Zien aan het begin vredig grazend vee. Het vele grasland wat we hebben, maakt het mogelijk hier zo’n 2 miljoen koeien te laten grazen. Belangrijkste bron van inkomen voor de landbouw is de jaarlijkse 10 miljard liter koeienmelk.
Naast de koeien maken ook de weidevogels dankbaar gebruik van het grasland, hetgeen financieel weinig of niks opbrengt, maar toch zeer waardevol is. De belangrijkste soorten die we zien zijn de: Kievit, Grutto, Tureluur, Watersnip, Kemphaan en Scholekster. Deze worden ook wel aangeduid als steltlopers. Weidevogels komen steeds meer in de verdrukking door bijv. bemesting van het grasland en stadsuitbreiding.
Het behoud van de weidevogels kan alleen worden bereikt door een drastische verandering van het landbouwbeleid.

Aan het v.m.d. zuiderbolwerk te Harlingen met daaraan afgemeerd de HA89, H19 en WON6 en de garnalen visser zien we aan het werk aan boord. Eind april gaan de Meeuwen terug naar de wadden eilanden om te broeden. Uitgestrekte stranden en kwelder vlakten bieden aan veel meer vogels een veilig broedgebied. Scholekster, visdiefjes, kokmeeuwen balse op alle eilanden en de grote stern doen die alleen op het eiland Griend. De Bontbekplevier is aan het broeden op een schelpenbank.
Ook de zeldzamer dwergstern broed hier. De jonge vogels komen uit hun eieren en worden gevoerd door de ouders. De Lamsoor bloeit. De veerboten brengen toeristen naar de eilanden die hier op zoek zijn naar de ruimte en de rust. Als het eb is lijkt het wel levenloze vlakte maar het leven is weg gekropen in de zeebodem we zien aan de randen van een stroompje waar de wanden afbrokkelen ook de wormen, schelpdieren en hun gangen. De zandhoopjes zijn etensresten van de zandpier die zich uitgegraven niet veilig voelt. De platte slijkgraver en een kokkel graaft zich in.
Een mossel zien we dat al wat niet eetbaar is hij weer naar buiten werkt. Plevieren en steenlopers gebruiken hun ogen voor het opsporen van hun prooi de scholekster voornamelijk zijn snavel de scholekster laat zien hoe ze zo’n kokkel open krijgt. De rosse grutto doen dit met de tastorganen in hun lange snavel.

De film gaat over een aantal bedrijven in het waddengebied die nieuwe economische ontwikkeling probeert. Beginnen bij een schapenhouderij op Texel met een interview Kees Kikkert en Piet Bakker
over de toekomst van hun bedrijf. Hierna een beeld van de veemarkt en van enkele boerderijen en men aangeeft dat met de drijfmest een zeer goed bruikbaar gas kan worden gemaakt. Er wordt uitgelegd hoe dit proces werkt. Ook zou dit in Friesland nieuwe banen opleveren bij b.v. Stalinrichting de Boer Leeuwarden, Prins B.V. te Dokkum, Peques te Balk. Een proefinstallatie geplaatst bij de C.R. Waiboer Hoeve te Lelystad en een interview met dhr. Vis bedrijfsleider van de bedrijf deze verteld hoe de installatie werkt.
Hierna Don Quichot die een verhaal verteld over de windmolens verteld en verteld over de industriële revolutie en aangeeft dat de windmolen weer toekomst heeft bij het opwekken van elektriciteit. Een kijkje bij de firma Lagerweij en van Loenhout die de windmolens produceren en een vraaggesprek met dhr. Lagerweij over het ontstaan van zijn bedrijf.
De coöperatieve zuivelvereniging “Skylge” wil overgaan tot aanschaf van een windturbine en er wordt uitgelegd waarom. Hierna zien we vissersboot de WR 6 er kort daarna is er geen beeld meer alleen nog geluid.

Makers:
Regie: Jan van de Kam; commentaar: Bert Garthoff; montage: Hans van der Velden; geluid: Max Berg / Haghefilm; productie-assistent: Marry den Heijer; titels: Hans P. van Oosterom; productie: Nico Crama.