Interview met dhr. J. Zwart door de Werkgroep Overijssel Nederlands-Indië Nieuw Guinea (WONING).


De heer Johan Zwart is geboren in 1935 in Enschede. Als dienstplichtig marinier was hij in Nieuw Guinea. Hij was voor zijn militaire diensttijd verwarmingsmonteur en wilde graag bij de mariniers dienen. Hij is opgekomen in Doorn en heeft daar zijn opleiding gehad. Zijn vader was antimilitair en vond het maar niets dat zijn zoon in militaire dienst ging. Na zijn opleiding in 1957 ging hij (als laatste reserve van zijn peloton) naar Nieuw Guinea. Hij vertrok in november 1957 met het vliegtuig naar Rome, vandaar naar Caïro en na nog een paar tussenlandingen kwam hij aan in Biak. In totaal was het ca 23 uur vliegen. De vliegreis was een behoorlijk avontuur te meer omdat hij nog nooit had gevlogen.
De aankomst van Biak was overweldigend; de hitte was wel dragelijk. De eerste dag hebben we aan het strand gelegen en ze sliepen de eerste nachten in tenten. Na drie weken was Johan geacclimatiseerd en gewend aan de warmte.
In het instructieboekje stond was het doel van hun verblijf daar was, zoals bescherming bevolking en infiltratie voorkomen. Zeer beperkte voorlichting over geslachtsziekten.
Van Biak ging hij naar Manuquari, daar kreeg hij de tropenopleiding en zijn wapen. Veel oefenen (met mitrailleur schieten, schuttersputten graven, etc. Hij werd daar klaargestoomd voor het echte patrouillewerk. Nooit een infiltrant opgepakt, hoewel hij meerdere keren achter infiltranten heeft aangezeten (‘ze konden blijkbaar harder lopen dan ik’). Na zijn opleiding ging hij naar Sorong en daar begon het patrouille lopen in het Vogelkopgebied. Contacten met het thuisfront waren er per brief met zijn toenmalige verloofde (nu zijn vrouw). Een patrouillegroep bestond veelal uit ca 15 à 20 man onder leiding van een sergeant of luitenant. Twee Papoea’s dienden als gids van de patrouille, zij liepen op blote voeten. De patrouillegroep droeg speciale kleding tegen de, 0 ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )
beacon