Interview met dhr. Wim Rolwes door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING). `
Wim Rolves vertelt het verhaal van zijn vader (en moeder) voor zover zich dat in Indonesië afspeelde.

Vader: Joop Rolwes 1 april 1926 - 8 december 1973
Moeder: Anneke Remeus 14 juli 1925 – 11 januari 1982


Vader

Vader heeft zijn jeugd doorgebracht in Zwolle als zoon van Willem Rolwes en Johanna Kroonenberg en kleinzoon van Joseph Rolwes (de neije duzend, een markant stadsfiguur in Zwolle). Willem was handelaar in turf en kolen tot zijn overlijden in 1940, waarna zijn handel door de Duitsers in beslag werd genomen. Vader is katholiek gedoopt vanwege de materiele voordelen die dat vanuit de katholieke kerk bracht. Na afloop van de 2e Wereld oorlog moest Vader in militaire dienst. In 1946 werd hij opgeroepen. Hij was toen 20 jaar.
Na een periode in Zuid Laren te zijn gelegerd kreeg hij in het voorjaar van 1947 een oproep van het Ministerie van Defensie om naar Nederlands Indie te gaan om daar deel te nemen aan een oorlog tegen de Indonesiërs in hun strijd voor onafhankelijkheid. Vader was geen voorstander van deze koloniale oorlog, wilde daar dan ook niet aan meedoen, maar werd door de Militaire Politie in Zwolle van huis opgehaald en in Amsterdam op de boot gezet: de Johan van Oldenbarnevelt waarop hij met vele andere Indie-gangers naar Nederlands Indie werden vervoerd.
Na een reis van ongeveer een maand kwam Vader aan in Surabaja en werd hij gelegerd in Batavia bij het onderdeel Aan en Afvoertroepen onder sergeant Harkes. Hij werd daar chauffeur op een Weapon Carier ter bevoorrading van gevechts- en andere eenheden van het Nederlands leger (als soldaat, later soldaat 1e klas). Hij heeft voorzover ons bekend zelf geen gevechtshandelingen verricht.
In 1948 kreeg Vader tropeneczeem en werd hij opgenomen in het Tjikini hospitaal in Batavia.


Moeder

Moeder heeft haar jeugd doorgebracht in Bodja  ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )
beacon