Hij was de oudste zoon van de hierboven genoemde F.P.A. Heerkens. Evenals zijn vader was hij raadsheer in het Gerechtshof van Overijssel. Sinds 1846 was hij lid van Prov. Staten. Ook weer zoals zijn vader, was hij een ijverig beoefenaar van de geschiedenis van Overijssel. Hij richtte samen met anderen in 1858 de "Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis" op. Zijn vrouw was een dochter van Cornelis P.J. van der Kun en Clara E. Helmich.
Hun dochter Clara F.M. Heerkens huwde met Henricus F. Thijssen, van welk echtpaar de thans nog bestaande familie Heerkens Thijssen afstamt (het geslacht Heerkens is in mannelijke lijn uitgestorven). Zie voor de genealogische en andere aantekeningen van J.N.J. Heerkens de "Inventaris van de verzameling handschriften toebehorende aan de Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis", door mr. E.D. Eijken (Zwolle, 1967) de nrs. 644-678. Voorts zij verwezen naar het "Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek", dl. I, kol. 1051.