Uw zoekacties: Geheel oprichten van 39 woningen met garages.(Aan de Put 2 t... Hoge Bank en Klaring van Overijssel

0029 Hoge Bank en Klaring van Overijssel ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0029   Hoge Bank en Klaring van Overijssel
Inleiding
I. Inleiding
II. Geschiedenis van het archief
III. Verantwoording van de inventarisatie
laatste wijziging 03-04-2024
859 beschreven archiefstukken
127 gedigitaliseerd
totaal 12.208 bestanden
Inventaris
1. Eerste afdeling: Judicialen en bijbehorende stukken
2. Tweede afdeling: Procesdossiers
2.1. Hoge Bank
2.1.1. 1546 - 1619
2.1.2. 1610 - 1631
2.1.3. 1634 - 1644
2.1.4. 1646 - 1664
118 'Eysch ende aenspraecke', vordering overgeleverd ter Hoge Bank door Johan Gesscher en Johan Royer, als provisoren van het Weeshuis, en door Maarten van der Capellen en Mattheis Daems, als provisoren van het Sint Elisabethsgasthuis, beide te Deventer, ter ene zijde, voor Johanna Witte, weduwe van Wolter van Echten tot Relaer, ter andere zijde, om over te gaan tot betaling van achterstallige renten, met bijlagen, 1646.
119 Stukken betreffende het proces ter Hoge Bank tussen Balthasar Sweder von Schele tot Schelenburg, mede namens zijn vader Adam Schele tot Schelenburg, ter ene zijde, en Anna Margaretha von der Recke, weduwe van Derk van den Rutenberg tot Zuthem, en haar zonen Unico Otto en Matthias Albrecht van den Rutenberg, over een in 1588 gevestigde jaarlijkse rente door Unico van den Rutenberg ten behoeve van Adelheid Ripperda, weduwe van Caspar Schele, 1646-1650.
120 Stukken betreffende het proces ter Hoge Bank tussen Dibbet Derks, als volmacht van Sebastiaan en Franciscus Magirus, kinderen van wijlen Henricus Magirus en erfgenamen van hun grootvader wijlen Frans Cock, mede optredende namens hun zwager Johan Coninck, ter ene zijde, en Anna Margaretha van der Recke, weduwe van Derk van den Rutenberg tot Zuthem en Staverden, mede als moeder-voogdes van haar kinderen, ter andere zijde, over de betaling van verschillende schulden, met bijlagen, 1647. i
121 Stukken betreffende het proces ter Hoge Bank tussen Johan Wicherlinck, burgemeester van de stad Zwolle, en Eilert Damius, predikant te Wilp, voor zich zelf en mede namens hun vrouwen, alsmede de eerder genoemde Damius en Hendrik Gelinck, als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen Klaas Boeckolt en Grietje Berends, tezamen erfgenamen van wijlen Margaretha Loedingh, weduwe van Berend Berends, ter ene zijde, en Anna Margaretha van der Recke, weduwe van Derk van den Rutenberg tot Zuthem en Staverden, mede als moeder-voogdes van haar kinderen, ter andere zijde, over de betaling van verschillende schulden, met bijlagen, 1647.
0029 Hoge Bank en Klaring van Overijssel
Inventaris
2. Tweede afdeling: Procesdossiers
2.1. Hoge Bank
2.1.4. 1646 - 1664
121
Stukken betreffende het proces ter Hoge Bank tussen Johan Wicherlinck, burgemeester van de stad Zwolle, en Eilert Damius, predikant te Wilp, voor zich zelf en mede namens hun vrouwen, alsmede de eerder genoemde Damius en Hendrik Gelinck, als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen Klaas Boeckolt en Grietje Berends, tezamen erfgenamen van wijlen Margaretha Loedingh, weduwe van Berend Berends, ter ene zijde, en Anna Margaretha van der Recke, weduwe van Derk van den Rutenberg tot Zuthem en Staverden, mede als moeder-voogdes van haar kinderen, ter andere zijde, over de betaling van verschillende schulden, met bijlagen, 1647.
Datering:
1647.
Omvang:
1 omslag
Oude Orde:
5535
Organisatie: Collectie Overijssel locatie Zwolle
laatste wijziging 06-07-2017
122 Stukken betreffende het proces ter Hoge Bank tussen Gerrit van Vilsteren, heer van ter Straten, ter ene zijde, en Otto Unico van den Rutenberg tot Zuthem en Staverden, ter andere zijde, om het geding over de verkoop van enige erven te Vilsteren te houden voor het stadsgericht van Zwolle, met bijlagen, 1649.
123 Stukken betreffende het proces ter Hoge Bank tussen Johan van Twickelo tot Borgbeuningen en Veenhuis, alsmede Adriaan Averhagen van Twickelo en Rutger van der Marck, ter ene zijde, en Willem Ripperda tot Hengelo, Boekelo en Boxbergen, ter andere zijde, over het ongedaan maken van de verkoop in 1648 van het recht van collatie van de vicarie van Sint Anthonius, eertijds te Tubbergen en tegenwoordig te Delden, en de verkoop van de havezate Hengelo, landgericht Delden, 1649-1650.
124 Stukken betreffende het proces ter Hoge Bank tussen dr. Derk Berdenis en Jacob Jacobs, als voogden van de minderjarige zoon van wijlen Jacob Malert, alias Smedink, ter ene zijde, en Anna Margaretha van der Recke, weduwe van Diederik van den Rutenberg tot Zuthem, en haar zoon Unico Otto van den Rutenberg tot Zuthem over de betaling van een zeker bedrag, voortkomende uit een afkoop met betrekking tot de goederen, gehorende onder het huis Staverden op de Veluwe in Gelderland, 1653.
125 Stukken betreffende het proces ter Hoge Bank door Gerhard Manten voor zich en Godert van Bevervoorde en Hendrik Tesschenmacher, als voogden over zijn kinderen bij Mechteld Boeckholt, tegen Adolf Hendrik van Raesfelt tot Twickel en Jacob van Coeverden tot Stoevelaar, als voogden over het minderjarige zoontje van wijlen Johan Ripperda tot Weldam, eertijds drost van Twente, wegens betaling van een som geld, verschoten door de schoonvader van Gerhard Marten voor reparaties aan de molen te Diepenheim, die eertijds in pandschap was gegeven aan Ripperda en diens voorouders, 1659-1664.
126 Eis van Arnoldina van Lintelo van de Marsch, overgeleverd ter Hoge Bank, tegen Sweder Christoffel Schele en Karel Otto Schele tot Weleveld om aan haar uit te keren hetgeen haar als universeel erfgename van Johanna Geertruid Schele van Weleveld en Welbergen krachtens haar in 1661 opgemaakt testament toekomt, met bijlagen, 1662.
2.1.5. 1668 - 1678
2.1.6. 1679 - 1696
2.1.7. 1686 - 1780
2.2. Klaring
3. Derde afdeling: Stukken, waarvan het verband niet blijkt
4. Kaartenlijst
laatste wijziging 03-04-2024
859 beschreven archiefstukken
127 gedigitaliseerd
totaal 12.208 bestanden

Kenmerken

Datering:
1530 - 1798
Omvang archiefblok:
25,2 54 foto's meter(s)
Voorwaarden voor raadpleging en gebruik:
Het archief is openbaar.
Toegang:
Mensema, A.J., Hoge Bank en Klaring van Overijssel, 1530 - 1798, Zwolle (2011).
Omvang in stuks:
68
Categorie:
laatste wijziging 03-04-2024
859 beschreven archiefstukken
127 gedigitaliseerd
totaal 12.208 bestanden