231 Gillis van Barlaimont, etc., vanwege de koning stadhouder van Gelre, Zutphen, Overissel en Linghen, oorkondt, dat Ridderschap en de steden Deventer, Campen en Swolle hebben besloten om over te gaan tot afdanking van de Waalse en Hoogduitse soldaten in Overissell en binnen de stad Swolle gelegerd, waarvoor 15.000 gulden opgebracht moeten worden binnen vijftien dagen, waarvoor een schatting wordt uitgeschreven, waarvan niemand vrijgesteld zal zijn, behalve die van de Ridderschap die ten landdage en op de klaringe verschreven worden en verschijnen, alsmede de pastores en vicarissen van hun woonsteden en de vier landsheerlijke hoven, wel belast zullen worden de oudhoevige landerijen en erven, daar ten tijde van bisschop David [van Bourgondië] huizen op gebouwd zijn; de erfgenamen van de kerspels zullen de gelden bijeenbrengen en in handen stellen van mr. Robbrecht van der Beecke, raad van de koning en rentmeester-generaal van Zallandt, welke laatste ook de niet-betalers zal mogen aanpanden.

230 Johan Thias en zijn vrouw Ffemme oorkonden, dat zij aan Gheert van Bentem hebben verkocht een akker bouwland, genaamd Aenuwe, gelegen op de Hesselter Ess onder de klokkeslag van Havelte, belend ten zuiden door de weg van de gemene buren en ten noorden door Luytgen Tenninghe en Jan Henricks; welke overdracht heeft plaatsgevonden ten overstaan van de erfburen van Hesselte Johan Remmers en Claees Roloff en bezegeld door Cornelis Trumper, banderschulte in Dever dinxspil.

229 Warner Poeck, schout van de heerlijkheid Cuyner, oorkondt, dat ten overstaan van de schepen Claes Claeszoon Buelen en de keurnoot Gerbrandt Symens en hem Hendrick Willemszoon en zijn vrouw Cleysien verkocht hebben aan mr. Lambert Arenszoon Bannier en diens vrouw Merrytien een huis, schuur en stede op de dijk te Cuynre, belend ten noorden door Gerrytt Dubbelszoon en ten zuiden door mr. Lambert, de koper zelf, strekkende van de Cuynder in het oosten tot aan de Olde Graft in het westen; welke akte door de schepen wordt medebezegeld.

228 Anne, zoon van Ffoppe Tyercks, wonende te Suncte Jansgae, verklaart als man en voogd van zijn vrouw Reyn Anders verkocht te hebben aan Fferde, de vrouw van Hans Jellis, als moeder en voogdes over haar twee minderjarige kinderen Ids en Symen bij wijlen Sypke Eedes, een stuk land van twee dagmaten groot, gelegen bij Rotster Gaest op de westelijke zijde van de Baerte Weteringe, belend ten oosten door de genoemde wetering en ten westen door het land van mr. Eelcke van der Haule, strekkende vanuit de kampen tot aan de Cuynder, voor tachtig philipsguldens, waarvoor de kopers worden gekwiteerd; welke akte behalve door de verkoper ook op diens verzoek door mr. Dyrck Bartelsz Mes, Symen Claesz en Hans Jelks wordt getekend.