[Tekstblok linksonder:] Dese woninck ende landen ghelegen onder Wassenaer, mitsgaeders de twee pertije weijlants ghelegen onder Haechambacht zijn gemeten bij mijn vader s[aliger] Floris Jacobssz., lantmeter, in november 1618, ten versoucken van de heere adtvocaet mr. Andries de Kock. Ende de vorder pertije zijn daernaer bijgevoecht om[m]e aenwijsinge te doen hoe het Haechboss met Waelsdorperlaen oost op is gelegen. Ten orconden desen geteijckent in janwarius 1657, Pieter Floris vander Sallem, gheswoore[n] lantmeter. [Bovenste perceel:] Dese wonijnck e[nde] lande[n] zij gemete[n] te[n] versouck[en] vande heere adtvocaet mr. Andries de Kock, ende daernaer gecof bijde[n] rentm[eeste]r Luchtenburch [Linkse perceel:] Dit lant mede gecoft bijde[n] rentm[eeste]r Luchtenburch, behoorende aende bovenste wonijnck [Middelste perceel:] Dit lant mede gecoft bijde[n] rentm[eeste]r Luchtenburch, behoorende ande bovenste wonijnck [Rechtse perceel:] Dit lant gecoft bijde[n] rentm[eeste]r Luchtenburch van Pieter [doorgehaald: Willemssz.] Claessz. Bossij [Losse tekst:] de oude waterijnck, Waelsdorperlaen, den wecht benoorden 't bosch, het Haechboss, Lenaert Jeroensz. bosswachter, de heere van Assendelft