Cornelis Jansz Puyck en zijn vrouw Trijntgen Claesdr van der Horst, wonend aan het einde van de Nieupoort, herroepen hun testament d.d. 8-11-1600, en benoemen tot erfgenamen hun kinderen Claes Cornelisz Puyck en Ploentgen Cornelisdr Puyck.

Adriana Saijon, weduwe van Henrick Croes, biedt de notaris een handgeschreven en gesloten cedulle aan als toevoeging op haar testament d.d. 25-10-1608.

Thyelman Adriaensz, grootwerckmaecker, herroept zijn testament d.d. 27-08-1601 voor deze notaris gepasseerd, en legateert aan zijn dochter Jannetgen Thielmans, vrouw van Frans Jansz Beveele alleen een legitieme portie, omdat zij en haar man al een bedrag van 500 gulden uit haar moederlijke goederen heeft ontvangen.
Ook legateert hij aan zijn dochter de helft van zijn huis in de Lombertstraet.
Verder vermaakt zij 100 gulden aan de kinderen van Cornelis Moyses, zijn halfbroer van moederszijde, en aan Annitgen N.N., dochter van zijn overleden dochter Trijntgen Thielmans, voor een helft in een bedrag van 500 gulden, en Gerrit Adriaensz, zoon van Trijntgen Thielmans, voor 1/3e part en diens kinderen samen voor 2/3e parten in hetzelfde bedrag.
De helft van zijn huis en alle andere goederen vermaakt hij aan Trijntgen Fransdr, dochter van Jannetgen Thielmans, zijn enige dochter.

Robert Strachum, schipper, 36 jr, verklaart op verzoek van Jaspar Moermans, coopman, namens Belchior en Francisco Mendez, Portuguese coopluyden, wonend te Amsterdam, verklaart dat hij onlangs met zijn schip genaamd Den Jaeger, een boot, groot 40 lasten, te Port a Port is geweest, alwaar hij 3 kisten suiker heeft ontvangen, die hij een maand geleden bij Moermans hier heeft afgeleverd.
Hij heeft op zijn laatste reis geen andere goederen van hen in zijn schip gehad.