[Achterzijde:] Notulen 7 november 1811 designation des canaux, direction, longeur, largeur [breedte], etat actuel, par qui ils sont entretenus [onderhoudsplichtig], nombre de ponts sur les canaux, montant [bedrag] de l'entretien [onderhoud] annuel des canaux et des ponts, droits [rechten] qui sont percus [ontvangen] sur les canaux, revenu presumé des ces droits par an, droits perçus sur les ponts, revenu presumé de ces droits par an, nom du propriétaire [eigenaar] ou concessionaire [concessiehouder], emploi des produits [besteding van de opbrengsten], observations Le Schie, de Delft jusqu´ à [tot aan] le Doencade, 1920 verges [roeden], 10 verges, en bon etat, par la ville de Delft, aucun [geen], ce montant nous est inconnu [onbekend] la ville de Delft supporte les fraix [kosten], nul droit est perçu sur ce canal Le Schie, du Doencade à Schiedam, 1152 verges, jusqu´a Overschie 10 verges de la 7½ a Schiedam, idem, par la ville de Schiedam, idem, idem, idem Le Poldervaart, du Schie au Vijfsluizen, 1490 verges, 7 verges, idem, par des polders, deux ponts, un pont est entretenu par la ville de Delft l'autre par Delfland les faix [lasten] de ce dernier [laatste] montent annuellement à f.100,-, idem Le Hoornsevaart, de Delft au Hoorn, 500 verges, 5 verges, idem, idem, deux, la ville de Delft entretient un pont les polders supportent les fraix de l'autre, le montant nous est inconnu, idem, nul droit est perçu sur ces ponts Le Gaag, du Hoorn a Schipluide, 919 verges, 5 verges, idem, idem, deux, un pont est entretenu par des particuliers l'autre par des polders, les frais nous sont inconnues, idem, idem Le Vlaardingervaart, de Schipluide a Vlaardinge, 1925 verges, 6 verges, idem, idem, aucun, inconnu, idem, idem Le Bonervliet, du Vlaardingervaart au Bonersluijs, 1419 verges, 8 verges, idem, par Delfland, un, l'entretien du Bonervlied revient a f.100,- du pont à f.150,-, idem, idem Le Zuidvliet, du Vlaardingervaart à Maassluijs, 1395 verges, 6 verges, idem, idem, deux, le Zuid

[Achterzijde:] caerte [Tekstblok voorzijde:] Caerte copije gedaen ende gemaeckt bij mijn ondergheschreven, naer zeeckere oude menuijte die gemaeckt was bij mijn overgroodtvader saliger Coenraedt Olensz. gheswooren lantmeter van Delfflandt, doch te vinde dat deselve menuijte geen proportije van de maet en hout ende en can oock volgens deselve menuijt geen perfecte caerte op de maet daervan maecken, hoewel op deselve menuijt stont: de caerte van me[e]ster Jan van Utrecht bij de Poldervaert. Anno XLVI Ende hoewel de selve menuijt geen proportije en hadt, is mij belast evenwel een copije sonder proportije daernaer te maecken volgens de teijckeningh dien ick gevonden hebbe van men overgroodtvader saliger die gedaen was anno 1546 ende hoewel daer eenijge namen dien daer op stonden nijet wel te lesen waeren, hebbe hetselve soo naegedaen als mijn docht dat het doendelijcken was omme met de voors. menuijt te accordeeren te orconden desen geteijckent upten XX maert 1658, Pieter Florisz. vander Sallem, gheswooren lantmeter [Losse tekst:] Pieter Post, me[e]ster Jan, Pieter Dadels, Dirck Harmensz., Arije Jansz., jonghe Claes Claesz., de Schije, de opghanck van de tmole den pop[sou] comen, Pieter Post opghanck van, die plating van m[ee]ster Jan, dam, den hoel, en dam, rijet, rechteb opghanck, kooltuijn, Dirck Harmens opghanc, den opganck van Arije Jacobsz., Pieter Post o[n?]ghesijen[de?], den geme[ene?] e[e?]rsten opganck midden[?] Scije, ende wed[uwe] o., de Poldervaert