Zowel in 1815 (27 febr., Stbld.no. 20) als in 1827 (11 april, Stbld.no. 17) werd een wet tot oprichting van schutterijen afgekondigd. De totstandkoming van deze wet werd noodzakelijk door een grondwetsartikel, waarin lag besloten het beginsel, dat het dragen van wapenen tot handhaving van de "inwendige" rust en de onafhankelijkheid van de Staat een der eerste plichten van alle ingezetenen van het Rijk is. Zo werd ook in Zwolle een schutterij opgericht, nadat daarvoor al sinds jaren een gewapende burgerwacht had bestaan.
Bij Wet van 13 juli 1907 (Stbld.no. 187) is het eerste lid van artikel 40 van de Landweerwet gewijzigd in die zin, dat daardoor de Wet op de Schutterijen met ingang van 1 augustus 1907 is vervallen. Mitsdien heeft de stedelijke schutterij opgehouden te bestaan. Het zal niet eenvoudig zijn een overzicht van de geschiedenis van de Zwolse schutterij over de jaren 1815-1907 samen te stellen. De gegevens over de lotgevallen van de stedelijke schutterij zijn ons slechts fragmentarisch overgeleverd (zie AAZ01-511 en AAZ02-2300).
Van het dienstarchief zijn slechts een tweetal stukken bewaard gebleven.