[Achterzijde:] 7 maart 1816 {Titel:] Tableau van den staat der kassen van afkoop of waarborgpenningen in de ambagten of polders gelegen in het Hoogheemraadschap van Delfland Naamen der ambachten en polders door welke indertijd afkoop of waarborgspenningen zijn belegd geworden, montant der door elk tot op heeden gefourneerde en belegde kapitalen zoodanig als dezelve primitivelijk zijn gefourneerd geworden, montant der intressen van voornoemde kapitalen voor derzelver reductie of tierceering, montant der tegenwoordige kapitalen na de laatste conversie in werkelijke schuld, uitgestelde schuld, bedrag der tegenwoordige intressen na de laatste conversie, lasten en ongelden welke tegenwoordig daaruit moeten worden gevonden en betaald als sluijsgelden tot onderhoud der kapitale zeeweringen alsmede van de uitwaterende sluijzen van 't Hoogheemraadschap van Delfland, molengelden tot onderhoud van omringdijken waterkeeringen molens sluijzen of verlaten en andere werken van de ambachten of polders, deficit proflueerende uit het meerder bedrag der lasten in vergelijking van dat der tegenwoordige renten, aanmerkingen Abtsrecht, hiervan werd het sluijsgeld gedragen bij Vrijenban, en het molengeld bij de Zuijdpolder van Delfgaauw, Akkersdijk, Berkel, Biesland, Delft wegens de poorterij, Hof van Delft, Kethel, Nootdorp Nieuweveen en Hogeveen, Oostnegentigmergen, Pijnacker, Ruijven, hiervan werd het molengeld gedragen bij de Zuijdpolder v. Delfgaauw, Rijswijk, Schieveen, Tedingerbroek, Vrijenban voor de landen in de Kleinvrijenbansepolder voor de landen in de Zuijdpolder v. Delfgaauw voor de landen onder Abtsrecht, hiervan werd het moolengeld gedragen bij de Zuijdpolder van Delfgaauw, Wateringen, Zuidpolder van Delfgaauw, hiervan werd het sluijsgeld gedragen bij Abtsrecht Ruijven en Vrijenban