Neeltgen Cornelisdr, weduwe van Jan Cornelisz Sluyck(Sluik), die voorheen gewoond heeft te Hildam, en nu alhier, machtigt Claes Maertensz Hogeveen, wonend onder Benthuijsen op de Hogeveen, om haar helft in een stuk lant in het openbaar te mogen verkopen, groot 4 margen, gelegen in de Bleijswijcxse Hondert Margen, en haar helft in een perceeltje land gelegen in de Wilde Veenen.

Willem de Bruyn van Gorcum, die gediend heeft met capiteyn Jan van Diemen, machtigt Lodewijck Michielsz, schrijver bij genoemde capiteyn, om van de Admiraliteyt gage vanwege zijn gedane dienst te innen.

Jan Willemsz van Amsterdam, die gediend heeft bij capiteyn Jan van Diemen, machtigt Lodewijck Micchielsz, schrijver bij genoemde capiteyn, om van de Admiraliteyt de resterende gage te ontvangen wegens zijn gedane dienst.

Cors Jansz van Luyck, die gediend heeft als matroos met capiteyn Jan van Diemen, machtigt Lodewijck Micchielsz, schrijver bij genoemde capiteyn, om van de Admiraliteyt de rest van zijn gage te ontvangen wegens gedane dienst.