Tekens lâns de wei II , ca 1990 ( Fries Film en Audio Archief )
beacon
 
 
Erfgoedstuk
Datering:
ca 1990
Titel:
Tekens lâns de wei II
Maker:
Omrop Fryslân
Samenvatting inhoud:
In 1944 telde Friesland ca. 10.000 onderduikers: Joden, mensen die opgeroepen waren voor de Arbeitseinsatz, Engelse en Amerikaanse piloten, verzetsmensen die gevaar liepen.
Het onderduiken werd georganiseerd door de Landelijke Organisatie (LO).
Door grote tekorten ging de voedselvoorziening op de bon via de distributiekantoren, vaak via gemeentehuizen. Om onderduikers ook te voorzien van voedsel was het nodig distributiekantoren te overvallen. Deze werden uitgevoerd door knokploegen (KP), onderdeel van de LO.
Na een paar geslaagde overvallen werd een overval op het kantoor in Workum ingepland. In een interview vertelt Jacob Kroijenga dat hij het verzet voorzag van de nodige informatie over het kantoor, waaronder een plattegrond met de plek van de kluis en bewaarplaats van de sleutel. De sleutel werd bewaakt door een politieagent vanwege eerdere overvallen. De plattegrond bracht hij, verstopt in een NSB-blaadje, naar een boerderij in de buurt van Parrega, waarschijnlijk bij de familie Bleeker.
De overval in Workum stond gepland op 7 juli om 10.30 uur, uit te voeren door de Knokploeg uit Leeuwarden (Ljouwert). Christiaan (Chris) Hofing verklaart in een interview dat hij als eerste het stadhuis binnen ging. De politieagent Nico van Santen werkte mee door de sleutel af te staan, waardoor men de voedselbonnen uit de kluis mee kon nemen. Op de terugweg moest men stoppen bij een brug in reparatie, in de buurt van Koudum. Steginga eiste een snelle doorgang, om snel weg te komen. Een aantal mensen stapte uit in Scharnegoutum (Skearnegoutum), de auto met voedselbonnen reed door naar Leeuwarden.
Het gevaar voor Jacob Kroijenga werd te groot, hij moest onderduiken met zijn familie, met een vervalst persoonsbewijs. Pas na de bevrijding kon hij terugkeren in Workum.
Vervolg samenvatting inhoud:
Een vrouw in de buurt vertelt dat zij en haar man Amerikaanse piloten in huis hadden. Hun bommenwerper was neergeschoten, onderweg naar Duitsland. De groep zat vier maanden ondergedoken, daarna vertrokken ze met de trein maar werden opgepakt door de Duitsers. Drie weken na hun vertrek uit Workum was er een inval bij de familie, op verdenking van luisteren naar Radio Oranje. Gelukkig werd het luik in de vloer, waar de eettafel op stond, niet ontdekt.
3 augustus 1944 werd het stadhuis in Workum weer overvallen, nu onder leiding van ene Gerard, schuilnaam voor Gerben Oppewal. Hij meldt dat de sleutel van de kluis was opgeborgen in de kluis van de zuivelfabriek. ’s-Avonds laat belde hij aan bij de heer Bouma, die direct meewerkte. Uit de kluis in Workum werden de voedselbonnen meegenomen en opgeslagen bij wijkzuster Scheringa in Koudum. De bonnen waren bedoeld voor Utrecht maar dat liep mis waardoor Klaas (schuilnaam van Gerben IJpma), zuster Scheringa en haar Joodse onderduikster opgepakt werden. Verder werd de kostbaas van Gerben, de heer Van der Wal, doodgeschoten. Hetzelfde lot trof de kostbaas van Gerben IJpma.
Gerben Oppewal vluchtte op de fiets langs het spoor en trof verderop zijn verloofde. Na een korte periode vol angst ging hij toch weer verder met het verzetswerk.
Overal in Fryslân staan gedenktekens van de oorlog. Ca. 45 jaar na de oorlog kampen veel verzetsmensen met oorlogstrauma’s. Door elk jaar de gevallenen te herdenken, hoopt Gerben dat kinderen het onderscheid leren maken tussen recht en onrecht.
Bronformaat:
Video
Kleur:
Kleur en zwart-wit
Geluid:
Ja
Duur:
22:40 minuten
Collectie:
Fries Verzetsmuseum