[Vervolg transcriptie tekstblok:] De dammen X, IJ ende Z en connen nijet aenden Oudendijck off moeten breggen. Ende d'vordere dammen sijn geteeckent nummero I, nummero II ende nummero III. Ten orconden hebbe ick desen onderteeckent. Ende was onderteijckent, Joan van Beest, 1637. Aldus gecopijeert in november 1652 ende is dese copije accorderende mette caerte ofte afteijckeninge die gedaen is bij Johan van Beest, lantmeter. Ten orconden desen geteijckent datum voorss. bij mij, [Ondertekend:] Pieter Floris vander Sallem, gheswooren lantmeter. [Losse tekst:] Dirck Pansers heck, 't Huijs te Reviere, de Schijedamse Rijwecht, de Schie, 's-Graevelant toecomende Willem Nieupoort, den toepadt, de weduwe van Reijnijer Tromper, 't fraterhuijs tot Delff, de kinderen van za[liger] Iisbrant Govertzoon d'Overschije, Catarina ende Anna vander Wilde, Adrijaen Jansz., de Nieuwelantse polder, Dirck Jansz. Hoeijcaes, Pieter Cornelisz. met bruijcwaer, Franck Joosten, bruijcker Adrijaen Jansz. Gorter ende compt d'weduwe van [.?.], Jan Koppert met bruijckwaer ende toebehoorende d'erfgenamen van za[liger] Jacob van Cleeff, Adriaen Jorisz., bruijckster de weduwe van Drooge Wouter ende toebehoorende Bruijn ende Cornelis vander Dussen, Ouderschie, Bruijn vander Dussen, Dirck Adrijaensz. Ouwerkerck, het Oude Mannen tot Schijedam, Claes Gerritsz., Andreas Ramp, Willem vander Houf, di[j]ckgraef van Delflant, Franck Joosten, Franck Joosten ende Huijbrecht Jansz., 't fraterhuijs tot Delft, Willem van Oijen, 't fraterhuijs tot Delft, Michiel Janszoon, d'erfgenamen van za[liger] Jacob van Cleeff, 't weeshuijs tot Scheijdam, Dammelaen, 't weeshuijs tot Scheijdam, Dammelaensche heul, den heer van Spangen, den heer van Goudrijaen, Bouwen Cornelisz. Molenaer met bruijckwaer, Jacob Coppert met bruijckwaer, Dirck Adrijaensz. Jonste met bruijckwaer, de dochter van za[liger] Adrijaen Dircxz. Niesen, den heer van Goudrijaen, 't huijs te Spierinckhouck, Spie[rinck]houckselaen, uut[erdij]ck N.N.,

de Poldervaert, suijden, west, noorden, oost

In dorso: Caerte Poldervaerte [tekstblok linksonder:] De voorlaen vande poort aff tot aende gracht bij 't huijs is lanck 139 roe 2 voet. Is lanck vande westzijde vande voors. voorlaen westop ende langens de gracht van 't huijs zuijdt op tot halver Zuijdtsingel 28 roe 2 voet. De achter laen is lanck vande halve Zuijdtsingel volgens de crompte tot aende achterpoort 107 roeden 11 voeten. Is lanck vande achterpoort volgens de crompte vanden Deluflantssendijck opten cruijn gemeten tot aen 't heck vande Vranckenlantssencaede 93 roe 8 voeten. Van 't voorss. heck langens de Vranckenlantssencaede tot halver uuijtwecht van beijde stucken gelegen aende zuijtzijde vande Vranckenlantsecaede is lanck 51 roeden 8 voet. Is lanck vande cruijn vande Vranckenlantssencaede volgens de Middelsloot ende over heelland heen tot halver sloot over 't caetgen tusschen 't rijetlandt 101 roe 6 voet. Noch gemeten de lenckte vande kaede komende om de buijtenlanden vande eedele heere van Goudriaen gemeten middenop ten cruijn beginnende vanden cruijn vanden Vranckenlantssencaede in 't oosten westop tot halver cruijn vande caede, raijende op 't lant vande eedele heere van Goudriaen is lanck 8 roe 3 voet. De Schinckel zuijdtaen is lanck 32 roe 10 voet. De Schinckel westaen is lanck 60 roe 2 voet. De Schinckel noortaen is lanck met een houckgen om tot an 't heck 25 roeden. [tekstblok middenonder:] Noch gemeten de lengte vande kaede tegen alle de landen beseetten bij de erffgenamen van der Burch beginnende van oosten aff lants ter halver slooten is het eerste stuck breet 24 roeden. Het II stuck breet 26 roe 1 voet. Het III stuck breet 17 roe 8 voet. Het IIII stuck breet 16 roe 10 voet. Het V stuck breet 18 roe 5 voet. Het VI stuck breet 18 roeden. Het VII stuck breet 19 roe 2 voet. Het VIII stuck breet 19 roe 6 voet. Mitten halfven Westheijnsloot ommen t'lest voors. stuck geteeckent VIII westop es 2 roeden. Noch gemeten vande voors. 2 roeden noordop tot aen 't spoij es 48 roeden 10 voeten. Noch gemeten