Uw zoekacties: Klooster Galilea Maior te Sibculo

0185.1 Klooster Galilea Maior te Sibculo ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0185.1   Klooster Galilea Maior te Sibculo
Inleiding
Inleiding van mr. A. Haga
Toelichting bij inventaris en regestenlijsten
Correctie
Aanvulling op regestenlijst Sibculo
laatste wijziging 21-05-2024
1.336 beschreven archiefstukken
12 gedigitaliseerd
totaal 1.651 bestanden
Inventaris
I. Stukken betreffende het klooster in het algemeen
II. Stukken betreffende het geestelijk bestuur van het klooster (vicarie, memoriën, zielmissen)
III. Stukken betreffende het geldelijk beheer en de goederen van het klooster
IV. Stukken betreffende de aan het klooster verbonden eigenen
V. Stukken, waarvan de band met het archief van het klooster niet blijkt
A. Regestenlijst Rutgers op charters en cartularium I (inv.nr. 1)
Records 1 t/m 100
Records 101 t/m 200
Records 201 t/m 300
Records 301 t/m 400
Records 401 t/m 500
Records 501 t/m 600
597 Broeder Godfridus, prior, Johannes van Utrecht, kellner, en broeder Ghert ten Kaite, amptman, verklaren dat zij namens het convent van Sibekeloe verpacht hebben het erve Nairemolen c.a., gelegen in de buurschap van Ghiesteren, kerspel en gericht van Oitmerssum levenslang aan Johannes ter Nairemollen en zijne aanstaande vrouw, die evenals hij keurmedig zijn zal, voor eene jaarlijksche pacht van 8 mudden rogge, en verder met bepalingen over het gebruik van de watermolen, omtrent het hakken en aanpoten van hout, het bijvoegen van aangekocht land bij het erve, over de opvolging der kinderen in de pacht enz.
Int jair onsz Heren MVcXXVIII upten XXIIII dach Aprilis.
Cat.v.Sibculo fol. 130.
v. Doorn.M.S.
598 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Swane Wychmanck, dochter van Ghese W. bij Gheert Stuefelinck te Wilssem, hebben ontslagen van allen eigendom aan het convent, zoowel uit weldaad als voor eene geldsom.
Gegeven int jair onsz Heren MVcXXVIII upp dach Exaltationis Sancte Crucis.
Cart.v.Sibculo fol. 125.
v. Doorn.M.S.
599 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Alijt, dochter van Luke Noirdinck en Ghese diens vrouw, wonende te Dairle, hebben ontslagen van allen eigendom aan het klooster, zoowel uit gunst als voor eene geldsom.
In den jair onsz Heren MVcXXIX up dach Anthonii des hilligen Confessoris.
Cart.v.Sibculo fol. 126.
v. Doorn.M.S.
600 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Gheert ten Groiten Broichus, zoon van wijlen Luken en Ffenne t.g.B. hebben ontslagen van alle keurmedigheid aan het klooster.
Int jair unsz Heren MVcXXIX uppten derden Sondach nae Paeschen.
Cart.v.Sibculo fol. 126.
v. Doorn.M.S.
601 Broeder Godfridus, prior, Johannes Busch, kellner, met broeder Gheert ten Kaite, amptman, verklaren namens het convent te Sibekeloe verpacht te hebben het geheele erve Groite Broichues c.a., gelegen in het kerspel en gericht van Ulsen, buurschap Wilssem, aan Evert ten Broichusen en Ghese, diens vrouw, beide hoorachtig aan het convent, levenslang, voor eene jaarlijksche pacht van 9 mudden rogge, en verder met bepaling betreffende het onderhoud van het huis, het poten van hout, het doen van erfwinning bij het verlaten van het erve, het opvolgen der kinderen in de pacht enz.
In den jair onsz Herren MVcXXIX up dach Inventionis Crucis Christi.
Cart.v.Sibculo fol. 130vo.
v. Doorn.M.S.
602 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Johannes Reijnerssz, zoon van Reijner en Ffenne Gaverdinck, hebben ontslagen van allen eigendom aan het klooster, zoowel uit weldaad als voor eene geldsom. Int jair unsz Heren MVcXXIX des Maendaghes toe Pinxteren.
Cart.v.Sibculo fol. 126vo.
v. Doorn.M.S.
603 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Hermen Stute, zoon van Werninger en Griete S., hebben ontslagen van alle keurmedigheid aan het klooster.
Int jair unses Heren MVcXXIX des Wonsdages toe Pynxteren.
Cart.v.Sibculo fol. 126vo.
v. Doorn.M.S.
604 Broeder Godfridus, prior, Henricus van Sutphen, supprior, Wolterus Rover, bursarius, Johannes Busch, kellner, en het convent van het klooster te Sibekeloe verklaren verkocht te hebben aan mr. Hermen Knoppert eene jaarlijksche rente van 20 mudden rogge, uit de hoeve en molen Marienborch, en voorts uit alle bezittingen van het convent, behoudens het recht van terugkoop voor 250 gouden keurv.rijnsche gld.
Gegeven in den jair onsz Heren MVcXXIX upp suncte Sacramentsavent. In margine: vacat quia redempti sunt anno 37.
Cart.v.Sibculo fol. 127vo.
v. Doorn.M.S.
605 Broeder Godfridus, prior, Henricus van Sutphen, supprior, Martinus Sutphanie, Lubbertus Swollis, Wolterus Rover, bursarius, Johannes Busch, kelner, en het convent van het klooster te Sibekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Johan Peters uut den Blanckenham en Katherine diens vrouw met de beide kinderen, uitgezonderd Peter Alberts met zijne kinderen, eene jaarlijksche rente van 8 mudden rogge, uit de hoeve en molen Marienborch en voorts uit alle overige goederen van het convent, behoudens het recht van terugkoop voor 100 overl. rijnsche gouden keurv.gld.
Gegeven int jair unsz Heren MVcXXIX up Suncte Mertensavent in den Winter.
In margine: vacat quia non levavimus prescriptam pecuniam.
Cart.v.Sibculo fol. 127.
v. Doorn.M.S.
606 Broeder Godfridus, prior, Henricus Sutphanie, supprior, Wolterus Rover, bursarius, Johannes Busch, kellner, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren verkocht te hebben aan de wed. van Andries Kerstkens "onser moider toe Campen", eene jaarlijksche rente van 8 mudden rogge, uit den hof en molen ter Marienborch, en voorts uit alle andere bezittingen van het convent, behoudens het recht van terugkoop voor 100 gouden overl.rijnsche gld.
Int jair onsz Heren MVc XXIX upp suncte Mertensavent in den winter. In margine, doch geschrapt: vacat quia obiit.
In het opschrift heet de wed.: mater fratis Lamberti Campis.
Cart.v.Sibculo fol.128vo.
v. Doorn.M.S.
607 Broeder Godfridus, prior te Sibekeloe, Johannes Trajecti, kelner, en broeder Ghert ten Kaitte, amptman, verklaren namens hun convent goedgekeurd hebben, dat Hermen ter Braick te Herdinge, hoorige van het convent, weder getrouwd is met en op het erve ter Braick gehaald heeft Hille ten Spoilde, eveneens hoorig aan het convent, en dat zij het meergenoemde erve zullen bouwen en gebruiken, onder zekere, nader in het stuk omschreven, voorwaarden.
Gegeven in den jair onses Heren MVcXXIX up Suncte Andriesavent des hilligen Apostels.
Cart.v.Sibculo fol. 131vo.
v. Doorn.M.S.
608 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Albert ten Sconeveld, zoon van wijlen Johan en Ghese t.S., hebben ontslagen van allen eigendom aan het klooster, zoowel uit gunst als voor eene geldsom.
In den jair unses Heren MVc ende XXX upp avent Sancti Mathie des hilligen Apostels.
In margine: vacat want hie is verwesselt an Henrick Steenwijck.
Cart.v.Sibculo fol. 132.
v. Doorn.M.S.
609 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren verkocht te hebben aan Mr. Johan Smijt en Ffenne diens vrouw een stuk roggeland, gelegen op de Hardenberger Esch, nader omschreven in de twee brieven waarbij deze transfix is.
Gegeven in den jair insz Heren MVc ende XXX up Suncte Lebuin dach des hilligen Confessors.
Cart.v.Sibculo fol. 132vo.
v. Doorn.M.S.
610 Broeder Godfridus, prior, Henricus van Zutphen, supprior, Johannes ten Busch, kellner, en het convent van het klooster te Sibekeloe verklaren verkocht te hebben aan Vrouwe Ghertruijt dochter van Egbert Timmermans, met hare beide dochters te Deventer woonachtig, eene jaarlijksche rente van 2 mudden rogge, uit het goed te Luttenberch, geheeten Remboldinck in het kerspel van Railte, en uit alle andere bezittingen van het convent, behoudens het recht van terugkoop voor 100 goudgld.
Int jair unsz Heren MVc ende XXX upp suncte Jacobsavent des hilligen Apostels.
In margine: vacat quia redempti sunt anno XXXIII°. Cart.v.Sibculo fol. 134.
v. Doorn.M.S.
611 Broder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Sibekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Rotger van der Knijppenberch en juffer Margarete diens vrouw, 5 hondt lands in de "Scarpe Hoeven", 5 hondt lands in Vessenerbroick, 7 1/2 hondt lands geheten Bevenmait, in 't zelfde broek, 5 hondt lands op Vessener enck, 3 1/2 morgen, in 2 stukken, gelegen voor Tijman van Vierholte's huis, 7 morgen en 1 houdt aan 3 stukken in Hoirnerbroick, het eene stuk geheeten de Goircampp, het tweede de Ffranckencamp, het 3e van Johan Lambertssz aangekomen; in summa 14 morgen 2 1/2 hondt, liggende in het land van Ghelre in de Veluwe, in het ambt Heerde.
Dedingslieden: Arnt die Ruter en Andries van Brummen.
Int jair onsz Heren MVc ende XXX upp suncte Simon ende Judas avent der hilligen Apostelen.
Cart.v.Sibculo fol. 133.
v. Doorn.M.S.
612 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Alijdt ten Hersthuse, dochter van wijlen Everd en Alijdt t.H., hebben ontslagen van alle keurmedigheid aan het klooster.
Int jair unses Heren MVc ende XXX upp avent Alre Goides Hilligen.
Cart.v.Sibculo vol.133.
v. Doorn.M.S.
613 Broeder Godfridus, prior in Sibekeloe, verklaart dat, nu Berndt oudste zoon van Johan Schonevelde, te Wilssum, hoorige van het convent en erfopvolger in het erve Schonevelde te Wilssum, kerspel en gericht van Ulsen, met zijn consent getrouwd is met Swene, zuster van schulte Bisscopinck, die zich mede als eigen aan het klooster heeft gegeven. Berndt en Swene zullen worden toegelaten als erfopvolgers van het erve Schonevelde, na doode of vertrek van voorz. Johan.
Int jair unsz Heren MVc ende XXX upp Suncte Mertensavent des hilligen Bisscopps.
Cart.v.Sibculo fol.135.
v. Doorn.M.S.
614 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Ghese Wychmanck, dochter van Rotger en Lutger W., hebben ontslagen van alle eigendom aan het klooster, zoowel uit gunst als voor eene geldsom.
Gegeven int jair unsz Heren MVc ende XXX dach Sancti Pontiani des hilliger Marteler.
Blijkens het opschrift woonde Ghese in Bergenthem.
Cart.v.Sibculo fol. 132.
v. Doorn.M.S.
615 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster te Sibekeloe verklaren verkocht te hebben aan Henrick Hannynck, meijer van het convent, en Derck diens vrouw 2 akkers hooiland, liggende op den Vriesenvene, tusschen Henrick Berntssz oostwaards en Ghert Wijsen, westwaards, behoudens het recht van terugkoop voor 54 goudgld.
Gegeven in den jair unses Heren MVcXXXI upp dach Sancti Petri ad Cathedram.
In margine: vacat quia redempti sunt anno XXXVII.
Cart.v.Sibculo fol. 155vo.
v. Doorn.M.S.
616 Broeder Godfridus, prior te Sibekeloe, broeder Johannes van Utrecht, kellener, met broeder Gherdt ten Kaite, amptman verklaren namens hun convent dat zij verpacht hebben het geheele erve Berchues c.a., te Ulsen in de Westerijnck aan hunnen Meijer Paischen en Ghese diens vrouw, welke hij met consent van het convent op dat erve gehaald had, voor eene jaarlijksche pacht van 16 mudden rogge, onder verschillende voorwaarden in het stuk gespecificeerd.
Gegeven int jair unsz Heren mVcXXXII upp avent Purificationis beate Marie virginis.
Cart.v.Sibculo fol. 136vo.
v. Doorn.M.S.
617 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren, dat zij Luke Hermelinck, dochter van Heijne H., om godswil ontslagen hebben van allen eigendom aan het convent.
Gegeven int jair unsz Heren MVcXXXII upp Suncte Michielsavent.
Cart.v.Sibculo fol. 135.
v. Doorn.M.S.
618 Johan Krull, richter te Ulsen, verklaart dat Johan Keddinck te Itterbecke en Gertruijt diens vrouw hebben overgedragen aan heer Johannes van Utrecht, kellener te Sibekeloe, en broeder Gherdt ten Kaite, ambtman, tot profijt van hun convent, al hunne aanspraken en rechten op het erve Keddinck te Itterbecke kerspel van Ulsen, onder zekere, in het stuk omschreven, voorwaarden.
Koernoten: Goirt Poick, rentmr te Nijenhues en Albert ten Paide.
Int jair unses Heren dusent vijffhondert drie ende dertich des Vrijdages nae suncte Gregoriusdach des hilligen Confessoirs.
Met het uith.z.v.d.richter in gr. w.
o.n.Sibculo CLXX.
v. Doorn.Reg.M.S.
619 Arndt, graaf van Bentheim en Stenforden, heer in Wevelinckhovenn verklaart vergunning te hebben gegeven aan prior en het convent van het klooster Sibbekeloe, om den uithoff Barlehait, in het graafschap Bentheim, kerspel en gericht Ulsen gelegen, te vermijeren, uit de doen enz, zooals dat voor het convent het meest gewenscht zal zijn, behoudens de hoogheid, heerljkheid en gerechtigheid der graven van Bentheim.
In vijffteijn hondert dreij unnd dertichsten Jaere des Dinxtedages nae dem Sundage Oculi.
Het zegel van de graaf is afgevallen.
o.n.Sibculo Ia.
v. Doorn.Reg.M.S.
620 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Sibekeloe verklaren, dat zij, hetgeen zij geërfd hadden van hun medebroeder Albert van Swolle, na doode van diens ouders, Herman van Rijssen en Hille, overgedragen hebben aan Evese van Dalffzen Alberts zuster.
Int jair unses Heren MVcXXXIII upp dach Egidii Abbatis.
Cart.v.Sibculo fol. 136.
v. Doorn.M.S.
621 Broeder Godfridus, prior, en het convent te Sibekeloe verklaren verkocht te hebben aan heer Wigbolt, vicarius te Oldensal, eene jaarlijksche rente van 5 goudgld. uit de erven Nijenhues en Naremoilen, gelegen in het kerspel en gericht van Oitmerssen, buurschap Ghiesteren, voor de koopsom waarvan de buren van Ghiesteren 8 mudden rogge hebben afgelost, behoudens het recht van terugkoop voor 100 gld in verschillende specie.
Int jair onsz Heren MVcXXXIIII des Maendaghes nae Palm.
Cart.v.Sibculo fol.137 vo.
v. Doorn.M.S.
622 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Gherijt Reijnerssz, zoon van Reijner en Ffenne Gaverdinck, ontslagen hebben van allen eigendom aan het klooster, zoowel uit weldaad als voor eene geldsom.
Gegeven int jair unsz Heren MVcXXXIIII des dinxdags nae Palm.Blijkens het opschrift vertoefde Gherijt in Holland.
Cart.v.Sibculo fol. 138vo.
v. Doorn.M.S.
623 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galiea in Sibekeloe verklaren overgegeven te hebben aan de geestelijke lieden van het convent te St. Michielshues, op den Oirt te Campen, een getransfigeerden brief betrekkelijk zekere landerijen.
Int jair unsz Heren MVcXXXIIII up dach Aller geloviger Zielen.
Cart.v.Sibculo fol. 138vo.
v. Doorn.M.S.
624 Broeder Godfridus, prior en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Ffenne ten Schonevelde, dochter van Johan en Ghese t.S. ontslagen hebben van allen eigendom aan het klooser, zoowel uit gunst als voor eene geldsom.Int jair unsz Heren MVcXXXV upp sunct Bernds des hilligen Abbts.
Cart.v.Sibculo fol. 139.
v. Doorn.M.S.
625 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Johan Dunel, vicarius te Wilsem, gelegen in het kerspel van Ulsen, en aan diens moeder levenslang eene jaarlijksche rente van 4 mudden rogge, uit het erve Vagedinck, in de buurschap van Wilsem en het gericht van Ulsen gelegen, en voorts uit alle andere bezittingen van het convent, met bepaling dat na hun dood de rentebrief vervalt, en het convent, daarvoor hun eene eeuwige memorie zal houden.
Int jair unsz Heren MVcXXXV upp dach Victoris des hilligen Marteler.
In margine: vacat quia obiit anno LVI.
Cart.v.Sibculo fol. 139vo.
v. Doorn.M.S.
626 Broeder Godfridus, prior en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Griete en Hadewijck Hermelinck, dochters van Heijne H. en Evese diens vrouw, om godswil ontslagen hebben van alle keurmedigheid aan het klooster.
Int jair unsz Heren MVcXXXV upp avent Martini des hilligen Confessoirs ende Bisschopps.
Cart.v.Sibculo fol. 140vo.
v. Doorn.M.S.
627 Broeder Godfridus, prior, en broeder Johannes van Utrecht, keldener, en broeder Gerdt ten Kate, ambtman, verklaren namens het convent te Sybekeloe verpacht te hebben het geheele erve Goverdijnck c.a., gelegen in het kerspel en gericht van Ulsen, buurschap Wylsem, aan Wyllem Goverdynck en Aleydt diens vrouw, hoorige lieden van het convent, levenslang voor een jaarlijksche pacht van 7 1/2 mudde rogge, onder verschillende voorwaarden en bepalingen.
Int jair unsz Heren dusent vijffhundert sesz undertijch up dag Cathedra Petri.
Cart.v.Sibculo fol. 146.
v. Doorn.M.S.
628 Broeder Godfridus, prior, Johannes van Utrecht, kellener, en broeder Ghert ten Kaite, ambtman, met het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe, verklaren verpacht te hebben het geheele erve Schultinck, c.a., gelegen in het kerspel van Ulsen, buurschap Itterbecke, aan Albert ten Hersthues, zoon van Everd en Swane Romers, welke laatste de lijftucht van het erve heeft, tegen eene jaarlijksche pachtsom van 7 mudden rogge, en met bepalingen aangaande het schapenrecht, de opvolging der kinderen in de pacht, de keurmedigheid enz.
Gegeven int jair unsz Heren MVcXXXVII upp dach Sancti Benedicti Abbatis et Confessoris.
Cart.v.Sibculo fol. 141.
v. Doorn.M.S.
629 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe, verklaren dat zij Lephart, zoon van Everd en Ghese ten Broichues, ontslagen hebben van allen eigendom aan het klooster, zoowel uit gunst als voor eene geldsom.
In den jair unsz Heren MVcXXXVII upp Pinxteravent.
Cart.v.Sibculo fol. 141vo.
v. Doorn.M.S.
630 Broeder Godfridus, prior, Johannes van Utrecht, kellener, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren schuldig te zijn aan de wed. "unser moider" Alijt Eskens te Deventer, levenslang eene jaarlijksche rente van 5 mudden rogge, uit den uithof Marienborch, waarvoor de koopsom betaald is.
Int jair unsz Heren MVcXXXVII up dach Viti Martiris.
In margine: vacat quia obiit anno XLVII.
In het opschrift heet zij: mater fratris Winaldi.
Cart.v.Sibculo fol. 142.
v. Doorn.M.S.
631 Broeder Godfridus, prior te Sibekeloe, en het convent aldaar, verklaren toe te stemmen in het huwelijk van Ghert Gerlinck van Haiffticham met hunne meijersche Fenne, op het Kaite (Kate) des kloosters ten Luttike Broickhuess, te Wilsem, welk goed zij op zekere voorwaarden, voor 24 jaar in pacht krijgen.
In den jair unsz Heren MVcXXXVII upp unser Liever Vrouwen avent oir hilligher gebuerten.
Cart.v.Sibculo fol. 143.
v. Doorn.M.S.
632 Broeder Godfridus, prior, te Sibekeloe en het convent aldaar verklaren toe te stemmen in het huwelijk van Johan ten Spoilde, te Herdingen, met Alijt, meijersche op des kloosters Kaitte en goed ten Spoilde te Herdinghe, welk goed zij, onder zekere voorwaarden voor 11 jaren in pacht krijgen.
Gegeven int jair unsz Heren MVcXXXVII upp avent Unser Liever Vrouwen gebuerten.
Cart.v.Sibculo fol. 143vo.
v. Doorn.M.S.
633 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Mette Waterinck, wed. van Herman W., met een van hare kinderen, om godswil hebben ontslagen uit allen eigendom aan het klooster.
Int jair unsz Heren MVcXXXVII uppten tijnden dach Decembris.
Cart.v.Sibculo fol. 142vo.
v. Doorn.M.S.
634 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe, verklaren dat zij Berndt, zoon van Gherdt Waterinck en Stijne diens vrouwe, hebben ontslagen van allen eigendom aan het klooster, zoowel uit weldaad als voor een drinkpenning.
Int jair unsz Heren MVcXXXVII upp avent Thome Apostoli.
Cart.v.Sibculo fol. 143.
v. Doorn.M.S.
635 Johan en Albert van Stenwick, gebr., verklaren dat zij van heer Godfrid, prior van het convent te Zypekelo hebben ontvangen eene vrouw, wonende op het erve Meyneldinck te Holthem, in het kerspel van Hardenberge met al hare kinderen, aan het convent hoorachtig en eigen, in ruil tegen Fenne Meijneldinck, dochter van wijlen Albert M. en Szwanne diens vrouw, met hare kinderen.
Int jair onses Heren duesent vijffhondert acht ende dertich up dach Scholastice virginis.
Met het uith.z. van Johan v. St. in br.w.
o.n. Sibculo CLXXI. Ook cart.v.Sibculo fol. 144.
v.Doorn.Reg.M.S.
091.
636 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren op hunne beurt de ruiling te hebben aangegaan met de gebrs. Johan en Albert van Steenwijck, omschreven in het charter van denzelfden datum, waarbij aan dezen wordt afgestaan Ffenne Meijelinck, vrouw van Roleff M. geboren op het hoorige kloostererve ten Schonevelt, en getrouwd op het erve der gebrs.v.St., waartegen het klooster krijgt Ffenne Meijelinck, zuster van Roleff voorz., met hare kinderen.
Int jair unsz Heren MVcXXXVIII upp dach Scholastice Virginis.
Cart.v.Sibculo fol. 144.
v.Doorn.M.S.
ook in originele ?
091 CLXXI.
637 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Ffenne Wychmijncks, , dochter van Rotgher en Lutgart W., hebben ontslagen van allen eigendom aan het klooster, zoowel uit weldaad als voor eene geldsom.
Gegeven int jair unsz Heren MVcXXXVIII upp dach Valentini des hilligen Martelers.
Cart.v.Sibculo fol. 144vo.
v. Doorn.M.S.
638 Goswinus Lunycnkk, canonicus en magister fabrice van St.Lebuinuskerk te Deventer, verklaart namens de kerkfabriek ontvangen te hebben 150 gulden van heer Johan van Utrecht, kellener van het klooster in Sibekeloe, met welk bedrag hij afgelost heeft eene door dat klooster verschuldigde jaarrente van 7 1/2 gld.
Anno Domini M° quingentesimo trecesimo octave decima nona mensis Ffebruarii Daventrie.
Cart.v.Sibculo fol. 145vo.
v. Doorn.M.S.
639 Oedtbertus van Lydt, alias de Quaede, vicarius en officiant van het offickium omnium in St. Lebuinuskerk te Deventer, verklaart ontvangen te hebben 100 gulden van heer Johan van Utrecht, kellener van het klooster in Sibekeloe, met welk bedrag hij heeft afgelost eene door dat klooster verschuldigde jaarrente van 5 gld.
Anno etc. XXXVIII, XIX Ffebruarii actum Daventrie in camera domini et magistoi Conradi de Rensem et in presentia ejusdum.
In het Latijn.
Cart.v.Sibculo fol. 145vo.
v. Doorn.M.S.
640 Deken en Capittel van St. Lebuinuskerk te Deventer, verklaren, dat eene jaarlijksche rente van 12 1/2 gouden rijnsche gld. door hen gekocht van Johan van Twinckloe, drost van Twenthe voor 250 keurv.gouden rijnsche gled., welke rente sedert gekomen is aan Everwijn graaf van Benthem, en daarna overgegaan op het klooster Galilea te Sibekeloe, door Prior en Convent van dat klooster met 250 gouden, rijnsche keurv.gld. is afgelost.
In den jaire unsz Heren MVc ende acht ende dertich upp Donderdach den een ende twintichsten in Ffebruario.
Cart.v.Sibculo fol. 145.
v. Doorn.M.S.
641 Broeder Godfridus, prior, broeder Johannes van Utrecht, kelldener, en broeder Gerdt ten Kate, ambtman, verklaren, namens het convent te Sybekeloe, verpacht te hebben het geheele erve hersthuus c.a., gelegen in het kerspel en gericht te Ulsen, buurschap Wylsem, aan Hermen ten Hersthuus en Aleide diens vrouw, levenslang voor eene jaarlijksche pacht van 9 mudden rogge, onder verschillende voorwaarden en bepalingen.
Int jair unsz Heren dusent vijffhundert achte ende dertych den derden Sondach in der Vasten, als men synget Oculi Mei.
Cart.v.Sibculo fol. 147.
v. Doorn.M.S.
642 Seijne Mulerdt, richter te Ummen, verklaart dat Henrick Tuesinck en Aleijde diens vrouw hebben afgestaan aan Prior en Convent van het klooster Galilea in Sibekeloe, de jaarrente van 15 Heeren ponden, bedoeld bij den brief dd. 1464 Oct. 10, waarbij deze transfix is, als afscheid en moetzoen van broeder Hermen Tuesinck, conventuaal in dat convent, waarmede deze voldaan is wegens de moederlijke nalatenschap, en afstand gedaan heeft van zijn regt op de vaderlijke.
Koernoten en Gerichtslude: Johan Wittenberch en Johan van Tubberich.
Int jair unss Heren dusent vijffhondert acht ende dertich dess Sondaghes nae den hillighen Apostell suncte Jacob.
Met het uith.z. van den richter in gr.w.
Is transfix bij 1462 October 10.
o.n.Sibculo LXXVIIb.
v. Doorn.Reg.M.S.
643 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren dat zij Willem Wychmijnck, zoon van Rotgher en Lutghardt W. te Bergenthem, hebben ontslagen van allen eigendom aan het klooster, zoowel uit gunst als voor eene geldsom.
Gegeven int jair ons Heren dusent vijffhondert unde neghen ende dertich Servatii Episcopi.
Cart.v.Sibculo fol.148.
v. Doorn.M.S.
644 Burgemeesteren, Schepenen en Raad van Zwolle, verklaren, dat juffer Gertruydt van der Straiten, met Mauritius van Dulmen als momber, mede gemachtigd door hare moeder Weijme van der Straiten, hebben verkocht aan het klooster Bronnope bij Campen de jaarrente van 15 overl.rijnsche guldens, bedoeld bij den brief dd. 1517 mei 15, waarbij deze transfix is.
Opten eenende twyntichsten dach Meij.
Anno vijffthienhundert ende negen ende dartich.
Met het uit.secreet z.v.Zwolle in gr.w.
o.n. Sibculo CLXIa. is transfix bij CLXI.
v. Doorn.Reg.M.S.
645 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe erklaren dat zij Swane Poertberen, te Laghe, dochter van -------------------------- en Alijt diens vrouw, om godswil ontslagen hebben van allen eigendom en hoorigheid aan het klooster.
Int jaer onss Heren dusent vijffhondert ende neghen ende dertych up Suncte Ursulendach.
Cart.v.Sibculo fol. 148vo.
v. Doorn.M.S.
646 Henrick van Steenwijck verklaart, als leenheer, beleend te hebben, ten behoeve van Prior en Convent van het klooster te Zybekeloe, Johan Holterman met de grove en smalle tienden over Maghes goed, vroeger bezeten door Ever Vierling, en met dito tienden over het erve ten Poezen, beide gelegen in het kerspel van Herdenberch, buurschap te Aenwede.
Leenmannen van Utrecht: Bruno Blanckefaert, schulte te Hardenberge, en Evert die Braicke.
Int jair ons Heren dusent vijfhondert neghen ende dertich den sesten dach van November.
Met het uith.z.v.Henr.v.St. in gr.w.
o.n.Sibculo CLXXII.
v. Doorn.Reg.M.S.
647 Godffridus Dellden, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sybekeloe verklaren dat zij Henryck, dochter van Hermen Gertzon, geboren op het erve Waterynck te Berchthem, in het kerspel van Hardenberch, ontslagen hebben van allen eigendom en hoorigheid aan het klooster.
Inn den jaer unses Heren dusent vijffhundert unde negen unde dertich upp dag Martini Episcopi.
Cart.v.Sibculo fol. 148vo.
v. Doorn.M.S.
648 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Thyes en Gese Nordynck kinderen van Lluken en Ghese N., ontslagen hebben van allen eigendom aan het klooster, zoowel uit gunst als voor eene geldsom.
Gegeven in den jaer unsz Heren dusent vijffhundert unde viertijck up Nije yaersdag.
Cart.v.Sibculo fol. 149.
v. Doorn.M.S.
649 Broeder Godfridus, prior en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe verklaren dat zij Arent Wychmynck, zoon van Rotgher en Lutghart W., hebben ontslagen van allen eigendom aan het klooster, zoowel uit gunst als voor eene geldsom.
Gegheven ynt jaer ons Heren dusent vijfhondert viertich up Suncte Bartholomeusdach Apostel.
Cart.v.Sibculo fol. 149vo.
v. Doorn.M.S.
650 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe verklaren dat zij Lambert Kremers, zoon van Ghert en Grete K., om godswil hebben ontslagen van allen eigendom aan het klooster.
Int jaer on Heren dusent vifhondert enen ende virtich up Nije Jaers dach.
Cart.v.Sibculo fol. 150.
v. Doorn.M.S.
651 Broeder Godfridus, prior en het convent van het klooster Galilea in Sybekloe verklaren dat zij Hylle Weerssynck, dochter van Johan en wijlen Mette W., met hare dochter Mette, hebben ontslagen van allen eigendom aan het klooster, terwille van de goede diensten door Johan W. bewezen, blijvende zij echter keurmedig aan het convent.
Geschreven int jair uns Heren dusent vijffhondert ende twee en ffeertich up dach Agathe der heilgihen Jonckffrouwen.
Cart.v. Sibculo fol. 150vo.v. Doorn.M.S.
652 Broeder Lambertus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren ontvangen te hebben van Fenne, dochter van Johan van Roloffs, 19 Philipsgld., waarvoor zij levenslang zal genieten eene jaarrente van 2 mudden rogge, onder verband van den molen te Gheesteren.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende twee ende virtich der irsten dach Aprilis.
In margine: vacat.
Cart.v.Sibculo fol. 150vo.
v. Doorn.M.S.
653 Broeder Lambertus, prior Johannes Utert, kelner, en het convent van het klooster Galilea in Zybkeloe verklaren schuldig te zijn aan de wed. Fenne Johans, dochter van Johan Roloffs te Almeloe, levenslang eene jaarlijksche rente van 1 1/2 goudgld., onder verband van de Malte (molen) te Gheesteren.
Int jaer ons Heren MXV hondert ende virtich up den sesten dach Aprilis.
Cart.v.Sibculo fol. 152vo.
v. Doorn.M.S.
654 Broeder Lambertus, prior en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren dat zij Beerte Gherbertinck te Wylsum, dochter van Egbert en wijlen Fenne G., hebben ontslagen van allen echt en keurmedigheid aan het klooster.Int jaer onss Heren MV hondert ende XLII up dach Nativitatis Johannis Babtiste.
Cart.v.Sibculo fol. 151.
v. Doorn.M.S.
655 Broeder Lambertus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Gheese ten Gorrebelte, met al hare kinderen, geboren van Hannynck te Helxse, wonende te Luttenberch, in het kerspel Raelte, hebben ontslagen van allen eigendom en keurmedigheid aan het klooster.
Int jair ons Heren dusent vijffhondert ende twe ende vyertich op dach Symonis et Jude Apostolorum.
Cart.v.Sibculo fol. 151.vo.
v.Doorn.M.S.
656 Broeder Lambertus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybkelo verklaren dat zij Assele, dochter van Henryck Roesynck en Geese, ontslagen hebben uit allen eigendom aan het klooster, omdat Henrick voorz., vrij man zijnde, zich eigen heeft gegeven in het erve Rossinck.
Int jaer ons Heren dusent V hondert ende XLIII up den XIIII dach Octobris.
Cart.v.Sibculo fol. 152vo.
v. Doorn.M.S.
657 Broeder Lambertus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybkelo verklaren dat zij Stijne, vrouw van Bernt van Goer, met al hare kinderen, dochter van Poert Bernt en Alijt diens vrouw, wonende in de vrijheid van Laghe, van allen eigendom aan het klooster ontslagen hebben, zoowel uit gunst als voor eene geldsom.
Int jar ons Heren dusent XV hondert XLIII up den XIIII dach Octobris.
Cart.v.Sibculo fol. 153.
v. Doorn.M.S.
658 Bruijn Blanckvort, richter te Hardenberch, verklaart, dat Roloff Jansz, geboren van Wermelinck te Heemse en "beghenne bruder" te Zibkloe, met Andries Roloffsz, coster ten Hardenberch als momber, aan het convent van Galilea in Zibkeloe al zijne bezittingen heeft geschonken, wegens weldaad hem door dat convent bewezen "want sic hem met den meesten arbeid net beswaert hebbt.".
Keurnoten: Henrick Odinck en Henrick Coster in Heemse.
Gegeven inden jaer ons Heren M vijfhondert ende XLIII.
Deze acte is gebiffeerd als hier niet behoorend, met bij bijvoeging: vacat quaere in alio libro.
Cart.v.Sibculo fol. 152.
v. Doorn.M.S.
659 De gemeene erfgenamen van de marke van der Ham verklaren verkocht te hebben aan Prior en Convent van het klooster Galilea in Zibikeloe een stuk lands uit die marke, met het eene eind strekkende aan het erve van het klooster Haselhorst en met het andere aan juffer van Itterzoem's land etc. waarvan ligging en grenzen nader in het stuk zijn omschreven, welke koopsom besteed wordt tot timmering der kerk in den Ham.
Int jair onses Heren dusent vijffhondert dre und vijrtich.
Met uith. z.z. van Otto van Ruijnen, prior v.h. klooster Beelheem, te Zwolle, en met dat van de kerk in den Ham.
o.n.Sibculo CLXXIII.
v. Doorn.Reg.M.S.
660 Broeder Lambertus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibkeloe verklaren verkocht te hebben aan Alphert Blomendail en Anna diens vrouw alle "erffnijs en dorschot" als zij liggen hebben te Wije naast des Grutershuis, binnendijks, welke het klooster vroeger van Jacob Blomendaill e Elizabeth diens vrouw, in erfpacht had ontvangen, met spijker, timmer, hout en boomen door het convent daarop gezet.
In den jaer ons Heren dusent V hondert XLIIII ipso die Confessoris Pauli.
Cart.v.Sibculo fol. 153vo.
v. Doorn.M.S.
661 Broeder Lambertus, prior, te Zibkeloe, Johannes van Utrecht, kelner, broeder Ghert ten Kotte, amptman, en het convent in Zibkeloe verklaren goed te keruen dat Claess ter Horst gehuwd is met de meijersche Joanna Vochdinck, en hun te verpachten het erve Vochdinck, gelgen in het kerspel Wilsum voor 13 jaren, tegen een jaarlijksche pacht en op verschillende voorwaarden.
Int jair onss Heren dusent vifhondert unde ver ende vertich up dach Cathdra sancti Petri.
Cart.v.Sibculo fol. 153vo.
v. Doorn.M.S.
662 Broeder Lambertus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe verklaren dat zij Hermen en Aleijt Waterijnck kinderen van wijlen Hermen W. en Swane diens vrouw, hebben ontslagen om godswil van allen eigendom aan het klooster.
Ghegeven int yaer ons Heren dusent vijffhondert en vier en viertich up dach Ambrosii Episcopi.
Cart.v.Sibculo fol. 154.
v. Doorn.M.S.
663 Broeder Lambertus, prior van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaart met het convent dat zij Hermen ten Wage, Berent ten Ruitenburch en Wobbe ter Wage, hunne zuster, wonenen in Drente, kinderen van wijlen Lubbe Gerberijnck op de Wage te Lutten, hebben ontslagen van alle hoorigheid aan het klooster, voor eene geldsom.
Int jaer ons Heren MVc unde XLIIII up dach Viti et Modesti.
Cart.v.Sibculo fol.154.vo.
v. Doorn.M.S.
664 Burgemeesteren, Schepenen en Raad der stad Swolle verklaren verkocht te hebben aan Prior en Convent van Sibekeloe eene jaarrente van 10 gouden, overlandsche, rijnsche gulden, uit alle renten en inkomsten der stad, terwijl de koopsom heeft gestrekt tot het opmaken van de rondeel voor Sassenpoort.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert vijere ende veertich den soevenden dach in Augusto.
Met het uith.secreet z.der stad Zwolle in gr. w.
o.n.Sibculo CLXXIV.
v. Doorn.Reg.M.S.
665 Henrick van Besten en Maria zijne vrouw verklaren beloofd te hebben aan Prior en Convent van het klooster van Zibekeloe die 20 1/2 mud rogge hadden uit de Toensche goederen onder Ulzen waarvan zij eene wederlosse hadden van 12 mud 1 schepel rogge, en Harmen van Munster van 8 mud en 1 schepel rogge het klooster schadeloos te houden voor eventueelen hinder van Harmen v.M.
Int jari onss Heren duisent vijffhondert ende vijf end vijrtich op dach des hylligen Bijscops Sunt Wyllebroert.
Met het uith.z.van Henrick v.B. in gr. w.
o.n.Sibculo CLXXV.
v. Doorn.Reg.M.S.
666 Broeder Lambertus, prior en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe verklaren verkocht te hebben aan Henrick van Tijll, burgemeester te Zwolle, en Magdalene diens vrouw zoodanige 6 stadponden per jaar te Zutphen, als waarvan de brief spreekt waarbij deze transfix is.
In den yaer ons Heren dusent vijffhondert ende veer ende veertich op dach des hillighen bisschops St.Marten.
De getransfigeerde brief is niet in copy gebracht.
Cart.v.Sibculo fol.155.
v. Doorn.M.S.
667 Seijne Mulert, schulte te Ummen verklaart dat Gheert Wychers en Lutgart zijne vrouw, bij wijze van ruil aan Prior en Convent van Galilea in Zibekeloe hebben afgestaan een stuk lands, in het Nije Landt, geheeten Gheert Wychersoens land, welks ligging en grenzen nader in het stuk worden omschreven, tegen akker lands(ligging omschreven) en een reeds betaalde geldsom.
Koernoten: Arent Spanyger en Wolter Willemssz in die Bijle, schepenen van Ummen.
Int yaer ons Heren dusent vijffhondert ende veer ende veertich op dach der hilliger jonfrowen Catherijne.
Met de uith.z.z.v.d. schulte en v.d.stad Ummen in gr. w.1) in dorso heet dit land op Ummer esch te liggen.
o.n. Sibculo CLXXVII.
v. Doorn.Reg.M.S.
ook cart.v.S.aanh.fol. 1.
0185.1 Klooster Galilea Maior te Sibculo
Inventaris
A. Regestenlijst Rutgers op charters en cartularium I (inv.nr. 1)
667
Seijne Mulert, schulte te Ummen verklaart dat Gheert Wychers en Lutgart zijne vrouw, bij wijze van ruil aan Prior en Convent van Galilea in Zibekeloe hebben afgestaan een stuk lands, in het Nije Landt, geheeten Gheert Wychersoens land, welks ligging en grenzen nader in het stuk worden omschreven, tegen akker lands(ligging omschreven) en een reeds betaalde geldsom.
Koernoten: Arent Spanyger en Wolter Willemssz in die Bijle, schepenen van Ummen.
Int yaer ons Heren dusent vijffhondert ende veer ende veertich op dach der hilliger jonfrowen Catherijne.
Met de uith.z.z.v.d. schulte en v.d.stad Ummen in gr. w.1) in dorso heet dit land op Ummer esch te liggen.
o.n. Sibculo CLXXVII.
v. Doorn.Reg.M.S.
ook cart.v.S.aanh.fol. 1.
Datering:
1544 November 25
Organisatie: Collectie Overijssel locatie Zwolle
laatste wijziging 24-02-2016
668 Hermen Raemelman, gemachtigd door een leenheer, zijn neef Mauritius van den Cloester verklaart namens dezen beleend te hebben, ten behoeve van Prior en Convent van Galilea in Zybekeloe, Ffrederick Oestendorp met de tienden over de Vrijhoeve te Ummen, geheeten de Bystertienden.
Gestichtsmannen van Utrecht: Johan van Ittersum, drost en Egbert Wygerdinck.
Int jair ons Heren dusent vijffhondert vier ende veertich op sancte Katherinendach een heilige joffer.
Met het uith.z.van Herman R. in gr.w.
o.n.Sibculo CLXXVI.
v. Doorn.Reg.M.S.
669 Roelof van Lennep en Henrick van Besten, moetzoenslieden en vanwege Otto van Vilsteren ter eene en Mr. Jan Duijsterbeeck en Johan van Uuterwijck, moetzoenslieden van wege broeder Johannes van Utrecht kellener te Zybekeloe, en broeder Gheert ten Coette, ambtman, en het convent ter andere zijde, beslechten een twist over een coette in Olthem gelegen, met rogge en hooiland enz. krachtens brieven, vroeger door de gebr. van Reze verkocht bij bezegelde brieven van de schulte in Hardenberch.
Ghegheven inden jair ons Heren MVcXLV op Maendach na den Sondach Oculi in der heijliger Vasten.
Cart.v.Sibculo aanh.fol.2.
v. Doorn.M.S.
- Keizer Karel beleent door zijnen stadhouder Maxmiliaan van Egmondt, Graaf te Buren enz. Peter van Voerst, om na doode zijns vaders Johan v.V. met het erve en goed ten Horst, kerspel Ommen, buurschap Zeijssen, als hulder en ten behoeve van Prior en Convent van Sipkeloe.
Leenmannen: Rolof van Scheven en Herman Ramelman.
Gegeven te Deventer.
De brief is 23 April 1550 op het slot Vollenho gegeven.
Het leenzegel der prov. is verdwenen.
Op de vouw: "Bij den Keyser ter Relatie van sijnen Mat. Stathulder generael den Graven van Buren etc. en regts: Mey tegenwoordich Bartholomeus Coloniensus.
Vgl. 1 Febr, 1525; zie verder 2 Jan. 1552. Komt ook voor fol. 29 van het Leenregister.
670 Broeder Reijnerus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe verklaren kwijting gegeven te hebben aan Dirck van Voirst voor de aflossing der grove en smalle tienden over den Hof te Goedelinchem in het kerspel Ulsen gelegen, voor 2 mudden rogge, beschapen tienden met de smalle tienden over het erve Buerwinckell, in de buurschap Graefterpe, kerspel en gericht van Velthuijs gelegen, eindelijk van 3 mudden rogge beschapen tienden uit den Broechues te Brekeninchem, alles krachtens een losbrief aan Dirck's voorvaderen gegeven door Johan Voeth van wiens erfgenamen als wijlen juffer Hille Voets, alias van Keppell, het klooster die renten en tienden had gekocht.
Gegheven in den jair ons Heren dusent vijffhondert ende sesse und viertich op dach Mathie des hillighen Apostels.
Cart.v.Sibculo fol. 155.
v. Doorn.M.S.
671 Reijnerus Campis, prior te Zibekeloe, verklaart dat hij Bernt, zoon van Poirberent en Aleijt diens vrouw, uit allen eigendom aan het klooster heeft ontslagen.
In den jaer ons Heren dusent vijffhondert ende sessenviertig op Belaecken Paeschen.
In het Latijnsch opschrift heet de vader: Bernardus ten Poiren.
Cart.v.Sibculo fol.155vo.
v. Doorn.M.S.
672 Dominus Reynerus de Campis, prior te Zibekeloe, verklaart goedgekeurd te hebben den ruil van Albert, zoon van Hermen ten Brai des kloosters hoorige meijer, wonende te Hardynge, gelegen in het kerspel en gericht van Ulsenn, waartegen Goert van Deedem aan het convent "enen geboyrlick ende gelijckmatighe wederwissel" zal geven, waarvoor de wijnkoopspenning door Rutgher van Ringen is betaald.
Datum tho Zibekeloe anno etc. 46 op dach sancti Bernardi Abbat.
Cart.v.Sibculo fol.156vo.
v. Doorn.M.S.
673 Johan Krull, goegreve (gouwgraaf) te Ulsen, verklaart dat heer Johan Hazenharte, pastoor te Ulsen, en de 4 "raedtluden" dier kerk, Johan Baexvelt, alias Richters, Haerman, schulte te Golichem, Arendt Bispinck, schulte te Wylsem en Essken ten Eichhave, hebben verkocht aan het convent van Sybbekeloe eene jaarrente van 5 gouden Rijnsche guldens, of 6 mudden rogge, uit het kerkerve Lubbertynck, in de marke Lemkette.
Kornoten: Joost Krull en Rutghert van Ryngen.
Inden Jaer unss Heren dusent vijffhondert seven unde vertich op Dinxstaich na sancti Antonii.
De 2 zz. zijn afgevallen.
o.n.Sibculo CIIIa.
v.D.M.S.
674 Arndt van Hattinghe, richter te Oimerssen, verklaart, dat Johan van Eeschede en Aleyt zijne vrouw hebben verkocht aan Prior en Convent van het klooster Galilea in Zibekeloe eene jaarlijksche rente van 3 overlandsche gouden, rijnsche gulden, uit hun erve geheeten het Roth, gelegen in de buurschap van Tubberich, kerspel en gericht van Oitmerssen.
Koernoten: Johan Thuusinck en Albert ten Nijehues.
In den jair onss Heren dusent vijffhondert soeven ende viertich op dach Scholastice Virginis den tijnden dach Ffebruarii.
Met de uith.z.z.v.den richter en Johan v.E. in gr. w.
o.n. Sibculo CLXXIX.
v. Doorn.Reg.M.S.
675 Arndt van Hattinghe, richter te Oitmerssen, verklaart dat Albert ten Nijenhues te Tubberich en Aleyt zijne vrouw hebben verkocht aan Prior en Convent van het klooster van Zibekeloe eene jaarlijksche rente van drie overlandsche gouden rijnsche gld., uit hun erve het Blanckvoirt, in de buurschap Tubberge, kerspel en gericht Oitmerssen, c.a., en uit een huis en hofstede nu door hem bewoond en een gaarde tusschen Sprockellcamp en de Steghe gelegen.
Koernoten: Johan Thuussinck en Lambert Smijt.
In den jair onss Heren dusent vijffhondert soeven ende viertich op dach Scholastice virginis den tijnden dach Ffebruarii.
Met de (besch.)uith.zz.v.d.richter & Joh.v.Eeschede in gr. w.
In margine: "die gairden ende hoffstede is hijr onverdacht (= bij vergissing) ingeschreven dairomme sult sij niet ijn werden geholde werden".
o.n.Sibculo CLXXX.
v. Doorn.Reg.M.S.
676 Burgemeesteren, Schepenen en Raad van Zwolle verklaren vergunning te hebben gegeven aan klooster en convent van Sybekeloe tot aankoop en aflossing der jaarrente van 15 g.r.gld., bedoeld bij den brief dd. 1517 Mei 15, waarbij deze transfix is.
Gegeven inden jair onses Heren vijfftienhondert soeven ende viertich upten yrsten dach Martii.
Met het uith.secreet z. der stad Zwolle in gr.w.
o.n.Sibculo CLXIb. is transfix bij CLXI.
v. Doorn.Reg.M.S.
677 Broeder Reijnerus van Campen, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe verklaren dat zij Johan ten Spoelde te Hardyngh, in het kerspel van Ulsen, oudste zoon van Gheert en Aleyd, naar daar wonende, hebben ontslagen van allen eigendom aan het klooster, met bepaling dat Johan, zoo hij na doode zijns vaders het erve Spoelde wil bewonen, zich weder eigen geven zal.
In den yare ons Heren dusent vijffhondert ende soeven ende veertich den anderden Sondach in der Vasten.
Cart.v.Sibculo fol.156.
v. Doorn.M.S.
678 Broeder Franciscus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren dat zij de nagelaten kinderen van wijlen Herman en Mette Waterings, nl. Geert, Henrick, Johan en Zwane, om godswil hebben ontslagen van allen eigendom aan het klooster.
Int jair uns Heren dusent vijffhondert XLVII up Sondach Quasimodo.
Cart.v.Sibculo fol. 156vo.
v. Doorn.M.S.
679 Broeder Franciscus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, Johannes Uthrect, kelner, Ghert ten Katte, ambtman, verklaren verpacht te hebben het geheele erve Aernynck c.a., gelegen in het kerspel van Ulsen, buurschap Itterbecke, aan Bernt Aernynck en Alijt Hollynxs, diens vrouw, voor eene jaarlijksche pacht van 6 mudden rogge, onder bepalingen aangaande het schapen en ijmenrecht, het opvolgen der kinderen in de pacht, het aanpooten van hout, enz.
Gegeven yn jair ons Heren MVc en XLVII op suncte Georgius Martirus dach na Paeschen.
Cart.v.Sibculo fol. 157.
v. Doorn.M.S.
680 Broeder Franciscus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekelo verklaren dat zij Anna ten Beckendale, dochter van Wilhelm en Swane, hebben ontslagen uit allen echt en keurmedigheid aan het klooster, uit weldaad en voor één gouden rijnschen gld.
Int jair ons Heren MVcXLVII up dach Visitationis divine Marie Virginis.
Cart.v.Sibculo fol. 157v.+.
v. Doorn.M.S.
681 Broeder Frans, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekelo, verklaren een moetzoen te hebben aangegaan met Johan van Laer in Honlo, ter zake van het door diens voorvader Henrick van Laer, Boldewijnszoon, aan het convent verkochte leengoed Wedelijnck, c.a. gelegen in de buurschap Diffele, kerspel Hemse, gericht Hardenberch, zullende dat goed nu worden verheergewaad met 2 gouden rijsche gld., terwijl nu hulder is Roloff Wullijnck, burger te Deventer.
Int jair ons Heren dusent V hondert XLVII op dach Translation Martini dat is den vyrden der maent Julij.
Cart.v.Sibculo fol. 157vo.
v. Doorn.M.S.
682 Broeder Franciscus, prior, Albertus Swollis, supprior, Johannes Utrecht, kelner, en het convent van het klooster Galilea in Zybekelo, verklaren, dat zij Johan van Laer te Honlo als leenheer hebben erkend voor het goed Wedelynck, dat zij dat goed zullen verheergewaden met 2 gouden keurv.geld., en dat zij als hulder gesteld hebben Roloff Wullynck, burger te Deventer.
Int jair ons Heren MVcXLVII up dach Translationis Martini de vyrde dach yn maent Julio.
Leenmannen: Gosen van Rasvelt en Uniko Ripperda.
Cart.v.Sibculo fol. 158.
v. Doorn.M.S.
683 Johan van Laer toe Hoenloe verklaart het convent van Galilea in Zibekeloe beleend te hebben met het erve Wedelinck, gelegen in de buurschap Diffele, kerspel van Heemse, gericht van Hardenberch, als een Stichtsleen van Utrecht, 2 overld. gouden rijnsche gld. als heergewade te hebben ontvangen, en Roloff Wullinck, burger te Deventer als hulder te hebben aangenomen. Int jair uns Heren dusent vijffhondert soeven ende viertich up dach Translationis Martini den vierden dach in Julio.
Stichtsleenmannen: jr. Goessen van Raesfelt, drost van Twenthe, en jr. Unyko Ropperda.
Het z.v.den leenheer is afgevallen.
Sibculo No. CLXXX a. cfr.cart.v.S. fol. 158.
v. Doorn.M.S.
684 Broeder Franciscus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe verklaren, dat zij Aleyt ten Beckendale, dochter van Wilhelm en Zwane hebben ontslagen van alle echt en keurmedigheid aan het klooster, zoowel uit weldaad als voor éénen gouden rijnschen gld.
Int jair ons Heren dusent vijffhondert soeven ende viertich up dach Remigii Episcopi et Confessoris dem 1 Octobris.
Cart.v.Sibculo fol. 158vo.
v. Doorn.M.S.
685 Broeder Franciscus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Anna ten Brinckhuese, dochter van Johan en Johanna t.B. hebben ontslagen van allen eigendom aan het klooster zoowel uit gunst als voor eene geldsom.
Gegeven in den jaer ons Heren dusent vijffhondert achte unde viertich den tienden dach der maenth Januarii.
Cart.v.Sibculo fol. 159.
v. Doorn.M.S.
686 Johan Krull, goegreve (gouwgraaf) te Ulsen, verklaart dat heet Johan Haezenharte, pastoor te Ulsen, en de 4 "raedtlude" dier kerk, nl. Geerdt Kopes te Ulsen, Herman, schulte te Godelickhem, Gherdt Tijging, te Wilsem, Essen te Eeckhave te Hardinge verkocht hebben aan Prior en Convent te Zibekleoe eene jaarrente van één gouden rijnsche gld. en 1 oort, uit het kerkerve Lubberting, in de marke Lemkette.
Kornoten: Rutger van Rijngen en Joest Krull.
In de jaer uns Heren Christi dusent vijffhondert acht ende viertich up dach Conversionis Pauli.
De beide zz. zijn afgevallen.
o.n.Sibculo CIIIb.
v.D.M.S.
687 Broeder Franciscus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe verklaren dat zij Ffenne Bennekinck, dochter van Henrick en Zwane B. hebben ontslagen van allen eigendom aan het klooster, alleen uit vriendschap en gunst.
Int jair uns Heren Christi dusent vijffhondert VIII ende viertich dess eersten Sondages inder Vasten Invocavit.
Cart.v.Sibculo fol. 159vo.
v. Doorn.M.S.
688 Broeder Frans, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe verklaren dat zij Gese Gerberdyncks, dochter van Egbert en Ffenne G. met hare 3 kinderen Herman, Ffenne en Eusse ontslagen hebben van allen eigendom aan het klooster zoowel uit gunst als voor eene geldsom.
Int jair ons Heren dusent vijffhondert VIII ende viertich ad Cathedram Petri.
Blijkens het opschrift woonden zij te Wylsem.
Cart.v.Sibculo fol. 159vo.
v. Doorn.M.S.
689 Arndt, graaf te Benthem en Stenfforden, heer te Wevelekhaven, verklaart vergunning te hebben gegeven aan Prior en Convent van het klooster Szypendeloe (=Sibculo) om van hunne erven Keddinck en Bennekinck te Itterbecke eene waar af te nemen, en die over te brengen op een toeslag in de zelfde marke, genaamd het Immenbroeck te Wylen, in 1516 door het klooster aangekocht.
Gegeven im jaer nae Christi geboirt duysent vijffhondert acht unnd viertich des Maendages nha dem Sundage Vocem Jocunditatis.
o.n.Sibculo CLXa. Ook in cart,Sibculo, Aanh.p.3.
v. Doorn.Reg.M.S.
690 Seijne van Welvelde, ambtman van Abdis en Capittel van het Stift Essen, verklaart dat hij heeft beleend Heer Ffranciscus van Zwolle prior van het convent van Sybbekeloe, ten behoeve van dat convent met het goed Noerdinck, gelegen in het kerspel van Hellendoern, buurschap Dairloe, te verheergewaden als een stiftsleen van Essen.
Stiftsmannen: Symon Peterssz en Roelof Barnyer.
Gegheven int jair ons Heren dusent vijffhondert ende acht en veertich des daeghes nae sunt Lambertusdach.
Met het uith.z.v.d.Ambtman in gr. wasse.
o.n.Sibculo XXXVIIId.
Niet bij v. Doorn.
691 Broeder Franciscus, prior, en het convent van het klooster te Zibkeloe, verklaren, dat Henrick van Laher, heeft ongelost eene jaarlijksche rente van 1 mudde en 1/2 schepel rogge, welke het klooster had uit zijn erve Roirkinck, gelegen in de buurschap Hockelinchem, gericht van Ulsen, blijvende de principaalbrief in handen van ht convent omdat die ook andere renten inhield.
In den jair uns Heren Christi dusenth vijffhondert acht ende viertich up ach Martini Episcopi et Confessoris.
Cart.v.Sibculo fol. 160.
v. Doorn.M.S.
692 Bruijn Blanckvordt, richter te Hardenberch, verklaart dat Johan Mensing uit Larewolt met Griete diens vrouw, mede volmachtig van zijnen broeder Henrick Gerrijtss, anders van Laer, nu wachtmeester te Yewerden, blijkens volmacht bezegeld door Ffloeloff van Middorch, drost te Jewerden, dd. 4 November 1548 hebben verkocht aan Prior en Convent van Galilea in Zibkeloe alle rechten op eenige perceelen lands gelegen te Oltheeme, aan des convents katerstede en aarden, binnen of buitentuinen c.a.
Keurnoten: Thijas Derckssz en Andreas Roloffsz.
Actum den viertijnden Novembris anno acht ende viertich.
Cfr. 1549 Junij 12. Cart.v.Sibculo aanh.fol.3 verso.
v. Doorn.M.S. (datum onjuist).
693 Broeder Franss van Zwolle, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibkeloe verklaren dat Reijner ter Arenshorst, "eint weert inden selver herberge", heeft afgelost eene jaarrente van 6 schepel rogge, door het klooster tot dusver gebeurd uit het erve Doirtmassvoirde.
Inden jair uns Heren dusent vijffhondert acht ende viertich up dach Cecilie Virginis.
In het opschrift heet het erve Dortmanssvoirde.
Cart.v.Sibculo fol. 160vo.
v. Doorn.M.S.
694 Broeder Franss, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibkeloe verklaren verkocht te hebben aan Jasper Henricssz, schulte op Almelervene, en Aleidt diens vrouw de 9 vierendeel boter op Almelervene, waarvan de brief spreekt waarbij deze transfix is.
In den jaer ons Heren dusenth vijffhondert achte ende viertich dess daeges nae dess hilligen Apostelsdaege Sanct Thomas.
Cart.v.Sibculo fol. 161.
v. Doorn.M.S.
695 Broeder Franss, prior, Johannes van Utrecht, kelner, Broeder Geert ten Kate, ambtman, en het convent van het klooster te Zibkeloe, verklaren goed te vinden dat Johan Eijlerding getrouwd heeft de meijersche Aleidt Schultinck, wonende op het kloostergoed Schulting, in het kerspel en gericht van Ulszen, buurschap Itterbecke gelegen, en dat zij hun het genoemde goed verpachten voor 19 jaren, op verschillende voorwaarden.
Inden jair ons Heren dusent vijffhondert neegen ende viertich up den Palmsondach.
Cart.v.Sibculo fol. 161.
v. Doorn.M.S.
Records 701 t/m 760
B. Regestenlijst Ter Kuile op cartularium II (inv.nr. 2)
laatste wijziging 21-05-2024
1.336 beschreven archiefstukken
12 gedigitaliseerd
totaal 1.651 bestanden

Kenmerken

Datering:
1254 - 1597
Omvang archiefblok:
0,6 302 foto's, 2 ontbreken meter(s)
Voorwaarden voor raadpleging en gebruik:
Het archief is openbaar.
Toegang:
Rutgers, C.P.L., A. Haga, G.J. ter Kuile, H.J. Jongbloed, Inventaris van het archief Klooster Sibculo. Met regestenlijsten op de charters en de cartularia I en II, 1254 - 1597 (1901/z.j.).
Categorie:
laatste wijziging 21-05-2024
1.336 beschreven archiefstukken
12 gedigitaliseerd
totaal 1.651 bestanden