Op de boerderij van A. Jongsma en zijn vrouw Y. Buwalda-Jongsma en hun kinderen Annichje en Henkie. Verder is ook J. Terpstra aanwezig.
"Maaitiid"
De boer haalt de koeien uit de stal en leidt ze naar het weiland. In de tuin naast de boerderij staan fruitbomen vol in de bloesem. Iemand haalt jonge eendjes uit een eendenkorf en zet ze in de sloot. Een nest met vier eieren. Koeien en schapen staan in het weiland. Gras of kuil wordt met behulp van hooivorken op een transportband geplaatst. wiersen (swylje) van het gras; tiemen (tiemjen) van gras met behulp van tractor. Gedroogd gras wordt naar binnen gereden op een hooiwagen die getrokken wordt door een paard.
"Simmer"

Het gras wordt gemaaid daarna het tiemen (tiemjen) met tractor, dit wordt gedaan met een hooisleep. Een vrouw hangt de schone was op. Een baby ligt in een kinderwagen. Een tractor brengt het hooi bijeen. Verschillende landbouwmachines voeren werkzaamheden uit. Mest wordt op een kar gelegd met behulp van een mestgrijper.
"Hjerst"
Een vrouw smeert een boterham met boter en legt er kaas op. Met een kantsnijder wordt de kant van de sloot gesneden. Het gezin zit te eten in de keuke. Slootkant maaien met een zeis. De stallen worden gevuld met hooi. De koeien worden op stal gezet. Koeien worden geschoren met een knipschaar.
"Winter"
Paarden staan in het weiland. De boerin verplaatst melkbussen met de handkar. De landerijen zijn bedekt met sneeuw. IJspegels zijn aan het smelten. De boer en de boerin zijn de koeien aan het melken met de hand. Verschillende werkzaamheden in de stal, zo wordt er onder andere hooi vanaf zolder door een luik gegooid voor de koeien. Een klein meisje houdt een emmer vast. In de stal wordt een kalfje geboren.