0285.1 Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis (VORG), collectie archivalia ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )
![Naar boven om te zoeken Naar boven om te zoeken](http://mifiles.archieven.nl/default/images/scroll-to-top.gif)
0285.1
Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis (VORG), collectie archivalia
Inleiding
laatste wijziging 15-05-2024
1.123 beschreven archiefstukken
53 gedigitaliseerd
totaal 1.214 bestanden
Inventaris
Regestenlijst
![](http://mifiles.archieven.nl/default/images/h.gif)
153 De raad van de stad Vollenho oorkondt, dat zij op verzoek van pastoor heer Johan Vryst (Vuyst), die op zijn kosten in de Oldestrate, tegenover het St. Anthoniusgasthuys, reeds een huis had doen bouwen ten behoeve van weeskinderen, de volgende regels voor dat huis hebben vastgesteld:
1. het huis zal bestuurd worden door drie eerlijke mannen;
2. de eerste zal zijn de tijdelijke pastoor van Vollenho, de tweede iemand van de schepenen van de stad en de derde iemand uit de Raad, ieder voor de tijd van zes jaar, en degene die niet in aanmerking wil komen, zal een boete betalen van tien goudgulden.
3. degene die belast is met de administratie, zal ieder jaar in maart of mei rekening en verantwoording afleggen ten overstaan van de tijdelijke pastoor en de raad van de stad Vollenho;
4. de provisoren zullen aannemen in het weeshuis de armste wezen binnen de stad Vollenho woonachtig en slechts als bijzondere weldaad een wees van buiten de stad.
5. de wezen zullen voorzien worden van kost, drank en kleren en wat verder noodzakelijk zijn zal;
6. de wezen die men aanneemt zullen niet ouder mopgen zijn dan drie, vier of vijf jaar;
7. de wezen zal men onderrichten in lezen en schrijven van hun zesde of hun tiende levensjaar en daarna zullen de jongens een ambacht leren en de meisjes zullen werken en het naaien van linnen leren;
8. niemand van de provisoren zal een kind mogen voortrekken;
9. de provisoren zullen geen weeskinderen mogen aannemen, die nog vele schulden hebben, waardoor het weeshuis benadeeld zou kunnen worden;
10. wanneer er geen weeskinderen binnen Vollenho zijn, mogen de provisoren kinderen aannemen, waarvan of de vader of de moeder is overleden;
11. mocht de vader of moeder, waarvan het kind in het weeshuis is ogpenomen, zijn of haar kind weer terug willen en kan aantonen dat kind te onderhouden, dan mag het het weeshuis verlaten;
1. het huis zal bestuurd worden door drie eerlijke mannen;
2. de eerste zal zijn de tijdelijke pastoor van Vollenho, de tweede iemand van de schepenen van de stad en de derde iemand uit de Raad, ieder voor de tijd van zes jaar, en degene die niet in aanmerking wil komen, zal een boete betalen van tien goudgulden.
3. degene die belast is met de administratie, zal ieder jaar in maart of mei rekening en verantwoording afleggen ten overstaan van de tijdelijke pastoor en de raad van de stad Vollenho;
4. de provisoren zullen aannemen in het weeshuis de armste wezen binnen de stad Vollenho woonachtig en slechts als bijzondere weldaad een wees van buiten de stad.
5. de wezen zullen voorzien worden van kost, drank en kleren en wat verder noodzakelijk zijn zal;
6. de wezen die men aanneemt zullen niet ouder mopgen zijn dan drie, vier of vijf jaar;
7. de wezen zal men onderrichten in lezen en schrijven van hun zesde of hun tiende levensjaar en daarna zullen de jongens een ambacht leren en de meisjes zullen werken en het naaien van linnen leren;
8. niemand van de provisoren zal een kind mogen voortrekken;
9. de provisoren zullen geen weeskinderen mogen aannemen, die nog vele schulden hebben, waardoor het weeshuis benadeeld zou kunnen worden;
10. wanneer er geen weeskinderen binnen Vollenho zijn, mogen de provisoren kinderen aannemen, waarvan of de vader of de moeder is overleden;
11. mocht de vader of moeder, waarvan het kind in het weeshuis is ogpenomen, zijn of haar kind weer terug willen en kan aantonen dat kind te onderhouden, dan mag het het weeshuis verlaten;
0285.1 Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis (VORG), collectie archivalia
Inventaris
Regestenlijst
153
De raad van de stad Vollenho oorkondt, dat zij op verzoek van pastoor heer Johan Vryst (Vuyst), die op zijn kosten in de Oldestrate, tegenover het St. Anthoniusgasthuys, reeds een huis had doen bouwen ten behoeve van weeskinderen, de volgende regels voor dat huis hebben vastgesteld:
1. het huis zal bestuurd worden door drie eerlijke mannen;
2. de eerste zal zijn de tijdelijke pastoor van Vollenho, de tweede iemand van de schepenen van de stad en de derde iemand uit de Raad, ieder voor de tijd van zes jaar, en degene die niet in aanmerking wil komen, zal een boete betalen van tien goudgulden.
3. degene die belast is met de administratie, zal ieder jaar in maart of mei rekening en verantwoording afleggen ten overstaan van de tijdelijke pastoor en de raad van de stad Vollenho;
4. de provisoren zullen aannemen in het weeshuis de armste wezen binnen de stad Vollenho woonachtig en slechts als bijzondere weldaad een wees van buiten de stad.
5. de wezen zullen voorzien worden van kost, drank en kleren en wat verder noodzakelijk zijn zal;
6. de wezen die men aanneemt zullen niet ouder mopgen zijn dan drie, vier of vijf jaar;
7. de wezen zal men onderrichten in lezen en schrijven van hun zesde of hun tiende levensjaar en daarna zullen de jongens een ambacht leren en de meisjes zullen werken en het naaien van linnen leren;
8. niemand van de provisoren zal een kind mogen voortrekken;
9. de provisoren zullen geen weeskinderen mogen aannemen, die nog vele schulden hebben, waardoor het weeshuis benadeeld zou kunnen worden;
10. wanneer er geen weeskinderen binnen Vollenho zijn, mogen de provisoren kinderen aannemen, waarvan of de vader of de moeder is overleden;
11. mocht de vader of moeder, waarvan het kind in het weeshuis is ogpenomen, zijn of haar kind weer terug willen en kan aantonen dat kind te onderhouden, dan mag het het weeshuis verlaten;
1. het huis zal bestuurd worden door drie eerlijke mannen;
2. de eerste zal zijn de tijdelijke pastoor van Vollenho, de tweede iemand van de schepenen van de stad en de derde iemand uit de Raad, ieder voor de tijd van zes jaar, en degene die niet in aanmerking wil komen, zal een boete betalen van tien goudgulden.
3. degene die belast is met de administratie, zal ieder jaar in maart of mei rekening en verantwoording afleggen ten overstaan van de tijdelijke pastoor en de raad van de stad Vollenho;
4. de provisoren zullen aannemen in het weeshuis de armste wezen binnen de stad Vollenho woonachtig en slechts als bijzondere weldaad een wees van buiten de stad.
5. de wezen zullen voorzien worden van kost, drank en kleren en wat verder noodzakelijk zijn zal;
6. de wezen die men aanneemt zullen niet ouder mopgen zijn dan drie, vier of vijf jaar;
7. de wezen zal men onderrichten in lezen en schrijven van hun zesde of hun tiende levensjaar en daarna zullen de jongens een ambacht leren en de meisjes zullen werken en het naaien van linnen leren;
8. niemand van de provisoren zal een kind mogen voortrekken;
9. de provisoren zullen geen weeskinderen mogen aannemen, die nog vele schulden hebben, waardoor het weeshuis benadeeld zou kunnen worden;
10. wanneer er geen weeskinderen binnen Vollenho zijn, mogen de provisoren kinderen aannemen, waarvan of de vader of de moeder is overleden;
11. mocht de vader of moeder, waarvan het kind in het weeshuis is ogpenomen, zijn of haar kind weer terug willen en kan aantonen dat kind te onderhouden, dan mag het het weeshuis verlaten;
Datering:
1567 mei 1
Beschrijving vervolg:
12. er zal voor de wezen in het weeshuis een wezenmoeder worden aangesteld, die de kinderen zal verzorgen en voorgaan in godsvrucht en met hen ter kerke gaan;
13. de wezenmoeder zal belast worden met het goed bewaren en verzorgen van het wollen- en linnengoed;
14. de wezenmoeder zal de kinderen voldoende kost en drank verschaffen, die door de provisoren zullen worden bekostigd;
15. de wezenmoeder zal mede onderhouden worden op gelijke voet met de wezen;
16. de wezenmoeder zal met de kinderen moeten spinnen en het vlas verwerken tot linnen, al naar gelang de provisoren dit zullen aanleveren;
17. mocht de wezenmoeder haar plichten jegens de kinderen niet nakomen, dan zal zij ten allen tijde kunnen worden ontslagen;
18. de wezenmoeder zal op zondagen en andere heilige dagen in de kerk rondgaan met het 'bret' om geld in te zamelen ten behoeve van de wezen.
Afschrift op papier (inv. nr. 291), [ca. 1750]. Dorsaal in achttiende eeuwse hand 'Copia uyt de stichtinge van 't weeshuys binnen Vollenhove'.
Regest Van Dedem, Charters en bescheiden, nr. 459.
13. de wezenmoeder zal belast worden met het goed bewaren en verzorgen van het wollen- en linnengoed;
14. de wezenmoeder zal de kinderen voldoende kost en drank verschaffen, die door de provisoren zullen worden bekostigd;
15. de wezenmoeder zal mede onderhouden worden op gelijke voet met de wezen;
16. de wezenmoeder zal met de kinderen moeten spinnen en het vlas verwerken tot linnen, al naar gelang de provisoren dit zullen aanleveren;
17. mocht de wezenmoeder haar plichten jegens de kinderen niet nakomen, dan zal zij ten allen tijde kunnen worden ontslagen;
18. de wezenmoeder zal op zondagen en andere heilige dagen in de kerk rondgaan met het 'bret' om geld in te zamelen ten behoeve van de wezen.
Afschrift op papier (inv. nr. 291), [ca. 1750]. Dorsaal in achttiende eeuwse hand 'Copia uyt de stichtinge van 't weeshuys binnen Vollenhove'.
Regest Van Dedem, Charters en bescheiden, nr. 459.
Organisatie: Collectie Overijssel locatie Zwolle
laatste wijziging 22-11-2016
laatste wijziging 15-05-2024
1.123 beschreven archiefstukken
53 gedigitaliseerd
totaal 1.214 bestanden
Kenmerken
Datering:
14e - 20e eeuw
Omvang archiefblok:
4,4 meter(s)
Voorwaarden voor raadpleging en gebruik:
Het archief is openbaar.
Toegang:
Mensema, A.J., J.H. Wigger, R. de Jong, E. Smit, Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis (VORG), collectie archivalia, 14e - 20e eeuw, Zwolle (1998 (2019)).
Omvang in stuks:
264
Categorie:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 15-05-2024
1.123 beschreven archiefstukken
53 gedigitaliseerd
totaal 1.214 bestanden