0008 Overijsselsche rekeningen en andere stukken, afkomstig uit de Rekenkamer te Roermond, het zogenaamde ‘Spaanse Archief’ ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )
0008
Overijsselsche rekeningen en andere stukken, afkomstig uit de Rekenkamer te Roermond, het zogenaamde ‘Spaanse Archief’
Inleiding
In het vorig jaarverslag is een Inventaris opgenomen van de Overijselsche rekeningen en andere stukken, afkomstig uit de Hollandsche Rekenkamer over de jaren 1528 - 1581, van de hand van jhr. mr. D.P.M. Graswinckel. In aansluiting daarop volgt hier een bewerking van de stukken, op Overijsel betrekking hebbende en afkomstig uit de Geldersche Rekenkamer, te Roermond resideerend. Zooals de heer Graswinckel in zijn Inleiding op genoemde Inventaris reeds opgemerkt heeft, is deze Rekenkamer in 1581 door Parma belast met het beheer der domeinen, gelegen in gebieden, die nog aan het gezag van den Koning van Spanje onderworpen waren * en dus ook van een gedeelte der Overijselsche, waarover vroeger de Hollandsche Rekenkamer, laatstelijk te Utrecht gevestigd, het beheer voerde.
Vanaf 1581 hebben we nu twee parallel loopende seriën rentmeesterberekeningen, te weten die der door de Staten van Overijsel aangestelde rentmeesters, die aan Ridderschap en Steden rekenplichtig waren (en wier rekeningen dus deel uitmaken van het Statenarchief), en die der door de regeering te Brussel benoemde, die hunne rekening naar Roermond moesten opzenden.
Na de reductie van roermond door Frederik Hendrik in 1632 zijn alle archieven aldaar berustende naar Arnhem overgebracht * ; hetgeen op het Overkwartier betrekking had, is in de jaren 1681 en 1682 naar Roermond teruggezonden * en wat later bleek nog in Arnhem te zijn achtergebleven, is ingevolge machtiging van den Minister van Binnenlandsche Zaken d.d. 1895 Februari 26 door het Rijksarchief te Maastricht verworven * .
Vanaf 1581 hebben we nu twee parallel loopende seriën rentmeesterberekeningen, te weten die der door de Staten van Overijsel aangestelde rentmeesters, die aan Ridderschap en Steden rekenplichtig waren (en wier rekeningen dus deel uitmaken van het Statenarchief), en die der door de regeering te Brussel benoemde, die hunne rekening naar Roermond moesten opzenden.
Na de reductie van roermond door Frederik Hendrik in 1632 zijn alle archieven aldaar berustende naar Arnhem overgebracht * ; hetgeen op het Overkwartier betrekking had, is in de jaren 1681 en 1682 naar Roermond teruggezonden * en wat later bleek nog in Arnhem te zijn achtergebleven, is ingevolge machtiging van den Minister van Binnenlandsche Zaken d.d. 1895 Februari 26 door het Rijksarchief te Maastricht verworven * .
De rekeningen en andere stukken, die Overijsel betreffen, die zich bevonden onder de in 1632 naar Arnhem gevoerde archieven * , zijn vandaar vermoedelijk doorgestuurd naar Overijsel, hoewel noch de Resolutiën van Ridderschap en Steden, noch die van Gedeputeerden hiervan melding maken. Naar aanleding van deze rekening zij nog het volgende opgemerkt.
Robert van der Beeck, die de zaak van den koning ontrouw geworden was, werd vervangen als rentmeester van Salland, door Henrick van Thil, raad van Overijsel.
De rentmeester van Twente, Rodolph Bytter, bleef in zijn functie gehandhaafd.
Ten aanzien van de rekeningen van den rentmeester van Vollenhove, Aert van Renoy, rees de vraag, of zij wel in dezen inventaris opgenomen dienden te worden. Deze toch trad sinds 1580 evenals Robert van der Beeck, voor de Staten van het gewest op. Hij had zijne rekeningen over de voorgaande jaren nog niet ingediend, toen hij in handen der tegenpartij geraakte, en te Steenwijk werd gevangen gehouden. De pogingen, door hem aangewend, om zijn houding gedurende de vorige jaren te rechtvaardigen in een remonstrantie (hij zou b.v. in het laatst van 1580 in de veronderstelling verkeerd hebben, dat Aartshertog Matthias namens den koning als landvoogd optrad, toen hij op diens last het huis te Genemuiden afgebroken heeft), om zoodoende zijn vrijheid te herkrijgen, mislukten echter. Zijne rekeningen werden naar Roermond opgezonden, daar van kantteckeningen en aanmerkingen voorzien, maar niet afgesloten. Vóór 1611 zijn ze door bemiddeling van Boldewijn van Renoy, 's rentmeesters zoon, naar Overijsel getransporteerd en overgeleverd aan de Staten dier provincie * .
Robert van der Beeck, die de zaak van den koning ontrouw geworden was, werd vervangen als rentmeester van Salland, door Henrick van Thil, raad van Overijsel.
De rentmeester van Twente, Rodolph Bytter, bleef in zijn functie gehandhaafd.
Ten aanzien van de rekeningen van den rentmeester van Vollenhove, Aert van Renoy, rees de vraag, of zij wel in dezen inventaris opgenomen dienden te worden. Deze toch trad sinds 1580 evenals Robert van der Beeck, voor de Staten van het gewest op. Hij had zijne rekeningen over de voorgaande jaren nog niet ingediend, toen hij in handen der tegenpartij geraakte, en te Steenwijk werd gevangen gehouden. De pogingen, door hem aangewend, om zijn houding gedurende de vorige jaren te rechtvaardigen in een remonstrantie (hij zou b.v. in het laatst van 1580 in de veronderstelling verkeerd hebben, dat Aartshertog Matthias namens den koning als landvoogd optrad, toen hij op diens last het huis te Genemuiden afgebroken heeft), om zoodoende zijn vrijheid te herkrijgen, mislukten echter. Zijne rekeningen werden naar Roermond opgezonden, daar van kantteckeningen en aanmerkingen voorzien, maar niet afgesloten. Vóór 1611 zijn ze door bemiddeling van Boldewijn van Renoy, 's rentmeesters zoon, naar Overijsel getransporteerd en overgeleverd aan de Staten dier provincie * .
Elke aanwijzing, dat ze door Gedeputeerden afgehoord zijn, ontbreekt evenwel. Bovendien bevindt zich in het Statenarchief een serie duplicaten van de 15de tot de 23ste rekening, gebonden bij de rekeningen van denzelfden rentmeester over de jaren 1592 - 1594, d.w.z. vanaf zijn bevrijding uit de gevangenschap door de verovering van Steenwijk op 5 Juli 1592, tot aan zijn dood. Voegt men hier nog bij, dat genoemde rekeningen aangetroffen zijn te midden van de stukken, afkomstig uit de Geldersche Rekenkamer, dan geven al deze redenen voldoende aanleiding ze in dezen inventaris te beschrijven.
Naast deze rentmeestersrekening staan dan o.a. die van de ontvangers der contributiën van de drie kwartieren, op voorbeeld van Ridderschap en Steden, door de Spaansche regeering aangesteld. Sommige dezer rekeningen loopen zoowel over Salland als over Twente, terwijl andere beide kwartieren afzonderlijk betreffen: daar nu in dezen inventaris de rekeningen zooveel mogelijk kwartiergewijs beschreven zijn, zijn de gecombineerde, terwille van de overzichteljkheid van dubbele nummers voorzien: zoo is de 1ste rekening van Gherardt Ghyginck zoowel onder de Sallandsche als onder de Twentsche rekeningen opgenomen, resp. onder de nummers 17 en 72; zoo komt no. 18 overeen met no 77, en nos 26 - 34 met nos. 89 - 97.
In 1609 werd krachtens bepaling van den wapenstilstand het heffen der contributies van beide zijden opgeschort voor den duur van het Bestand. Gedurende dien tijd bleven alleen de rekeningen betreffende de Twentsche domeinen loopen, evenwel beperkt tot het gebied van de heerlijkheid Lage en den Hof van Oldenzaal, volgens een clausule van het verdrag, dat alleen deze aan den koning had toegewezen.
H.C. Hazewinkel
Naast deze rentmeestersrekening staan dan o.a. die van de ontvangers der contributiën van de drie kwartieren, op voorbeeld van Ridderschap en Steden, door de Spaansche regeering aangesteld. Sommige dezer rekeningen loopen zoowel over Salland als over Twente, terwijl andere beide kwartieren afzonderlijk betreffen: daar nu in dezen inventaris de rekeningen zooveel mogelijk kwartiergewijs beschreven zijn, zijn de gecombineerde, terwille van de overzichteljkheid van dubbele nummers voorzien: zoo is de 1ste rekening van Gherardt Ghyginck zoowel onder de Sallandsche als onder de Twentsche rekeningen opgenomen, resp. onder de nummers 17 en 72; zoo komt no. 18 overeen met no 77, en nos 26 - 34 met nos. 89 - 97.
In 1609 werd krachtens bepaling van den wapenstilstand het heffen der contributies van beide zijden opgeschort voor den duur van het Bestand. Gedurende dien tijd bleven alleen de rekeningen betreffende de Twentsche domeinen loopen, evenwel beperkt tot het gebied van de heerlijkheid Lage en den Hof van Oldenzaal, volgens een clausule van het verdrag, dat alleen deze aan den koning had toegewezen.
H.C. Hazewinkel
laatste wijziging 10-11-2023
252 beschreven archiefstukken
64 gedigitaliseerd
totaal 5.608 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 10-11-2023
252 beschreven archiefstukken
64 gedigitaliseerd
totaal 5.608 bestanden
Kenmerken
Datering:
1578 - 1632
Omvang archiefblok:
4,6 meter(s)
Voorwaarden voor raadpleging en gebruik:
Het archief is openbaar.
Toegang:
Hazewinkel, H., Overijsselsche rekeningen en andere stukken, afkomstig uit de Rekenkamer te Roermond, het zogenaamde ‘Spaanse Archief’, 1578 - 1632, Den Haag (1924).
Categorie:
laatste wijziging 10-11-2023
252 beschreven archiefstukken
64 gedigitaliseerd
totaal 5.608 bestanden
Gevonden archiefstukken