derde vierde part.
Abraham Joppen van der Kooij, Jannetje Joppen van der Kooy, vrouw van Ary Heyndrix Staalman, Isaac Fransz Brederveld, wonende buiten de Goutse Poort van Rotterdam, de drie
Annetje Cornelis van der Kooij, vrouw van Pieter Sonneveld aan de Maasdijk; Abraham Cornelis van der Kooij, wonende in het ambaght van Maaslandt; Neeltje Cornelis van der Kooy, vrouw van Ary Jansz van der Houdt; de vier minderjarige kinderen van Martijntje Cornelisz van der Kooij, in haar leven vrouw van Cornelisz Joosten van der Enden, namelijk Cornelis Cornelisz van der Enden, 23 jaar, Joost van der Enden, Maartje van der Enden en Pieter van der Enden; de zes minderjarige kinderen van Maartje Cornelis van der Kooy, in haar leven vrouw van Thomas Jansz van Beijen, genaamd Jan Thomasz van Beijen, 13 jaar, Cornelis Thomasz, Lysbet, Elsje, Barent en Abraham: Cornelis Cornelisz van der Kooy te Vlaardingh, alsook nog de drie minderjarige kinderen van Lysbet Cornelisz van der Kooij, in haar leven vrouw van Leendert Isaacx van Eyck, genaamd Elsje van Eyck, Martijntje van Eyck en Hilletje van Eyck, tezamen kinderen en kindskinderen van Cornelisz Abramsz van der Kooij, die een broer was van de voornoemde Stijntje Abrams van der Kooij, voor het tweede vierde part.
Cornelis Caspertz Verbeecq te Maassluys, zoon van Trijntje Abrams van der Kooij, in haar leven vrouw van Casper Verbeecq, die een zuster was van Stijntje Abrams van der Kooij, voor het derde vierde part.
Abraham Joppen van der Kooij, Jannetje Joppen van der Kooy, vrouw van Ary Heyndrix Staalman, Isaac Fransz Brederveld, wonende buiten de Goutse Poort van Rotterdam, de drie
Inhoud vervolg:
minderjarige kinderen van Neeltje Frans Brederveld, in haar leven vrouw van Gijsbregt Abrams de Naane, te weten Josijntje Gijsbregts, Jop en Annetje de Naane, waarvan de reeds genoemde Isaack en Neeltje Frans Brederveld, kinderen van Annetje Joppen van der Kooy, in haar leven vrouw van Frans Brederveld zaliger. De drie minderjarige kinderen van Lysbet Joppen van der Kooij, in haar leven vrouw van Reyer Jans Lelieveld, met namen Jan Reyers Lelieveld, 24 jaar, Jop Lelieveld, 22 jaar en Jacob Lelieveld, 15 jaar, tezamen kinderen en kleinkinderen van Jop Abramsz van der Kooy, die een broer was van de overleden Stijntje Abrams van der Kooy, voor het laatste vierde part in de ene helft van de nalatenschap, onder overmaking van een legaat van 1.200 gulden aan haar man.
Bovendien:
Gerritje Klaver, vrouw van Gillis Plaijsier, en Jacoba Claver, vrouw van Mattijs Plaijsier, beiden te Rotterdam, kinderen van Annetje Mengels, in haar leven vrouw van Abram Claver, in haar leven een zuster van Pieter Mengels vooroverleden echtgenoot van voornoemde Stijntje Abrams van der Kooy, voor de ene helft, alsmede Dirck Jans Nagtegael en Anna Jans Nagtegael, weduwe van Frans Jansz de Rongh te Rotterdam, alsook nog de regenten van de Diaconije Armen te Rotterdam als onderhoudende het nagelaten minderjarige kind van Margarita Nagtegael, in haar leven vrouw van N.N., tezamen kinderen en kindskinderen van Racgel Mingels, in haar leven vrouw van Jan Nagtegael, en een zuster van voornoemde Pieter Mengels, voor de andere helft in de wederhelft van de nalatenschap van de voornoemde Stijntje Abrams van der Kooy, op grond van het door Pieter Mengels en Stijntje Abramsz van der Kooij overeengekomen testament op aangeven van Adriaan Konijn ten overstaan en in presentie van Abraham Joppen van der Kooij en Reyer Jansz Lelieveld, als voogden over de minderjarige erfgenamen van de overledene en nog als procuratie hebbende benevens Pieter Sonneveld, procureur van de gezamenlijke
Bovendien:
Gerritje Klaver, vrouw van Gillis Plaijsier, en Jacoba Claver, vrouw van Mattijs Plaijsier, beiden te Rotterdam, kinderen van Annetje Mengels, in haar leven vrouw van Abram Claver, in haar leven een zuster van Pieter Mengels vooroverleden echtgenoot van voornoemde Stijntje Abrams van der Kooy, voor de ene helft, alsmede Dirck Jans Nagtegael en Anna Jans Nagtegael, weduwe van Frans Jansz de Rongh te Rotterdam, alsook nog de regenten van de Diaconije Armen te Rotterdam als onderhoudende het nagelaten minderjarige kind van Margarita Nagtegael, in haar leven vrouw van N.N., tezamen kinderen en kindskinderen van Racgel Mingels, in haar leven vrouw van Jan Nagtegael, en een zuster van voornoemde Pieter Mengels, voor de andere helft in de wederhelft van de nalatenschap van de voornoemde Stijntje Abrams van der Kooy, op grond van het door Pieter Mengels en Stijntje Abramsz van der Kooij overeengekomen testament op aangeven van Adriaan Konijn ten overstaan en in presentie van Abraham Joppen van der Kooij en Reyer Jansz Lelieveld, als voogden over de minderjarige erfgenamen van de overledene en nog als procuratie hebbende benevens Pieter Sonneveld, procureur van de gezamenlijke
Inhoud2:
meerderjarige erfgenamen van de overledene, alsook ten overstaan van Gillis Playsier en Mattijs Playsier, procuratie hebbende van Dirck en Anna Nagtegael of Nagtegaal in tegenwoordigheid van Isaac de Lepelaer en Michiel Smunx als diaconen van de Gereformeerde Gemeente te Rotterdam.
Bovengenoemde Adriaen Conijn en Stijntje Abrahamsz van der Kooij hebben op 19 juli 1712 een contract van huwelijkse voorwaarden gesloten voor notaris Jean de Clouw of Du Clou te Rotterdam. Bovendien hebben voornoemde Pieter Mingels en Stijntje van der Kooij elkaar op 19 augustus 1702 voor notaris De Clouw tot enige erfgenaam benoemd.
Stijntje Abrahams legateert bij beschikking op 23 maart 1719 door notaris Van der Vaart gepasseerd, een bedrag van 1.200 gulden aan haar man Adriaen Conijn.
De boedel omvat:
1. Een huis en erf in de Leeuwestraat of Leuwestraat te Rotterdam, verhuurt aan Benjamin Conijn;
2. een huis en erf in de Raamstraat te Rotterdam, verhuurt aan Roelant Stamper;
3. een huis en erf aan de noordzijde van het Haringvliet te Rotterdam, verhuurt aan Jan van der Zant, Dirck Diert, Jochem Drakenburgh en Adriaen van Steynsel;
4. Een huis, erf en poort aan de zuidzijde, gelegen aan de westzijde van de Nieuwehaave.
Als belenders bij genoemde huizen worden genoemd Jacobus Broekman Pieter Danielsz, Elisabeth van Leeuwen, Trijntje Salomons, Jan N.N. Willem van Briemen of Breemen, het pakhuis van Gerrit Brakel, Heijndrick Coel en Cornelis Walingh.
Pieter van der Linde, voogd over kinderen van Magdalena Burggraeff, heeft voor het huis op het Haringvliet bij Adriaen Conijn 1.600 gulden geleend bij een schuldbrief van 1 mei 1710, welk bedrag inmiddels is afgelost.
Adriaen Conijn heeft 100 gulden betaald aan Cornelis Conijn. Aan notaris Jan Swijnas is betaald een som van 200 gulden als aflossing van een schuldbrief voor het huis en erf in de Raamstraat.
Diverse obligaties.
Contant geld, verschillende kostbaarheden.
Stijntje Abrahamsz van der Kooij heeft
Bovengenoemde Adriaen Conijn en Stijntje Abrahamsz van der Kooij hebben op 19 juli 1712 een contract van huwelijkse voorwaarden gesloten voor notaris Jean de Clouw of Du Clou te Rotterdam. Bovendien hebben voornoemde Pieter Mingels en Stijntje van der Kooij elkaar op 19 augustus 1702 voor notaris De Clouw tot enige erfgenaam benoemd.
Stijntje Abrahams legateert bij beschikking op 23 maart 1719 door notaris Van der Vaart gepasseerd, een bedrag van 1.200 gulden aan haar man Adriaen Conijn.
De boedel omvat:
1. Een huis en erf in de Leeuwestraat of Leuwestraat te Rotterdam, verhuurt aan Benjamin Conijn;
2. een huis en erf in de Raamstraat te Rotterdam, verhuurt aan Roelant Stamper;
3. een huis en erf aan de noordzijde van het Haringvliet te Rotterdam, verhuurt aan Jan van der Zant, Dirck Diert, Jochem Drakenburgh en Adriaen van Steynsel;
4. Een huis, erf en poort aan de zuidzijde, gelegen aan de westzijde van de Nieuwehaave.
Als belenders bij genoemde huizen worden genoemd Jacobus Broekman Pieter Danielsz, Elisabeth van Leeuwen, Trijntje Salomons, Jan N.N. Willem van Briemen of Breemen, het pakhuis van Gerrit Brakel, Heijndrick Coel en Cornelis Walingh.
Pieter van der Linde, voogd over kinderen van Magdalena Burggraeff, heeft voor het huis op het Haringvliet bij Adriaen Conijn 1.600 gulden geleend bij een schuldbrief van 1 mei 1710, welk bedrag inmiddels is afgelost.
Adriaen Conijn heeft 100 gulden betaald aan Cornelis Conijn. Aan notaris Jan Swijnas is betaald een som van 200 gulden als aflossing van een schuldbrief voor het huis en erf in de Raamstraat.
Diverse obligaties.
Contant geld, verschillende kostbaarheden.
Stijntje Abrahamsz van der Kooij heeft
Inhoud3:
ingebracht een rentebrief, een obligatie ten laste van Abraham Claver, caaskoper en borger der stad Rotterdam, een maandcedulle ten laste van de Admiraliteijt op de Maze ten behoeve van Stoffel Pietersz en een dito ten behoeve van Theunis Pietersz Wegtemans. Kleding, verschillende kostbaarheden en contanten.
Schulden van de boedel aan:
Michiel Plomp
Abraham Keijzer
Mattijs Playsier te Rotterdam
Donis Vroudemont te Rotterdam
Justinus Havensberg, meesterchirurgijn
Louwis Crijgsman
Jacob Tijt
Lourens Silo
Pieter van Kampen
Dirk Post
Mattijs de Coo
J. Leenhouder
Simon Brammer
Josep van der Kooij.
Schulden van de boedel aan:
Michiel Plomp
Abraham Keijzer
Mattijs Playsier te Rotterdam
Donis Vroudemont te Rotterdam
Justinus Havensberg, meesterchirurgijn
Louwis Crijgsman
Jacob Tijt
Lourens Silo
Pieter van Kampen
Dirk Post
Mattijs de Coo
J. Leenhouder
Simon Brammer
Josep van der Kooij.
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventarisnummer:
Organisatie: Stadsarchief Rotterdam
laatste wijziging 16-09-2016