Uw zoekacties: Kloosters in de provincie Groningen Beeldbank Overijssel
beacon
102  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Geen afbeelding
Titel:
Indië VII.;
Beschrijving:
Een film van Hans Jozef van Wiechen, in zijn tijd als legerarts in Nederlands-Indië, met beelden van o.a.;
- De titelkaart met de route 'Depok-Bogor-Lembang-TGB Prahoe';
- Een waterval over een breed stenen terras;
- Een zwavelbron;
- Een overdekt terras en militairen;
- Een rivier met verkoeling zoekende karbouwen;
- Over land lopend;
- Een gebergte;
- De plantentuin Buitenzorg (Bogor);
- Een huis met militairen, waaronder Hans Jozef;
- Een jeep;
- Zwemmen in een meer;
- Een jeep;
- De Poentjak pas tussen Bogor en Bandung;
- Koelies;
- Hans Jozef zwemmend in een meer;
- De omgeving met een waterval;
- De Bandungse hoogvlakte met vergezichten en levensgevaarlijk terrein;
- Militairen, waaronder Hans Jozef, maken een tocht met een jeep en een wandeling;
- De jeep;
- Tangkoeban prahoe (TGB Prahoe), of Tangkuban Perahu, de 2076 meter hoge vulkaan bij Lembang.
Lengte in minuten:
00:14:10
Datering:
00-00-1948
Materiaal:
8 mm;
rolfilm;
Oud nummer:
BB07034
Materiaal opmerkingen:
formaat beeld: zwart/wit;
formaat geluid: stom;
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Titel:
Lunteren (1947), Port Said (1948).;
Beschrijving:
Een film van Hans Jozef van Wiechen, tijdens zijn opleiding, in 1947, als legerarts in Nederland en de bootreis, in 1948 via Port Said, naar Nederlands-Indië, met beelden van o.a.;
- Augustus, veertig artsen-soldaat in een opleidingskamp te Lunteren;
- Touwtrekken;
- Een vrachtjeep;
- Een cursus bloedtransfusie in het Binnengasthuis te Amsterdam;
- Een cursus hygiëne te Gorinchem;
- Veertig artsen werkzaam in de Van Sypesteynkazerne te Utrecht;
- De molens van Kinderdijk;
- Met 'onze jongens' over het Nederlands ereveld Tjililitan te Batavia;
- De militaire begraafplaats;
- Het schip de 'Volendam';
- Bagage aan boord en afscheid van familie Van Wiechen;
- De beëdiging op volle zee.
Lengte in minuten:
00:27:30
Datering:
00-00-1947 - 00-00-1948
Adres:
Lunteren (Gld), [geen straatnaam]  
Amsterdam (NH), [geen straatnaam]  
Utrecht (U), [geen straatnaam]  
Kinderdijk (ZH), [geen straatnaam]  
Oud nummer:
BB07033
Materiaal:
8 mm;
rolfilm;
Materiaal opmerkingen:
formaat beeld: zwart/wit;
formaat geluid: stom;
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Titel:
Port Said (1948), Batavia (1949).;
Beschrijving:
Een film van Hans Jozef van Wiechen, in zijn tijd als legerarts in Nederlands-Indië, met beelden van o.a.;
- De bootreis, in 1948, vanuit Nederland naar Indië via de Egyptische havenstad Port Said;
- Arabische handelaren met bootjes;
- Verpozing op het scheepsdek met zonnebaden, apekooien en schaken;
- Het Tobameer op Sumatra;
- Jan Gribbing;
- Indië, maart 1949, Hans Jozef in militair uniform;
- Met bootjes aan land;
- Een hanengevecht;
- Een markt;
- Waterdragers;
- Limonadeverkopers;
- Batavia vanaf de grond en vanuit de lucht;
- Zwemmen in een rivier;
- De militaire begraafplaats.
Lengte in minuten:
00:32:08
Datering:
00-00-1948 - 00-00-1949
Materiaal:
8 mm;
rolfilm;
Oud nummer:
BB07032
Materiaal opmerkingen:
formaat beeld: zwart/wit;
formaat geluid: stom;
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Titel:
Indië XVII.;
Beschrijving:
Een film van Hans Jozef van Wiechen, in zijn tijd als legerarts in Nederlands-Indië, met beelden van o.a.;
- Een rijstveld;
- Het bebouwen van een rijstveld;
- Een man met kind;
- Een marktkoopman;
- Vrouwen aan de was;
- Hans Jozef met zijn assistente in een jeep;
- Een vrouw wordt naar een vliegveld gebracht;
- Hans Jozef bezoekt vrienden.
Lengte in minuten:
00:05:26
Datering:
00-00-1948 - 00-00-1950
Materiaal:
8 mm;
rolfilm;
Oud nummer:
BB07030
Materiaal opmerkingen:
formaat beeld: zwart/wit;
formaat geluid: stom;
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Titel:
Indië XV.;
Beschrijving:
Een film van Hans Jozef van Wiechen, in zijn tijd als legerarts in Nederlands-Indië, met beelden van o.a.:
- Een adm. parade bij Tsjiribeum;
- In een klamboe, hangend aan een gebouw;
- Opstaan, het wapen, op appél;
- Het uitdelen van pillen;
- Ontspanning met accordeonmuziek;
- Een parade van militairen en verpleegsters;
- Het met een shovel wegdrukken van boomstammen;
- Een gamelan;
- Een dans van Indische vrouwen;
- Militairen graven in de boesboes;
- Peter een zwemband?;
- Een puntjak.
Lengte in minuten:
00:16:43
Datering:
00-00-1948 - 00-00-1949
Adres:
-
-
Oud nummer:
BB07028
Materiaal:
rolfilm 8 mm
Materiaal opmerkingen:
formaat beeld: zwart/wit;
formaat geluid: stom;
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Titel:
Indië XII.;
Beschrijving:
Een film van Hans Jozef van Wiechen, in zijn tijd als legerarts in Nederlands-Indië, met beelden van o.a.:
- Spreekuur bij dokter Hans Jozef op de polikliniek van het ziekenhuis voor een pokkeninenting;
- Riksja's;
- Vrouwen met hun kind aan de borst;
- Een wit gebouw met militairen die in de deur- en raamopeningen naar buiten hangen;
- Een wachtkamer met vrouwen;
- Begeleidende militairen in de regen;
- Vrouwen, moeders met kinderen en baby's in een slendang;
- Dokter Van Wiechen en een verpleegster;
- Een Indisch soldaat;
- Een baby;
- Bloedprikken in de vinger van een man;
- Een vrouw;
- Een jongeje;
- De voorraad medicijnen;
- Een voet in een badje;
- Visite op de ziekenzaal;
- Een waterdrager;
- Een brancard in een jeep van het Rode Kruis;
- Een openbare pokkeninenting op een plein.
Lengte in minuten:
00:14:30
Datering:
00-00-1948 - 00-00-1950
Materiaal:
8 mm;
rolfilm;
Oud nummer:
BB07027
Materiaal opmerkingen:
formaat beeld: zwart/wit;
formaat geluid: stom;
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Titel:
Indië.;
Beschrijving:
Een film van Hans Jozef van Wiechen, in zijn tijd als legerarts in Nederlands-Indië, met beelden van o.a.:
- Molenvliet, Batavia;
- Een dorpje;
- Het bouwen van 'torentjes';
- Een soort waranda;
- Een wilde tuin;
- Stratenmakers en straatvegers;
- Asfalteren met de hand;
- Een groot wit gebouw;
- Een straatje met winkeltjes, voetjou kongsie en water-edangs;
- De Harmonie, de herensociëteit aan de Rijswijkse straat te Batavia;
- Een drukke straat vol auto's, riksja's en een tram met open wagons;
- Het hijsen van de tweekleur, de Indonesische vlag;
- Bananendragers;
- Een juk met twee emmers;
- Bamboebruggetjes;
- De rooms-katholieke basiliek;
- Meisjes zwaaien een auto uit;
- Een gebouw met de Nederlandse driekleur;
- Het vliegveld 'Djalan Basi Penunpang' met de passagiersingang;
- Een terras met soldaten Hans Jozef en Harry;
- Een vliegtuig (PA-CTA);
- Hans Jozef beklimt de vliegtuigtrap van PH-TOL.
Lengte in minuten:
00:12:47
Datering:
00-00-1950
Materiaal:
8 mm;
rolfilm;
Oud nummer:
BB07026
Materiaal opmerkingen:
formaat beeld: zwart/wit;
formaat geluid: stom;
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Titel:
Indië VIII.;
Beschrijving:
Een film van Hans Jozef van Wiechen, in zijn tijd als legerarts in Nederlands-Indië, met beelden van o.a.:
- Rijst;
- Sawa's;
- Ploegen met karbouwen;
- Het planten van rijst;
- Karren op de weg;
- Sawa's;
- Rijstplanten;
- Rijstplukken door de vrouwen;
- Een groep vrouwen en kinderen op weg;
- Het uitleggen en bundelen van rijstplanten;
- Bundels rijstplanten op een vrachtwagen laden;
- Het pletten van rijst door de mannen;
- Het zeven van de rijst in platte manden door de vrouwen;
- Een bamboebos.
Lengte in minuten:
00:11:06
Datering:
00-00-1949
Materiaal:
8 mm;
rolfilm;
Oud nummer:
BB07025
Materiaal opmerkingen:
formaat beeld: zwart/wit;
formaat geluid: stom;
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Titel:
Indië V.;
Beschrijving:
Een film van Hans Jozef van Wiechen, in zijn tijd als legerarts in Nederlands-Indië, met beelden van o.a.:
- De beklimming van de vulkaan Gedeh (Gunung Gede);
- Een huisbarbecue;
- Militairen en een jeep;
- Een wandeltocht van twintig man, met Hans Jozef;
- Het inpakken van de bagage;
- De koelies bepakt en bezakt voorop, de militairen erachter;
- De bergtuinen van Tjibodas;
- De watervallen van Tjibeureum, de toppen van de vulkanen Gedeh en Pangrango en de beklimming ervan;
- Twintig man opeen gepakt in een de hut van G. Geach, rillend van de kou.
Lengte in minuten:
00:13:16
Datering:
00-00-1949
Materiaal:
8 mm;
rolfilm;
Oud nummer:
BB07024
Materiaal opmerkingen:
formaat beeld: zwart/wit;
formaat geluid: stom;
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Titel:
Indië IX.;
Beschrijving:
Een film van Hans Jozef van Wiechen, in zijn tijd als legerarts in Nederlands-Indië, met beelden van o.a.:
- Havenstad Tjirebon (Cirebon), aan de noordkust van West-Java;
- Vissersplaats Pelabuhan Ratu, ten zuiden van Jakarta;
- Sawa's;
- Het winnen van hars;
- Plaboean ratoe;
- Een versierde boot en zeiljachtjes;
- Tjirebon;
- Batikkende vrouwen;
- Een paleisachtig gebouw;
- Zware stenen;
- Poorten en ommuurde open ruimten;
- Indische vrouwen bereiden eten op straat.
Lengte in minuten:
00:14:06
Datering:
00-00-1949
Materiaal:
8 mm;
rolfilm;
Oud nummer:
BB07023
Materiaal opmerkingen:
formaat beeld: zwart/wit;
formaat geluid: stom;
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Titel:
Indië XI.;
Beschrijving:
Een film van Hans Jozef van Wiechen, in zijn tijd als legerarts in Nederlands-Indië, met beelden van o.a.:
- Het eiland Onrust;
- Een sprinkhaan;
- Een processie;
- Varen;
- Een bord met het opschrift 'Quarantaine station Onrust-Kuiper, Veboden toegang';
- Een kanon;
- Een landingsvaartuig;
- Een auto en verpleegsters;
- Hans Jozef in de jungle, zwemmend en duikend;
- Een sprinkhaan en glas;
- Een processie van meisjes , nonnen, padvinders, militairen en misdienaars met een monstrans onder een baldakijn.
Lengte in minuten:
00:08:41
Datering:
00-00-1948 - 00-00-1950
Materiaal:
8 mm;
rolfilm;
Oud nummer:
BB07022
Materiaal opmerkingen:
formaat beeld: zwart/wit;
formaat geluid: stom;
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Titel:
De Birnies, een Indische familie uit Deventer.;
Beschrijving:
Uit de documentaire reeks 'De Indische Diaspora', het eerste deel rondom de familie Birnie, een Indische familie uit Deventer. Het verhaalt over drie telgen uit een vooraanstaande en kleurrijke plantersfamilie op Oost-Java, te weten Elisabeth Birnie-Birnie, haar zoon Johan en haar achterneef, de schrijver Alfred Birney en speelt zich af in Deventer en Djember, waarbij de Tweede Wereldoorlog een rol speelde met de internering in de Japanse kampen en de daarop volgende onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië.
Lengte in minuten:
00:53:29
Adres:
Deventer, [geen straatnaam]  
Materiaal:
VHS;
Oud nummer:
BB04490
Materiaal opmerkingen:
formaat beeld: kleur en zwart/wit;
formaat geluid: mono;
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Titel:
Ned. Indië, "Wij werden geroepen" 1946-1948 ;
Beschrijving:
Een film, voorzien van commentaar, rond de 3-1 Mitrailleur Bataljon 1 Divisie 7 december en hun verblijf in Nederlands Indië in de periode van 1946 t/m 1948.
Lengte in minuten:
00:45:00
Materiaal:
VHS;
standaard;
Oud nummer:
BB01049
Materiaal opmerkingen:
formaat beeld: kleur en zwart/wit;
formaat geluid: mono;
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Titel:
Het Twentebataljon ;
Beschrijving:
00:49:00 Een aflevering van het RTV-Oost programma Het Oversticht (23-05-2001). De Tweede Wereldoorlog eindigde in Nederland in 1945. Voor veel jongeren zouden er echter nog een aantal oorlogsjaren volgen. Zij moesten als soldaat naar Indonesiê om tijdens de zgn. politionele acties het Nederlands gezag daar te herstellen. Onder de uitgezonden troepen bevond zich het vijfde bataljon van het vijfde regiment infanterie. Hierin zaten zoveel Overijsselse jongens, dat het de bijnaam 'Twentebataljon' kreeg en het 'Twentse Ros' in zijn wapen voerde. Over hun persoonlijke ervaringen vertellen ex-leden van het Twentebataljon. Zij kwamen in 1947 op in de Westenbergkazerne in Schalkhaar en arriveerden in januari 1948 op Java. Gesprekken met H.A. Bijler, hospik, J. Jansen Venneboeren, soldaat en B. Boeve, soldaat. Te zien zijn ook oude filmbeelden uit Indonesië. Het 5-5 R.I. monument, dat geplaatst zal worden in het Infanteriemuseum in Harskamp.

01:07:00 Einde.
Lengte in minuten:
00:18:00
Datering:
00-00-1947 - 23-05-2001
Vervaardiger:
(Coen) van Galen; [Kroeze, Martijn, samenstelling](Bas) Treffers; (Hans ) H. van Wieren;
Rechthebbende:
RTV Oost
Oud nummer:
BB00370.04
Materiaal:
VHS;
standaard;
Materiaal opmerkingen:
gesproken taal: Nederlands;
formaat geluid: stereo;
formaat beeld: kleur;
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Titel:
Door Soldatenogen ;
Beschrijving:
Een uitzending van Andere tijden op 27 dec. 2009 (NPS), zestig jaar na de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië.
In deze uitzending een indruk van de Politionele acties gefilmd door Nederlandse soldaten. De beelden zijn zwart/wit en voorzien van ingesproken teksten (vooral briefgedeelten van soldaten aan hun familieleden in Nederland). De filmbeelden zijn gemaakt door de soldaten en officieren die deelnamen aan deze politionele acties.
Lengte in minuten:
:51:40
Datering:
00-00-1946 - 00-00-1949
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06720
Materiaal opmerkingen:
formaat beeld: kleur en zwart/wit;
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Titel:
Ons Koninkrijk in de Tweede Wereldoorlog Deel 5 - Strijd om Indië - Het Nederlands-Indonesische Conflict 1945-1949 DVD 2 ;
Beschrijving:
Ons Koninkrijk in de Tweede Wereldoorlog Deel 5 - Strijd om Indië - Het Nederlands-Indonesische Conflict 1945-1949 DVD 2
BB06682 bevat de volgende fragmenten:
a.Onze jongens in Indonesië
b.De tweede ?Politionele actie?
c.Souvereiniteitsoverdracht
d.Bonus (de kwestie Indonesië in het bioscoopjournaal)
e.Audiofragmenten
Lengte in minuten:
00:00:00
Datering:
00-00-2009
Rechthebbende:
[Tijdsbeeld Media / Waanders Uitgevers]Tijdschrift Media / Waanders Uitgevers
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06682
Materiaal opmerkingen:
formaat geluid: stereo;
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Titel:
Ons Koninkrijk in de Tweede Wereldoorlog Deel 5 - Strijd om Indië - Het Nederlands-Indonesische Conflict 1945-1949 DVD 1 ;
Beschrijving:
Ons Koninkrijk in de Tweede Wereldoorlog Deel 5 - Strijd om Indië - Het Nederlands-Indonesische Conflict 1945-1949 DVD 1
BB06681 bevat de volgende fragmenten:
a.Merdeka en Bersiap
b.Onderhandelingen en militair ingrijpen
c.Het thuisfront
d.De eerste ?Politionele actie?
e.Internationale bemoeienis
Lengte in minuten:
00:00:00
Datering:
00-00-2009
Rechthebbende:
[Tijdsbeeld Media / Waanders Uitgevers]Tijdschrift Media / Waanders Uitgevers
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06681
Materiaal opmerkingen:
formaat geluid: stereo;
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Film
7264BB06634 Interview met dhr. Huzen door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Interview met de heer Jan Huzen (BB06634)

Geboren op 1 jan. 1928.
Voor zijn diensttijd was hij boerenknecht en tevens was hij hulpbesteller bij de PTT (postbedrijf)
Als dienstplichtig militair is hij opgekomen in Arnhem bij de Prinses Irene Brigade en daarna ging hij voor een opleiding bij de Grenadiers in Amersfoort. Na die opleiding ging hij met het SS Zuiderkruis naar Indonesië. De tocht door het Suez kanaal kan hij zich nog goed herinneren; het was juist in de tijd van het uitroepen van de Staat Israël. Bij Aden werd er gebunkerd en handel gedreven met de plaatselijke bevolking. In augustus kwam hij in Batavia aan; hij mocht niet van boord, maar zijn neef stond op de kade en daar heeft hij mij kunnen praten. Daarna ging hij door naar Samarang. Met landingsboten ging hij van boord naar de kust.
Tijdens de tropenopleiding kreeg hij vreselijke pijn in de rug en is opgenomen geweest in het ziekenhuis. Na enige tijd werd hij ontslagen maar toen was de tropenopleiding min of meer afgelopen. Met Dakota’s ging hij naar Djokja; dat was zo rond de kerstdagen in 1948. Omdat er in de verte een brand gaande was, werd zijn peloton er op afgestuurd. Op gegeven moment kwamen er mannen aan, waarvan niet duidelijk was of het inlanders waren of ploppers. In elk geval ging men in dekking en riep de korporaal dat men halt moest houden. Dat gebeurde niet waarna de Nederlandse militairen het vuur openden op deze mensen. Jan vond dat een vreselijke ervaring. Hij weet ook niet of er iemand was geraakt.
Zijn peloton had de taak om het vliegveld van Djokja te bewaken. Dat was een rustige periode Op een gegeven moment moesten ze met vrachtauto’s terug naar Samarang. Op 1 januari 1949 kregen ze een aanval waarbij er meerder gewonden raakten. De hospik werd getroffen met een schampschot in de nek. Ook moest hij kort daarna als patrouille lid de bemanning van een, 00-00-2010
Titel:
WONING - Dhr. Huzen ;
Beschrijving:
Interview met dhr. Huzen door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Interview met de heer Jan Huzen (BB06634)

Geboren op 1 jan. 1928.
Voor zijn diensttijd was hij boerenknecht en tevens was hij hulpbesteller bij de PTT (postbedrijf)
Als dienstplichtig militair is hij opgekomen in Arnhem bij de Prinses Irene Brigade en daarna ging hij voor een opleiding bij de Grenadiers in Amersfoort. Na die opleiding ging hij met het SS Zuiderkruis naar Indonesië. De tocht door het Suez kanaal kan hij zich nog goed herinneren; het was juist in de tijd van het uitroepen van de Staat Israël. Bij Aden werd er gebunkerd en handel gedreven met de plaatselijke bevolking. In augustus kwam hij in Batavia aan; hij mocht niet van boord, maar zijn neef stond op de kade en daar heeft hij mij kunnen praten. Daarna ging hij door naar Samarang. Met landingsboten ging hij van boord naar de kust.
Tijdens de tropenopleiding kreeg hij vreselijke pijn in de rug en is opgenomen geweest in het ziekenhuis. Na enige tijd werd hij ontslagen maar toen was de tropenopleiding min of meer afgelopen. Met Dakota’s ging hij naar Djokja; dat was zo rond de kerstdagen in 1948. Omdat er in de verte een brand gaande was, werd zijn peloton er op afgestuurd. Op gegeven moment kwamen er mannen aan, waarvan niet duidelijk was of het inlanders waren of ploppers. In elk geval ging men in dekking en riep de korporaal dat men halt moest houden. Dat gebeurde niet waarna de Nederlandse militairen het vuur openden op deze mensen. Jan vond dat een vreselijke ervaring. Hij weet ook niet of er iemand was geraakt.
Zijn peloton had de taak om het vliegveld van Djokja te bewaken. Dat was een rustige periode Op een gegeven moment moesten ze met vrachtauto’s terug naar Samarang. Op 1 januari 1949 kregen ze een aanval waarbij er meerder gewonden raakten. De hospik werd getroffen met een schampschot in de nek. Ook moest hij kort daarna als patrouille lid de bemanning van een
Beschrijving vervolg:
neergestort vliegtuigje ophalen. De piloot overleefde het niet en het andere bemanningslid werd overgebracht naar een veldhospitaal. Een paar dagen later werd hij ingezet bij een theeplantage, dat hij moest gaan bezetten. Daarna werd hij ingezet bij een theeplantage om die te beveiligen. Bij aankomst stond de boel al gedeeltelijk in brand. Ze zaten daar een paar dagen volledig afgesloten van de anderen en konden allen noodrantsoenen eten. Daarom gingen ze op kippenjacht en hebben die gebraden in een pan. Bij die theeplantage hebben ze lange tijd gezeten. In september 1949 was er een vulkaanuitbarsting en zat alle thee onder vulkanische as.
Het contact met het thuisfront ging via brieven, veel brieven. Na bijna een jaar dienstplicht kreeg hij 5 dagen verlof en mocht hij naar Batavia, waar zijn neef woonde. Dat was daar een aangenaam leven zonder de ontberingen van het leven op een buitenpost. Het was daar een totaal ander leven dan op de buitenposten. Met de trein ging hij terug naar Semarang, dat kon nog net, want er was veel sabotage in die tijd.
Met het thuisfront schreef en ontving hij veel brieven. Ook liepen er soms contacten via de Wereldomroep, zodat hij het thuisfront kon toespreken. Of via een grammofoonplaat die men elkaar zond werd er nieuws en wederwaardigheden uitgewisseld. Gedurende enige tijd dat hij op de theeplantage was, kon hij ging berichten ontvangen omdat de wegen waren geblokkeerd. De fabriek werd zo nu en dan ook beschoten vanaf de omliggende heuvels. Eén soldaat (Pas) is daarbij om het leven gekomen. De theefabriek wekte zelf haar elektriciteit op, met behulp van een waterrad dat draaide op water dat van de heuvels afstroomde.
Op een keer moest hij mee om een Hollandse dame te begeleiden naar een optreden die door het Newin werd verzorgd. Voor die klus waren erg veel vrijwilligers omdat ze allemaal graag die dame wilden begeleiden. Soms liep hij patrouilles op de plantages of door de kampongs.
Op 10 augustus 1949 was er
Lengte in minuten:
01:30:39
Datering:
00-00-2010
Adres:
Zwolle, [geen straatnaam]  
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06634
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Film
7263BB06633 Interview met dhr. Stokvis door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

De heer Stokvis is geboren in 1928 in Oud- Leusen; hij heeft daar jaren gewoond en woont sedert 13 jaar in Dalfsen.
Voor zijn militaire dienst was hij bouwvakker en ook na zijn diensttijd heeft hij dat beroep uitgeoefend. Zijn vader had een bouwbedrijfje.
Toen hij 19 jaar was werd hij opgeroepen voor militaire dienst (opkomen in Steenwijk) en kreeg een specialisten opleiding in Harderwijk. Hij leerde er mijnenleggen, mijnen opruimen, noodbruggen leggen e.d. (pionier als onderdeel van de Genie). Vanaf het begin was duidelijk dat hij naar de tropen zou gaan. Zijn ouders zagen daar erg tegenop, maar zelf vond hij het wel een uitdaging. Hij was in zijn leven eigenlijk nooit verder geweest dan Zwolle.
Na zijn specialistenopleiding kreeg hij bericht dat hij naar Indië moest gaan. Begin 1949 is hij vanuit Rotterdam vertrokken naar Indië met het SS De Zuiderkruis. De aankomst in Port Said was een hele ervaring en vanuit Aden voeren de Indische oceaan op. Ze zijn aangemeerd in Sabang en daar een halve dag aan wal geweest. Dat was de eerste kennismaking met de tropen (de bananen en dat gedoe). Onderweg was voor hen nog onduidelijk naar ze naar toe zouden gaan. Uiteindelijk bleek dat ze via Samarang en Salatika naar Djokjakarta zouden gaan.
Regelmatig moest hij met een konvooi mee voor bevoorrading van de buitenposten. Soms moest hij dan voor de voorste carrier uit lopen om te zien of er (trek)bommen waren gelegd. Hij moest die dan onschadelijk maken door de ontsteking er uit te halen of te laten ontploffen. De spanning en de angst waren op zulke momenten erg groot en hij was dan kletsnat van de spanning.
Gedurende zes weken moest hij elke dag mijnenvelden controleren die zijn groep zelf had gelegd voor de beveiliging van pijpleidingen. Achteraf was dat best spannend hoewel ze wisten waar de mijnen lagen. Op een zekere dag was er een mijn, 00-00-2010
Titel:
WONING - Dhr. Stokvis ;
Beschrijving:
Interview met dhr. Stokvis door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

De heer Stokvis is geboren in 1928 in Oud- Leusen; hij heeft daar jaren gewoond en woont sedert 13 jaar in Dalfsen.
Voor zijn militaire dienst was hij bouwvakker en ook na zijn diensttijd heeft hij dat beroep uitgeoefend. Zijn vader had een bouwbedrijfje.
Toen hij 19 jaar was werd hij opgeroepen voor militaire dienst (opkomen in Steenwijk) en kreeg een specialisten opleiding in Harderwijk. Hij leerde er mijnenleggen, mijnen opruimen, noodbruggen leggen e.d. (pionier als onderdeel van de Genie). Vanaf het begin was duidelijk dat hij naar de tropen zou gaan. Zijn ouders zagen daar erg tegenop, maar zelf vond hij het wel een uitdaging. Hij was in zijn leven eigenlijk nooit verder geweest dan Zwolle.
Na zijn specialistenopleiding kreeg hij bericht dat hij naar Indië moest gaan. Begin 1949 is hij vanuit Rotterdam vertrokken naar Indië met het SS De Zuiderkruis. De aankomst in Port Said was een hele ervaring en vanuit Aden voeren de Indische oceaan op. Ze zijn aangemeerd in Sabang en daar een halve dag aan wal geweest. Dat was de eerste kennismaking met de tropen (de bananen en dat gedoe). Onderweg was voor hen nog onduidelijk naar ze naar toe zouden gaan. Uiteindelijk bleek dat ze via Samarang en Salatika naar Djokjakarta zouden gaan.
Regelmatig moest hij met een konvooi mee voor bevoorrading van de buitenposten. Soms moest hij dan voor de voorste carrier uit lopen om te zien of er (trek)bommen waren gelegd. Hij moest die dan onschadelijk maken door de ontsteking er uit te halen of te laten ontploffen. De spanning en de angst waren op zulke momenten erg groot en hij was dan kletsnat van de spanning.
Gedurende zes weken moest hij elke dag mijnenvelden controleren die zijn groep zelf had gelegd voor de beveiliging van pijpleidingen. Achteraf was dat best spannend hoewel ze wisten waar de mijnen lagen. Op een zekere dag was er een mijn
Beschrijving vervolg:
afgegaan doordat een wild zwijn het mijnenveld was in gelopen.
Na veertien dagen op een ‘buitenpost’ mocht hij meestal een week naar het basiskamp in Djokjakarta om wat uit te rusten. Op een gegeven moment werd Djokjakarta ‘vrijgegeven’ aan de Indonesiërs. In die regio zaten de meeste opstandelingen, ploppers en permuda’s. Zijn compagnie is toen teruggetrokken naar Samarang. De samenwerking met Indonesiërs kwam toen geleidelijk op gang en het materiaal van het Nederlandse leger werd ook geleidelijk overgedragen.
Op een gegeven moment sneuvelde één van de pioniers uit zijn bataljon, doordat die op een trekbom met zijn carrier terecht kwam. Hij is toen op de begrafenis van die collega geweest en dat was indrukwekkend. Dat maakte hem in het begin ook voorzichtiger in zijn werk, maar geleidelijk sleet dat weer. Juist in het begin van 1949 zijn er veel Nederlandse militairen gesneuveld door hinderlagen en trekbommen.
Als militair (pionier) heeft hij zelf ook meerdere keren zo’n trekbom onschadelijk gemaakt. Hij zag dan dat de grondstructuur wat anders was; hij veegde grond er om heen schoon zodat de bom zichtbaar werd. Het spannendste moment was de bom onschadelijk maken door de ontsteking er uit te halen.
Op een gegeven moment was hij gelegerd in een voormalig concentratie kamp voor vrouwen. Dat was wel bijzonder. Hij denkt dat er veel achtergebleven Japanners later in dienst zijn getreden van de TNI. Daar hadden ze als Nederlandse militairen behoorlijk last van.
Achteraf denkt hij wel dat ook het optreden van Nederlandse militairen wel anders had gekund. Men behandelde ploppers op een manier waarvan hij nu achteraf denkt: ‘was dat nodig om mensen zo te behandelen’. Ook zag hij bij Toetang lijken van Indonesiërs drijven in de kali die door eigen mensen waren omgebracht omdat ze verdacht werden van heulen met de Nederlanders.
De aankondiging van het bestand was voor hem wel wat teleurstellend. Het Nederlandse leger was niet verslagen,
Lengte in minuten:
01:29:52
Datering:
00-00-2010
Adres:
Zwolle, [geen straatnaam]  
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06633
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Film
7262BB06632 Interview met dhr. Johan Goossen door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING). BB06632).

De heer Goossen is geboren in Almelo in 1928, heeft de middelbare schoolopleiding gedaan en was loonadministrateur bij een turfstrooiselfabriek in Vroomshoop. Hij ging als dienstplichtig soldaat in dienst werd geplaats bij de verbindingsdienst. In maart 1948 was hij opgekomen in de kazerne in Assen. Na 5 maanden ging hij met de boot naar Indië. Hij kreeg een gedegen training voor hij naar Indië vertrok en wist dat het wel twee jaar zou kunnen duren. Uiteindelijk bleek het 22 maanden te worden. Voor hij vertrok naar Indië ging hij al zijn ooms en tantes vaarwel zeggen. Zo doende kreeg hij een leuk zakcentje mee, want iedereen gaf hem wel wat mee. Met de motor van zijn broer toerde hij zo door Oost-Nederland
Met de trein ging hij – onder begeleiding van de Militaire Politie - vanuit Assen naar Zwolle en vervolgens naar de haven in Amsterdam. Met het SS de Grote Beer ging hij - via Port Said en het Suezkanaal - voer hij naar Indië. Omdat de vaste bemanning onvoldoende was, draaide hij diensten als radiotelegrafist in de radiokamer van het schip. De eerste ankerplaats was op het eiland Sawang gelegen boven Sumatra. Daarna naar Batavia ( op Java ) en verder naar Samarang. Tijdens de zeereis kon hij zich alleen wassen met zout water; dat was erg onaangenaam omdat het zout plakte aan het lichaam.
Met een landingsvaartuig werden ze van de boot naar de vaste wal gebracht. Met trucks gingen daarna naar de kazerne en deed hij de eerste indrukken op van een geheel andere wereld. De kazerne lag in Boven-Samarang. Hij zocht direct contact met een neef van hem en met een jongen die ook uit Almelo kwam en daar al enige tijd waren, gelegen in een kazerne die daar vlakbij was.
Na een week in Samarang, mede om te wennen aan het klimaat, werd hij verplaatst naar het westen van Java. Hij werd ingedeeld bij een veldleger en had zijn wapen gekregen. Bij, 00-00-2010
Titel:
WONING - Dhr. Goossen ;
Beschrijving:
Interview met dhr. Johan Goossen door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING). BB06632).

De heer Goossen is geboren in Almelo in 1928, heeft de middelbare schoolopleiding gedaan en was loonadministrateur bij een turfstrooiselfabriek in Vroomshoop. Hij ging als dienstplichtig soldaat in dienst werd geplaats bij de verbindingsdienst. In maart 1948 was hij opgekomen in de kazerne in Assen. Na 5 maanden ging hij met de boot naar Indië. Hij kreeg een gedegen training voor hij naar Indië vertrok en wist dat het wel twee jaar zou kunnen duren. Uiteindelijk bleek het 22 maanden te worden. Voor hij vertrok naar Indië ging hij al zijn ooms en tantes vaarwel zeggen. Zo doende kreeg hij een leuk zakcentje mee, want iedereen gaf hem wel wat mee. Met de motor van zijn broer toerde hij zo door Oost-Nederland
Met de trein ging hij – onder begeleiding van de Militaire Politie - vanuit Assen naar Zwolle en vervolgens naar de haven in Amsterdam. Met het SS de Grote Beer ging hij - via Port Said en het Suezkanaal - voer hij naar Indië. Omdat de vaste bemanning onvoldoende was, draaide hij diensten als radiotelegrafist in de radiokamer van het schip. De eerste ankerplaats was op het eiland Sawang gelegen boven Sumatra. Daarna naar Batavia ( op Java ) en verder naar Samarang. Tijdens de zeereis kon hij zich alleen wassen met zout water; dat was erg onaangenaam omdat het zout plakte aan het lichaam.
Met een landingsvaartuig werden ze van de boot naar de vaste wal gebracht. Met trucks gingen daarna naar de kazerne en deed hij de eerste indrukken op van een geheel andere wereld. De kazerne lag in Boven-Samarang. Hij zocht direct contact met een neef van hem en met een jongen die ook uit Almelo kwam en daar al enige tijd waren, gelegen in een kazerne die daar vlakbij was.
Na een week in Samarang, mede om te wennen aan het klimaat, werd hij verplaatst naar het westen van Java. Hij werd ingedeeld bij een veldleger en had zijn wapen gekregen. Bij
Beschrijving vervolg:
aankomst moest hij direct wacht lopen bij het logegebouw en vechten tegen de slaap. Het was er aardedonker.
Tijdens een andere wacht hoorde hij de gehele nacht geritsel in de bomen. Hij wist niet wat het was en bij het aanbreken van de dag bleek dat er een aap aan een ketting in de boom zat. Zijn eerste vuurcontact was tijdens een nachtelijke wachtdienst bij de officiersmess. Midden inde nacht werd hij beschoten door opstandelingen. Hij vuurde terug en kroop daarna onder de heg door om in veiligheid te komen. Op dat moment werd hij bijna door eigen vuur neergeschoten omdat de kok dacht dat er een opstandeling door heg kwam kruipen. De bataljonscommandant kon net op tijd ingrijpen.
Eén van zijn taken was gesaboteerde verbindingskabels te herstellen. Iedere dag ging een kabelploeg op weg naar de plek waar kabels waren gesaboteerd. Men trok dan de bushbush in en repareerde de kabels. Vaak was dat in gevaarlijk gebied. Als deelnemer aan de kabelploeg heeft hij echter nooit tegenstand ondervonden. Het was alsof er een engel op je schouder zat, aldus de het Goossen. Er is nooit enig vuurcontact geweest.
Het grootste gevaar voor troepenverplaatsingen en patrouilles was de trekbom (vergelijkbaar met de latere bermbom) die in hinderlagen waren geplaatst. Hij had gehoopt bij de tweede politionele actie meer ingezet te worden maar dat was niet het geval.
Hij had naast zijn wapen altijd twee handgranaten op zak. Ook ’s nachts was het wapen altijd binnen handbereik en ging mee onder de klamboe. De handgranaten werden dan uit veiligheidsoverwegingen gedemonteerd.
Op een vrije dag wordt hij in een tram in Batavia door een zakkenroller overvallen. Hij grijpt de dader bij zijn keel en brengt hem naar het dichtstbijzijnde politiebureau en daar wordt proces-verbaal opgemaakt.
Tijdens de overdracht was hij ziek (een soort dysenterie) en lag hij van november 1949 tot februari 1950 in het hospitaal in Semarang. Men kon eerst niet achterhalen wat er aan de
Lengte in minuten:
01:44:40
Datering:
00-00-2010
Adres:
Zwolle, [geen straatnaam]  
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Oud nummer:
BB06632
Materiaal:
DVD;
Materiaal opmerkingen:
formaat beeld: kleur;
formaat geluid: mono;
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Film
7261BB06631 Interview met dhr. Wim Rolwes door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING). `
Wim Rolves vertelt het verhaal van zijn vader (en moeder) voor zover zich dat in Indonesië afspeelde.

Vader: Joop Rolwes 1 april 1926 - 8 december 1973
Moeder: Anneke Remeus 14 juli 1925 – 11 januari 1982


Vader

Vader heeft zijn jeugd doorgebracht in Zwolle als zoon van Willem Rolwes en Johanna Kroonenberg en kleinzoon van Joseph Rolwes (de neije duzend, een markant stadsfiguur in Zwolle). Willem was handelaar in turf en kolen tot zijn overlijden in 1940, waarna zijn handel door de Duitsers in beslag werd genomen. Vader is katholiek gedoopt vanwege de materiele voordelen die dat vanuit de katholieke kerk bracht. Na afloop van de 2e Wereld oorlog moest Vader in militaire dienst. In 1946 werd hij opgeroepen. Hij was toen 20 jaar.
Na een periode in Zuid Laren te zijn gelegerd kreeg hij in het voorjaar van 1947 een oproep van het Ministerie van Defensie om naar Nederlands Indie te gaan om daar deel te nemen aan een oorlog tegen de Indonesiërs in hun strijd voor onafhankelijkheid. Vader was geen voorstander van deze koloniale oorlog, wilde daar dan ook niet aan meedoen, maar werd door de Militaire Politie in Zwolle van huis opgehaald en in Amsterdam op de boot gezet: de Johan van Oldenbarnevelt waarop hij met vele andere Indie-gangers naar Nederlands Indie werden vervoerd.
Na een reis van ongeveer een maand kwam Vader aan in Surabaja en werd hij gelegerd in Batavia bij het onderdeel Aan en Afvoertroepen onder sergeant Harkes. Hij werd daar chauffeur op een Weapon Carier ter bevoorrading van gevechts- en andere eenheden van het Nederlands leger (als soldaat, later soldaat 1e klas). Hij heeft voorzover ons bekend zelf geen gevechtshandelingen verricht.
In 1948 kreeg Vader tropeneczeem en werd hij opgenomen in het Tjikini hospitaal in Batavia.


Moeder

Moeder heeft haar jeugd doorgebracht in Bodja dicht bij, 00-00-2010
Titel:
WONING - Dhr. W. Rolwes ;
Beschrijving:
Interview met dhr. Wim Rolwes door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING). `
Wim Rolves vertelt het verhaal van zijn vader (en moeder) voor zover zich dat in Indonesië afspeelde.

Vader: Joop Rolwes 1 april 1926 - 8 december 1973
Moeder: Anneke Remeus 14 juli 1925 – 11 januari 1982


Vader

Vader heeft zijn jeugd doorgebracht in Zwolle als zoon van Willem Rolwes en Johanna Kroonenberg en kleinzoon van Joseph Rolwes (de neije duzend, een markant stadsfiguur in Zwolle). Willem was handelaar in turf en kolen tot zijn overlijden in 1940, waarna zijn handel door de Duitsers in beslag werd genomen. Vader is katholiek gedoopt vanwege de materiele voordelen die dat vanuit de katholieke kerk bracht. Na afloop van de 2e Wereld oorlog moest Vader in militaire dienst. In 1946 werd hij opgeroepen. Hij was toen 20 jaar.
Na een periode in Zuid Laren te zijn gelegerd kreeg hij in het voorjaar van 1947 een oproep van het Ministerie van Defensie om naar Nederlands Indie te gaan om daar deel te nemen aan een oorlog tegen de Indonesiërs in hun strijd voor onafhankelijkheid. Vader was geen voorstander van deze koloniale oorlog, wilde daar dan ook niet aan meedoen, maar werd door de Militaire Politie in Zwolle van huis opgehaald en in Amsterdam op de boot gezet: de Johan van Oldenbarnevelt waarop hij met vele andere Indie-gangers naar Nederlands Indie werden vervoerd.
Na een reis van ongeveer een maand kwam Vader aan in Surabaja en werd hij gelegerd in Batavia bij het onderdeel Aan en Afvoertroepen onder sergeant Harkes. Hij werd daar chauffeur op een Weapon Carier ter bevoorrading van gevechts- en andere eenheden van het Nederlands leger (als soldaat, later soldaat 1e klas). Hij heeft voorzover ons bekend zelf geen gevechtshandelingen verricht.
In 1948 kreeg Vader tropeneczeem en werd hij opgenomen in het Tjikini hospitaal in Batavia.


Moeder

Moeder heeft haar jeugd doorgebracht in Bodja dicht bij
Beschrijving vervolg:
Semarang als dochter van Willem Remeus en Sopini. Willem had een Nederlandse vader, wiens familie oorspronkelijk uit Veere Zeeland kwam, en een Indonesische moeder. Hij had de gedeeltelijke leiding over een plantage waarvan de eigendom in Nederlandse handen lag. Willem had meerdere vrouwen, waaronder Sopini, waarbij hij kinderen had. Moeder had dan ook verschillende halfbroers en halfzusters.
Willem was mohammedaan, Moeder is katholiek opgevoed vanwege de materiele voordelen die de kerk in ruil hiervoor bood.
De geboortedatum van Moeder staat niet vast (13 juli 1925). Omdat Willem Remeus kinderen bij meerdere vrouwen had en volgens de Nederlandse wet polygamie verboden was moest er tussen de geboorte van de kinderen minimaal 9 maanden liggen en werden er wel eens onjuiste geboortedata opgegeven.
Moeder is vermoedelijk omstreeks 1944 verhuisd van Bodja naar Batavia om als verpleegster te gaan werken in het Tjikini hospitaal. Zij was toen ongeveer 18 jaar.


Verkeringsperiode

Tijdens de opname van Vader in 1948 in het ziekenhuis in Batavia hebben Vader en Moeder elkaar ontmoet, hij was soldaat en patiënt, zij was verpleegster. Hun verkeringsperiode speelde zich af tegen de achtergrond van een koloniale guerrillaoorlog en duurde ruim een jaar. Batavia was relatief veilig maar in de binnenlanden was dat niet het geval. Zij gingen regelmatig naar het strand (Vader had de bren mitrailleur dan bij zich), uit eten en naar de bioscoop, maar vanwege de oorlog was er vermoedelijk geen echt uitgangsleven. Uit de verhalen die Vader en Moeder uit die tijd hebben verteld hebben we van hun verkeringsperiode het beeld overgehouden dat er sprake was van een bijzondere liefdesrelatie. Indische vrouwen zagen vaak op tegen blanke mannen (tuan blanda), zo ook Moeder die helemaal weg was van Vader (een knappe grote blonde man). Vader was helemaal in de ban van Moeder (een mooie, exotische ingetogen vrouw). Haar rustige en bescheiden karakter paste goed bij
Lengte in minuten:
00:51:13
Datering:
00-00-2010
Adres:
Zwolle, [geen straatnaam]  
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06631
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Film
7260BB06630 Interview met dhr. J. Zwart door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).


De heer Johan Zwart is geboren in 1935 in Enschede. Als dienstplichtig marinier was hij in Nieuw Guinea. Hij was voor zijn militaire diensttijd verwarmingsmonteur en wilde graag bij de mariniers dienen. Hij is opgekomen in Doorn en heeft daar zijn opleiding gehad. Zijn vader was antimilitair en vond het maar niets dat zijn zoon in militaire dienst ging. Na zijn opleiding in 1957 ging hij (als laatste reserve van zijn peloton) naar Nieuw Guinea. Hij vertrok in november 1957 met het vliegtuig naar Rome, vandaar naar Caïro en na nog een paar tussenlandingen kwam hij aan in Biak. In totaal was het ca 23 uur vliegen. De vliegreis was een behoorlijk avontuur te meer omdat hij nog nooit had gevlogen.
De aankomst van Biak was overweldigend; de hitte was wel dragelijk. De eerste dag hebben we aan het strand gelegen en ze sliepen de eerste nachten in tenten. Na drie weken was Johan geacclimatiseerd en gewend aan de warmte.
In het instructieboekje stond was het doel van hun verblijf daar was, zoals bescherming bevolking en infiltratie voorkomen. Zeer beperkte voorlichting over geslachtsziekten.
Van Biak ging hij naar Manuquari, daar kreeg hij de tropenopleiding en zijn wapen. Veel oefenen (met mitrailleur schieten, schuttersputten graven, etc. Hij werd daar klaargestoomd voor het echte patrouillewerk. Nooit een infiltrant opgepakt, hoewel hij meerdere keren achter infiltranten heeft aangezeten (‘ze konden blijkbaar harder lopen dan ik’). Na zijn opleiding ging hij naar Sorong en daar begon het patrouille lopen in het Vogelkopgebied. Contacten met het thuisfront waren er per brief met zijn toenmalige verloofde (nu zijn vrouw). Een patrouillegroep bestond veelal uit ca 15 à 20 man onder leiding van een sergeant of luitenant. Twee Papoea’s dienden als gids van de patrouille, zij liepen op blote voeten. De patrouillegroep droeg speciale kleding tegen de, 00-00-2010
Titel:
WONING - Dhr. J. Zwart ;
Beschrijving:
Interview met dhr. J. Zwart door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).


De heer Johan Zwart is geboren in 1935 in Enschede. Als dienstplichtig marinier was hij in Nieuw Guinea. Hij was voor zijn militaire diensttijd verwarmingsmonteur en wilde graag bij de mariniers dienen. Hij is opgekomen in Doorn en heeft daar zijn opleiding gehad. Zijn vader was antimilitair en vond het maar niets dat zijn zoon in militaire dienst ging. Na zijn opleiding in 1957 ging hij (als laatste reserve van zijn peloton) naar Nieuw Guinea. Hij vertrok in november 1957 met het vliegtuig naar Rome, vandaar naar Caïro en na nog een paar tussenlandingen kwam hij aan in Biak. In totaal was het ca 23 uur vliegen. De vliegreis was een behoorlijk avontuur te meer omdat hij nog nooit had gevlogen.
De aankomst van Biak was overweldigend; de hitte was wel dragelijk. De eerste dag hebben we aan het strand gelegen en ze sliepen de eerste nachten in tenten. Na drie weken was Johan geacclimatiseerd en gewend aan de warmte.
In het instructieboekje stond was het doel van hun verblijf daar was, zoals bescherming bevolking en infiltratie voorkomen. Zeer beperkte voorlichting over geslachtsziekten.
Van Biak ging hij naar Manuquari, daar kreeg hij de tropenopleiding en zijn wapen. Veel oefenen (met mitrailleur schieten, schuttersputten graven, etc. Hij werd daar klaargestoomd voor het echte patrouillewerk. Nooit een infiltrant opgepakt, hoewel hij meerdere keren achter infiltranten heeft aangezeten (‘ze konden blijkbaar harder lopen dan ik’). Na zijn opleiding ging hij naar Sorong en daar begon het patrouille lopen in het Vogelkopgebied. Contacten met het thuisfront waren er per brief met zijn toenmalige verloofde (nu zijn vrouw). Een patrouillegroep bestond veelal uit ca 15 à 20 man onder leiding van een sergeant of luitenant. Twee Papoea’s dienden als gids van de patrouille, zij liepen op blote voeten. De patrouillegroep droeg speciale kleding tegen de
Beschrijving vervolg:
muskieten.
De bush was bijna ondoordringbaar en drukkend warm. Van boven uit gezien was het net een bloemkoolveld. De mensen woonden in paalwoningen in kampongs. Onderweg kwamen ze soms plaatselijke bevolking tegen en eenmaal troffen ze ook een schooltje aan.
Eenmaal wilden de koelies, die de bagage droegen, niet verder omdat ze op voor hen vijandelijk gebied. Koelies kregen één gulden per dag, maar ze wisten niet wat ze met geld moesten doen. Bij tante Mack gingen Johan en zijn maten regelmatig eten.
In het najaar 1958 kreeg hij bericht dat hij weer naar huis mocht. Hij verzamelt een aantal souvenirs en allerlei schelpen die hij meeneemt naar huis. Via Japan en Stavanger vliegt hij naar Nederland. Hij komt aan op Schiphol en vervolgens met de taxi naar huis.
Lengte in minuten:
01:01:18
Datering:
00-00-2010
Adres:
Zwolle, [geen straatnaam]  
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06630
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Film
7259BB06629 Interview met dhr. Heidekamp door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Interview met Berend Heidekamp, wonend Sportlaan 51, Emmeloord BB06629
Project Woning


Hij is geboren in 1923 in Onstwedde in Groningen en is na de lagere school direct gaan werken. Tijdens het zaaien van de haver ervaarde hij het uitbreken van de oorlog. Aanvankelijk ging tijdens de bezetting het leven gewoon door. In 1943 is hij ondergedoken in de regio Veenendaal, omdat hij niet in Duitsland te werk gesteld wilde worden. In de regio Veenendaal heeft hij ca 9 maanden gewoond. Daarna is hij met de fiets (tandem) teruggegaan naar zijn thuis is Onstwedde, maar zorgde ervoor buiten het zicht van de Duitsers te blijven. Poolse militairen hebben Onstwedde bevrijd; daarna is er een groot feest.
Kort na de WO II heeft hij zich vrijwillig gemeld als militair die naar Indonesië zou worden uitgezonden. In de kazerne in Zuidlaren werd een bataljon gevormd van vrijwillige militairen uit die regio die naar Indonesië gingen. De doelstelling was de daar wonende Japanners te bewaken, die Indonesië. Hij ging een opleiding in Zuidlaren en ging op 1 januari 1946 met de trein naar Oostende en is daar op de boot gegaan naar Engeland. Met de trein ging hij naar East Hampstead en kreeg daar een vervolgopleiding. Vanuit Southhampton ging met de boot naar Singapore, daar sliep hij drie weken in tenten en moest op de Japanners passen. Vanuit Malakka (Singapore) ging hij met de boot naar Jakarta en is vervolgens doorgevaren naar Soerabaja (Batavia). De reis naar Indonesië was avontuurlijk en gaf allerlei nieuwe indrukken. In de kazerne in Soerabaja kregen ze ’s nachts te maken met aanvallen van opstandelingen waarbij er drie doden en elf gewonden vielen. De dag daarop hebben ze het terrein om de kazernegebouwen helemaal platgebrand zodat ze konden zien wat er op hen afkwam. Daarna begon het patrouille lopen en het beveiligen van de bevolking die geleidelijk weer in, 00-00-2010
Titel:
WONING - Dhr. Heidekamp ;
Beschrijving:
Interview met dhr. Heidekamp door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Interview met Berend Heidekamp, wonend Sportlaan 51, Emmeloord BB06629
Project Woning


Hij is geboren in 1923 in Onstwedde in Groningen en is na de lagere school direct gaan werken. Tijdens het zaaien van de haver ervaarde hij het uitbreken van de oorlog. Aanvankelijk ging tijdens de bezetting het leven gewoon door. In 1943 is hij ondergedoken in de regio Veenendaal, omdat hij niet in Duitsland te werk gesteld wilde worden. In de regio Veenendaal heeft hij ca 9 maanden gewoond. Daarna is hij met de fiets (tandem) teruggegaan naar zijn thuis is Onstwedde, maar zorgde ervoor buiten het zicht van de Duitsers te blijven. Poolse militairen hebben Onstwedde bevrijd; daarna is er een groot feest.
Kort na de WO II heeft hij zich vrijwillig gemeld als militair die naar Indonesië zou worden uitgezonden. In de kazerne in Zuidlaren werd een bataljon gevormd van vrijwillige militairen uit die regio die naar Indonesië gingen. De doelstelling was de daar wonende Japanners te bewaken, die Indonesië. Hij ging een opleiding in Zuidlaren en ging op 1 januari 1946 met de trein naar Oostende en is daar op de boot gegaan naar Engeland. Met de trein ging hij naar East Hampstead en kreeg daar een vervolgopleiding. Vanuit Southhampton ging met de boot naar Singapore, daar sliep hij drie weken in tenten en moest op de Japanners passen. Vanuit Malakka (Singapore) ging hij met de boot naar Jakarta en is vervolgens doorgevaren naar Soerabaja (Batavia). De reis naar Indonesië was avontuurlijk en gaf allerlei nieuwe indrukken. In de kazerne in Soerabaja kregen ze ’s nachts te maken met aanvallen van opstandelingen waarbij er drie doden en elf gewonden vielen. De dag daarop hebben ze het terrein om de kazernegebouwen helemaal platgebrand zodat ze konden zien wat er op hen afkwam. Daarna begon het patrouille lopen en het beveiligen van de bevolking die geleidelijk weer in
Beschrijving vervolg:
Soerabaja terugkwam. Na enige tijd hebben ze de Engelse militairen die daar ook waren, afgelost. In kampongs in de omgeving van Soerabaja heeft hij ca één jaar verbleven. Regelmatig was er vuurcontact met de opstandelingen en namen ze ook opstandelingen krijgsgevangen. De omstandigheden waren erg primitief, auto’s moesten ze zelf zien te verwerven door oude auto’s op te knappen. De eerste zware mitrailleur (een Bren) hebben ze buitgemaakt op de vijand. Van nabij maakte hij het sneuvelen van meerdere militairen mee.
Tijdens patrouilles en bezoeken aan kampongs werden regelmatig opstandelingen gevangen genomen. Heidekamp weigerde om ongewapende mannen dood te schieten maar zijn luitenant schoot hen zonder pardon dood. Eenmaal is Heidekamp gewond geraakt; het was gelukkig slechts een vleeswond aan zijn arm en na een week werd hij weer ontslagen uit het ziekenhuis. Hij moest zelf zijn vervoer verzorgen terug naar zijn bataljon.
Eind 1947 kwam de eerste politionele actie. Daarbij heeft hij Malang bezet gehouden; er was behoorlijk veel verzet in Malang. Vanuit Malang ging hij op patrouille en bij terugkomst had een bevriende Javaan vaak vers fruit op hun bed gelegd. Van zijn verloofde ontving hij heel veel post; die post was voor hem erg belangrijk. Vanuit Malang is hij in september 1948 naar huis gegaan. Eerst naar Lawang, een dorp in de buurt van Malang, en na zes weken naar Nederland. Aankomst in Rotterdam en daarna met de bus naar huis. Er stond een ereboog voor hem klaar, daarna kon het normale leven weer beginnen.
Eénmaal, in 1981, is hij met zijn vrouw terug geweest in Indonesië
Lengte in minuten:
01:00:47
Datering:
00-00-2010
Adres:
Zwolle, [geen straatnaam]  
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06629
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Film
7258BB06628 Interview met dhr. Wil Cornelissen door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

BB06628
Wil Cornelissen geboren op 16 juni 1928 in Zwolle en is opgegroeid aan de Vondelkade. Hij heeft op de openbare school (school 2) gezeten in Zwolle, gelegen aan de Turfmarkt. De Turfmarkt was toen nog onbestraat en gaat na de basisschool naar de Rijks HBS aan de Bagijnensingel en slaagde in 1948 voor het eindexamen.
Zijn moeder was Joods, maar door de Duitsers werd hij niet als Jood gezien. Zijn vader was doopsgezind, maar deed daar niet veel aan. Zijn moeders familie kwam uit een grote Joodse familie die bijna allemaal in Zwolle woonden. Zijn vader was amateur dirigent bij het orkest DOK (door oefening kunst). Zijn vader had een goede opleiding genoten en stimuleerde Wil om zich goed te ontwikkelen. Van zijn vader heeft de liefde voor klassieke muziek meegekregen.
Wil wordt opgeroepen voor de dienstplicht; hij moest opkomen in Wezep en heeft in Kampen de opleiding gedaan voor de militaire administratie. Hij werd ingedeeld bij 434e infanterie regiment Prinses Irene. Als sergeant ging hij naar Indonesië. Hij ging met ’De Volendam’ op reis naar Indonesië. Van de reis daarheen kan hij zich niet veel meer herinneren. De passage door het Suezkanaal was indrukwekkend en het was er bloedheet. De eerste confrontatie met een andere wereld. Hij wordt op Sumatra (Padang) afgezet en in een kazerne geplaatst. Het is dan eind 1948. Hij heeft dan geen idee hoe de (politieke) situatie daar is, en krijgt flink op zijn donder van de sergeant majoor nadat hij daar een wandeling buiten de kazerne heeft gemaakt.
In de aanvang had hij geen idee wat hij daar moest doen. Na een korte tijd werd het bataljon (waar hij bij was ingedeeld) opgeheven. Van Sumatra ging hij naar Batavia en heeft daar een paar weken gezeten. Vandaar ging hij met een vliegtuigje naar Nieuw Guinea. Hij kwam aan op Biak en na een paar dagen kwam de rest van zijn oude bataljon met het, 00-00-2010
Titel:
WONING - Dhr. Wil Cornelissen ;
Beschrijving:
Interview met dhr. Wil Cornelissen door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

BB06628
Wil Cornelissen geboren op 16 juni 1928 in Zwolle en is opgegroeid aan de Vondelkade. Hij heeft op de openbare school (school 2) gezeten in Zwolle, gelegen aan de Turfmarkt. De Turfmarkt was toen nog onbestraat en gaat na de basisschool naar de Rijks HBS aan de Bagijnensingel en slaagde in 1948 voor het eindexamen.
Zijn moeder was Joods, maar door de Duitsers werd hij niet als Jood gezien. Zijn vader was doopsgezind, maar deed daar niet veel aan. Zijn moeders familie kwam uit een grote Joodse familie die bijna allemaal in Zwolle woonden. Zijn vader was amateur dirigent bij het orkest DOK (door oefening kunst). Zijn vader had een goede opleiding genoten en stimuleerde Wil om zich goed te ontwikkelen. Van zijn vader heeft de liefde voor klassieke muziek meegekregen.
Wil wordt opgeroepen voor de dienstplicht; hij moest opkomen in Wezep en heeft in Kampen de opleiding gedaan voor de militaire administratie. Hij werd ingedeeld bij 434e infanterie regiment Prinses Irene. Als sergeant ging hij naar Indonesië. Hij ging met ’De Volendam’ op reis naar Indonesië. Van de reis daarheen kan hij zich niet veel meer herinneren. De passage door het Suezkanaal was indrukwekkend en het was er bloedheet. De eerste confrontatie met een andere wereld. Hij wordt op Sumatra (Padang) afgezet en in een kazerne geplaatst. Het is dan eind 1948. Hij heeft dan geen idee hoe de (politieke) situatie daar is, en krijgt flink op zijn donder van de sergeant majoor nadat hij daar een wandeling buiten de kazerne heeft gemaakt.
In de aanvang had hij geen idee wat hij daar moest doen. Na een korte tijd werd het bataljon (waar hij bij was ingedeeld) opgeheven. Van Sumatra ging hij naar Batavia en heeft daar een paar weken gezeten. Vandaar ging hij met een vliegtuigje naar Nieuw Guinea. Hij kwam aan op Biak en na een paar dagen kwam de rest van zijn oude bataljon met het
Beschrijving vervolg:
schip aan. Ze werden ondergebracht in Nissenhutten en opnieuw ingedeeld. Wat zijn taak als administrateur daar was, dat kan hij zich niet meer herinneren.
De jaarwisseling 1949/1950 werd gevierd in het Slockerhuis (Nieuw Guinea). In de omgeving werden nog overblijfselen van het Amerikaanse leger gevonden. Met ene Gideon (een inlander) ging hij door het oerwoud naar het dorpje waar Gideon vandaan kwam. Hij zag onderweg naar dat dorpje ook een gevecht tussen twee witte kakatoes; na enige uren kwamen ze aan in het dorpje aan en werd ontvangen door de dorpsoudste. Het dorp lag aan het Santanimeer en daar hebben ze een jonge krokodil gevangen en gegeten. De dorpsoudste bood hem een vrouw aan voor de nacht, maar daarvan wilde hij geen gebruikmaken. Hij sliep die nacht op een tampatje. De volgende dag kreeg hij ervan langs van zijn kapitein, want de tocht was gevaarlijk wegens slangen en wilde varkens.
Het grootste deel van zijn militaire tijd heeft hij doorgebracht s in Nieuw Guinea als administrateur. Daar krijgt hij van Overste Vriesman het bericht dat zijn vader is overleden (april 1950). Die middag maakte hij een lange wandeling langs het strand en daarmee begint een chaotische periode in zijn diensttijd. Hij mag vervroegd terug naar Nederland en wordt ontheven van actieve dienst. Op dat moment weet hij nog niet wanneer hij terug kan. Hij wordt meerdere keren overgeplaatst en moet zich dan melden, maar men weet dan vaak niet af van zijn komst. Hij wordt van het kastje naar de muur gestuurd; hij denkt vanwege de administratieve problemen die er waren bij de overdracht van Indië naar Indonesië. Waarschijnlijk na interventie van Prins Bernhard kon hij met een Noors schip vanuit Batavia naar Nederland repatriëren. Uiteindelijk komt hij pas eind oktober 1950 thuis. Hij voelt zich verantwoordelijk voor zijn moeder en zijn jongere broer. Bij thuiskomst in Zwolle ontbrak de gebruikelijke ereboog maar wel een lijst van de gulle gaven die de straatbewoners had
Lengte in minuten:
01:49:55
Datering:
00-00-2010
Adres:
Zwolle, [geen straatnaam]  
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Oud nummer:
BB06628
Materiaal:
DVD;
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Film
7257BB06627 Interview met dhr. Geert Begeman door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING). Geert Begeman is geboren op: 31 – 07 – 1928

Dienstplichtig Landmacht – 41e veldcompagnie.



Geert is voor zijn dienstplicht auto monteur in een garage aan de Dedemsvaart.

Hij ziet dat zijn kameraden zich stuk voor stuk opgeven om als vrijwilliger naar Indonesië te gaan.

Na 1945 is er veel propaganda in het hele land om als vrijwillig militair te worden uitgezonden om

door middel van politionele acties de orde en rust terug te brengen in Nederlands Indië, waar veel onrust is, en waar vooral op Java de roep om onafhankelijkheid groot is.

Voor Geert, die zich wat eenzaam voelt na het vertrek van zijn vrienden, is dit ook een reden om zich als vrijwilliger te melden. Maar dat hoeft niet want hij is dienstplichtig.

Hij komt in 1948 op in Amersfoort en wordt na zijn opleiding ingedeeld om ook naar dat verre Indië te vertrekken. Ze krijgen wat voorlichting, waar hij zich niet veel van kan herinneren en reist naar Rotterdam, waar hij wordt ingescheept op de Zuiderkruis.

Op dit schip is er ’s morgens nog wel appel en volgen er wat voorlichtingsbijeenkomsten, maar er is ook veel vrijheid en er wordt veel gekaart. Verder is het een rustige tocht van zo’n 4 weken met weinig tot geen zeezieken.

Na de gebruikelijke route via het Suez-kanaal is de tocht rechtstreeks naar Tandjong Priok, de havenplaats van Batavia. Als ze aankomen is het september 1948, de internationale druk om het land onafhankelijk te verklaren is dan op zijn hoogtepunt.

Geert wordt vrijwel direct naar Sukabumi getransporteerd, de bedoeling is dat daar de moegestreden militairen worden afgelost, deze mogen, soms na 3 jaar, thuis varen.

Voor Geert betekent dat autoreparaties uitvoeren als monteur in de garage. Veel wagens komen daar voor revisie en/of om kapotte onderdelen te vervangen.

Acties tegen de terroristen maakt, 00-00-2009
Titel:
WONING - Dhr. Geert Begerman ;
Beschrijving:
Interview met dhr. Geert Begeman door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING). Geert Begeman is geboren op: 31 – 07 – 1928

Dienstplichtig Landmacht – 41e veldcompagnie.



Geert is voor zijn dienstplicht auto monteur in een garage aan de Dedemsvaart.

Hij ziet dat zijn kameraden zich stuk voor stuk opgeven om als vrijwilliger naar Indonesië te gaan.

Na 1945 is er veel propaganda in het hele land om als vrijwillig militair te worden uitgezonden om

door middel van politionele acties de orde en rust terug te brengen in Nederlands Indië, waar veel onrust is, en waar vooral op Java de roep om onafhankelijkheid groot is.

Voor Geert, die zich wat eenzaam voelt na het vertrek van zijn vrienden, is dit ook een reden om zich als vrijwilliger te melden. Maar dat hoeft niet want hij is dienstplichtig.

Hij komt in 1948 op in Amersfoort en wordt na zijn opleiding ingedeeld om ook naar dat verre Indië te vertrekken. Ze krijgen wat voorlichting, waar hij zich niet veel van kan herinneren en reist naar Rotterdam, waar hij wordt ingescheept op de Zuiderkruis.

Op dit schip is er ’s morgens nog wel appel en volgen er wat voorlichtingsbijeenkomsten, maar er is ook veel vrijheid en er wordt veel gekaart. Verder is het een rustige tocht van zo’n 4 weken met weinig tot geen zeezieken.

Na de gebruikelijke route via het Suez-kanaal is de tocht rechtstreeks naar Tandjong Priok, de havenplaats van Batavia. Als ze aankomen is het september 1948, de internationale druk om het land onafhankelijk te verklaren is dan op zijn hoogtepunt.

Geert wordt vrijwel direct naar Sukabumi getransporteerd, de bedoeling is dat daar de moegestreden militairen worden afgelost, deze mogen, soms na 3 jaar, thuis varen.

Voor Geert betekent dat autoreparaties uitvoeren als monteur in de garage. Veel wagens komen daar voor revisie en/of om kapotte onderdelen te vervangen.

Acties tegen de terroristen maakt
Beschrijving vervolg:
hij niet mee. Wel moet hij een keer een motor koerier vervangen verteld hij, de vorige is tegen een stalen spandraad van de vijand aangereden en daardoor dodelijk gewond.

Verder gaat hij nog een paar keer mee als bijrijder, bij koeriersdiensten.



Er moeten na de overdracht zaken worden overgedragen, dat staat in het bestand. Omdat een overzicht niet aanwezig is, of wordt weggewerkt, werkt dit illegale zaken in de hand.

Veel wordt onderhands verkocht aan de altijd voor handel geïnteresseerde Chinezen, maar ook wel aan anderen.

Geert heeft verkering met een half Chinees/Javaans meisje en haar vader is wel geïnteresseerd in de draaibank die in de garage staat. Bij aflevering op het bestemde adres ziet Geert daar nog wat officieren die ook handel staan af te rekenen. Hij is dus duidelijk niet de enige die wat probeert te verdienen.

De leger motoren van de koeriers staan wel op de lijst voor overdracht aan de TNI. Dit doet toch wel pijn en uit wraak worden alle zuigerveren verwijderd voor de overdracht. Zo zal de TNI er geen plezier aan beleven.

Een soldaat geeft uit medelijden een paar goede schoenen aan een Javaanse medewerker die altijd maar op blote voeten moet lopen.

Deze echter is het gewend op blote voeten te lopen en ziet de schoenen als handel, hij verkoopt ze.

De soldaat, toch al op van de zenuwen door de chaos die er overal weer heerst, ziet dat hij zijn schoenen niet aanheeft. Hij roept hem bij zich en geeft hem de opdracht; de schoenen terug of hij weg. De jongen geeft vol angst toe dat hij ze heeft verkocht. Geert ziet dan dat deze zonder pardon wordt neergeschoten.

Dit gebeurt in Garud en hier vind ook een bestorming van inlanders plaats. Op de berichten dat Nederland de bezetting zal opheffen neemt een man of veertig de wapens, bamboesperen, knuppels, messen enz., op en zal de legerplaats bestormen.

De bewakers raken in paniek en schieten op de amok makende menigte. Deze lopen
Lengte in minuten:
00:51:20
Datering:
00-00-2009
Adres:
Ommen, [geen straatnaam]  
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06627
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Titel:
WONING - Dhr. Habekotté, deel 2 ;
Beschrijving:
Tweede deel van een interview met dhr. Habekotté door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Op BB06624 is het complete verhaal van de heer A. Habbe Kotté opgenomen
Lengte in minuten:
00:00:00
Datering:
00-00-2009
Adres:
Kampen, [geen straatnaam]  
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06625
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Film
7254BB06624 Eerste deel van een interview met dhr. Habe Kotté door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Verhaal van : A. (Albertus) Habe Kotté uit Kampen

Geboren: 23 – 12 – 1928

Dienstpl. soldaat Landmacht

Aanvullingspeloton 13 – 06 – 1949. West- en Midden Java.



Voor zijn dienstplicht werkt A. als assistent bij de Landbouwvoorlichtingsdienst waar hij het goed naar de zin heeft. Aanvankelijk heeft hij uitstel voor militaire dienst gekregen i.v.m. studie aan de Middelbare Landbouwschool in Meppel.

Hij wordt echter opgeroepen voor zijn dienst en komt op in september 1948 bij het 2e reg. pantserdoel artillerie. Hij volgt samen met anderen in Wezep voor deze artillerie een opleidingsperiode voor het rijbewijs drietonners.

Om ze te kunnen verplichten tot dienst in het voormalig Ned. Indië slaagde bijna niemand voor dit rijbewijs.

Ze worden dan ook ingedeeld bij aanvullingstroepen die met de Waterman vertrekken van Rotterdam op 13 juli 1949 naar Indië, in hun militaire gegevens staat dat er een opleiding voor chauffeur was gegeven.

De aanvullingstroepen zullen op diverse plaatsen de plek moeten innemen van mensen die (soms na 3 jaar) eindelijk thuis mogen varen. De Nederlandse regering heeft dan ook nog niet (ondanks de zeer grote buitenlandse druk) kunnen besluiten tot overdracht van ONS Indië.

Na Batavia, Semarang worden ze gestationeerd op Midden-Java, Soerakarta, Pati en later weer Semarang en daarna weer Batavia het kamp van de aanvullingsplaats voor levensmiddelen, hout, kazernering e.d.ongeveer tegenover de Mr. Cornelis-kazerne aan de Berenlaan.



Bij vertrek uit Nederland worden de nieuwe troepen toegesproken door een luitenant-kolonel, die onder andere zegt dat ze niet altijd alles hoeven aan te nemen.

A onthoud met name dat deel van de toespraak en als hij dan ook in Soerakarta wordt ingedeeld als chauffeur weigert hij, waarbij hij zich beroept op, 00-00-2009
Titel:
WONING - Dhr. Habekotté, deel 1 ;
Beschrijving:
Eerste deel van een interview met dhr. Habe Kotté door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Verhaal van : A. (Albertus) Habe Kotté uit Kampen

Geboren: 23 – 12 – 1928

Dienstpl. soldaat Landmacht

Aanvullingspeloton 13 – 06 – 1949. West- en Midden Java.



Voor zijn dienstplicht werkt A. als assistent bij de Landbouwvoorlichtingsdienst waar hij het goed naar de zin heeft. Aanvankelijk heeft hij uitstel voor militaire dienst gekregen i.v.m. studie aan de Middelbare Landbouwschool in Meppel.

Hij wordt echter opgeroepen voor zijn dienst en komt op in september 1948 bij het 2e reg. pantserdoel artillerie. Hij volgt samen met anderen in Wezep voor deze artillerie een opleidingsperiode voor het rijbewijs drietonners.

Om ze te kunnen verplichten tot dienst in het voormalig Ned. Indië slaagde bijna niemand voor dit rijbewijs.

Ze worden dan ook ingedeeld bij aanvullingstroepen die met de Waterman vertrekken van Rotterdam op 13 juli 1949 naar Indië, in hun militaire gegevens staat dat er een opleiding voor chauffeur was gegeven.

De aanvullingstroepen zullen op diverse plaatsen de plek moeten innemen van mensen die (soms na 3 jaar) eindelijk thuis mogen varen. De Nederlandse regering heeft dan ook nog niet (ondanks de zeer grote buitenlandse druk) kunnen besluiten tot overdracht van ONS Indië.

Na Batavia, Semarang worden ze gestationeerd op Midden-Java, Soerakarta, Pati en later weer Semarang en daarna weer Batavia het kamp van de aanvullingsplaats voor levensmiddelen, hout, kazernering e.d.ongeveer tegenover de Mr. Cornelis-kazerne aan de Berenlaan.



Bij vertrek uit Nederland worden de nieuwe troepen toegesproken door een luitenant-kolonel, die onder andere zegt dat ze niet altijd alles hoeven aan te nemen.

A onthoud met name dat deel van de toespraak en als hij dan ook in Soerakarta wordt ingedeeld als chauffeur weigert hij, waarbij hij zich beroept op
Beschrijving vervolg:
deze uitspraak en het feit dat ze geen rijbewijs hebben gekregen in Nederland.

Verder had men hun vergeten een wapen te geven, dat kregen ze pas in Soerakarta.



De aanpassing aan de tropen is vrijwel ongemerkt verlopen, ook al omdat ze 23 dagen onderweg zijn en geleidelijk hebben kunnen wennen. Hij viert zijn 21e verjaardag in de tropen.

Ze gaan eerst naar het doorgangskamp Makassan bij Batavia en vandaar met de trein naar Semarang waar ze in een oud bankgebouw worden gestationeerd. Ze zijn daar blij met de nieuwe chauffeurs, maar A houd ook hier zijn poot stijf, hij is geen chauffeur. Ook de toezegging dat dat hier in Indië helemaal geen bezwaar is dat je geen rijbewijs hebt, werkt niet. De motivatie is, in Nederland geen rijbewijs toegekend, dan in Indië ook geen chauffeur.

Ze zijn nu nog maar met zijn tweeën, omdat de rest van het peloton geleidelijk op diverse plekken mensen hebben vervangen. Ze worden nu op transport gesteld met een konvooi naar Djokja en Soerakarta en treffen daar een stadgenoot, ook een Kamper jongen. Die zegt dat ze wel met hem in de wagen kunnen meerijden, maar ze moeten zich eerst melden bij de konvooi commandant. Als ze dan in de 3-tonner klimmen klinkt van alle kanten: Hé, jongens, waar is jullie geweer???

Er wordt smakelijk gelachen als ze vertellen dat ze dat helemaal nog niet hebben.

Het konvooi staat diverse keren stil, waarschijnlijk trekbommen en beschietingen. Omdat ze in de middengroep zitten hebben ze daar niet veel van gemerkt.

Het is al na de 2e Politionele Actie als ze naar Soerakarta (Solo) gaan, daar ziet A afgebrande gebouwen, kale afgebrande vlaktes, ruïnes. Hij gaat nu daadwerkelijk ingezet worden en iemand vervangen die naar huis mag. Ze krijgen nu eindelijk ook hun wapen.

Ze gaan naar het 1e en 2e Verzorgingspeloton en komen in een villawijk die bewoond wordt door Nederlandse militairen, hier worden ze gestationeerd.

Hier in deze buurt heeft
Lengte in minuten:
01:02:36
Datering:
00-00-2009
Adres:
Kampen, [geen straatnaam]  
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06624
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Film
7253BB06623 Interview met dhr. Hendrik Borst uit Hattem door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Hendrik Borst; geboren 14-10-1925

Sld. 1e kl. K.L. Regiment Infanterie

Radiotelegrafist.



Voor Henk in dienst gaat werkt hij op een drukkerij in Hattem, later gaat hij werken bij Tijl in Zwolle.

Maar dan wordt hij opgeroepen voor de dienstplicht en komt op in Steenwijk. Daar wordt hij opgeleid voor Radiotelegrafist.

In 1946 moet hij naar Ned. Indië en gaat met de Tegelberg naar Batavia.

Over de reis is Henk kort, het was wel een leuke reis die kalm verliep. Weinig mensen zeeziek, maat het eten was slecht. Je kreeg ’s morgens zoute vis bij het brood.

Ze slapen in grote ruimen in hangmatten. Volgens Henk lag zijn plunjezak onder de hangmat, hij kan zich niets herinneren van kasten o.i.d. Er waren wel tafels met banken.

In Suez wordt kolen gebunkerd en water. Daarna op Sabang weer, hier zijn nog Japanse krijgsgevangenen. Ze gaan door straat Soenda, Henk ziet hier de Krakatow de vulkaan waar hij wel over gelezen heeft.

Ze komen op Tandjong Priok aan op 29 oktober 1946.

31 okt. Ingekwartierd in Tanahabang bij het Koningsplein.

13 november, ze verhuizen naar Tangerang, een kampong buiten Batavia.

3 december, naar kampong Melajoe, samen met maatje Van Bergen het radiocontact verzorgen.

De telefoonverbinding gaat met kilometers draden die vaak worden gesaboteerd, maar is noodzakelijk omdat de radioverbinding vaak moeilijk tot stand komt en vaak uitvalt. Henk kan zich herinneren dat ook veel met Morse wordt overgeseind.

12 februari 1947 naar Selapadjang. Dit is een kleine kampong. Transporten met bevoorrading worden vaak gesaboteerd met trekbommen, bomen die over de weg worden gelegd en gaten die in het wegdek worden gegraven.

De hindernissen hebben tot doel om het transport stil te leggen, de terroristen die in hinderlaag liggen hebben dan een, 00-00-2009
Titel:
WONING - Dhr. H. Borst ;
Beschrijving:
Interview met dhr. Hendrik Borst uit Hattem door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Hendrik Borst; geboren 14-10-1925

Sld. 1e kl. K.L. Regiment Infanterie

Radiotelegrafist.



Voor Henk in dienst gaat werkt hij op een drukkerij in Hattem, later gaat hij werken bij Tijl in Zwolle.

Maar dan wordt hij opgeroepen voor de dienstplicht en komt op in Steenwijk. Daar wordt hij opgeleid voor Radiotelegrafist.

In 1946 moet hij naar Ned. Indië en gaat met de Tegelberg naar Batavia.

Over de reis is Henk kort, het was wel een leuke reis die kalm verliep. Weinig mensen zeeziek, maat het eten was slecht. Je kreeg ’s morgens zoute vis bij het brood.

Ze slapen in grote ruimen in hangmatten. Volgens Henk lag zijn plunjezak onder de hangmat, hij kan zich niets herinneren van kasten o.i.d. Er waren wel tafels met banken.

In Suez wordt kolen gebunkerd en water. Daarna op Sabang weer, hier zijn nog Japanse krijgsgevangenen. Ze gaan door straat Soenda, Henk ziet hier de Krakatow de vulkaan waar hij wel over gelezen heeft.

Ze komen op Tandjong Priok aan op 29 oktober 1946.

31 okt. Ingekwartierd in Tanahabang bij het Koningsplein.

13 november, ze verhuizen naar Tangerang, een kampong buiten Batavia.

3 december, naar kampong Melajoe, samen met maatje Van Bergen het radiocontact verzorgen.

De telefoonverbinding gaat met kilometers draden die vaak worden gesaboteerd, maar is noodzakelijk omdat de radioverbinding vaak moeilijk tot stand komt en vaak uitvalt. Henk kan zich herinneren dat ook veel met Morse wordt overgeseind.

12 februari 1947 naar Selapadjang. Dit is een kleine kampong. Transporten met bevoorrading worden vaak gesaboteerd met trekbommen, bomen die over de weg worden gelegd en gaten die in het wegdek worden gegraven.

De hindernissen hebben tot doel om het transport stil te leggen, de terroristen die in hinderlaag liggen hebben dan een
Beschrijving vervolg:
makkelijker doelwit.

Henk herinnert zich dat ze in diverse soorten onderkomens hebben gezeten. Soms in nishutten, opgezet door de Genie, maar ook wel in bestaande en verlaten woningen, scholen of andere gebouwen. Ze slapen op hun tampatjes, opvouwbare veldbedden die op kleine pootjes een eindje van de grond staan. Ze hebben nog wel eens last van termieten of kleine miertjes.

Henk moet ook patrouillelopen, dat gebeurt met kleine groepjes die de rust en de veiligheid in de kampongs moet terugbrengen. Vaak verloopt dit rustig en is de bevolking blij ze te zien. Maar het gebeurt ook vaak dat ze daarbij in een hinderlaag lopen. Twee maal wordt de sergeant van de patrouille neergeschoten. Ook wordt een atappen hut onverwacht doorzeefd met kogels. De jongens van de wacht die daar liggen te slapen overleven het geen van allen.



Nu volgt fragment 1 uit het dagboek van Henk Borst

Fragment 1 uit dagboek



Donderdag 19 febr. Vandaag met een nacht patrouille weggeweest. Eerst met een auto naar kali Mattie, daar in twee gedeelten overgezet met een bootje en toen maar lopen. Om 24 uur waren we aan de overzijde. Mijn geweer zat al onder modder, want ik had al tot mijn knieën in de modder gestaan, tijdens het omhoog trekken van de boot, die de volgende ochtend bij terug keer toch nog weg was.

Eerst ging het daarna door struikgewas, lang bomen, over een brugje en de sawa door. Steeds over smalle glibberige sawa dijkjes. Ze zijn zo smal dat ik er vaak niet op kon blijven en ben er dan ook wel honderd keer naast gevallen of er naast gelopen, soms op handen en voeten. Ik zweette als een otter, van de inspanning en het ging maar door. Op een plaats, dicht bij huisjes, moest een brug zijn, die was er niet, maar we vonden hem toch, we waren alleen 10 meter te ver. Het was ook stikdonker en het brugje erg smal, alleen maar een paar bamboestaken. Bij het huisje zagen we steeds een lichtje, wat voor enige spanning zorgde.

Aan de
Lengte in minuten:
00:59:15
Datering:
00-00-2009
Adres:
Hattem (Gld), [geen straatnaam]  
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06623
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Film
7252BB06622 Interview met dhr. G. van der Brug door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).
Verhaal van: Gerrit van de Brug – Zwolle
Stoker 3e klas aanvankelijk Mijnenveegdienst op de mijnenveger de “Westerschelde” vegend op de Noordzee.
Later v.a. 1948 Ned.-Indië.
Geboren 07-04-1928 in de binnenstad van Zwolle.

Gerrit werkt voor hij wordt opgeroepen voor zijn dienstplicht bij de NS. Hij is hulpbankwerker in de werkplaats en blij met de oproep voor militaire dienst. Hij had al wel zijn diploma van de Machinistenschool. Zijn voorkeur gaat uit naar de Marine..
En volgt ook bij de Marine weer een technische opleiding en wordt ingezet op de Westerschelde als stoker III, bij de Mijnenveegdienst
Zijn moeder heeft een goede opleiding genoten en kan voor de klas als lerares, ze is van kerkelijke huize. Gerrits vader is goed ontwikkeld, maar heeft geen verdere schoolopleiding gevolgd. Hij is echter wel breed geïnteresseerd en heeft een grote belangstelling voor de sociale stromingen binnen de maatschappij.
Later heeft hij veel invloed op de sociale vorming van Gerrit en zijn politieke interesses en loopbaan.
Een zuster van Gerrit waar hij samen mee opgroeide is inmiddels overleden, samen komen ze uit een gezin van totaal vijf kinderen. De eerste kennismakingsdagen met de zee kenmerkten zich door een behoorlijke zeeziekte. Daarna echter gaat het goed. Het is een gevaarlijke opdracht die de mijnenvegers moeten uitvoeren. Zeker in die tijd liggen er overal veel zeemijnen, juist op de vaarroutes. De drijvende verankerde zeemijnen worden losgesneden met een zgn. mes dat achter de veger wordt meegesleept en zo de kabels moet doortrekken waarmee de mijn is verankerd. Daarna worden deze naar de wal gesleept om te worden gedemonteerd.Met apparatuur, dat achter het schip hangt, worden de akoestische en trillings- mijnen tot ontploffing gebracht.

In Antwerpen koopt hij Lucky Strike en Camel sigaretten en nylons die in Nederland, 00-00-2009
Titel:
WONING - Dhr. G. van der Brug ;
Beschrijving:
Interview met dhr. G. van der Brug door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).
Verhaal van: Gerrit van de Brug – Zwolle
Stoker 3e klas aanvankelijk Mijnenveegdienst op de mijnenveger de “Westerschelde” vegend op de Noordzee.
Later v.a. 1948 Ned.-Indië.
Geboren 07-04-1928 in de binnenstad van Zwolle.

Gerrit werkt voor hij wordt opgeroepen voor zijn dienstplicht bij de NS. Hij is hulpbankwerker in de werkplaats en blij met de oproep voor militaire dienst. Hij had al wel zijn diploma van de Machinistenschool. Zijn voorkeur gaat uit naar de Marine..
En volgt ook bij de Marine weer een technische opleiding en wordt ingezet op de Westerschelde als stoker III, bij de Mijnenveegdienst
Zijn moeder heeft een goede opleiding genoten en kan voor de klas als lerares, ze is van kerkelijke huize. Gerrits vader is goed ontwikkeld, maar heeft geen verdere schoolopleiding gevolgd. Hij is echter wel breed geïnteresseerd en heeft een grote belangstelling voor de sociale stromingen binnen de maatschappij.
Later heeft hij veel invloed op de sociale vorming van Gerrit en zijn politieke interesses en loopbaan.
Een zuster van Gerrit waar hij samen mee opgroeide is inmiddels overleden, samen komen ze uit een gezin van totaal vijf kinderen. De eerste kennismakingsdagen met de zee kenmerkten zich door een behoorlijke zeeziekte. Daarna echter gaat het goed. Het is een gevaarlijke opdracht die de mijnenvegers moeten uitvoeren. Zeker in die tijd liggen er overal veel zeemijnen, juist op de vaarroutes. De drijvende verankerde zeemijnen worden losgesneden met een zgn. mes dat achter de veger wordt meegesleept en zo de kabels moet doortrekken waarmee de mijn is verankerd. Daarna worden deze naar de wal gesleept om te worden gedemonteerd.Met apparatuur, dat achter het schip hangt, worden de akoestische en trillings- mijnen tot ontploffing gebracht.

In Antwerpen koopt hij Lucky Strike en Camel sigaretten en nylons die in Nederland
Beschrijving vervolg:
niet te krijgen zijn en verkoopt die als hij met verlof naar huis in Zwolle mag, in Amsterdam op de Wallen. Zijn vrouw ontvangt elke zaterdag op het stadhuis tien gulden per week voor haar en hun kind.
Na verloop van tijd, als hij verlof heeft, krijgt hij een oproep om zich te melden hij zal naar Indië worden gestuurd. Hij krijgt zijn inentingen en verder wat informatie.
Bij de inscheping op de Grote Beer, die vanuit Amsterdam zal vertrekken, zit zijn gezin en familieleden op een bootje op het IJ om hem uit te zwaaien, maar hij ziet ze niet en hoort daar pas later van.Gerrit is dan al getrouwd en heeft 1 dochtertje.

Hij weet eigenlijk dan maar heel weinig van Indië en heeft geen idee wat hem te wachten staat.Zijn vader heeft dan al wel een mening over de koloniën, de koloniale heersers.
Hij heeft geen idee dat het daar om een vrijheidsstrijd gaat voor onafhankelijkheid.
Nu, achteraf zegt hij dat hij met zijn huidige mening had moeten weigeren.
Maar ook zegt Gerrit dat hij geen spijt heeft van die periode en veel heeft geleerd.
Ook zegt hij dat hij toen hij een keer terug was in Indië, hij op de begraafplaats van de Indonesische verzetsstrijders zijn verontschuldigingen heeft aangeboden.

De eerste herinneringen aan Indië zijn die van een actie waarbij hij moet wachtlopen. Ze zijn gestationeerd in Soerabaja, het is december 1948.
Vooraf aan de tweede politionele actie, gewoon een koloniale oorlog, hebben de militairen een bijeenkomst, er wordt een stichtelijk woord gesproken, er wordt gezamenlijk gebeden en zingen “Wat de toekomst brenge moge, mij geleid des Heren hand” en ze krijgen een vrijbrief om te doden.
Hij heeft geen enkele tropische ervaring en is totaal onvoorbereid.
Gerrit moet dus op wacht op een opslagplaats van militair materieel, gelegen bij een kali. Het is aardedonker en hij heeft doodsangsten. Overal zijn geluiden, maar wat voor geluiden. In zijn angst loopt hij eerst maar wat heen en weer, en besluit
Lengte in minuten:
01:01:36
Datering:
00-00-2009
Adres:
Zwolle, [geen straatnaam]  
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06622
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Titel:
WONING - Ab Oost, deel 2 ;
Beschrijving:
Tweede deel van een interview met Ab Oost door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).
Het eerste deel van dit interview is opgenomen op BB06599.
Voor de beschrijving van dit tweede deel: zie BB 6599
Lengte in minuten:
00:38:30
Datering:
00-00-2009
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06600
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Film
7229BB06599 Eerste deel van een interview met Ab Oost door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).
Verhaal van: Ab Oost – Zwolle
Geboren: 02-04-1927 te Scheveningen
In Ned. Indië pel. Sergeant
Landmacht – Tijgerbrigade

Ab’s verhaal begint in de oorlogsperiode in 1942. Hij loopt dan, in afwachting op zijn toelating tot de Landbouwschool in Meppel, stage bij een boer in Giethoorn.
Hij moet daar ’s morgens als eerste eruit om de dieren te verzorgen en dan pas de boer wekken, en als laatste in bed nadat ook dan de dieren verzorgd zijn. Maar Ab heeft het reuze naar zijn zin.
Thuis hebben ze het krap, in 1942 al is er in het westen van alles niet te veel. Hij herinnert zich dat hij met Pasen, samen met zijn broer, vanuit Scheveningen op de fiets richting Harderwijk ging om vlees te halen.
Hij weet ook nog van een luchtgevecht boven Giethoorn en Steenwijk.
Het is 15 augustus 1944, de roggeoogst, hij is na de middagpauze bezig het paard uit de wei te halen, en hoort boven zich het gedreun van colonnes vliegtuigen die terug komen van bombardementen op steden in Duitsland.
Plotseling duiken er Duitse jagers op tussen de colonnes en er ontstaat een hevig vuurgevecht.
Een stuk of twaalf vliegtuigen gaan neer. Parachutes openen zich en een parachutist komt vlakbij het huis in het aardappelveld terecht. Voor hij neerkomt ziet Ab dat hij zijn helm van zich af gooit.
De vrouw van de boer is zwanger en ligt te bed. Ab rent naar binnen om haar te waarschuwen dat er geschoten wordt en, ter geruststelling, als er wat gebeurt, brand of zo hij haar er uit zal halen.
De bedoeling is om de parachutist voor de Duitsers te verbergen in de eendenkooi, maar als ze daar arriveren staat de Nederlandse Landwacht ze al op te wachten.
De helm wordt later door Ab opgepikt en als souvenir verstopt.
Zijn neef is in de N.O.Polder ondergedoken.
Op 15 november 1944 worden grote aantallen onderduikers uit de polder gehaald en te werk, 00-00-2009
Titel:
WONING - Ab Oost, deel 1 ;
Beschrijving:
Eerste deel van een interview met Ab Oost door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).
Verhaal van: Ab Oost – Zwolle
Geboren: 02-04-1927 te Scheveningen
In Ned. Indië pel. Sergeant
Landmacht – Tijgerbrigade

Ab’s verhaal begint in de oorlogsperiode in 1942. Hij loopt dan, in afwachting op zijn toelating tot de Landbouwschool in Meppel, stage bij een boer in Giethoorn.
Hij moet daar ’s morgens als eerste eruit om de dieren te verzorgen en dan pas de boer wekken, en als laatste in bed nadat ook dan de dieren verzorgd zijn. Maar Ab heeft het reuze naar zijn zin.
Thuis hebben ze het krap, in 1942 al is er in het westen van alles niet te veel. Hij herinnert zich dat hij met Pasen, samen met zijn broer, vanuit Scheveningen op de fiets richting Harderwijk ging om vlees te halen.
Hij weet ook nog van een luchtgevecht boven Giethoorn en Steenwijk.
Het is 15 augustus 1944, de roggeoogst, hij is na de middagpauze bezig het paard uit de wei te halen, en hoort boven zich het gedreun van colonnes vliegtuigen die terug komen van bombardementen op steden in Duitsland.
Plotseling duiken er Duitse jagers op tussen de colonnes en er ontstaat een hevig vuurgevecht.
Een stuk of twaalf vliegtuigen gaan neer. Parachutes openen zich en een parachutist komt vlakbij het huis in het aardappelveld terecht. Voor hij neerkomt ziet Ab dat hij zijn helm van zich af gooit.
De vrouw van de boer is zwanger en ligt te bed. Ab rent naar binnen om haar te waarschuwen dat er geschoten wordt en, ter geruststelling, als er wat gebeurt, brand of zo hij haar er uit zal halen.
De bedoeling is om de parachutist voor de Duitsers te verbergen in de eendenkooi, maar als ze daar arriveren staat de Nederlandse Landwacht ze al op te wachten.
De helm wordt later door Ab opgepikt en als souvenir verstopt.
Zijn neef is in de N.O.Polder ondergedoken.
Op 15 november 1944 worden grote aantallen onderduikers uit de polder gehaald en te werk
Beschrijving vervolg:
gesteld in Duitsland. Ook de neef van Ab wordt opgepakt, hijzelf heeft vrijstelling i.v.m. zijn werk als landarbeider en boerenknecht.
De opgepakte onderduikers lopen in lange colonnes via de Kadoelen en Zwartsluis naar Meppel waar ze op de trein naar Duitsland zullen worden gezet.
In Zwartsluis staan mensen in de deuropening te kijken naar de vreemde optocht die door de straten trekt. Er staat ook een wat ouder vrouwtje in de deuropening en de neef duikt zo achter haar langs de gang in. Ze vertrekt geen spier, maar posteert zich nog wat breder in de deuropening en via de achtertuin ontsnapt de neef aan de tewerkstelling in Duitsland.

1945-1947
I.v.m. zijn school in Meppel is Ab in huis bij zijn grootouders in Hasseltl.
Dat is ook de reden dat hij eind 1946 in Meppel wordt opgeroepen voor de keuring. Hij gaat dan 5 juni 1947 in dienst, en komt op in Assen.
Hij weet dan al dat ze allemaal voor Ned. Indië zullen worden opgeroepen en in oktober is hij dan met inschepingverlof in afwachting op zijn uitzending.
Doordat hij op de lagere school in Den Haag veel met kinderen uit Indië heeft gespeeld weet Ab al wel wat over die bestemming en is er ook nieuwsgierig naar. Ook de vader van een vriendje die op de Kota Inten als eerste machinist vaart heeft veel te vertellen over Indië.
Voorlopig gaat de uitzending echter niet door, want hij krijgt een oproep om zich te melden in Harderwijk voor een kaderopleiding als onderofficier.
Hij maakt daar dan ook die opleiding af en gaat dan pas met de lichting juli ’48 naar Indië.
Bij het inschrijven staat een jongen uit Nieuwleusen achter Ab en hij hoort de sergeant hem naar zijn naam vragen. De jongen die alleen maar plat praat noemt zijn naam, maar de sergeant kan hem onmogelijk verstaan, dus treedt hij maar op als vertaler.
Later krijgt dezelfde persoon ook een brits onder die van Ab en dan blijkt dat deze vent nog nooit verder dan 10 km van zijn dorp is geweest. Als ze over de spoorbrug bij
Lengte in minuten:
01:02:00
Datering:
00-00-2009
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06599
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Titel:
Onze troepen in Indonesië ;
Beschrijving:
Een filmstrook met foto's rondom het wel en wee van de Nederlandse troepen in Indonesië, bedoeld voor het onderwijs.
Materiaal:
diastrook;
Oud nummer:
BB03432.35
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Titel:
Oorlog en dekolonisatie ;
Beschrijving:
Deze DVD geeft een beeld van de periode die voor Molukkers erg ingrijpend is geweest. Het begint met de aanval van de Japanners van Indonesié en de onderdukking door deJ apanners.

Verder aandacht voor de dekolonisatiestrijd in Indonesië, de uitroeping van de RMS en de afwikkeling van het Koninklijk Nederlands Indisch leger.
Lengte in minuten:
00:30:
Datering:
00-00-1941 - 00-00-1995
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB07923
Materiaal opmerkingen:
formaat beeld: kleur en zwart/wit;
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Film
6692BB06597 Interview met Dhr. Stoffer door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).



Verhaal van: Egbert Stoffer (Eb)

Soldaat 1e klasse RI ondersteuning

Geb. 14 – 05 – 1929



Voor zijn dienstplicht is Egbert werkzaam als timmerman.

Hij moet dan in 1948 verplicht in dienst. Dat wordt bij een ondersteuningscompagnie (staf) in Assen. De 432e Infanterie, onder andere uitgerust met carriërs.

Het leek een compagnie te zijn die als geheel eigenlijk overbodig was, dus de manschappen worden verdeeld over diverse diensteenheden.

Na een, volgens Egbert, slechte opleidingsperiode is het duidelijk dat ook zijn eenheid zal worden ingescheept voor Ned. Indië. Hij weet al wel het een en ander over deze verre bestemming want zijn broer, waarmee hij schrijft, zit daar al een paar jaar ook als diensplichtige.

Egbert gaat op 2 september met de Grote Beer naar Indië en komt aan op de 28e van diezelfde maand. Ze moeten nog een geruime tijd voor de kust liggen voor ze in Tandjong Priok kunnen ontschepen. Het is vlak na de 2e Politionele Actie. De bestemming zal Sukabumi zijn voor Egbert want de eenheid wordt naar verschillende posten op West Java gestuurd om daar mensen die weggaan te vervangen.



Egbert krijgt zijn persoonlijk wapen uitgereikt, het blijkt in dit geval alleen maar een bajonet te zijn. Geen geweer???!!!

Daarmee moet hij dus ook op wacht voor de eerste keer. In het pikkedonker zonder geweer, en voor het eerst geconfronteerd met de tropische vuurvliegjes die geheimzinnig over de weg en in de omringende rimboe dansen.

Ook zien ze , na een tijdje ingespannen turen, iets komen aandrijven op de kali. Het zijn misschien terroristen in een bootje…… gelukkig het is een stam van een bananenboom.

Net als zoveel anderen die voor de eerste keer op wacht staan staat Egbert doodsangsten uit, nu des te erger omdat hij zonder geweer echt niet weet wat hij moet beginnen., 00-00-2009
Titel:
WONING - Dhr. Stoffer ;
Beschrijving:
Interview met Dhr. Stoffer door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).



Verhaal van: Egbert Stoffer (Eb)

Soldaat 1e klasse RI ondersteuning

Geb. 14 – 05 – 1929



Voor zijn dienstplicht is Egbert werkzaam als timmerman.

Hij moet dan in 1948 verplicht in dienst. Dat wordt bij een ondersteuningscompagnie (staf) in Assen. De 432e Infanterie, onder andere uitgerust met carriërs.

Het leek een compagnie te zijn die als geheel eigenlijk overbodig was, dus de manschappen worden verdeeld over diverse diensteenheden.

Na een, volgens Egbert, slechte opleidingsperiode is het duidelijk dat ook zijn eenheid zal worden ingescheept voor Ned. Indië. Hij weet al wel het een en ander over deze verre bestemming want zijn broer, waarmee hij schrijft, zit daar al een paar jaar ook als diensplichtige.

Egbert gaat op 2 september met de Grote Beer naar Indië en komt aan op de 28e van diezelfde maand. Ze moeten nog een geruime tijd voor de kust liggen voor ze in Tandjong Priok kunnen ontschepen. Het is vlak na de 2e Politionele Actie. De bestemming zal Sukabumi zijn voor Egbert want de eenheid wordt naar verschillende posten op West Java gestuurd om daar mensen die weggaan te vervangen.



Egbert krijgt zijn persoonlijk wapen uitgereikt, het blijkt in dit geval alleen maar een bajonet te zijn. Geen geweer???!!!

Daarmee moet hij dus ook op wacht voor de eerste keer. In het pikkedonker zonder geweer, en voor het eerst geconfronteerd met de tropische vuurvliegjes die geheimzinnig over de weg en in de omringende rimboe dansen.

Ook zien ze , na een tijdje ingespannen turen, iets komen aandrijven op de kali. Het zijn misschien terroristen in een bootje…… gelukkig het is een stam van een bananenboom.

Net als zoveel anderen die voor de eerste keer op wacht staan staat Egbert doodsangsten uit, nu des te erger omdat hij zonder geweer echt niet weet wat hij moet beginnen.
Beschrijving vervolg:


Ze zitten op een grensovergang van twee provincies op een brug, ze moeten de passerenden controleren op wapens of munitie en zijn voor deze opdracht eigenlijk totaal onvoorbereid.

Maar ook hij wordt, godzijdank, zonder dat er iets gebeurt, afgelost.

Nu naar Balaraja troepen aflossen. Hier krijgt hij een luitenant als meerdere waar Egbert beslist niet goed mee kan opschieten.

Deze wil een straatje laten aanleggen naar zijn huisje waar hij woont. Hij geeft de jangens opdracht om daarvoor maar de stenen uit de openbare weg te gebruiken. Egbert weigert aan deze opdracht gehoor te geven en de luitenant moet op zoek naar een ander, die onder zijn dreiging deze klus wel wil klaren. Maar de luitenant heeft nu een oogje op hem. Egbert is comfortabel geïnstalleerd in een klaslokaaltje. De luitenant komt hem vertellen dat hij uit het lokaaltje moet, omdat hij er een andere bestemming voor heeft. Omdat er meerdere lokalen leeg staan weigert Egbert weer om gehoor te geven aan deze opdracht. De luitenant echte trekt nu zijn geladen revolver en sommeert hem op straffe van neerschieten wegens insubordinatie aan dit bevel gehoor te geven.

Egbert moet nu wel eieren voor zijn geld kiezen en gehoorzaamt. De actie heeft verder trouwens geen enkel gevolg.

Met een maatje heeft hij verlof en besluiten in Batavia een neef op te zoeken die daar woont, deze is ook militair en zit bij de KNIL. Na veel zoeken blijken ze, na navraag, vlak voor het huis te staan waar hij woont.De neef is niet thuis, maar de ontvangst is vriendelijk en het bezoek geslaagd. De jongens besluiten terug te gaan naar de basis, maar als ze daar aankomen blijkt er van het hele peloton niets meer te zijn, ze zijn verdwenen.

Het peloton heeft ze kennelijk helemaal niet gemist, gelukkig hebben ze voor het verlof toevallig gehoord wat de volgende bestemming zou kunnen zijn, ze houden een waterwagen aan en kunnen met deze truck meeliften de goede kant op en kunnen op deze
Lengte in minuten:
00:48:30
Datering:
00-00-2009
Adres:
IJsselmuiden, [geen straatnaam]  
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06597
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Film
6691BB06596 Interview met Henk van Dieren door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Introductie, Nederland tijdens de oorlog
Naam: Henk van Dieren Geboorteplaats: Kampen Geboortedatum: 4 juni 1924 Toen de oorlog in Nederland uitbrak was de heer van Dieren 16 jaar. Omdat hij op 18 jarige leeftijd werd opgeroepen om voor de Duitsers te gaan werken dook hij in 1942 onder.

Samenvatting van het verhaal van Henk van Dieren

Na de oorlog meldde hij zich aan bij het Nederlandse leger en werd hij ingedeeld bij de mariniers, waarna hij in Amerika werd opgeleid. Hij kreeg daar een zware opleiding. Aanvankelijk zouden zij gaan strijden tegen de Japanners die nog niet hadden gecapituleerd. Tijdens zijn opleiding gaven de Japanners zich over en werd hij ingezet om naar Nederlands-Indië te gaan om daar de orde en de rust te herstellen, die ontstaan was door plunderende bendes en onafhankelijkheidsstrijders.

Vanuit Amerika naar Indië
Aanvankelijk wilde de Engelsen die Nederlands-Indië hadden bevrijd niet dat de Nederlanders aan land zouden komen. Uiteindelijk mochten ze een paar maanden later toch naar Nederlands-Indië om de orde en de rust te herstellen en daar zijn zij van eind 1945 tot eind 1947 gebleven. Zij namen daar deel aan de eerste politionele actie en liepen veel patrouilles. De dieptepunten van die tijd waren de gesneuvelde kameraden, die in hinderlagen waren gelopen.

Terugkomst in Nederland
In februari 1948 kwam de heer van Dieren weer terug in Nederland. De militairen werden niet als helden onthaald, maar werden eerder als moordenaars gezien. De heer van Dieren volgde bij thuiskomst nog enkele opleidingen en ging aan het werk bij de gemeente Kampen. Achteraf vraagt de heer van Dieren zich wel af wat Nederland nu precies in Nederlands-Indië heeft gedaan en hij ziet het een beetje als verloren jaren.

, 00-00-2009
Titel:
WONING - Henk van Dieren ;
Beschrijving:
Interview met Henk van Dieren door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Introductie, Nederland tijdens de oorlog
Naam: Henk van Dieren Geboorteplaats: Kampen Geboortedatum: 4 juni 1924 Toen de oorlog in Nederland uitbrak was de heer van Dieren 16 jaar. Omdat hij op 18 jarige leeftijd werd opgeroepen om voor de Duitsers te gaan werken dook hij in 1942 onder.

Samenvatting van het verhaal van Henk van Dieren

Na de oorlog meldde hij zich aan bij het Nederlandse leger en werd hij ingedeeld bij de mariniers, waarna hij in Amerika werd opgeleid. Hij kreeg daar een zware opleiding. Aanvankelijk zouden zij gaan strijden tegen de Japanners die nog niet hadden gecapituleerd. Tijdens zijn opleiding gaven de Japanners zich over en werd hij ingezet om naar Nederlands-Indië te gaan om daar de orde en de rust te herstellen, die ontstaan was door plunderende bendes en onafhankelijkheidsstrijders.

Vanuit Amerika naar Indië
Aanvankelijk wilde de Engelsen die Nederlands-Indië hadden bevrijd niet dat de Nederlanders aan land zouden komen. Uiteindelijk mochten ze een paar maanden later toch naar Nederlands-Indië om de orde en de rust te herstellen en daar zijn zij van eind 1945 tot eind 1947 gebleven. Zij namen daar deel aan de eerste politionele actie en liepen veel patrouilles. De dieptepunten van die tijd waren de gesneuvelde kameraden, die in hinderlagen waren gelopen.

Terugkomst in Nederland
In februari 1948 kwam de heer van Dieren weer terug in Nederland. De militairen werden niet als helden onthaald, maar werden eerder als moordenaars gezien. De heer van Dieren volgde bij thuiskomst nog enkele opleidingen en ging aan het werk bij de gemeente Kampen. Achteraf vraagt de heer van Dieren zich wel af wat Nederland nu precies in Nederlands-Indië heeft gedaan en hij ziet het een beetje als verloren jaren.

Lengte in minuten:
00:58:00
Datering:
00-00-2009
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06596
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Film
6690BB06595 Interview met Henk Scholte door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Interview met de heer Henk Scholte (BB06595)
Henk is geboren op zondag 5 september 1929.
Henk Scholte heeft na zijn 5-jarige HBS zich aangemeld voor de Koninklijke Marine. Er was toen geen officiersopleiding en daarom heeft hij zich als vrijwilliger gemeld (als oorlogsvrijwilliger). Eerst is hij opgeleid als matroos en werd daarna bevorderd tot matroos 1e klas. Hij zou kunnen meedingen voor de toelating tot de adelborsten, maar daarover kreeg hij te laat bericht. Zijn vader wilde graag dat hij dienst ging doen bij de Huzaren van Boreel in Amersfoort, maar daar voelde Henk niet voor.
In een gesprek met de kolonel kreeg hij te horen dat hij als matroos 1e klasse bij de zeemacht kon komen en een opleiding in Hilversum kon gaan volgen. In Hilversum moest hij 2 dagen tentamens doen, daarna terug naar Voorschoten alwaar hij bericht kreeg dat hij kon worden opgeleid tot aspirant reserve marine officier (ARO). De beste leerlingen werden baksoudste bij de marine, zo ook de heer Scholte. Tijdens de opleidingsperiode kwam hij elke dag een Engelse admiraal tegen die ze op militaire wijze moesten groeten. De admiraal groette echter nooit terug, waarop Henk hem op een gegeven moment ook niet groette. Foute boel!!
Na werkzaamheden bij de marinestaf in Den Haag werd hij uitgezonden naar Indië (in 1947) om andere marinemensen daar af te lossen. Hij kwam aan in Soerabaja en deed ook daar dienst in de marinestaf (op de wal). In Soerabaja waren twee grote kazernes (één van de marine en één voor de mariniers). Nederland vocht daar een guerrilla oorlog zonder duidelijke tegenstander. Op het internationale politieke vlak speelde veel meer dan de Nederlandse belangen. Onder druk van de Amerikanen moest Nederland uiteindelijk bakzeil halen. Er moest meer zeggenschap aan de plaatselijke bevolking worden gegeven en het koloniale tijdperk liep ten einde.
Henk deed stafwerk, 00-00-2009
Titel:
WONING - Henk Scholte ;
Beschrijving:
Interview met Henk Scholte door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Interview met de heer Henk Scholte (BB06595)
Henk is geboren op zondag 5 september 1929.
Henk Scholte heeft na zijn 5-jarige HBS zich aangemeld voor de Koninklijke Marine. Er was toen geen officiersopleiding en daarom heeft hij zich als vrijwilliger gemeld (als oorlogsvrijwilliger). Eerst is hij opgeleid als matroos en werd daarna bevorderd tot matroos 1e klas. Hij zou kunnen meedingen voor de toelating tot de adelborsten, maar daarover kreeg hij te laat bericht. Zijn vader wilde graag dat hij dienst ging doen bij de Huzaren van Boreel in Amersfoort, maar daar voelde Henk niet voor.
In een gesprek met de kolonel kreeg hij te horen dat hij als matroos 1e klasse bij de zeemacht kon komen en een opleiding in Hilversum kon gaan volgen. In Hilversum moest hij 2 dagen tentamens doen, daarna terug naar Voorschoten alwaar hij bericht kreeg dat hij kon worden opgeleid tot aspirant reserve marine officier (ARO). De beste leerlingen werden baksoudste bij de marine, zo ook de heer Scholte. Tijdens de opleidingsperiode kwam hij elke dag een Engelse admiraal tegen die ze op militaire wijze moesten groeten. De admiraal groette echter nooit terug, waarop Henk hem op een gegeven moment ook niet groette. Foute boel!!
Na werkzaamheden bij de marinestaf in Den Haag werd hij uitgezonden naar Indië (in 1947) om andere marinemensen daar af te lossen. Hij kwam aan in Soerabaja en deed ook daar dienst in de marinestaf (op de wal). In Soerabaja waren twee grote kazernes (één van de marine en één voor de mariniers). Nederland vocht daar een guerrilla oorlog zonder duidelijke tegenstander. Op het internationale politieke vlak speelde veel meer dan de Nederlandse belangen. Onder druk van de Amerikanen moest Nederland uiteindelijk bakzeil halen. Er moest meer zeggenschap aan de plaatselijke bevolking worden gegeven en het koloniale tijdperk liep ten einde.
Henk deed stafwerk
Beschrijving vervolg:
aan de wal en was niet ingedeeld bij de varende dienst. Hij ging naar de Pasar en had ook contact met de lokale bevolking, mede door het burgerpersoneel dat op de kazerne dienst deed. Soms moest hij als wachtofficier dienst doen. Zo nu en dan was er een avontuurtje met een plaatselijke schoonheid, maar Henk was daarmee altijd voorzichtig. Zijn vader had hem voor vertrek gewaarschuwd met de woorden: ‘Als je pik stijf staat, zit je verstand in je kloten’.
In het militaire hospitaal in Soerabaja lagen dermatologische patiënten (bijv .met apenziekten) en patiënten met geslachtsziekten bij elkaar op zaal. Dat vond Henk niet wenselijk en wilde die groepen splitsen. Maar de artsen daar voelde er niets voor.
Op een gegeven moment mocht Henk thuisvaren want zijn tijd in Indië zat er op. Hij moest zich afmelden bij de vlagofficier personeel. Die bood hem aan nog langer te blijven. Op dat moment was hij luitenant ter zee tweede klasse. Hij wilde wel blijven maar stelde de eis dat hij per 1 mei zou worden bevorderd. Dat ging niet door, maar hij kreeg wel de mogelijkheid om over te stappen naar de beroepsdienst. De militaire adviesraad (onder voorzitterschap van Prins Bernard) steunde hem om een baan te vinden in het bedrijfsleven. Helaas was Henk te veel ‘besmet’ met het militairisme en de kans op een goede baan in de burgermaatschappij was klein voor hem. Op een gegeven moment solliciteerde hij op een functie als directie assistent bij een houthandel (Jongeneel)in het westen van het land. Hij werd uitgenodigd voor een gesprek bij Jongeneel. Na een week kreeg hij bericht dat hij was aangesteld als directie assistent tegen een salaris van fl 150 per maand. Hij kon direct aan de slag. Na een paar maanden werd hij daar verkoopchef en salarisverhoging.
In 1948 is hij gedemobiliseerd en begin 1949 bij Jongeneel in dienst gekomen. Hij heeft daar 16 jaar gewerkt. In 1950 had hij zijn eerste herhalingsoefening en kreeg toen het verzoek van de bevelhebber van de
Lengte in minuten:
01:02:00
Datering:
00-00-2009
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06595
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Film
6689BB06594 Interview met A. Admiraal uit Hasselt door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING). dmiraal – Hasselt
De heer Admiraal werd geboren: 13-05-1925
Sld. 1e kl. v.a. 06-09-1944 Salland Bataljon, een verzetsbataljon dat klaar stond om na de capitulatie het nieuwe Nederlandse leger te vormen.
Kamp Beugelen - Staphorst

Admiraal is in de oorlog van ’45 slagersknecht in Hasselt. De slagerij is een onderduikadres en verzetspunt tegen de Duitsers. Admiraal wordt ook bij dit werk betrokken, hij moet wapens verbergen als dat nodig is en gaat met distributiebonnen op zijn slagersbakfiets naar een afgesproken punt op het Staphorsterveld om deze bonnen over te dragen.
Deze bonnen zijn verkregen bij overvallen op distributiekantoren.
De mensen uit deze verzetsgroepen zijn ook de eersten die zich aanmelden als vrijwilliger voor de acties in Ned. Indië. Dit zijn dus idealisten die vanuit die idealen bereid zijn om te strijden voor recht en vrede. Ook dus in ons Indië.
Admiraal wijst daarbij op het verschil met grote groepen zgn. verzetstrijders in Indië. Daar werden na de capitulatie van Japan de gevangenissen open gezet en echte criminelen kwamen op deze manier op straat en vormden de meest gewetenloze bendes die onder het mom van vrijheidsstrijd gruwelijke daden van moord afpersing en terreur verrichten. Met name onder de eigen bevolking.
Deze bendes gingen dan ook het liefst het Nederlandse leger uit de weg en staken daarbij de kampongs in de brand.

De werving in Nederland gaat via pamfletten die overal worden opgehangen en via berichten in de plaatselijk kranten.
Op 12 juli 1945 tekent Admiraal als vrijwilliger voor Indië en daarbij wordt ook het Salland bataljon officieel erkend als Nederlands bataljon.
Uit de hele regio komen vrijwilligers, o.a. 10 man uit Hasselt, waarvan er maar 3 overblijven. Uit Staphorst is dan de bewuste 100 man die zich al gemeld hebben, de knokploeg Staatsbos.
Ook uit Steenwijk komt een, 00-00-2009
Titel:
WONING - Admiraal ;
Beschrijving:
Interview met A. Admiraal uit Hasselt door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING). dmiraal – Hasselt
De heer Admiraal werd geboren: 13-05-1925
Sld. 1e kl. v.a. 06-09-1944 Salland Bataljon, een verzetsbataljon dat klaar stond om na de capitulatie het nieuwe Nederlandse leger te vormen.
Kamp Beugelen - Staphorst

Admiraal is in de oorlog van ’45 slagersknecht in Hasselt. De slagerij is een onderduikadres en verzetspunt tegen de Duitsers. Admiraal wordt ook bij dit werk betrokken, hij moet wapens verbergen als dat nodig is en gaat met distributiebonnen op zijn slagersbakfiets naar een afgesproken punt op het Staphorsterveld om deze bonnen over te dragen.
Deze bonnen zijn verkregen bij overvallen op distributiekantoren.
De mensen uit deze verzetsgroepen zijn ook de eersten die zich aanmelden als vrijwilliger voor de acties in Ned. Indië. Dit zijn dus idealisten die vanuit die idealen bereid zijn om te strijden voor recht en vrede. Ook dus in ons Indië.
Admiraal wijst daarbij op het verschil met grote groepen zgn. verzetstrijders in Indië. Daar werden na de capitulatie van Japan de gevangenissen open gezet en echte criminelen kwamen op deze manier op straat en vormden de meest gewetenloze bendes die onder het mom van vrijheidsstrijd gruwelijke daden van moord afpersing en terreur verrichten. Met name onder de eigen bevolking.
Deze bendes gingen dan ook het liefst het Nederlandse leger uit de weg en staken daarbij de kampongs in de brand.

De werving in Nederland gaat via pamfletten die overal worden opgehangen en via berichten in de plaatselijk kranten.
Op 12 juli 1945 tekent Admiraal als vrijwilliger voor Indië en daarbij wordt ook het Salland bataljon officieel erkend als Nederlands bataljon.
Uit de hele regio komen vrijwilligers, o.a. 10 man uit Hasselt, waarvan er maar 3 overblijven. Uit Staphorst is dan de bewuste 100 man die zich al gemeld hebben, de knokploeg Staatsbos.
Ook uit Steenwijk komt een
Beschrijving vervolg:
hele delegatie vrijwilligers.
Uit Deventer komt de omstreden luitenant Bonvanie, die later kapitein wordt.
Allen bereid om ons Indië van de extremisten te bevrijden.
In Harderwijk krijgen ze hun uniform en wapens en leren ze schieten etc. Hier ook wordt de naam het 1-11 RI Margriet geboren. De sterkte is nu 880 man.
Ze gaan vanuit Calais eerst naar Engeland waar ze een korte vervolgopleiding krijgen van Nederlandse militairen. Dan al blijkt dat Engeland, Amerika en Australië niet achter hun bondgenootje Nederland staan.
Op school al is AA geïnteresseerd in Indië, en wil hij er graag heen. Later denkt hij er zelfs over, om als hij de kans krijgt, er heen te gaan als zendeling.
Om dat te bereiken schrijft hij zelfs een brief naar de koningin om geld, en hij krijgt zelfs antwoord dat daar niet aan te beginnen is.
Ook later, als hij werk heeft in de slagerij hoort hij van een broer van de baas, die daar als handelsreiziger vaak is geweest, veel over dat prachtige Indië.
Nu dan gaat hij scheep eerst naar Engeland voor een vervolgopleiding en dan met de Nw. Amsterdam naar Indië, denken ze.
Eerst echter moeten ze ontschepen op Malakka, de Engelsen zijn nog niet bereid Indië over te dragen.
De politiek en de internationale gemeenschap gaat zich nu bemoeien met deze zaak.
Na bijna 4 maanden is het zo ver, ze kunnen met de Aronda naar Java.

Nu volgen enkele passages uit de Geschiedenis van het OVW-bataljon 1-11 RI Margriet.
12-06-1945Het opnieuw formeren van het Bataljon.
15-10-1945Vertrek uit Harderwijk naar Calais voor inscheping naar Engeland.
27-10-1945Vertrek naar Southampton, inscheping op de Nw. Amsterdam
17-11-1945Aankomst in de havenplaats Prai bij Penang op Malakka.
24-02-1946Vertrek met het ss Aronda naar Java.
09-03-1946Debarkatie in Tandjong Priok.

De volgende morgen om 9 uur volgde de ontscheping en werden we met auto’s vervoerd naar het opvangcentrum bij Priok. Het was een modderige
Lengte in minuten:
01:00:00
Datering:
00-00-2009
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06594
Materiaal opmerkingen:
40
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Film
6688BB06593 Interview met G.H.J. Klein Douwel (KD)– Hattem door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Geb. 14 – 05 – 1926; Korporaal 1-11 RI Margriet

Gelegerd op West- en Midden-Java 27 okt. 1945 – 14 mei 1948



In 1944 slaagt KD voor zijn Mulo-diploma . Hij komt dan van de Antonius Mulo aan de Grote Baan te Zwolle.

Hij is daarna korte tijd administratief werkzaam bij een accountantskantoor.

Omdat hij er niets voor voelt om door de Duitsers aan het werk te worden gezet moet hij al spoedig onderduiken. Dat kan bij een boerderij tussen Heino en Raalte waar hij samen met 7 anderen korte tijd ondergedoken zit.

Op een onverwacht ogenblik wordt hij toch gepakt en moet werken aan de spoorlijn. Hij krijgt na ongeveer een week een ongelukje aan zijn hand en moet naar de dokter. Daar laat hij vallen dat hij er niet zo mee zit, omdat hij toch liever niets voor de Duitsers wil doen.

De dokter pakt hem de lichtgewonde hand, in overleg, tot aan de bovenarm in, zo kun jij voorlopig niet meer werken. Hij wordt daardoor afgekeurd, en is tot het eind van de oorlog klaar.

Over deze periode kan hij zich nog herinneren dat hij plotseling, als hij op de fiets op weg is naar een vriend in Heino, enige Duitse militairen op de vlucht ziet aankomen. KD sprint naar het dichtst bijgelegen kantoor van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) om ze te waarschuwen. Door zijn grote snelheid echter schiet hij onderuit in de bocht, het gevolg is een aantal schaafwonden en het doel bereikt hij daardoor niet. De Duitsers kunnen hun vlucht voorlopig doorzetten.

Door propaganda en zucht naar avontuur meldt KD zich voor uitzending naar Indië.

Hij komt daardoor terecht bij het 1-11 RI Margriet. Het zijn vrijwel allemaal mensen die in het voormalig verzet hebben gezeten en vol overtuiging de Indonesische bevolking gingen bevrijden van de terroristen.

Het regiment gaat via Frankrijk, Le Havre, naar Engeland., 00-00-2009
Titel:
WONING - Klein Douwel ;
Beschrijving:
Interview met G.H.J. Klein Douwel (KD)– Hattem door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Geb. 14 – 05 – 1926; Korporaal 1-11 RI Margriet

Gelegerd op West- en Midden-Java 27 okt. 1945 – 14 mei 1948



In 1944 slaagt KD voor zijn Mulo-diploma . Hij komt dan van de Antonius Mulo aan de Grote Baan te Zwolle.

Hij is daarna korte tijd administratief werkzaam bij een accountantskantoor.

Omdat hij er niets voor voelt om door de Duitsers aan het werk te worden gezet moet hij al spoedig onderduiken. Dat kan bij een boerderij tussen Heino en Raalte waar hij samen met 7 anderen korte tijd ondergedoken zit.

Op een onverwacht ogenblik wordt hij toch gepakt en moet werken aan de spoorlijn. Hij krijgt na ongeveer een week een ongelukje aan zijn hand en moet naar de dokter. Daar laat hij vallen dat hij er niet zo mee zit, omdat hij toch liever niets voor de Duitsers wil doen.

De dokter pakt hem de lichtgewonde hand, in overleg, tot aan de bovenarm in, zo kun jij voorlopig niet meer werken. Hij wordt daardoor afgekeurd, en is tot het eind van de oorlog klaar.

Over deze periode kan hij zich nog herinneren dat hij plotseling, als hij op de fiets op weg is naar een vriend in Heino, enige Duitse militairen op de vlucht ziet aankomen. KD sprint naar het dichtst bijgelegen kantoor van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) om ze te waarschuwen. Door zijn grote snelheid echter schiet hij onderuit in de bocht, het gevolg is een aantal schaafwonden en het doel bereikt hij daardoor niet. De Duitsers kunnen hun vlucht voorlopig doorzetten.

Door propaganda en zucht naar avontuur meldt KD zich voor uitzending naar Indië.

Hij komt daardoor terecht bij het 1-11 RI Margriet. Het zijn vrijwel allemaal mensen die in het voormalig verzet hebben gezeten en vol overtuiging de Indonesische bevolking gingen bevrijden van de terroristen.

Het regiment gaat via Frankrijk, Le Havre, naar Engeland.
Beschrijving vervolg:
Daar wordt 6 weken geoefend, zowel in Nederland als in Engeland is de opleiding hard, het moet snel en goed.

Daarna vertrekken ze met de Nieuw Amsterdam naar Ned. Indië. Op de boot zitten 6000 passagiers.

Daarvan zijn 4000 man militairen en 2000 bestuurlijke ambtenaren, meest dames.

KD realiseert zich dat de zee nog vol zeemijnen moet hebben gelegen, maar ondanks dat niet besefte gevaar, gaat de reis voorspoedig.

Er moet wel een teleurstelling worden verwerkt, als blijkt dat het Engelse bezettingsleger geen toestemming geeft om op Java aan land te gaan.

Er moet uitgeweken worden naar Malakka. Daar wordt voor de militairen onderdak gevonden en daar wordt dan noodgedwongen verder geoefend.

KD kan zich nog een door de Japanners inderhaast verlaten vliegveldje herinneren met Japanse vliegtuigen die onklaar zijn gemaakt.

Een handige sergeant van het RI gaat er evenwel mee aan het sleutelen en na een paar dagen is het vliegtuig aan het draaien. Het werkt weer prima, maar niemand kan er mee vliegen.

Er wordt door de militairen zelf een schietbaan aangelegd met aan het eind een hoge aarden wal om de kogels op te vangen.

KD weet ook dat daar ervaring wordt opgedaan met de vuurvliegjes. Hier kunnen de jongens er aan wennen dat er ’s nachts bij het wachtlopen ineens opgloeiende lichtjes over de weg kunnen komen aanzweven. Dat zijn de vuurvliegjes, deze tropische soort is een stuk groter dan de Europese soortgenoten, en geen gloeiende sigaretten.

Later wordt er door de dienstplichtige onervaren jongens op hun eerste wacht in de tropen volop uit angst op de vuurvliegjes geschoten, en is daardoor de hele boel onnodig in rep en roer.

De gevangen Jappen die op Malakka nog volop aanwezig zijn worden ingezet bij de troepen als keukenhulpen, kamerschoonmakers enz. enz.



Na verloop van tijd mogen de troepen toch naar Java. De toestand daar is erg onoverzichtelijk.

De door de Jappen
Lengte in minuten:
00:59:00
Datering:
00-00-2009
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06593
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Film
6687BB06592 Op deze DVD staat het tweede deel van een interview met M. Koeverden door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Het eerste deel van een interview met M. Koeverden staat op BB06591.

Martinus van Koeverden Alexanderstraat 34 ?1 Zwolle. Geboren 26-08-1929.



Tinus wordt geboren in Nijmegen als zoon van een bakker met veel personeel. Zijn moeder regelt de administratie en het personeel. In 1934 overlijdt zijn moeder en als gevolg hiervan en de grote crisis in 1935 volgt het faillissement van het bedrijf.Tinus gaat naar de ambachtschool en leert daar voor timmerman, vanuit dat beroep komt de dienstplicht. Na zijn dienstplichtjaren wordt Tinus bouwkundig opzichter (een opleiding die hij niet af maakt) maar wordt ook opzichter op de bouw.In 1957/58 volgt er een bouwstop en Tinus kiest voor zekerheid en gaat bij Philips in Zwolle werken gedurende 10 jaar.Daarna krijgt hij de kans om een Doe-het-zelf-zaak te beginnen in Zwolle.



Tinus krijgt een oproep om voor de keuring te verschijnen, maar voor het eerst van zijn leven is hij op vakantie 2 weken naar Katwijk aan Zee, dus niet naar de keuring.Bij thuiskomst ligt er een kaartje, verplicht met spoed naar de keuring in Arnhem.De keuring en indelingscommandant deelt hem mee dat hij hem, i.v.m. het niet komen opdagen op de eerste oproep, het liefst maar direct zijn dienstpakje aan wil laten doen.Tinus antwoord: "Je doet maar". Dat kost hem een jaar verlenging van zijn diensttijd. Hij wordt ingedeeld bij de Marine en krijgt zijn opleiding in Loosdrecht, waar hij ook zijn opdracht krijgt voor uitzending naar de Oost. Later in de tropen wordt hij ingedeeld als opzichter van de Timmerwerkplaats bij de Mariniers. Vader heeft inmiddels een verzoek tot uitstel geschreven, ook al omdat zijn oudste broer als OVW-er is vertrokken en nog 2 broers in dienst zijn. Daartoe krijgt Tinus 2 officiële verzoekschriften mee, één om te laten invullen door zijn vader en één om, 00-00-2009
Titel:
WONING - M. Koeverden, deel 2 ;
Beschrijving:
Op deze DVD staat het tweede deel van een interview met M. Koeverden door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Het eerste deel van een interview met M. Koeverden staat op BB06591.

Martinus van Koeverden Alexanderstraat 34 ?1 Zwolle. Geboren 26-08-1929.



Tinus wordt geboren in Nijmegen als zoon van een bakker met veel personeel. Zijn moeder regelt de administratie en het personeel. In 1934 overlijdt zijn moeder en als gevolg hiervan en de grote crisis in 1935 volgt het faillissement van het bedrijf.Tinus gaat naar de ambachtschool en leert daar voor timmerman, vanuit dat beroep komt de dienstplicht. Na zijn dienstplichtjaren wordt Tinus bouwkundig opzichter (een opleiding die hij niet af maakt) maar wordt ook opzichter op de bouw.In 1957/58 volgt er een bouwstop en Tinus kiest voor zekerheid en gaat bij Philips in Zwolle werken gedurende 10 jaar.Daarna krijgt hij de kans om een Doe-het-zelf-zaak te beginnen in Zwolle.



Tinus krijgt een oproep om voor de keuring te verschijnen, maar voor het eerst van zijn leven is hij op vakantie 2 weken naar Katwijk aan Zee, dus niet naar de keuring.Bij thuiskomst ligt er een kaartje, verplicht met spoed naar de keuring in Arnhem.De keuring en indelingscommandant deelt hem mee dat hij hem, i.v.m. het niet komen opdagen op de eerste oproep, het liefst maar direct zijn dienstpakje aan wil laten doen.Tinus antwoord: "Je doet maar". Dat kost hem een jaar verlenging van zijn diensttijd. Hij wordt ingedeeld bij de Marine en krijgt zijn opleiding in Loosdrecht, waar hij ook zijn opdracht krijgt voor uitzending naar de Oost. Later in de tropen wordt hij ingedeeld als opzichter van de Timmerwerkplaats bij de Mariniers. Vader heeft inmiddels een verzoek tot uitstel geschreven, ook al omdat zijn oudste broer als OVW-er is vertrokken en nog 2 broers in dienst zijn. Daartoe krijgt Tinus 2 officiële verzoekschriften mee, één om te laten invullen door zijn vader en één om
Beschrijving vervolg:
door de burgemeester te laten invullen om het verzoek te bekrachtigen.Tinus echter heeft mooie verhalen gehoord van zijn oudste broer en wil heel graag naar de Oost. De brieven bereiken daardoor nooit hun bestemming. Het vertrek naar de tropen nadert, het eerste deel van de lichting vertrekt met de Zuiderkruis, het tweede deel met de Waterman.Voor het eerst aan boord van zo'n groot schip en op zee naar voren met een kameraad Gerard Bos naar de punt om het duiken van de boeg in de golven zo dicht mogelijk mee te maken. Op de brug worden deze gevaarlijke capriolen echter niet zo gewaardeerd en de beide heren krijgen hun eerste straf. Tinus moet als zoon van een bakker niet helpen beneden in de bakkerij, maar moet voor de rest van de reis de brug schoonmaken en zijn maat die helemaal geen verstand heeft van ovens of bakken, moet in de bakkerij beneden helpen.Voor Tinus wordt het een mooie reis, op de brug zit hij eerste rang en heeft een luizenleven, zoals hij dat noemt.

's Morgens even een doekje over de tafels enz. en de rest van de wacht meekijken.Het schip komt aan op Sabang, de eerste stop in de tropen.De troepen (of een deel) worden ontscheept en later met een KPM-schip naar Soerabaja gevaren.Hij beschrijft dit als een mooie reis, waarbij de zijluiken openstaan en een mooie aanblik geven op de zee en de kust. Nu worden ze definitief ontscheept en worden ingedeeld in Nishutten, eerst 14 dagen wennen en acclimatiseren. E.e.a vind plaats aan de Marinehaven aan de Straat Madura.Tinus komt definitief bij de Mariniers en wordt opzichter van de mechanische houtbewerking werkplaats. Een baan die hij voor het overgrote deel zal houden, hoewel er af en toe ook patrouille moet worden gereden.Vrijwel elke week komt, in het weekend, zijn broer hem opzoeken. Deze is hofmeester van de commandant van Hms Everse. De commandant van dit schip heeft een Indische vrouw en zorgt er daarom voor dat hij vrijwel elk weekend wel thuis is. Iets waar de rest van de bemanning
Lengte in minuten:
00:54:50
Datering:
00-00-2009
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06592
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Film
6686BB06591 Deze DVD bevat het eerste deel van het interview met M. Koeverden door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING). Het tweede deel van het interview staat op BB06592

Martinus van Koeverden Alexanderstraat 34 ?1 Zwolle. Geboren 26-08-1929.



Tinus wordt geboren in Nijmegen als zoon van een bakker met veel personeel. Zijn moeder regelt de administratie en het personeel. In 1934 overlijdt zijn moeder en als gevolg hiervan en de grote crisis in 1935 volgt het faillissement van het bedrijf.Tinus gaat naar de ambachtschool en leert daar voor timmerman, vanuit dat beroep komt de dienstplicht. Na zijn dienstplichtjaren wordt Tinus bouwkundig opzichter (een opleiding die hij niet af maakt) maar wordt ook opzichter op de bouw.In 1957/58 volgt er een bouwstop en Tinus kiest voor zekerheid en gaat bij Philips in Zwolle werken gedurende 10 jaar.Daarna krijgt hij de kans om een Doe-het-zelf-zaak te beginnen in Zwolle.



Tinus krijgt een oproep om voor de keuring te verschijnen, maar voor het eerst van zijn leven is hij op vakantie 2 weken naar Katwijk aan Zee, dus niet naar de keuring.Bij thuiskomst ligt er een kaartje, verplicht met spoed naar de keuring in Arnhem.De keuring en indelingscommandant deelt hem mee dat hij hem, i.v.m. het niet komen opdagen op de eerste oproep, het liefst maar direct zijn dienstpakje aan wil laten doen.Tinus antwoord: "Je doet maar". Dat kost hem een jaar verlenging van zijn diensttijd. Hij wordt ingedeeld bij de Marine en krijgt zijn opleiding in Loosdrecht, waar hij ook zijn opdracht krijgt voor uitzending naar de Oost. Later in de tropen wordt hij ingedeeld als opzichter van de Timmerwerkplaats bij de Mariniers. Vader heeft inmiddels een verzoek tot uitstel geschreven, ook al omdat zijn oudste broer als OVW-er is vertrokken en nog 2 broers in dienst zijn. Daartoe krijgt Tinus 2 officiële verzoekschriften mee, één om te laten invullen door zijn vader en één om door de burgemeester te laten, 00-00-2009
Titel:
WONING - M. Koeverden, deel 1 ;
Beschrijving:
Deze DVD bevat het eerste deel van het interview met M. Koeverden door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING). Het tweede deel van het interview staat op BB06592

Martinus van Koeverden Alexanderstraat 34 ?1 Zwolle. Geboren 26-08-1929.



Tinus wordt geboren in Nijmegen als zoon van een bakker met veel personeel. Zijn moeder regelt de administratie en het personeel. In 1934 overlijdt zijn moeder en als gevolg hiervan en de grote crisis in 1935 volgt het faillissement van het bedrijf.Tinus gaat naar de ambachtschool en leert daar voor timmerman, vanuit dat beroep komt de dienstplicht. Na zijn dienstplichtjaren wordt Tinus bouwkundig opzichter (een opleiding die hij niet af maakt) maar wordt ook opzichter op de bouw.In 1957/58 volgt er een bouwstop en Tinus kiest voor zekerheid en gaat bij Philips in Zwolle werken gedurende 10 jaar.Daarna krijgt hij de kans om een Doe-het-zelf-zaak te beginnen in Zwolle.



Tinus krijgt een oproep om voor de keuring te verschijnen, maar voor het eerst van zijn leven is hij op vakantie 2 weken naar Katwijk aan Zee, dus niet naar de keuring.Bij thuiskomst ligt er een kaartje, verplicht met spoed naar de keuring in Arnhem.De keuring en indelingscommandant deelt hem mee dat hij hem, i.v.m. het niet komen opdagen op de eerste oproep, het liefst maar direct zijn dienstpakje aan wil laten doen.Tinus antwoord: "Je doet maar". Dat kost hem een jaar verlenging van zijn diensttijd. Hij wordt ingedeeld bij de Marine en krijgt zijn opleiding in Loosdrecht, waar hij ook zijn opdracht krijgt voor uitzending naar de Oost. Later in de tropen wordt hij ingedeeld als opzichter van de Timmerwerkplaats bij de Mariniers. Vader heeft inmiddels een verzoek tot uitstel geschreven, ook al omdat zijn oudste broer als OVW-er is vertrokken en nog 2 broers in dienst zijn. Daartoe krijgt Tinus 2 officiële verzoekschriften mee, één om te laten invullen door zijn vader en één om door de burgemeester te laten
Beschrijving vervolg:
invullen om het verzoek te bekrachtigen.Tinus echter heeft mooie verhalen gehoord van zijn oudste broer en wil heel graag naar de Oost. De brieven bereiken daardoor nooit hun bestemming. Het vertrek naar de tropen nadert, het eerste deel van de lichting vertrekt met de Zuiderkruis, het tweede deel met de Waterman.Voor het eerst aan boord van zo'n groot schip en op zee naar voren met een kameraad Gerard Bos naar de punt om het duiken van de boeg in de golven zo dicht mogelijk mee te maken. Op de brug worden deze gevaarlijke capriolen echter niet zo gewaardeerd en de beide heren krijgen hun eerste straf. Tinus moet als zoon van een bakker niet helpen beneden in de bakkerij, maar moet voor de rest van de reis de brug schoonmaken en zijn maat die helemaal geen verstand heeft van ovens of bakken, moet in de bakkerij beneden helpen.Voor Tinus wordt het een mooie reis, op de brug zit hij eerste rang en heeft een luizenleven, zoals hij dat noemt.

's Morgens even een doekje over de tafels enz. en de rest van de wacht meekijken.Het schip komt aan op Sabang, de eerste stop in de tropen.De troepen (of een deel) worden ontscheept en later met een KPM-schip naar Soerabaja gevaren.Hij beschrijft dit als een mooie reis, waarbij de zijluiken openstaan en een mooie aanblik geven op de zee en de kust. Nu worden ze definitief ontscheept en worden ingedeeld in Nishutten, eerst 14 dagen wennen en acclimatiseren. E.e.a vind plaats aan de Marinehaven aan de Straat Madura.Tinus komt definitief bij de Mariniers en wordt opzichter van de mechanische houtbewerking werkplaats. Een baan die hij voor het overgrote deel zal houden, hoewel er af en toe ook patrouille moet worden gereden.Vrijwel elke week komt, in het weekend, zijn broer hem opzoeken. Deze is hofmeester van de commandant van Hms Everse. De commandant van dit schip heeft een Indische vrouw en zorgt er daarom voor dat hij vrijwel elk weekend wel thuis is. Iets waar de rest van de bemanning natuurlijk absoluut geen bezwaar
Lengte in minuten:
00:50:02
Datering:
00-00-2009
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06591
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Film
6685BB06590 Interview met Martin K.J. Weijkamp door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).
Beukenalle 7 – 8019 BA Zwolle
Geboren 07-12-1926

Martin wordt geboren te Zwolle als zoon van een stalhouder, er wordt voornamelijk vee getransporteerd, en later krijgt de stalhouderij een meer algemeen karakter. Martin is dus van kindsaf al bekend met paarden en paardrijden dat hem veel later in het toenmalig Nederlands Indië nog wat aangename uurtjes zal bezorgen.
Martins vader wordt op een gegeven ogenblik ook wagenmeester, wat inhoud dat deze officieel de aangevoerde varkens voor de slacht mag wegen en paarden mag keuren.
Het gezin rolt vrij goed door de oorlog en daarna wordt Martin opgeroepen voor zijn dienstplicht.
Hij komt aanvankelijk terecht in Wezep bij de artillerie, het is dan direct na het beëindigen van de 2e wereldoorlog in 1945.
Uiteraard heeft Martin zich bij de keuring opgegeven voor de cavalerie, ondanks dat hij weet dat daar de paarden zijn vervangen door tanks, maar bij officiële gelegenheden komen toch nog wat paarden van stal en je weet maar nooit.
Maar het word dus artillerie de Willem de Zwijger kazerne te Wezep.
Binnen de dienstplicht volgt dan de militaire opleiding, Martin heeft nog wat herinneringen aan die tijd. Het schieten op doelen op grote afstand van het geschut d.m.v. het doorgeven van coördinaten, wat door de gebrekkige communicatie vaak (soms gevaarlijk) mis gaat.
Dan komt de oproep voor verplichte uitzending naar Ned. Indië in verband met de eerste politionele acties, geen zucht naar avontuur maar de plicht om te gaan en verreweg de meeste jongens uit die tijd zijn zeer gezagsgetrouw, dus je gaat.
De kennis over de tropen is miniem, alleen datgene wat over ons Indië bekend is, is op school bijgebracht waar wel veel over dat werelddeel wordt verteld.
Martin leest de boeken van Johan Fabricius en krijgt daardoor een wat breder beeld over dat verre tropische land.
In Ned. Indië is dan, 00-00-2009
Titel:
WONING - M. Weijkamp ;
Beschrijving:
Interview met Martin K.J. Weijkamp door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).
Beukenalle 7 – 8019 BA Zwolle
Geboren 07-12-1926

Martin wordt geboren te Zwolle als zoon van een stalhouder, er wordt voornamelijk vee getransporteerd, en later krijgt de stalhouderij een meer algemeen karakter. Martin is dus van kindsaf al bekend met paarden en paardrijden dat hem veel later in het toenmalig Nederlands Indië nog wat aangename uurtjes zal bezorgen.
Martins vader wordt op een gegeven ogenblik ook wagenmeester, wat inhoud dat deze officieel de aangevoerde varkens voor de slacht mag wegen en paarden mag keuren.
Het gezin rolt vrij goed door de oorlog en daarna wordt Martin opgeroepen voor zijn dienstplicht.
Hij komt aanvankelijk terecht in Wezep bij de artillerie, het is dan direct na het beëindigen van de 2e wereldoorlog in 1945.
Uiteraard heeft Martin zich bij de keuring opgegeven voor de cavalerie, ondanks dat hij weet dat daar de paarden zijn vervangen door tanks, maar bij officiële gelegenheden komen toch nog wat paarden van stal en je weet maar nooit.
Maar het word dus artillerie de Willem de Zwijger kazerne te Wezep.
Binnen de dienstplicht volgt dan de militaire opleiding, Martin heeft nog wat herinneringen aan die tijd. Het schieten op doelen op grote afstand van het geschut d.m.v. het doorgeven van coördinaten, wat door de gebrekkige communicatie vaak (soms gevaarlijk) mis gaat.
Dan komt de oproep voor verplichte uitzending naar Ned. Indië in verband met de eerste politionele acties, geen zucht naar avontuur maar de plicht om te gaan en verreweg de meeste jongens uit die tijd zijn zeer gezagsgetrouw, dus je gaat.
De kennis over de tropen is miniem, alleen datgene wat over ons Indië bekend is, is op school bijgebracht waar wel veel over dat werelddeel wordt verteld.
Martin leest de boeken van Johan Fabricius en krijgt daardoor een wat breder beeld over dat verre tropische land.
In Ned. Indië is dan
Beschrijving vervolg:
inmiddels veel onrust, vooral op Java, ongeregelde bendes bedreigen alles wat Nederlands is, of wat met de Nederlanders te maken heeft, ook veel Chinese gezinnen worden bedreigd en verjaagd.
De eerste Nederlandse troepen zijn dan inmiddels in opleiding, het zijn OVW’ers, oorlogsvrijwilligers die voornamelijk in Engeland hun opleiding krijgen en met spoed naar Ned. Indië worden getransporteerd.
Martin kan zich als dienstplichtige vrijwel geen voorlichting over de tropen herinneren, wel de nodige vaccinaties tegen tropische ziektes, die vaccinaties worden met de ogen dicht ondergaan.
Martin wil voordat hij op 8 mei 1947 zal vertrekken, nog graag het bevrijdingsfeest vieren in Zwolle. Dat lukt, het gevolg is wel dat hij tot verontwaardiging van zijn moeder met een kater thuiskomt en met nog een restant van die kater ingedeeld wordt voor vertrek.

Een inmiddels opgedane vriend (Terpstra) krijgt als mededeling dat hij oppasser bij een generaal zal worden, maar deze Terpstra voelt daar helemaal niets voor.
Martin lijkt het wel wat, het lijkt hem wel interessant, samen gaan ze naar de commandant en de ruil wordt gehonoreerd.
Een oppasser krijgt als persoonlijk wapen geen geweer, maar een pistool, maar dit wapen is niet aanwezig, ach dat komt nog wel.
Inmiddels zijn de troepen beland in de bevoorradingskazerne te Ede, maar ook deze kazerne heeft geen pistool voor hem. Het gevolg is dat hij waarschijnlijk als enige Nederlandse militair ongewapend wordt weggestuurd.
In de kazerne en later aan boord doet hij pogingen om kennis te maken met zijn generaal, wiens oppasser hij geacht wordt te zijn. Niemand heeft echter de goede man gezien en hij staakt zijn pogingen voorlopig maar.
De troepen gaan per trein naar Amsterdam waar wordt ingescheept op de Johan van Oldebarneveld, Martin herinnert zich het grote ruim waarin hangmatten als slaapplaats dienen.
Bij het loskomen van de kade staan mensen die afscheid komen nemen, een kapel speelt het
Lengte in minuten:
01:10:00
Datering:
00-00-2009
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06590
Materiaal opmerkingen:
formaat beeld: kleur;
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Film
6684BB06589 Interview met Jitro Ubro door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).



Verhaal van: Jitro Ubro

Staatssecretarislaan 27 te Zwolle

Geboren 11 juni 1941 op de Grote Kei

Toenmalig Ned. Indië ? vader was KNIL-militair.



Geboren op Grote Kei, vervolgens de eerste 9 jaar woonachtig op Ambon, Moretai, Makassar, Semarang en vervolgens v.a. 1951 Nederland.

We beginnen met een deel van zijn toespraak op 15-08-2008 bij het Indië-monument in Zwolle.



"Meegekomen naar Nederland, als jongen van 10 jaar, heb ik in de daaropvolgende jaren mijn herinneringen aan die periode en de beelden van die periode verdrongen en weggestopt.

Maar op deze gedenkwaardige dag, zweven mijn gedachten terug naar mijn kinderjaren en de beelden die ik dacht verdrongen te hebben, ontrollen zich voor mijn ogen.

In gedachten loop ik langs het tuinpad van mijn herinneringen en zie ik voor me de beelden van een jongen die niet buiten het beschermd gebied van de kazerne mag spelen. En ook de beelden van hem en van zijn leeftijdgenoten die onder militaire escorte naar school gaan buiten de kazerne.

Ik zie beelden van voorbijrazende tanks, carriers en legertrucks vol soldaten en hoor weer de ratelende geluiden van de machinegeweren, het afschieten van mortieren en kanonnen. Ik herinner me dat we wegdoken onder bed wanneer de kazerne werd beschoten.

Ook de beelden van het heimelijk vertrek uit de kazerne, midden in de nacht, om ingescheept te worden, trekken aan me voorbij.

Met het schip Fire Sea kwamen we in mei 1951 in Nederland aan. Een land waar tijdens de overtocht veel over werd verteld. In mijn fantasie een land van melk en honing, maar (naar later bleek) ook een land dat er niet op was voorbereid haar trouwe onderdanen te ontvangen en te huisvesten. Vol verwachting maar volledig onvoorbereid kwamen de Molukse KNIL-soldaten met hun gezinnen aan land.

Ze werden onder, 00-00-2009
Titel:
WONING - Jitro Ubro ;
Beschrijving:
Interview met Jitro Ubro door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).



Verhaal van: Jitro Ubro

Staatssecretarislaan 27 te Zwolle

Geboren 11 juni 1941 op de Grote Kei

Toenmalig Ned. Indië ? vader was KNIL-militair.



Geboren op Grote Kei, vervolgens de eerste 9 jaar woonachtig op Ambon, Moretai, Makassar, Semarang en vervolgens v.a. 1951 Nederland.

We beginnen met een deel van zijn toespraak op 15-08-2008 bij het Indië-monument in Zwolle.



"Meegekomen naar Nederland, als jongen van 10 jaar, heb ik in de daaropvolgende jaren mijn herinneringen aan die periode en de beelden van die periode verdrongen en weggestopt.

Maar op deze gedenkwaardige dag, zweven mijn gedachten terug naar mijn kinderjaren en de beelden die ik dacht verdrongen te hebben, ontrollen zich voor mijn ogen.

In gedachten loop ik langs het tuinpad van mijn herinneringen en zie ik voor me de beelden van een jongen die niet buiten het beschermd gebied van de kazerne mag spelen. En ook de beelden van hem en van zijn leeftijdgenoten die onder militaire escorte naar school gaan buiten de kazerne.

Ik zie beelden van voorbijrazende tanks, carriers en legertrucks vol soldaten en hoor weer de ratelende geluiden van de machinegeweren, het afschieten van mortieren en kanonnen. Ik herinner me dat we wegdoken onder bed wanneer de kazerne werd beschoten.

Ook de beelden van het heimelijk vertrek uit de kazerne, midden in de nacht, om ingescheept te worden, trekken aan me voorbij.

Met het schip Fire Sea kwamen we in mei 1951 in Nederland aan. Een land waar tijdens de overtocht veel over werd verteld. In mijn fantasie een land van melk en honing, maar (naar later bleek) ook een land dat er niet op was voorbereid haar trouwe onderdanen te ontvangen en te huisvesten. Vol verwachting maar volledig onvoorbereid kwamen de Molukse KNIL-soldaten met hun gezinnen aan land.

Ze werden onder
Beschrijving vervolg:
andere gehuisvest in voormalige concentratiekampen, weggestopt met bij hun de achterliggende gedachte dat ze maar tijdelijk in Nederland zouden blijven.

Gewoon een soort nieuwe marsorder.

Het werden 60 jaren en de pijn die deze behandeling heeft achtergelaten galmt nu nog steeds na.

Zonder kennis van de Nederlandse taal, zonder voorbereiding op een nieuw bestaan en met een onoverbrugbare achterstand, bleek het voor velen en verloren strijd.

Laten we, naast het herdenken van hen die vielen, niet vergeten dat tengevolge van dezelfde oorlogshandelingen ook velen de weg in het leven zijn kwijtgeraakt.



Tot zover de toespraak, nu zijn levensverhaal.

Jitro wordt in zijn eerste levensjaren voornamelijk opgevoed door zijn grootouders in de kampong Oheirenan (moeder van het land). Als hij 5 jaar is gaat hij 2 dagen per week naar school. Verder was het veel spelen met de andere kinderen in de kampong en hij hoort nu nog ?s avonds zijn opa roepen om thuis te komen om te eten. Het zijn spelletjes met ballen, verstoppertje enz. In die tijd komt zijn vader wel met verlof thuis hij heeft dan recht op 40 dagen verlof voor hereniging met zijn gezin.

Maar dan komt de definitieve periode van het gezinsleven op de tangsi (de kazerne, zoals het bij de KNIL gebruikelijk ). Het gezin heeft een eigen kamer en slaapplaats, verder is het met zijn allen gezamenlijk eten dat door de vrouwen in een centrale keuken wordt bereid. Voor zover Jitro weet is het wel mannen en vrouwen gescheiden en per soort gezamenlijk wassen in waslokalen.

Komt er een marsorder voor een nieuwe bestemming dan gaan de soldaten eerst en volgen de gezinnen later.

Die eerste marsorder is Ambon, Jitro gaat naar de naast de kazerne gelegen lagere school en krijgt daar de eerste beginselen van taal en rekenen, uiteraard in het Maleis, de voertaal van uiteraard ook lokale leraren. Als hij zo?n 8 jaar is gaan ze naar Semarang en Makassar daar krijgt hij
Lengte in minuten:
00:00:00
Datering:
00-00-2009
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06589
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Titel:
WONING - H. Korteschiel, deel 2 ;
Beschrijving:
Tweede deel van een interview met H. Korteschiel door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)

De tekst is opgenomen onder BB 06587.
Helaas is er geen geluidswweergave .
Lengte in minuten:
00:43:55
Datering:
00-00-2009
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06588
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Film
6682BB06587 Eerste deel van een interview met H. Korteschiel door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Verhaal van:

Hendrik Korteschiel

Oreganoweg 29 ? 8042 NT Zwolle

Geboren 20-12-1927



Hendrik wordt geboren in Zwolle op 12 december 1927. Van zijn vroegste jeugd is niet veel bekend. De herinneringen beginnen met het niet kunnen afmaken van de Ambachtschool i.v.m. de oorlogssituatie. Een oom echter heeft een baantje voor hem in een fabriek die smeltzekeringen maakt.

In oktober 1944 moet de fabriek echter stoppen met fabriceren, er is geen aanvoer van grondstoffen meer. De mislukte operatie Market Garden schijnt hiervan de oorzaak te zijn, dat de Duitsers het vervoer stilleggen.

Hij wordt nu wel ingezet om voor de Duitsers te werken, graafwerk dat wordt bewaakt door Hitler Jugend. Hij wil er na een poosje niet meer heen, de bewaking door deze ?kinderen? komt vernederend over. Gelukkig dient zich met een Ausweis een ander baantje aan bij de melkfabriek, hij moet melk uitventen in de Diezerstraat, het gaat met kleine beetjes tegelijk.

De hongerwinter dient zich dan aan en er zijn herinneringen aan mensen lopend naast fietsen die proberen aan wat voedsel te komen.

Na de oorlog kan hij als leerling aan de slag bij tandtechnisch laboratorium Siesling. Dit baantje zal later kennelijk zijn bestemming als Marinier bepalen.

Als dienstplichtige wordt hij opgeroepen en moet keuren op de Blijmarkt. Hij wordt dienstplichtig zee-miliciën en wordt ingedeeld bij het Korps Mariniers.

Hij moet zich melden in Rotterdam en vader gaat mee, de bedoeling is dat hij wat spullen afgeeft en dat ze dan nog samen Rotterdam gaan bekijken.

Het loopt anders, de dienstdoende militair die hem ontvangt deelt hem mee dat hij de stap over de drempel heeft gezet bij het Korps en dat dat nu definitief is. Geen sightseeing dus, vader kan onverrichter zake terug.

De opleiding volgt in de, 00-00-2009
Titel:
WONING - H. Korteschiel, deel 1 ;
Beschrijving:
Eerste deel van een interview met H. Korteschiel door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Verhaal van:

Hendrik Korteschiel

Oreganoweg 29 ? 8042 NT Zwolle

Geboren 20-12-1927



Hendrik wordt geboren in Zwolle op 12 december 1927. Van zijn vroegste jeugd is niet veel bekend. De herinneringen beginnen met het niet kunnen afmaken van de Ambachtschool i.v.m. de oorlogssituatie. Een oom echter heeft een baantje voor hem in een fabriek die smeltzekeringen maakt.

In oktober 1944 moet de fabriek echter stoppen met fabriceren, er is geen aanvoer van grondstoffen meer. De mislukte operatie Market Garden schijnt hiervan de oorzaak te zijn, dat de Duitsers het vervoer stilleggen.

Hij wordt nu wel ingezet om voor de Duitsers te werken, graafwerk dat wordt bewaakt door Hitler Jugend. Hij wil er na een poosje niet meer heen, de bewaking door deze ?kinderen? komt vernederend over. Gelukkig dient zich met een Ausweis een ander baantje aan bij de melkfabriek, hij moet melk uitventen in de Diezerstraat, het gaat met kleine beetjes tegelijk.

De hongerwinter dient zich dan aan en er zijn herinneringen aan mensen lopend naast fietsen die proberen aan wat voedsel te komen.

Na de oorlog kan hij als leerling aan de slag bij tandtechnisch laboratorium Siesling. Dit baantje zal later kennelijk zijn bestemming als Marinier bepalen.

Als dienstplichtige wordt hij opgeroepen en moet keuren op de Blijmarkt. Hij wordt dienstplichtig zee-miliciën en wordt ingedeeld bij het Korps Mariniers.

Hij moet zich melden in Rotterdam en vader gaat mee, de bedoeling is dat hij wat spullen afgeeft en dat ze dan nog samen Rotterdam gaan bekijken.

Het loopt anders, de dienstdoende militair die hem ontvangt deelt hem mee dat hij de stap over de drempel heeft gezet bij het Korps en dat dat nu definitief is. Geen sightseeing dus, vader kan onverrichter zake terug.

De opleiding volgt in de
Beschrijving vervolg:
Van Gent-kazerne en daarna in de Willem II te Tilburg. De schiet-oefeningen zijn op de schietbaan in Goirle.

De training is verder wel gericht op een verblijf in de tropen, maar later zal blijken dat de praktijk totaal anders is.

Tijdens deze opleiding kan er nog 2x per maand naar huis worden gegaan, de latere 2 jaar niet meer.

Langzamerhand worden selecties gemaakt om uitgezonden te worden naar Ned. Indië, de meeste moeten er heen. Ook Hendrik moet, moeder vind het verschrikkelijk. In de straat waar ze wonen heeft een familie net bericht gehad dat hun zoon is gesneuveld.

Pas drie dagen voor de inscheping wordt bekend gemaakt wat de functie aan boord zal zijn, Hendrik wordt ingedeeld als scheepspolitie op de Sloterdijk. En deze drie dagen gaat zijn functie dan ook al in aan land.

Dit is de eerste keer in zijn leven dat hij (en de meeste) zo?n groot schip zien en later de zee zelf, waar ze dan 4 weken over doen om de bestemming te bereiken. Met 1600 man passagiers, weliswaar militairen met een grote discipline, maar toch, wat gaat dat brengen.

Bij het afscheid met militair vertoon is er niemand die afscheid neemt.

Van de reis komt in de herinnering nog wel de Rots van Gibraltar naar boven, grote betonnen vlakken in de rotsen. Bij navraag blijken dat waterbassins te zijn. Aan de andere kant doemt vaag de Afrikaanse kustlijn op.

Er zijn zeezieken aan boord, sommigen vrijwel de hele reis. Vooral voor hen is het een verademing als Port Said wordt bereikt. Hier komen ook Arabische loodsen aan boord die als het daarvoor de tijd is hun gebedskleedjes uitrollen en met het gezicht naar Mekka hun gebeden doen.

Het is een openbaring om dit te zien.

Ook de parlevinkers en muntjesduikers zijn een welkome afwisseling. Er wordt smakelijk gelachen om de Hollandse zinnen die de parlevinkers inmiddels van de passerende Hollandse schepen hebben opgestoken. Als er op hun niet aflatende aanbod van koopwaar wordt
Lengte in minuten:
00:41:45
Datering:
00-00-2009
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06587
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Film
6681BB06586 Interview met J. Broek door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Verhaal van :

Jaap Broek ? Kampen

Geboren: 03-02-1936 te Kampen

Als Marinier op Nw. Guinea geplaatst



Jaap komt als dienstplichtige in 1956 bij de Mariniers in dienst. Hij is dan werkzaam bij een bedrijf van een oom als loodgieter.

Hij komt op in Doorn, deze eerste opleiding duurt 3 maanden. Het betreft tucht en orde, exerceren en rangen en standen leren.

Hij krijgt naast deze reguliere opleiding bij de Mariniers een opleiding in allerlei wapens. Hij kan deze dan ook na verloop van tijd vrijwel blindelings in- en uit elkaar halen.

De vervolg-opleiding vindt plaats op het eiland Woendi op Nw. Guinea.



In zijn verhaal maakt hij bij deze mededeling dan al een sprong vooruit naar Nw. Guinea, waar hij bij een grote actie naar de Wisselmeren als drager wordt ingedeeld bij een kleine mortiergroep. In dit moerassige gebied is deze taak, met de volledige bepakking, haast niet te doen.

Het is dan 1956 en er is daar een grote opstand.

Ook de dagelijkse discipline is streng. Om 6 uur ?s morgens aantreden, reveille, omkleden, eten, exerceren, wapen-onderhoud etc. Alles wat lopend gedaan moest, gebeurde hard lopend.

Zelf wassen, naaien, op de naad vouwen en exact op de daarvoor bestemde plek neergelegd, dat was werk voor de middag, het persoonlijk onderhoud. En alles werd nauwlettend gecontroleerd. Indien iets niet goed werd bevonden kon je het overdoen, en soms voor een nalatigheid strafexercitie.

Dit leek allemaal wat overdreven, maar zo oefende je met deze kleinigheden de discipline die je bij acties blindelings moest kunnen uitvoeren, waarbij kameraden ook blindelings op je moesten kunnen rekenen.

Jaap vertelt dat dat hem heel duidelijk werd bij de acties aan de Wisselmeren, en bij de patrouilles die gehouden moesten worden onder bijzonder moeilijke, 00-00-2009
Titel:
WONING - J. Broek ;
Beschrijving:
Interview met J. Broek door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Verhaal van :

Jaap Broek ? Kampen

Geboren: 03-02-1936 te Kampen

Als Marinier op Nw. Guinea geplaatst



Jaap komt als dienstplichtige in 1956 bij de Mariniers in dienst. Hij is dan werkzaam bij een bedrijf van een oom als loodgieter.

Hij komt op in Doorn, deze eerste opleiding duurt 3 maanden. Het betreft tucht en orde, exerceren en rangen en standen leren.

Hij krijgt naast deze reguliere opleiding bij de Mariniers een opleiding in allerlei wapens. Hij kan deze dan ook na verloop van tijd vrijwel blindelings in- en uit elkaar halen.

De vervolg-opleiding vindt plaats op het eiland Woendi op Nw. Guinea.



In zijn verhaal maakt hij bij deze mededeling dan al een sprong vooruit naar Nw. Guinea, waar hij bij een grote actie naar de Wisselmeren als drager wordt ingedeeld bij een kleine mortiergroep. In dit moerassige gebied is deze taak, met de volledige bepakking, haast niet te doen.

Het is dan 1956 en er is daar een grote opstand.

Ook de dagelijkse discipline is streng. Om 6 uur ?s morgens aantreden, reveille, omkleden, eten, exerceren, wapen-onderhoud etc. Alles wat lopend gedaan moest, gebeurde hard lopend.

Zelf wassen, naaien, op de naad vouwen en exact op de daarvoor bestemde plek neergelegd, dat was werk voor de middag, het persoonlijk onderhoud. En alles werd nauwlettend gecontroleerd. Indien iets niet goed werd bevonden kon je het overdoen, en soms voor een nalatigheid strafexercitie.

Dit leek allemaal wat overdreven, maar zo oefende je met deze kleinigheden de discipline die je bij acties blindelings moest kunnen uitvoeren, waarbij kameraden ook blindelings op je moesten kunnen rekenen.

Jaap vertelt dat dat hem heel duidelijk werd bij de acties aan de Wisselmeren, en bij de patrouilles die gehouden moesten worden onder bijzonder moeilijke
Beschrijving vervolg:
omstandigheden.



In 1956 kwam Jaap dus aan op Biak, Nw. Guinea, daar kon de groep 14 dagen acclimatiseren en een beetje wennen aan de omstandigheden. Je was eerst wit, daarna werd je wat roder, en na verloop van tijd was je gewend en was je bruin. Dan was je ook niet meer zo moe en warm.

Jaap wordt, met anderen, naar Woendi gebracht met kleine landingsvaartuigen, een klein eilandje onder Biak Daar krijgen ze enige maanden jungle-training.

Daarna gaan ze terug naar Biak en worden met een Marineboot overgebracht naar Sorong, dat is allemaal in 1956.

De opdracht, blijkt later, is om eventuele infiltratie vanuit Indonesië te voorkomen, of zo nodig te verhinderen. Ook moeten onderlinge oorlogen worden beslecht.

En tevens bieden de officieren, met de medische manschappen, humanitaire hulp aan de inlanders.

Dat gebeurt door lepra-gevallen vast te stellen en daarvoor medische hulp te regelen. Daarnaast wordt directe medische hulp verleend aan inlanders die dat op allerlei gebied dringend nodig hebben, en vinden er volkstellingen plaats.



Nu volgen enkele passages uit het dagboek van Jaap.



5 december 1956. Sorong.

Sint en Piet worden per Libelle-helicopter voor de kantine gedropt.

De grote wat onzekere stappen doet vermoeden dat Piet hem al op diverse biertjes heeft getrakteerd.

Alle manschappen die vrij van dienst zijn worden, i.v.m. de komst van Sint, dan ook in de kantine verwacht.



Een officier komt ons daar vertellen dat alle mitraillisten waarvan de naam met een B begint hun barang moeten inpakken, en dat we ?s morgens vroeg met onbekende bestemming vertrekken.

Op 6 december worden we naar het eiland Jefman gevaren en vandaar vertrekken we met de Mariner vliegboot richting Wisselmeren.

Het bulderen en schudden van de motoren is oorverdovend.

Na uren vliegen naderen we het Panaïmeer, het grootste van de drie meren. Bulderend en
Lengte in minuten:
00:54:00
Datering:
00-00-2009
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06586
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Film
6680BB06585 Interview met Chr. Grauw door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Verhaal van: Chris Grauw lt.tz.2ekl. technische dienst KVD
en echtgenote te Zwolle
Christiaan Grauw, geboren 07-02-1924

Christiaan Grauw (Chris) wordt vrijzinnig, maar vrij neutraal, opgevoed.
Als in de 2e wereldoorlog in Nederland het bericht circuleert dat het zuiden van Nederland al bevrijd is kan Chris niet langer wachten.
Hij slaagt er in om dat vrije zuiden te bereiken, niemand thuis weet van zijn vertrek, ook zijn meisje niet.
Eind 1944 meld hij zich als OVW-er (Oorlogsvrijwilliger) en met andere vrijwilligers vertrekken ze met 3 tonners naar Oostende in België.
Vandaar steken ze over en hij wordt aan het KIM in Engeland opgeleid. Daar ook horen ze over de opstand in Ned. Indië en begrijpen ze al gauw dat ook zij uitgezonden zullen worden.
Chris had al verkering en zijn meisje krijgt als hij in Engeland zit bericht van hem, vanaf zijn plotselinge vertrek naar het vrije zuiden had ze nog niets gehoord.
In oktober 1945 vertrek Chris met de Nieuw Amsterdam naar Indië.
Hij wordt uitgezonden als luitenant ter zee en in Port Dickson onder de palmenbomen beëdigd.

Ze horen bij de eerste troepen die richting Ned. Indië gingen, maar verder dan Maleisië komen ze niet. De Engelsen zijn daar nog de baas en laten de Nederlanders in eerste instantie niet toe.
Dus de eerste standplaats is Maleisië en ze worden ondergebracht in een voormalig klooster.
Daar wordt uiteraard de tijd vooral doorgebracht met oefenen en als materieel van de Engelsen wordt overgedragen wordt dit zo nodig gereviseerd, aangevuld en wordt er mee geoefend.
Na verloop van tijd echter keert het tij en kunnen ze met het nog over te nemen materieel richting Ned. Indië, de Engelsen willen naar huis.
De overname betreft o.a. patrouille- en landingsvaartuigen, deze worden ingezet om de kust en een eind landinwaarts de rivieren te zuiveren van, 00-00-2009
Titel:
WONING - Chr. Grauw ;
Beschrijving:
Interview met Chr. Grauw door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Verhaal van: Chris Grauw lt.tz.2ekl. technische dienst KVD
en echtgenote te Zwolle
Christiaan Grauw, geboren 07-02-1924

Christiaan Grauw (Chris) wordt vrijzinnig, maar vrij neutraal, opgevoed.
Als in de 2e wereldoorlog in Nederland het bericht circuleert dat het zuiden van Nederland al bevrijd is kan Chris niet langer wachten.
Hij slaagt er in om dat vrije zuiden te bereiken, niemand thuis weet van zijn vertrek, ook zijn meisje niet.
Eind 1944 meld hij zich als OVW-er (Oorlogsvrijwilliger) en met andere vrijwilligers vertrekken ze met 3 tonners naar Oostende in België.
Vandaar steken ze over en hij wordt aan het KIM in Engeland opgeleid. Daar ook horen ze over de opstand in Ned. Indië en begrijpen ze al gauw dat ook zij uitgezonden zullen worden.
Chris had al verkering en zijn meisje krijgt als hij in Engeland zit bericht van hem, vanaf zijn plotselinge vertrek naar het vrije zuiden had ze nog niets gehoord.
In oktober 1945 vertrek Chris met de Nieuw Amsterdam naar Indië.
Hij wordt uitgezonden als luitenant ter zee en in Port Dickson onder de palmenbomen beëdigd.

Ze horen bij de eerste troepen die richting Ned. Indië gingen, maar verder dan Maleisië komen ze niet. De Engelsen zijn daar nog de baas en laten de Nederlanders in eerste instantie niet toe.
Dus de eerste standplaats is Maleisië en ze worden ondergebracht in een voormalig klooster.
Daar wordt uiteraard de tijd vooral doorgebracht met oefenen en als materieel van de Engelsen wordt overgedragen wordt dit zo nodig gereviseerd, aangevuld en wordt er mee geoefend.
Na verloop van tijd echter keert het tij en kunnen ze met het nog over te nemen materieel richting Ned. Indië, de Engelsen willen naar huis.
De overname betreft o.a. patrouille- en landingsvaartuigen, deze worden ingezet om de kust en een eind landinwaarts de rivieren te zuiveren van
Beschrijving vervolg:
vijandelijkheden. Later ook om smokkelroutes te ontmantelen en verdachte vaartuigen aan te houden en zo nodig op te brengen naar de haven en over te dragen aan de autoriteiten.
Incidenten zijn er door beschietingen vanaf de oever. Zo wordt de commandant van de Musi neergeschoten. Hij was goed zichtbaar door zijn witte pet. Na dit incident werd het dragen daarvan op patrouille dan ook verboden.
Ook verongelukte er iemand omdat die onder de te vroeg zakkende klep van een landingsvaartuig terecht kwam. Dit zijn incidenten die Chris zelf meemaakt, er is natuurlijk sprake van veel meer gevallen van ongelukken en gesneuvelden.
Als er bijvoorbeeld landingsvaartuigen voertuigen en manschappen afzet op vijandelijk gebied is er ook hevig vuurcontact dat slachtoffers eist.
Bij de 1e politionele actie wordt veel voedsel van Bali naar de manschappen vervoerd, o.a. varkens.
Bij de 2e politionele actie worden veel KNIL-militairen vervoerd tussen de eilanden onderlang.
Deze militairen brengen hun hele gezin mee.

Het huwelijk vindt op 23 augustus 1946 plaats, het stelletje trouwt met de handschoen. Dat wil zeggen dat na een akte die door een notaris wordt opgesteld, een Koninklijk Besluit volgt met toestemming voor een huwelijk bij volmacht.
Op het stadhuis wordt het huwelijk voltrokken met een plaatsvervanger van de bruidegom.
Mevr. Grauw gaat dan in 5 dagen met het vliegtuig naar Indië. Het is in die dagen een hele onderneming, maar wel heel gezellig met 45 mensen, meest vrouwen van wie sommigen zwanger en allen op weg naar hun man.
Lunchen aan boord, om 5 uur een borreltje. Iedere dag stoppen en naar een hotel en de volgende dag verder.
?s Zondags komen ze aan in Batavia, maar niemand wacht haar daar op want de Marine was geconsigneerd. Chris had dienst. Ze kan slapen bij burgermensen en de volgende dag gaat ze met een taxi vol inlanders naar het vliegveld. Voor haar is het allemaal vreemd en nieuw.
Op het vliegveld kan ze met een
Lengte in minuten:
00:39:30
Datering:
00-00-2009
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06585
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Film
6678BB06583 Interview met mevrouw M.L. Meijer-Kasmi door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Geb. 17-09-1928 te Sragen bij Solo



De vroegste herinneringen van ?tante- zijn dat ze enige jaren op de lagere school in Sragen heeft gezeten en daar speelde met de dorpskinderen.

Er werd ook wel gespeeld met Nederlandse kinderen die uit Nederlandse gezinnen kwamen van mensen die op de suikerriet-plantages een betrekking hadden. Deze suikerfabriek bestaat nog steeds, weet tante, die inmiddels al enige keren teruggeweest is.

De huizen van die Nederlanders waren ook groter en anders dan de huizen van de andere bewoners van Sragen.

De spelletjes waren bijv. het gooien van stenen. Wie het verst gooide was winnaar en wie het minst ver gooide moest die winnaar een eind op zijn rug dragen. Tante moest vaak en veel dragen herinnert ze zich nog.



Verder heeft ze alleen nog wat herinneringen aan de vredig tokkende kippen van haar vader die om het huis scharrelen. En (als er geld was) gingen ze met het Islamitisch Nieuwjaar naar de dierentuin, om daar de wilde dieren te zien die in haar eigen land, toen al, vrijwel uitgestorven waren.

Ze komt dus uit een Islamitisch gezin, en vader heeft twee vrouwen, zijn eerste vrouw blijft kinderloos en op haar aandringen trouwt hij met een tweede vrouw waar hij 7 kinderen bij krijgt. Behalve tante zijn deze inmiddels alle overleden.

De verstandhouding tussen de vrouwen is goed, vader werkt trouwens ook op de suikerfabriek.

Ze ziet het als het ware nog voor zich dat de lorries volgeladen met suikerriet door karbouwen voortgetrokken, worden gelost in loodsen van wel 100 m lang.

Als ze twaalf is en er geen geld meer voor school is gaat ze naar een oom die in Semarang woont.

Zij is dan werkzaam bij zuster Didit aan de polikliniek van het plaatselijk ziekenhuis. Ze moet helpen verbinden en wonden behandelen. Ze vind het geen plezierig werk,, 00-00-2009
Titel:
WONING - Mevrouw M.L. Meijer-Kasmi ;
Beschrijving:
Interview met mevrouw M.L. Meijer-Kasmi door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Geb. 17-09-1928 te Sragen bij Solo



De vroegste herinneringen van ?tante- zijn dat ze enige jaren op de lagere school in Sragen heeft gezeten en daar speelde met de dorpskinderen.

Er werd ook wel gespeeld met Nederlandse kinderen die uit Nederlandse gezinnen kwamen van mensen die op de suikerriet-plantages een betrekking hadden. Deze suikerfabriek bestaat nog steeds, weet tante, die inmiddels al enige keren teruggeweest is.

De huizen van die Nederlanders waren ook groter en anders dan de huizen van de andere bewoners van Sragen.

De spelletjes waren bijv. het gooien van stenen. Wie het verst gooide was winnaar en wie het minst ver gooide moest die winnaar een eind op zijn rug dragen. Tante moest vaak en veel dragen herinnert ze zich nog.



Verder heeft ze alleen nog wat herinneringen aan de vredig tokkende kippen van haar vader die om het huis scharrelen. En (als er geld was) gingen ze met het Islamitisch Nieuwjaar naar de dierentuin, om daar de wilde dieren te zien die in haar eigen land, toen al, vrijwel uitgestorven waren.

Ze komt dus uit een Islamitisch gezin, en vader heeft twee vrouwen, zijn eerste vrouw blijft kinderloos en op haar aandringen trouwt hij met een tweede vrouw waar hij 7 kinderen bij krijgt. Behalve tante zijn deze inmiddels alle overleden.

De verstandhouding tussen de vrouwen is goed, vader werkt trouwens ook op de suikerfabriek.

Ze ziet het als het ware nog voor zich dat de lorries volgeladen met suikerriet door karbouwen voortgetrokken, worden gelost in loodsen van wel 100 m lang.

Als ze twaalf is en er geen geld meer voor school is gaat ze naar een oom die in Semarang woont.

Zij is dan werkzaam bij zuster Didit aan de polikliniek van het plaatselijk ziekenhuis. Ze moet helpen verbinden en wonden behandelen. Ze vind het geen plezierig werk,
Beschrijving vervolg:
maar het levert wat op. Op 15 jarige leeftijd trouwt ze met een jongen uit de kampong, volgens de adat van de familie.

Als ze drie maanden zwanger is van haar eerste kind komt haar man, die bij de Spoorwegen werkt, bij een ongeluk om het leven.

Haar kind wordt verder opgevoed door haar oudste zus, ook al omdat zijzelf nog erg jong is.



Zuster Didit wordt overgeplaatst naar Nw. Guinea en wil haar graag meenemen.

Maar dit is teveel gevraagd van tante en ze blijft, ook al omdat ze aan de polikliniek mag blijven werken. Ze blijft daar dan nog tot haar 18e jaar.

Het was bij haar oom, die kinderloos was, goed leven herinnert ze zich. Ze verdiende f 1,50 per maand.

Op haar 17e jaar leert ze haar tweede man kennen, hij maakt indruk op haar in zijn Knil-uniform en vraagt haar waar ze naar toe gaat.

De volgende dag al ziet hij haar weer en vraagt direct of ze met hem wil trouwen, het is van beide zijden liefde op het eerste gezicht.

Uiteraard gaat ze met hem naar haar oom en die stuurt ze naar Sragen om bij haar ouders om haar hand te vragen.

Zo?n plotselinge ontmoeting overvalt ze en bovendien heeft haar vader een weestand tegen militairen. Zijn besluit is dan ook negatief, niemand van zijn gezin gaat met een militair trouwen.

Tante is meegegaan met hem naar Sragen en is diep bedroefd, ze loopt weg.

Ze gaat terug naar Semarang en daar trouwen ze voor de wet in het stadhuis van die stad.

Ze trekt in de tangsi als de wettige echtgenote van Namsa een Keiees en daar blijft ze twee jaar in tangsi Jatingolé compagnie I.

Dan volgt de demobilisatie en de militairen moeten kiezen naar het TNI met een hogere rang of naar Nederland waar alles gratis is, zo wordt beloofd.

De druk om naar Nederland te gaan is groot, ook van zijn vrouw, die eigenlijk wel graag wil en bovendien al is ingeënt.

Hij weet niet wat hij moet doen en loopt weg, maar na een tijdje komt hij terug en
Lengte in minuten:
01:02:40
Datering:
00-00-2009
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06583
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Film
6677BB06582 Interview met M.L. Meijer door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).
Marinus Leopold Meijer, geboren op Oost Java op 29 juni 1924. Zijn vader was tuinemployé op een rubber -en koffieplantage.
In 1935 ging hij naar school op Buitenzorg (West Java), tijdens de oorlog moest hij van school, dat was een internaat. Hij heeft op die school gezeten van 1935 tot 1942. Na de lagere school ging hij naar de ambachtsschool en kreeg een opleiding tot metaalbewerker. Omdat zijn vader een goede baan had, kon hij dat betalen. Een keer per jaar ging hij (in de zomervakantie) naar huis, dat was twee dagen reizen. In de loop van de oorlog werd zijn vader, die bij de Landstorm zat, geïnterneerd op een Japans eiland. In 1942 ging hij terug naar zijn ouderlijke woning, maar daar was geen werk.
Moeder en kinderen werden door de Japanners aan hun lot overgelaten. Om hun dagelijks voedsel te kunnen kopen , verkocht zijn moeder allerlei sieraden en huisraad. Ze konden zich laten registreren bij de Japanners in ruil voor bescherming door de japanners. Hun bewegingsvrijheid werd beperkt, de radio moest worden ingeleverd. Ook de Nederlandse krant mocht niet meer worden gelezen, want men mocht niet weten wat er in het land gebeurde. Veel Indische meisjes werden opgepakt en tot prostitutie gedwongen. Na enige tijd moesten ze hun huis verlaten en werden gedwongen op het platteland te gaan worden op ca 7 km van de stad. Ze woonden in een bamboehuis met één vertrek; ze moesten daar voor zichzelf zorgen en leven van de opbrengst van een stukje land dat hen was toegewezen. In 1944 overleed zijn oma van verdriet; ze mochten voor een paar dagen naar de stad om de begrafenis te regelen. Bittere jaren braken aan tot ze in augustus 1945 te horen kregen dat de oorlog voorbij was. Kort na de capitulatie van Japan brak de Bersiap periode aan. Ze werden van het dorp waar ze woonden door Indonesische militairen overgebracht naar een rubberonderneming. Ze woonden, 00-00-2009
Titel:
WONING - M.L. Meijer ;
Beschrijving:
Interview met M.L. Meijer door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).
Marinus Leopold Meijer, geboren op Oost Java op 29 juni 1924. Zijn vader was tuinemployé op een rubber -en koffieplantage.
In 1935 ging hij naar school op Buitenzorg (West Java), tijdens de oorlog moest hij van school, dat was een internaat. Hij heeft op die school gezeten van 1935 tot 1942. Na de lagere school ging hij naar de ambachtsschool en kreeg een opleiding tot metaalbewerker. Omdat zijn vader een goede baan had, kon hij dat betalen. Een keer per jaar ging hij (in de zomervakantie) naar huis, dat was twee dagen reizen. In de loop van de oorlog werd zijn vader, die bij de Landstorm zat, geïnterneerd op een Japans eiland. In 1942 ging hij terug naar zijn ouderlijke woning, maar daar was geen werk.
Moeder en kinderen werden door de Japanners aan hun lot overgelaten. Om hun dagelijks voedsel te kunnen kopen , verkocht zijn moeder allerlei sieraden en huisraad. Ze konden zich laten registreren bij de Japanners in ruil voor bescherming door de japanners. Hun bewegingsvrijheid werd beperkt, de radio moest worden ingeleverd. Ook de Nederlandse krant mocht niet meer worden gelezen, want men mocht niet weten wat er in het land gebeurde. Veel Indische meisjes werden opgepakt en tot prostitutie gedwongen. Na enige tijd moesten ze hun huis verlaten en werden gedwongen op het platteland te gaan worden op ca 7 km van de stad. Ze woonden in een bamboehuis met één vertrek; ze moesten daar voor zichzelf zorgen en leven van de opbrengst van een stukje land dat hen was toegewezen. In 1944 overleed zijn oma van verdriet; ze mochten voor een paar dagen naar de stad om de begrafenis te regelen. Bittere jaren braken aan tot ze in augustus 1945 te horen kregen dat de oorlog voorbij was. Kort na de capitulatie van Japan brak de Bersiap periode aan. Ze werden van het dorp waar ze woonden door Indonesische militairen overgebracht naar een rubberonderneming. Ze woonden
Beschrijving vervolg:
daar in een grote loods met afzonderlijke kamertjes van 3 bij 3 meter en stapelbedden zonder matras. Ze genoten er een relatieve vrijheid en mochten zelf hun eten bereiden. Na ca 7 weken kregen ze opdracht van het Indonesische leger om hun woonruimte te verlaten en zelf een huis te gaan zoeken. Ze kregen een huis toegewezen in Tamansari. Al snel kregen ze te maken met vijandige dorpsbewoners die dreigden hen te vermoorden. Er vielen 17 slachtoffers. Gelukkig werd de familie Meijer ontzet door de komst van een Indonesische militair die gewapend was en hen in bescherming nam. Ze werden op het nippertje gered van de moordzucht van de dorpsbewoners. Ze werden overgebracht naar een veiliger plaats en door de KNIL in een kamp ondergebracht. Een week later kregen van de militaire inlichtingendienst te horen dat hun vader nog leefde en in Babipapak zat. Het gezin Meijer zonder Martinus ging naar Babipapak. Martinus kreeg een baan bij een suikerfabriek . Na drie maanden nam hij ontslag omdat hij van een vriend te horen had gekregen dat er een vacature was bij de MTP, de motor transportdienst. In maart 1949 begon hij daar als klerk te werken op het kantoor. In okt 1949 kreeg hij eervol ontslag wegens de liquidatie van de MTP. In dec 1949 kreeg hij een baan als administratief medewerker bij een commissiehandelaar (nederlandse onderneming).

In 1956 vertrokken zijn ouders met een schip vanuit het Soerabaya naar Nederland. Marinus die zijn vader 10 jaar niet meer had gezien ging hen uitzwaaien en kreeg daarvoor van zijn werkgever verlof.
Op een gegeven moment werd het Nederlandse bedrijf waar hij werkte genationaliseerd en moest de gehele administratie in het Nederlands worden gevoerd. Het Nederlands personeel moest worden vervangen door Indonesisch personeel. Om door te kunnen werken had Marinus de Nederlandse nationaliteit aangenomen. Dat bleek achteraf een onjuiste keuze want al snel werd er onderscheid aangebracht in Indonesiërs door geboorte en
Lengte in minuten:
00:40:50
Datering:
00-00-2009
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06582
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Titel:
WONING - J. Hagrijs ;
Beschrijving:
Interview met J. Hagrijs door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Geen geluid op DVD en er zijn ook geen teksten van het interview beschikbaar.

Slechts beeld van de opname van het interview

Lengte in minuten:
00:55:15
Datering:
00-00-2009
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06580
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Geen afbeelding
Film
6674BB06579 Interview met B. Patjanan door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Introductie

Ben Patjanan woont nu in Zwolle. Hij is op 14 mei 1943 geboren in Fako, een dorp op het eiland Kei-Besar (Grote Kei), onderdeel van de Molukken. Zijn vader was daar landbouwer en visser. Vader trad in dienst trad als hospik bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Daardoor reisde het gezin (vader, moeder, Ben en een jonger broertje) per boot van de Grote Kei naar Ambon. Vandaar reisden ze verder naar Makassar op Celebes, waar het gezin een paar maanden verbleef. Vervolgens naar Djember, Malang en Soerabaja op Oost-Java. Zij woonden in tangsis (een tangsi is een militair kampement, waar soldaten van het KNIL en hun gezinsleden werden ondergebracht).] Zijn vader werkte als verpleger en assistent van de dokter.



Fröbelschool

Vanaf zijn vijfde bezocht Ben de Fröbelschool. Hij herinnert zich hoe zijn vader in Malang de kinderen uit de tangsi naar school bracht en een geweer droeg. "Dat maakte indruk." Met een grote groep kinderen liepen ze van de tansgsi naar school. "Een heel eind." In Djember zat Ben op een katholieke school met een klooster. "We moesten bidden met de zusters. We zijn van huis uit protestant, maar op deze school kon je Nederlands leren." Op de tangsi was de voertaal Maleis. "Er waren geen blanken op school. Wel was er in Malang een onderwijzer die Janssen heette, het was een Indo."



Tangsi beschoten

In de tijd van de 'politionele acties' werd in Djember de kazerne een hele avond beschoten. "Een man, Tamahata, kwam naar ons toe en zei: 'Doe een matras voor de deur en blijf liggen.' Mijn moeder en ik waren alleen. Mijn vader was weg, waarschijnlijk op patrouille." Ze verhuisden van de ene tangsi naar de andere: met militaire trucks, de spullen van het gezin in kisten. Van Djember naar Malang, daarna Soerabaja, weer Malang en tenslotte Soerabaja. Zijn broertje is in Djember, 00-00-2009
Titel:
WONING - B. Patjanan ;
Beschrijving:
Interview met B. Patjanan door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).

Introductie

Ben Patjanan woont nu in Zwolle. Hij is op 14 mei 1943 geboren in Fako, een dorp op het eiland Kei-Besar (Grote Kei), onderdeel van de Molukken. Zijn vader was daar landbouwer en visser. Vader trad in dienst trad als hospik bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Daardoor reisde het gezin (vader, moeder, Ben en een jonger broertje) per boot van de Grote Kei naar Ambon. Vandaar reisden ze verder naar Makassar op Celebes, waar het gezin een paar maanden verbleef. Vervolgens naar Djember, Malang en Soerabaja op Oost-Java. Zij woonden in tangsis (een tangsi is een militair kampement, waar soldaten van het KNIL en hun gezinsleden werden ondergebracht).] Zijn vader werkte als verpleger en assistent van de dokter.



Fröbelschool

Vanaf zijn vijfde bezocht Ben de Fröbelschool. Hij herinnert zich hoe zijn vader in Malang de kinderen uit de tangsi naar school bracht en een geweer droeg. "Dat maakte indruk." Met een grote groep kinderen liepen ze van de tansgsi naar school. "Een heel eind." In Djember zat Ben op een katholieke school met een klooster. "We moesten bidden met de zusters. We zijn van huis uit protestant, maar op deze school kon je Nederlands leren." Op de tangsi was de voertaal Maleis. "Er waren geen blanken op school. Wel was er in Malang een onderwijzer die Janssen heette, het was een Indo."



Tangsi beschoten

In de tijd van de 'politionele acties' werd in Djember de kazerne een hele avond beschoten. "Een man, Tamahata, kwam naar ons toe en zei: 'Doe een matras voor de deur en blijf liggen.' Mijn moeder en ik waren alleen. Mijn vader was weg, waarschijnlijk op patrouille." Ze verhuisden van de ene tangsi naar de andere: met militaire trucks, de spullen van het gezin in kisten. Van Djember naar Malang, daarna Soerabaja, weer Malang en tenslotte Soerabaja. Zijn broertje is in Djember
Beschrijving vervolg:
geboren, zijn zusje in Malang. Zijn oudste broertje was al in Makasser op Celebes gestorven. "Mijn moeder zei een keer: 'Je moet hem eens opzoeken.' Maar ik weet niet waar hij begraven is."



Naar Nederland

Vanaf de tangsi in Soerabaja vertrok het gezin, bestaande uit Ben, zijn vader en moeder en een broertje en zusje, naar Nederland. Tegen zijn vader werd gezegd: "Ambon is bezet. Je kunt niet terug. Dus je moet naar Nederland." Het Britse hospitaalschip Atlantis bracht hen in februari 1951 naar Nederland. [Soerabaja 22 februari 1951 - Rotterdam 23 maart 1951; 922 passagiers. ] Ze sliepen in een slaapzaal. In kooien boven elkaar. Zijn zusje apart in een wiegje. Ze aten drie keer per dag in een eetzaal. "We zaten op school op de boot. Mantouw gaf ons les, hij werd later voorzitter van de Molukse inspraakraad." Hij speelde met andere kinderen, bijv. Daniël Tahitu, [14-12-1942 Sampit, Indonesië -21-07-2000 Zwolle] "Hij is overleden." En Stephan Tetelepta. "Speelde ik al mee op de tangsi." En Cornelis Mangbutu(?). "Onderweg was ik ook zeeziek." Ze voeren over Colombo, met een mandje over de railing kochten mensen spullen van kooplui op kleine bootjes. "In Aden zag ik voor het eerst arabieren." In de Golf van Biscaje zag hij voor het eerst sneeuw.



Barak 37, Schattenberg

"De aankomst in Rotterdam was 's nachts. Zijn vader kreeg een dikke militaire jas, maar wij slechts trainingspakken. Het was erg koud." Met bussen vertrokken ze naar Amersfoort. Daar kregen ze hun eindbestemming te horen: Schattenberg, het voormalige kamp Westerbork, in Drente. Het gezin kwam terecht in Barak 37. Het gezin deelde een woonkamer, één slaapkamer, een keuken en een wc. De barak was centraal verwarmd. "Mijn vader zei altijd: 'Het is maar voor eventjes. We gaan weer terug naar ons eigen land. Het is maar voor een half jaar. Ambon of Grote Kei, het maakt niet uit.' En nu zitten we hier al zestig jaar." 't Liefst zou Ben teruggaan naar Bali. Hij is al
Lengte in minuten:
01:19:40
Datering:
00-00-2009
Vervaardiger:
[Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)]Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING)
Rechthebbende:
Historisch Centrum Overijssel
Materiaal:
DVD;
Oud nummer:
BB06579
Trefwoorden: