[Tekstblok:] Heele veenlanden, A. 4 margen, B. 2 margen, C.C. 8 margen 400 roeden, D. 3 margen, E. 2 margen 300 roeden, F. 3 margen 100 roeden, 23 margen 200 roeden [Losse tekst:] Stoffelenkade, Brasserskade, Postenkade, 22. Berkhout, 20. 't gasthuijs, Singer, 19. Theod[orus] v. Teijlinge, W. v. Voorden, 18. Cl. v. Sparwoude, Jan de Griet, 17. Cl. v. Sparwoude, Brinkhuijse, 16. baron d' Overschie, 15. Jac[obu]s Stadhouder, 8. Burg[emeester?] Staal, 6. 't spinhuijs, Vrijenbansemoole, 2. 't gasthuijs, 23. 24. De Berg en v.d. Wal, 21. Van Heel, Korfwatering, 14. mevr. Bogert, 9. kerkhof en 10. vander Waal, 7. d'hr v.d. Graaf, Moolesloot, Vrijenbansekade, Nootdorpse verlaat, Langewatering, Den Houwer, Strooppot, Vrijenbansekade, Dwerswatering

[Bovenste tekstblok:] Concept kaarte figuratif volgens welke het uijtgeveende gedeelte van de Kleijn Vrijenbanse Polder op de minst kostbaarste en bekwaamste manier zoude kunne worden bedijkt, drooggemaakt en drooggehouden. Aldus ontworpen en volgens het onderstaande berigt breeder omschreeven door ons ondergeteekende, bij den edele Hove van Holland geadmitteerde landmeeters d'anno 1767 [Ondertekend:] Pieter Heijnsius, C. de Graat [Onderste tekstblok:] Kort berigt nopens de bovengemelde droogmaakinge. 1e. Ringdijk langs en tegen de Nooddorpse Nieuwe Molenboezem, zooveel mogelijk in een regte strekkinge van A noordwest op tot aan de Dwerskade bij B. 2e. Sloot aan en ten zuijdwesten de Dwerskade, doorgaande wijd en vaarbaar maaken op 12 à 14 voet van B tot C, alsmede de erven en bleijken tot behoudinge van 't buijtenwater van agteren aan den anderen dammen. 3e. Ringdijk en sloot langs de Brasserskade van C tot D. 4e. Ringdijk ten oosten en langs de Korft van D tot A. 5e. Verplaatste Vrijenbansemolen van E bij F aan de Korft, zullende moeten tot Bovenmolen voor de onbedijkte, zoowel als bedijkte landen dienen. 6e. Drie nieuw te stellen molens G, H en I, tot opmaalinge van 't water aan de Bovenmolen F, ten waare men konde goedvinden vijzel, in plaats van schepradmolens te gebruijken, omdat de droogmaakinge maar circa 200 mergen groot zijnde geacht word, eene bekwaame vijzelmolen tot de uijtmaalinge en drooghoudinge vermogend genoeg te zijn [Losse tekst:] de Kerstanje, Delfsevliet en Straatweg, Oude Broeksmolen, Oudebroeksmolensloot of de Zijde, Stads- ofte Brasserskade, Stoffelenkade, Postenkade, tolhek, Kleijn Vrijenbansepolder, Delft, Vrijenbansemolen, 't verlaat, 't Duijvelgat, 't verlaat, de twee oude Nooddorpse molens, Vrijenbansekade, Nieuwe Nooddorpsemolen, Langewatering, Bieslandsekade, Bieslandseweg, bleiken, huijs, erven, wegsloot, Dwerswatering

[Achterzijde:] Afbeeldinge van de gelegenheyd des sloots in Vrijenban [Losse tekst:] Nootdorpse molens, dam, bijeslandt, Vrijenban, Jongeneel, Vrijenbans landt toecomende Mierop, wateringe, Spranckhuijsen thuyn ende lant, dwarscade van Vrijenban, dwarswatering, wateringe, ipesloot, A de sloot in questie is afgestippelt