Uw zoekacties: Klooster Zwartewater

0188 Klooster Zwartewater ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0188   Klooster Zwartewater
Inventaris
Voorlopige inventaris door mr. A. Hage
Regestenlijst door P.A.A.M. Wubbe. aangevuld door mr. A. Hage
1 Wilbrandus, bisschop van Trajectum, neemt het klooster "in loco quem Montem Sanctae Mariae appellavimus" in bescherming, bevestigt de schenkingen daaraan gedaan, geeft het 't recht van begrafenis, en aan de priesters van die plaats het recht om de Sacramenten toe te dienen.
Actum Daventrie anno incarnationis Domini MCC XXXIII, XII Kalendas Augusti, pontificatus nostri anno VI.
Oorspr. (inv.no. 1). Het zegel van den bisschop verloren.
2 Otto, elect van Trajectum, geeft aan de bewoners der 12 hoeven in Veno bij het klooster Montis Sancte Marie, gelegen in Sallandia, zijn toestemming om daar de kerkelijke sacramenten te ontvangen, behoudens het recht van den aartsdiaken op de bij Zwolle te houden synodalia en dat van het kapittel te Daventria op de Cotpenningen.
Anno Domini MCC quadragesimo primo, VI Idus Aprilis.
Oorspr. (inv.no. 2). Het zegel van den elect verloren.
3 Otto, elect van Trajectum, oorkondt dat Gerard van Steygeren zijne bezittingen in Steygheren gelegen, n.l. zijn huis en land met alles wat daarbij behoort, die hij tot dusver van de Utrechtsche kerk in leen had, aan Otgerus proost en Beatrix priorissa en het convent van Mons Sancte Marie bij Hasselt in Zallandia verkoopt, keurt dien verkoop goed en stemt er in toe dat zij dit in eigendom mogen bezitten.
Anno Domini MCCXLIII, mense Maio.
Afschrift in inv.no. 3, bldz. 61-62.
4 Paus Innocentius IV neemt het klooster van Mons Sancte Marie in bescherming, bevestigt de vroegere privilegin en verleent nieuwe voorrechten.
Datum Lugduni per manum magistri Marini, sancte Romane ecclesie vicecancellarii, V Kalendas Septembris indictione III incarnationis dominice MCCXLV, pontificatus vero domini Innocentii pape IV, anno III.Afschrift in inv.no. 3 bldz. 6-8.
5 Henricus, bisschop van Trajectum, gelast den priester in Hasselt, op straf van suspensie, de bewoners van het veen bij het klooster van Mons Sancte Marie, die tot dusver de Sacramenten in het genoemde klooster ontvangen hebben, hierin niet lastig te vallen.
Datum Vullenho anno Domini MCCLV, feria tertia post Jacobi apostoli.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 5 6.
6 Henricus, graaf van Dalen, oorkondt dat zijn dienaar Henricus van Hasle geeft aan het cenobium in Hasle en zijne zuster Christina, Conventuale aldaar, een tiende en het eigendomsrecht van landerijen in Vollenho gelegen, onder bepaalde voorwaarden, totdat de bisschop van Trajectum haar het eigendom der tienden schenkt.
Datum anno Domini MCCLX, in die Sancti Michaelis.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 52. Vergel. oorkonde dd. 1279 April 4 (reg.no. 8).
7 Henricus, bisschop van Trajectum, staat aan den proost en het convent van Mons Sancte Marie bij Hasselt toe de door hen van Enghelbertus van Ramele en zijn zoon Theodoricus, ridders, gekochte en aan het sticht van Utrecht leenroerige groote en kleine tienden uit het erf Nova domus in Ramule gelegen, vrij te bezitten en neemt daarvoor in de plaats als leengoed het vrije erf van Enghelbertus en Theodoricus voornoemd, Furwalde geheten.
Actum et datum apud Raalt, anno Domini MCC sexagesimo quinto, in crastino Gervasii et Prothasii martyrum.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 76.
8 Johannes, elect van Trajectum, keurt goed dat Henricus de Hasle zijne bezittingen in Winlo, n.l. een tiende en het eigendomsrecht van landerijen, aan de priorin en het convent bij Hasle geeft, onder voorwaarde vanjaarlijks een drinkbeker aan het Sticht te betalen.
Acta sunt hec apud Fulhowe. Datum anno Domini MCCLXXIX, tercia feria post Pascha.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 48; vergel. oorkonde d.d. 1260 Sept. 29 (reg.no. 6).
9 Johannes, elect van Trajectum, geeft aan den proost en het convent van Mons Sancte Marie in Sallandia verlof om eene kerk te bouwen in het veen, Ruenvene geheeten en om aan de menschen die daar wonen de Sacramenten toe te dienen.
Datum anno Domini MCC octogesimo secundo, in octava Pentecostis.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 5.
10 Seyno van Horst en Jutte zijne echtgenoote geven als aanvulling der prebenden van zijn vader en broeder aan het convent genaamd ten Zwartenwater 2 urn boter jaarlijks uit hun erf toer Horst.
Datum anno Domini MCCC decimo nono in vigilia Beate Margarete virginis.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 48.
11 Fredericus, bisschop van Trajectum, legt aan Hesselus van Katreyp het zwijgen op over een hoeve lands, gelegen in Staphorst bij de kerk, die toebehoorde aan het klooster van Insula Sancte Marie in Zallandia, omdat zijn laatste bewering als had hij die hoeve in leen van Rodericus van Vorst, niet op voldoende gronden steunt en bevestigt het klooster hierdoor in zijne rechten.
Datum anno Domini MCCC vicesimo, sabbato post Misericordia Domini.
Oorspr. (inv.no. 4). Met het zegel van den bisschop in groene was.
12 Hesselus van Catrepe doet, zooals hij verplicht was,afstand ten behoeve van het convent van Mons Sancte Marie in Zallandia ad Nigram aquam, van alle aanspraak op een stuk land in Staphorst bij de kerk gelegen.
Datum anno Domini MCCC vicesimo secundo, in crastino Beatorum Petri et Pauli apostolorum.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 100.
13 Egbertus Haco de Rutenberghe, schildknaap, verkoopt aan het convent van Sancta Maria in Sallandia zijn erf Verlincghoet met een warandia en ander toebehooren in Loesene.
Datum anno Domini DCCC vicesimo secundo, in vigilia Beati Bartholomei apostoli.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 61.
14 Johannes, electus Trajectensis episcopus, neemt het klooster St. Marinberg onder zijn bescherming en bevestigt de privilegin, vroeger aan het klooster gegeven.
Anno Domini MCCC vicesimo tercio.
Korte aantekening in inv.no. 3 bldz. 2.
15 Burglieden en schepenen van Goere oorkonden dat Rolff van der Maet en Beatersche zijne echtgenoote verkoopen aan den prior, de priorin en het convent des Berges Sancte Marien ten Swarten Water in Sallant, de volgende goederen in het kerspel Nijensteden en Hemis n.l. de tienden uit Velschedinck, Mathevredinck, Hesselinck na den dood van Rolff's zuster Fenne; uit Hemmekinck na den dood van zijn zuster Katherenen, alsmede het patronaatsrecht in de kerken van Nijensteden en Hemis.
Ghegeven int jaer uns Heren dusent drie hundert ses ende twinticht, des Dinsche daghes vor Sancte Bonifacies daghe.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 94.
16 Johannes, bisschop van Trajectum, oorkondt dat zijn leenman Rodolphus van der Maet geeft aan den proost,de priorin en het convent van het klooster van Mons Sancte Marie in Zallandia, de tienden van Velschedijnck, van Mateveendijnck, van Vesselijnck en Hemmekynck en het patronaatsrecht in de kerken van Nijensteden en Heme.
Datum anno Domini millesimo CCC vicesimo sexto, feria quinta post Assumptionem Beate Marie virginis.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 94-95.
17 Johannes, confirmatus episcopus Trajectensis, bevestigt de privilegin, geschonken aan het klooster Marinberg.
Anno MCCC vicesimo sexto.
Aantekening in inv.no. 3 bldz. 2.
18 De meiers der 12 hoeven Oppen vene, geheeten Monnekeslach, sluiten een overeenkomst met het convent van Sante Marienberghe in Salland over boterpacht, de tienden en verder over voorafgaande kennisgeving bij verkoopingen van hunne erven.
Ghegeven int jaar uns Heren als men scrivet dusent jaer drie hundert ende soven ende twintich, in avende uns Heren hemelvart.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 114.
19 Goswijn Hundekoven, richter, en schepenen van Nyenstede oorkonden dat Herman to Ludolving met zijn echtgenoote, moeder en zuster, verkoopen aan den prior, de priorin en het convent van Sante Marienberghe in Zallant ten Zwartenwater van Sante Benedictusorde, het erf toe Ludolphingh in Diffele en in het kerspel Hemis gelegen, behoudens aan zijn moeder een levenslang onderhoud.
Ghegeven int jaar uns Heren dusent driehundert achte ende dertich, des Saterdaghes na den Sonendaghe als men singht Oculi.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 95-96.
20 Petrus Calliensis, Nerses Manasgardensis, Nicolaus Nazanensis, Johannes Bergerensis, Dominicus Perensis,Bernardus Ganensis, Richardus Corteonensis, Jacobus Valonensis, Andreas Coronensis, Petrus Montisvirane, Benedictus Priscinensis, Sergius Polensis et Johannes Siguensis episcopi, te Avignon vergaderd, verleenen elk een aflaat van 40 dagen aan allen die op bepaalde feestdagen een bezoek brengen of een aalmoes geven aan het klooster in Nigra aqua in Zallandia.
Datum Avinione, XII die Junii, anno Domini MCCCXXXVIII et pontificatus Domini Benedicti pape XII, anno quarto.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 1.
21 Helmich van der Schuren en Hascke zijne echtgenoote, doen afstand van alle recht dat zij hebben op een stuk maatlands, gelegen aan de "Belijerde maet", bij des kloosters syle, ten bate van den proost en het convent ten Swarten water.
Ghegeven int jaer ons Heren als men scrivet dusent driehundert vyrtich, des Dunredaghes na Sunte Lucasdach.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 15.
22 Johannes, confirmatus episcopus Trajectensis, bevestigt de privilegin door zijne voorgangers aan het klooster St. Marinberg gegeven.
Anno millesimo trecentesimo quadragesimo tercio.
Aantekening in inv.no. 3 bldz. 2.
23 Wernerus de Brectlaer, richter in Hasselt, oorkondt dat Lubbertus ten Velde en Beatrix zijne echtgenoote verkopen aan Johannes, proost van Mons Sancte Marie in Zallandia, een jaarlijksche rente van een pond kleine penningen uit het erf bewoond door Wilhelmus van Wruchten, gelegen in Hasselt.
Datum anno Domini MCCCXLIIII, Dominica post Philippi et Jacobi apostolorum.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 23-24.
24 Johan Alpharssone, richter te Hasselt, oorkondt datrode Goswin Lubbertssone van Bretlaer, geeft aan joingfrouwen Agnys van Campen, non ten Zwartenwater, voor een som gelds, een pond Deventersch geld uit een erf te Stekerdrecht in het kerspel Hasselt.
Ghegheven int jaer ons Heren alsmen scrivet dusent driehundert sestych, op Sante Georgiusdach des hylighen martlers.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 30.
25 Johannes, bisschop van Trajectum, verzet, op verlangen van den proost Johannes van het convent van Mons Sancte Marie in Zallandia bij Hasselt, het feest van kerkwijding, dat op het feest van Sint Maria Magdalena gevierd werd, op den Zondag daaraan voorafgaande.
Datum Zwollis anno Domini millesimo tricentesimo sexagesimo secundo, ipso die Beati Johannis Baptiste.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 5.
26 Henricus dictus Zure, scultetus in Vullenho, oorkondt dat Johannes, proost van Mons Sancte Marie in Zallandia, juxta Nigram aquam van de orde van Sint Benedictus, met toestemming van den bisschop van Trajectum een jaarlijksche rente van 2 pond uit de landerijen van Gerlacus van Boerlo en Mette, zijne echtgenoote, koopt van Bernardus van Bretlaer, thesaurarius Sancti Johannis Osnaburgensis.
Datum anno Domini MCCCLXIIII, Dominica qua cantatur Judica.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 23.
27 Johannes de Viernenborch, episcopus Trajectensis, bevestigt de privilegies aan het klooster St. Marienberg geschonken door zijne voorgangers.
Anno MCCC sexagesimo quinto.
Aantekening in inv.no. 3 bldz. 2.
28 Coep Wynekenszoene, schout te Hasselt, oorkondt dat Clawes Lammenzoene, Gese zijn echtgenoote en Johan hunkind verkoopen aan heer Johanne van Breetler, proost ten Zwartenwatere, het erf te Baerle dat vroeger aan Gerlog Betels toebehoorde.
Ghegeven int jair onss Heren dusent drehundert acht ende tzestich, des Sundaghes na Pauli conversionis.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 29-30.
29 Jacob Wynekens, richter te Hasselt, oorkondt dat Ghelijs Wynnepennynck en Fie zijne echtgenoote, verkoopen aan den proost, de priorin en het convent van het klooster van den Zwarten water des orden van Zante Benedictus een halve emmer boter jaarlijks uit het erf ter Lanchorst.
Int jaer ons Heren dusent driehondert tseventich ende viere, des Dynxdaghes na Paesschen.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 130-131.
30 Seyne ter Culen, rechter te Dalvesen, oorkondt dat Jacob van Creyenschote en Bette zijne echtgenoote, verkoopen aan jonkvrouw Agnesen van Wolfflaer, non ten Zwarten water, en het convent ten Zwartenwater, na haar dood, 3 mud rogge jaarlijks uit hun erf ter Haeren in de mark Welsem en het kerspel Dalvesen.
Ghegeven int jaer ons Heren Jhesu Christi dusent dreehondert zes ende tseventich, des Saterdaghes na Sante Johansdach voir der Latijnscher poorten.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 63-64.
31 Geert Schetteken, richter te Zwolle, oorkondt dat Otte Wije en Margriete zijne echtgenoote, geven voor de zielerust van Helpine van den Hoeve, hun oom, aan Hilleghonde van Schonenberghe, Otto's nicht, non in het klooster van den Zwartenwater, 3 van de 21 pond jaarlijks, voor welke prijs de 12 morgen in Mastebroock in Spolderslaghe verpacht waren.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent driehondert tsoventich ende sesse op Zante Valentijnsdach.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 79.
32 Aelbert Mulert, schout te Hasselt, oorkondt dat Aernt van Oerden verkoopt aan Lubbe, weduwe van zijn broeder Henric, een emmer boter jaarlijks uit Blawen guede t'Alferdinck.
Gegeven int jaer ons Heren dusent driehondert neghen ende tsoventich, des Donredaghes na Paesschen.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 126.
33 Claes ten Toerne en Herman Andreessoen, schepenen der stad Hasselt, oorkonden dat voor hen in 't gericht verschenen zijn Segher Maessoen en Ghese zijn echte wijf, die Henneken des Greven dochter was, welke verklaarden voor een welbetaalde som gelds verkocht te hebben aan proost, priorin en conventualen van Zwartewater een pond 's jaars uit een huis en hofstede binnen Hasselt, telkens op St. Michael te betalen.
Keurnoten: Egbert Alherynch, Roloff Altgherinc, Herman Sprancke, Evert ter Haselhorst, Martijn Jacobssoen, Albert van Geesteren ende anders vele gueder lude.
Ghegeven in den iaer ons Heren dusent dryehondert ende tachtentich, op den yrsten dach van den Aprille.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 24-25.
34 Heyne van Wrochten en Johan van Alferdynck, schepenen te Hasselt, oorkonden dat Rolof Laurenssoen en Wibbe zijne echtgenoote, verkoopen aan den proost, de priorin en het convent van Sunte Marienberghe in Zallant een vierendeel boter ten behoeve van den heiligen dienst der moederkerk op ten Ruenvene uit een erf, gelegen in de stad en de vrijheid van Hasselt.
Ghegeven in den jaer ons Heren dusent drye hondert twe ende tachtentich, op Onser Vrouwendach Assumptio.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 124-125.
35 Walter Bouman en Tijdeman van Strokele, schepenen te Hasselt, oorkonden dat Claes Gheerdessoen, Gheltes Clawes Warmboldessoen en Johan Peterssoen verklaren dat Clawes Heyginghe den proost, de priorin en het convent van den Zwarten water wil kwijtschelden de 20 oude schilden, die de proost en het convent aan JacobCrullinghe schuldig was.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent dryehondert tachtentich ende achte, op Zunte Mathias dach des heylighen apostels.
Oorspr. (inv.no. 11) Met de zegels van de schepenen in groene was.
36 Albert Mulert, richter te Hasselt, oorkondt dat Geert Voet de Oude verkoopt aan den proost, de priorin en het convent van den Zwartenwatere een halve emmer en nog een half vierendeel boter jaarlijks uit het erf van het convent gelegen in het kerspel van Hasselt, in de marke van Baerle.
Ghegeven in den jaer ons Heren dusent driehondert twe ende neghentich op Sunte Ambrosiusdach.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 30-31.
37 Gheert Stellinc, Johan Hillincborch, Helmich Stellinc, en Herman Stellinc, broeders, verklaren dat hun vader gegeven heeft aan Hillegonde van Sconenberch, hun nicht, non in het klooster van den Zwartenwater, een jaarlijksche pacht van 3 pond geld uit een stuk land, gelegen in Mastebroec in Spolder slaghe, die na haar dood aan den proost van het convent zal komen.
Ghegheven in den jaer onses Heren dusent driehondert vijf ende tneghentich, op Zunte Scolastiken dach eenre heyligher joncfrouwen.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 87.
38 Albert Mulert, richter te Hasselt, oorkondt dat Geert Vaet de jonge, zoon van wijlen Geert Vaet den ouden, geeft aan den proost, de priorin en het convent van den Zwartenwater, een vierendeel en nog een derde van een vierendeel boter jaarlijks uit een erf, gelegen in het kerspel Hasselt en in de marke Baerlo, Gheerslochsgoed geheeten, mits de zusters Maria en Lutgert van Eynaren, nonnen van het genoemde convent, levenslang daarvan het vruchtgebruik genieten.
Ghegeven in den jaer ons Heren dusent drije hondert zes ende tnegentich, op Sunte Valentijns dach des Heyligen martelers.Afschrift in inv.no. 3 bldz. 26-27.
39 Egbert van Echten met Volkier en Egbert, zijn kinderen, geeft aan heer Diderick van den Kampe, proost van den Zwartenwater, ten behoeve van het convent een vierendeel lands, gelegen op Iwehorstinge vene in ruil voor een vierendeel lands in de Helewede.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent driehondert zees ende neghentich op Sente Mertens dach Translatio.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 59.
40 Fredericus, bisschop van Trajectum, neemt de kloosterlingen en goederen van Mons Sancte Marie in Zallandia van de orde van St. Benedictus in zijne bescherming en bevestigt de privilegies, door zijne voorgangers geschonken.
Datum anno Domini MCCC nonagesimo sexto, mensis Augusti die decimo sexto.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 4.
41 Clawes Geltes en Esseken ten Zande, schepenen in Hasselt, oorkonden dat willem Engbertszone, bijgenaamd Stenyken, en Gese zijne echtgenoote, geven aan den proost, de priorin en het convent van den Zwartenwatere een pachtpond geld jaarlijks, uit een erf in het kerspel Hasselt gelegen, oostwaarts van de stadwal op de Nieuwe grave.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent drijehondert acht ende tnegentich, des Dinxedaghes na Onser Liever Vrouwen Zant Mariendach Annunciatio.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 32.
42 Clawes Gheltes en Esseken ten Zande, schepenen in Hasselt, oorkonden dat Geert Altgerdynck en Aleit zijne echtgenoote, geven aan den proost, de priorin en het convent van den Zwartenwater 3 pond pachtgeld jaarlijks, uit ene erf van Dyrick Borchaerdes, gelegenbuiten de stadspoort en binnen hun vrijheid en schependom.
Ghegeven in den jaer ons Heren dusent driehondert acht ende tnegentich, op Zunte Benedictus dach Translatio.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 28-29.
43 Sweder Scotte en Claes die Rademaker, schepenen te Hasselt, oorkonden dat heer Coenraet van Hengheloe, priester, geeft aan den proost, de priorin en het convent van den Zwarten water 3 pond pachtgeld jaarlijks uit Gosen Ledighesackes huys en bovendien 16 goede oude Deventer plakken, die polstraten heeten, uit Starke Bernts huis en weer, beide binnen Hasselt gelegen.
Ghegeven in den jaer ons Heren, dusent driehondert neghen ende tnegentich, op Zunte Peters avent die men heyt Ad vincula.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 18-19.
44 Geert Wyr, bijgenaamd Vimans, verklaart in een open brief gevonden te hebben, dat hij geen recht heeft op de 3 pond jaarlijks, die Otto Wyr, zijn vader en Margrete zijne moeder gegeven hebben aan Hillegonde van Schonenberghe, non in het convent van den Zwarten water, zijne nicht, zoodat hij daarvan voor altijd afstand doet.
In den jair onses Heren dusent ende vierhondert, op ons Heren Hemelvaerts avont.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 80.
45 Heynric Engbertssoen en Johan ten Toren, schepenen te Hasselt, oorkonden dat Berent Lubben en Lubbe zijne echtgenoote overdragen aan den proost, de priorin en het convent van den Zwartenwater, 2 pond jaarlijks uit een erf van Hertwych Dirxsoen.
Ghegeven int jair ons Heren dusent vierhondert ende een, des Donredaghes na Dertiendach.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 22-23.
46 Henrick Engbertszoen en Heynrick Wunter, schepenen te Hasselt, oorkonden dat Berent Lubben en Lubbe zijn echtgenoote verkoopen aan de proost, priorin en het convent van Zwartenwatere een pachtpond jaarlijks uit een hofstede en weer binnen Hasselt.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende een, des Donredaghes post Reminiscere.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 33.
47 Bertolt Gherberdynck, schout te Hasselt, oorkondt dat Johan Witte en Telle zijne echtgenoote overdragen aan Peter Godikenszoen 4 mud rogge jaarlijks uit een half vierendeel lands, gelegen in het kerspel Ruenvene, uit welk land ook de jaarlijksche zaadtienden gaan aan den proost van den Zwartenwater.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende two, des Saterdaghes na Sente Lucien.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 113.
48 Bertolt Gerbeldynck, richter te Hasselt, oorkondt dat Wigbolt Altgerdynck en Bette zijne echtgenoote overdragen aan Dirck van Biremede een vierendeel van het erf geheeten Alferdynck, ter grootte van 8 morgen, op voorwaarde dat er niet meer dan 3 emmer boter uitgaan ten behoeve van Aernt van Verden, zoon van Kersteken Geessens en Hertwich Essekens, en een zekere boterpacht aan Rolof die Brune.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende achte, op Sante Jacobs dach.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 125-126.
49 Bertolt Gherboldynck, richter te Hasselt, oorkondt dat Dyrck ten Velde en Jutte zijne echtgenoote verkoopen aan Clawes den Ram, 3 akkers lands, gelegen op den Ruenvene.
Ghegeven int jaer onses Heren dusent vierhundert ende tijn, opten Sonnendach in der vasten als men singt in der hilligher kerken Reminiscere.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 120-121.N.B. Zie: Tijdr.reg. II bldz. 179-180.
50 Ludeken Johanzoen, richter te Zwolle, oorkondt dat Gert die Brune verkoopt aan Lambert Loef 6 pond heerenpacht jaarlijks, uit 3 morgen lands, gelegen in Mastebroeck in Zwolse slaghe.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vyrhundert ende dertyne, des Donredaghes na Sunte Martijn scuddekorff.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 80-81.
51 De erfgenamen van Rouveen en die van Dalfsen stellen de markegrens tussen beide vast, beginnend "van den Hoidijk up Berendes graven (=Beentjesgraven), daer van voirt up an des bisscopsgraven alss die langeswijset toenewaert (?)".
Afschrift (16e eeuw) in inv.no. 24.
52 Johan Willamssoen van der Zeden, onderschout te Vullenhoe, oorkondt dat Henrick Catriepp, bijgenaamd Henrick de Zure, al zijn rechten die hij had op het erf, gelegen op ten Zwolle, geheeten Dorstemans goed, afstaat aan het klooster aan Sant Marienberghe in Zallant.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende viertien, des Manendaghes na Dertien Misse.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 5-51.
53 Sweder Scotte, richter te Hasselt, oorkondt dat Roloff die Brune en Gesse zijne echtgenoote verkoopen aan Dyrcke van Bircmede een emmer boterpacht jaarlijks, uit het erf Alferdyng, in het kerspel van Hasselt.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert zestien, des Sonnendages nae Zantgangen daghe.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 127.
54 Johan Willamssoen van der Zede, onderschout te Vollenhoe, oorkondt dat heer Arent Spise, priester, deken te Steenwijck overdraagt aan den proost, de priorin en het convent tot Sunte Marienberghe in Zalland, 6 schepel winterrogge jaarlijks, uit het erf geheeten Sparweringhe, gelegen in der Lewet, in het kerspel Vollenhoe.
Ghegeven in den jaer onss Heren dusend vierhondert ende achtien, opp Sunte Laurencius avend.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 41-42.
55 Johan Willamssoen, onderschout te Vollenhoe, oorkondt dat Symon Henrixsoen en Beerte zijne echtgenoote verkoopen aan den proost, de priorin en het convent van Sunte Marienberghe in Sallant, 2 mud winterrogge jaarlijks, uit het erf, gelegen te Wendele in het kerspel Vollenho, geheeten Snoekes erf.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert twe ende twintich, op Sunte Lamberts avend.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 40-41.
56 Sweder Scotte, richter te Hasselt, oorkondt dat Mathijs Nennekens en Lubbe zijne echtgenoote overdragen aan den proost, de priorin en het convent van sunte Marienberghe in Zalland, 6 vierendeel pachtboter jaarlijks, uit 8 morgen land, gelegen te Baerle, in het gericht en kerspel van Hasselt, toebehoorende aan Lysabeth Johan Henrixsoens weduwe.
Ghegeven int jaer ons Heren dusend vierhondert ende veer ende twintich, op Sante Marien Magdalenen avend.
Afschrift inv.no. 3 bldz. 20-21.
57 Geert Mulert, richter te Hasselt, oorkondt dat Engbert Olde Tidensoen en Katherine zijne echtgenoote verkoopen aan den proost, de priorin en het convent van Sante Marienberghe in Zalland, 2 mud rogge jaarlijks uit 5 akker opgaand land en uit den daarbuiten gelegen oever, gelegen op de Staphorst.Ghegeven int jaer onss Heren dusend veerhondert neghen ende twintich, op Sante Cecilien avend der hilligher joncfrouwen.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 97-98.
58 Geert Mulert, richter te Hasselt, oorkondt dat Lucie, weduwe van Henric Boldewijns, verkoopt aan den proost, de priorin en het convent van Sante Marienberghe in Zalland, geheeten Swartewater, 2 mud rogge jaarlijks uit een vierendeel lands, gelegen in Ruevene.
Ghegeven int jaer ons Heren dusend veerhondert een ende dertich, des twijntichsten daghes in den Aprille.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 108.
59 De synodus Basiliensis doet al degenen die het klooster Zwartewater lastig vallen of deszelfs goederen onrechtmatig in bezit nemen in den ban, bedreigt hen met de zwaarste straffen en stelt als conservatoren van het klooster aan den praepositus Sancti Andree Coloniensis, de decani Sancti Martini Monasteriensis en Sancti Walburge Arnhemensis.
Anno MCCCCXXXIIII.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 3.
60 Willem Backerweerde, richter te Wye, oorkondt dat heer Johan Wroude, proost ten Clarenwater van Sente Benedictus orden, verkoopt aan Roloff van Zonnenberghe, proost in het convent van Zwartewater, 5 morgen lands, geheeten Monicken-Slach, gelegen in het kerspel Wije en in de marke Tongheren.
Int jaer ons Heren dusent vyerhondert ses ende dartich, des Wonesdaghes na Exaltatio Sancte crucis.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 67-68.
61 Otte Johan Cleijssoen verkoopt, met toestemming zijner echtgenoote Ane, aan Jacob van Campen 11 schepel rogge jaarlijks, uit 9 akker lands, gelegen in Ruvene, op den Noertslaghe.Ghegeven int jaer ons Heren dusend veerhondert neghen ende dertich, op den veerden dach in den Meerten maend.
Afschrifd in inv.no. 3 bldz. 110-111.
62 Alart Zuijermont, onderschout te Vollenho, oorkondt dat juffer Jutte des Zueren verkoopt aan juffer Mechtelt, weduwe van Bertolt Haghen, 4 mud winterrogge jaarlijks, uit een erf in de Lewet, in het kerspel Vollenhoe.
Ghegeven in den jair ons Heren dusent vijrhondert een ende viertich, op Onser Liever Vrouwen avent Conceptio.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 45-46.
63 Geert Mulert, richter te Hasselt, oorkondt dat Jacob van Kempen verkoopt aan den proost, de priorin en het convent te Sante Marienberghe in Zalland, de helft eener halve hoeve lands, gelegen in het kerspel van Ruenvene op het Monikeslach en de helft van 11 schepel rogge jaarlijks, uit Cleijs Assels weer, ook gelegen in Ruenvene.
Ghegeven int jaer ons Heren dusend veerhondert drije ende veertich, op Sante Agathen avend der hilligen joncfrouwen.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 107.
64 Geert Swaeffken, richter te Colmeschaten, oorkondt dat Johan van Rijsen en Geertruyt zijne echtgenoote, verkoopen aan heer Johan van Grolle, heer Zweder Luenyng, heer Geert Visscher en Zarrijs van Raden, testamentairs van heer Geert van Wetter, kanunnik in de Sint Lebuinuskerk te Deventer 5 Oude Fransche schilden jaarlijks, uit een erf geheeten ter Aves, gelegen in het kerspel van Deventer in de buurschap Ortele en Essene.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende viertich, des naisten Manendages na Beloken Paesschen.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 71-72.
65 Geert Mulert, richter te Hasselt, oorkondt dat Johan Henrixsoen met Bette zijne echtgenoote een gerechtsbrief toonde waarin Lubbe, echtgenoote van Mathijs Nennekens, aan Johan gegeven had 6 heeren pond jaarlijks, uit een stuk lands geheeten de Eckellcamp, gelegen in Mastebroock, maar dat deze nu afgelost zijn. Ghegeven int jaer ons Heren dusend veerhondert vijff ende veertich, op Sante Pauwels dach Conversio.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 82-83.
66 Albert ten Have en Dirck Splijtoff, schepenen te Deventer, oorkonden dat Johan Hermanssoen en Eefse zijne echtgenoote verkoopen aan Albert Engberts dochter van Eme, 4 averlendsche keurvorster Rijnsche gulden jaarlijks, uit hun erf, gelegen in de stad Deventer, aan den Brynckpoorten.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vijerhondert vijff ende viertich, des Wonsdaghes na den Sonnendach als men singt in der hillgher kerken Misericordia Domini.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 68-69.
67 Alart Zuermont, onderschout te Vullenho, oorkondt dat Aernt Sloet verkoopt aan heer Hermen Scarpenhoff, cureit ter Yworst, 3 mud winterrogge jaarlijks, uit een kamp lands in het kerspel van Vullenho, op Lewetcamp.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vier hondert neghen ende viertich, des Vridaghes na den hillighen Sonnendaghe als men singhet Invocavit in der vasten.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 49.
68 Mechtelt, weduwe van Steven van den Rutenberghe, vergunt aan den proost, de priorin en het convent van het klooster tot Sante Marienberghe in Zalland der oerden Sancti Benedicti, 6 Rijnsche gulden jaarlijks uit het erf te Wendeloe gelegen in het kerspel Vullenhoe.
In den jair ons Heren dusent vierhondert neghen ende viertich, op Sante Ambrosiusdach bisscop.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 51-52.N.B. Zie: Tijdr.reg. III bldz. 77.
69 Herman van Vlederingen, broeder der Duitsche orde, doet afstand van alle aanspraak op het erf ten Grotenhues, in het kerspel Dalvesen en in de buurschap Oesterdalffsen gelegen, ten bate van den proost, de priorin en het convent ten Zwarten water.
Ghegeven in den jair onss Heren dusend vierhondert neghen ende viertich, op Sancte Vitusdach.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 63.
70 Aernt Sloet verklaart dat heer Hermen Scarphoff, kerkheer ter IJworst van hem ontvangen heeft 3 Zwolsche mudden rogge uit een weidekamp die gelegen is bij zijn huis te Vollenho.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende neghen ende viertich, op Sunte Mertensdach in den wijnter.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 37.
71 Albert ten Have en Willem to Avering, schepenen te Deventer, oorkonden dat Albert van Eme verkoopt aan Eefse Ruybovighes (?) 4 averlendsche keurvorster Rijnsche gulden jaarlijks, uit een huis en erf, gelegen te Deventer, aan den Brink.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende vijftich, des Wonsdages na Sente Margaretendach.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 70.
72 Aernt Roloffs, schout te Meppel, oorkondt dat Johan Ludekensoen verkoopt aan den proost, de priorin en het convent van Sunte Marienberghe, anders geheeten ten Zwarten water, een vierendeel vat en een Vollenhoofsche kop boter uit zijn erf in Meppel gelegen.
Ghegeven in jair ons Heren dusent vijrhondert ende vijff ende vijfftich, des Dunredaghes na Invocavit in der hilligher vasten.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 57.N.B. Zie: Tijdr.reg. III bldz. 106.
73 Evert van Graes en Reyner van Rensen, schepenen te Deventer, oorkonden dat Hermannus Tekenenborch en Griete zijne echtgenoote verkoopen aan Johan Reynerssoene, 6 Arnhemsche gulden jaarlijks, van 7 oude butkens of 12 Vlaamsche grooten per stuk.
Ghegeven int jaer ons Heren duysent vierhondert sess ende vijfftich, des Donerdaghes nae den Sonnendach Jubilate.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 71.
74 Hessel Mulert, richter te Hasselt, oorkondt dat Bette, weduwe van Johan Henrixsoen en Engbert, Johan en Henrick, hare zonen, verkoopen aan Willem Philippussoen een stuk lands, gelegen in het kerspel Hasselt to Wiltinck.
Gegeven int jair ons Heren dusend veerhondert sess ende vijftich, op Alle Gods hillighen dach.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 21-22.
75 Hessel Mulert, richter te Hasselt, oorkondt dat Seyne Mulert verkoopt aan den proost, de priorin en het convent ten Zwartenwater een stuk lands, geheeten den Eckelcamp in Mastebroeck, in het kerspel en gericht van Hasselt.
Ghegeven int jair ons Heren dusent vierhondert neghen ende vijfftich, des Saterdaghes na Sunte Thomas dach apostell.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 81 en 82.
76 Hessel Mulert, richter te Hasselt, oorkondt dat Henric Coenraedssoen en Stijne zijne echtgenoote verkoopen aan Willem Philippuszoen, een halve akker lands, geheeten Wiltynck, gelegen in het gericht en het kerspel van Hasselt, binnen de Zwarter sluis.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent veerhundert ende tsestich, op Sunte Andrees dach.Afschrift in inv.no. 3 bldz. 17.
77 Henrick Mulerd, richter te Hasselt, oorkondt dat Beernt Pannert, priester, vicarius in de Sancte Stevens kerke te Hasselt, geeft aan Willem Philips in erfpacht zijne landgoederen, geheeten het Camperlant, gelegen in het land Leserdynck, in het kerspel van Hasselt.
Int jaer onss Heren dusent vijrhundert ende seven entsestich, op Sancte Agneten avent virginis.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 15-16.
78 Bernardus Pannert, priester, vicarius in de Sancte Stevenskerke te Hasselt, verklaart dat de jaarlijkse rente van 8 heeren pond, die Willem Philipszoen hem schuldig is uit het erfgoed het Camperlant, gelegen te Leserdynck in het kerspel van Hasselt, afgelost is.
Int jaer onss Heren dusent vijrhondert ende seven ent sestich, dess anderen daghes na Sancte Agnetendaghe virginis.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 16-17.
79 Henrick Mulert, schout te Hasselt, oorkondt dat Claewes Matheuszoen en Griete, zijne echtgenoote verkoopen aan heer Helmich van Ittersum, proost van den Zwartenwater en zijn convent, 2 heeren ponden jaarlijks, uit een vrij vierendeel broekland, geheeten Katherinenvierendeel van Baerle, aan welks zuidzijde het H. Geesthuis van Hasselt grenst.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende soeven ende sestich, des yrsten Dinxedaghes na Pinxterdaghe.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 128-129.
80 Henrick van der Haer en Ghosen Kokemans, schepenen te Zwolle, oorkonden dat Aernt Kale verkoopt aan Stijnen, weduwe van Derc van Twenhusen, 20 heeren ponden jaarlijks, uit 3 weren in de Voirstrate gelegen, die aanLambert van Irte toe behooren.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert seven ende sestich, des Vrijdaghes na Sante Mertensdaghe Translationis.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 85-86.
81 Henrick Mulert schout te Hasselt, oorkondt dat Symen Claesoen en Lamme, zijne echtgenoote verkoopen aan heer Helmich van Ittersum, proost ten Zwartenwater, 1 mud winterrogge jaarlijks, uit hun erf in Bisschopsslaghe.
Ghegeven int jair ons Heren dusent vierhondert achte ende sestich, des yrsten Manendages na Onser Liven Vrouwendach Annunciatio.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 129-130.
82 Johan Berents, onderschout te Vullenho, oorkondt dat Johan Borre Ffrederixsoen verkoopt aan Hilmich van Ittersum, proost, en het convent van den Zwartenwater, alle landerijen, liggende bij Westenkerken, die hij van zijn moeder gerfd heeft, o.a. een dagmaat in den Rade aan welks noordzijde de broeders van St. Johanskamp wonen.
Int jaer onss Heren dusent vierhondert neghen ende tsestich, op Sunte Barbaren dach der heiligher joncvrouwen.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 38.
83 Broeder Derick van Goch, prior, broeder Johan van Deventer, leesmeester, broeder Rotgher Cluijt, supprior, broeder Lambert Scillynck, koster, en het geheele convent van het klooster te Wesel van Sint Augustinus orde, verkopen aan den proost, de priorin en het convent van Zwartenwater, een half mud rogge, uit Peter Hermensland op het Ruvene.
In den jaer ons Heren dusent vierhondert und tseventich, op sunte Mathijsdach des hillighen apostell.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 118.
84 Johan Berentssoene, onderschout van Vollenho, oorkondt dat Ffrederick Borre verkoopt aan heer Helmich van Ittersum, proost ten Zwartenwater, alle goederen die deze bezit onder den naam van Jutte Surenlant in de Lewetweide en de voorslag, in de Heve, in de Bodelake, bij den dijk, op de Rapsermaet, op de Benthe, het huis te Wendeloe, een jaarlijksche rente van 2 oude schilden uit het erf van Claews ten Brincke in de Lewet van 6 Arnoldus gulden, uit het erf van Johan van Deveren op den Zwolle, van 70 heeren pond, eens te beuren uit het erf van Alijt de Zure na zijn dood, en een jaarlijksche rente van 20 heeren pond, min een braspenning, die Alijt des Zuren Ffrederick betalen zal, zoolang zij leeft.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende tseventich, des Vriedaghes na Sunte Laurensdaghe.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 43-44.
85 Roeloff die Zuere, als leenheer, beleent den proost, de priorin en het convent van het klooster van Swertenwater met 5 morgen lands, in het land van Vollenhoe, op Lewetder weide, bij de brug op den nieuwen weg gelegen.
Ghegeven int jaer onss Heren dusent vierhondert seven ende tseventich, des Manendages na Sante Valentijns daghe martyris.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 39-40.
86 Thyman Hanynck verkoopt aan heer Johan van Santhen, priester, 5 gouden overlantsche Rijnsche gulden, uit 4 morgen lands, gelegen in het kerspel van Hasselt, aan de achterzijde grenzende aan het land van het klooster ten Swarten water.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert seven entseventich, des Vrijdaghes na Sancte Valentijnsdach.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 19-20.
87 Otto van Doetinchem en Geertruet van Doetinchem, broeder en zuster, maken een minnelijke overdracht methet klooster van Zwartenwater van de orde Sancti Benedicti, gelegen in Zallant bij Hasselt, aangaande de erfenis van zuster Geertruyt, geprofester non aldaar, op zoodanige wijze dat zij of het klooster behouden zal, de helft der rente van 6 Reynaldus gulden, gaande uit het huis van Dirck Voghelsang, in de Boterstrate te Deventer.
Ghegeven in den jaer ons Heren dusent vijrhondert neghen ende tseventich, des Saterdaghes na Sunte Gertrude dach.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 69-70.
88 Tyman van Hanynck, schout te Rouveen, oorkondt dat Evert ten Sande en Katherine zijne echtgenote verkoopen aan heer Helmich van Ittersum, proost ten Zwartenwater en zijn convent, een heeren pachtpond jaarlijks, uit een vierendeel broeklands, van dat convent.
Ghegeven int jair ons Heren dusent vierhondert twe ende tachtentich, op Odulphus dach.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 110.
89 Thijman van Hanynck, schout van Ruvene, oorkondt dat Gheert, Johan Ludens als momber zijner moeder Katherinen, Johan Ludens en Mens Veninghes erkennen dat de proost van den Zwartenwater met zijn convent het recht hebben op het vierendeel van een jaarlijkse boterpacht, uit 6 akkers broekland, gelegen in het Broeck.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert tweentachtentich, des Wonsdaghes na Sunte Lucien der hillighen jonferen.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 116.
90 Henrick Mulert, richter te Hasselt, geeft aan heer Helmich, proost ten Zwartenwater en Johan Ludens een erf in Staphorst dat Claes Johan Copes waerloos heeft laten liggen en dat de proost het jaar te voren heeft doen panden.
Int jaer ons Heren vierhondert ende vierentachtentich, des Maendaghes na Onser Liever Vrouwen daghe Nativitatis.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 99-100.
91 Burgemeester, schepenen en raad der stad Ghenemuden oorkonden dat aan de proostdij des convents van Sancta Marienberghe in Zallant, ook geheeten Zwartenwater, van Sint Benedictus orde, toekomt een pond was uit een huis en hof, dat nu toebehoort aan het Sint Kathrijnen altaar in de moederkerk, 't welk gelegen is achter het stadhuis en achter den kerktoren.
In den jaer ons Heren dusent vierhondert ende sessende tachtich, des daghes na Onse Lieve Vrouwe Conceptio.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 81.
92 Henrick Mulert, richter te Hasselt, geeft aan Johan van Haenijnck in eigendom het erf Haenijnck, gelegen in het gericht Hasselt en grenzende aan het kerkland van Hasselt, op voorwaarde dat hij daaruit een jaarlijksche pacht zal betalen aan meester Arent Mulert, totdat hij meerdere rechten kan doen gelden.
Int jaer ons Heren dusend vierhondert soeven unde tachtentich, des Dynxdaghes na Sunte Victoris dages martiris.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 25-26.
93 Peter Gotscalck en Geert Kuirkamp, schepenen der stad Deventer, oorkonden dat Hermen van Kessel en Stijn zijne echtgenoote overdragen aan Enghel, weduwe van Willem van der Zeede, 2 Rijnsgulden jaarlijks, uit een erf, gelegen in de stad Deventer, in de Mijnrebroderstraten.
Ghegeven int jair ons Heren dusent vijrhondert acht ende tachtentich, op den Wonsdag na den Sonnendach, als men synghet in der heligher kercken Quasi modo.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 67.
94 Gheert Arentsoen in Campen geeft aan zijne 2 dochters, juffer Ffemme en juffer Ghijsgijn, geprofeste nonnenthen Zwartenwater, elk levenslang 12 heerenponden jaarlijks, uit al zijne roerende en onroerende goederen, binnen en buiten de vrijheid van Campen gelegen.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende tneghentich, op ten ijrsten dach in der maent Marcius.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 91.
95 Petrus Wylmanni, proost, en Elizabet Bosels, priorissa, en het convent van der orden Sancti Benedicti cloesters 't Zwartenwater bij Hasselt verkoopen aan de gemeene erfgenamen van de Lewercluft een goed, gelegen aan den dijk bij den Nijenzijel.
Gegeven in den jaer ons Heren vierhondert enentnegentich, op den tijenden dach in den Mey.
Afschrift 16de eeuw.
Inv.no. 8, op n blad met brief van 22 juli 1571.
96 Henrick Mulert, richter te Hasselt, geeft aan Rotgher Johansz. en Henrick Wolters in eigendom 4 akkers land, gelegen in Ruvene, die Willem Voncke placht te gebruiken of braak liet liggen.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert twe ende tnegentich, des Saterdaghes na Sunte Blasius dach episcopi et martyris.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 122-123.
97 Henrick Mulert, richter te Hasselt, geeft Rotgher Johansz. en Henrick Wolters 4 akkers land in Ruvene in eigendom, die Willem Voncke waerloos heeft laten liggen, voor 2 mud rogge, waarvoor Henrick Wolters het land gepand had en nog 6 mud rogge van hen beiden.
Int jair ons Heren dusent vierhondert twe ende tnegentich, des Manendaechs na Sancte Agathen dage virginis et martyris.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 123-124.
98 Tyman van Hanynck, schout te Ruvene, oorkondt dat Tijman Claes Geertsoen en Alijd, zijne echtgenooteverkoopen aan den proost en het convent van het klooster ten Zwartenwater, een jaarlijksche pacht van 4 mud rogge, uit hunne 10 akkers land in Ruvene.
Int jair ons Heren dusend vierhondert twe ende neghentich, des Woensdaichs na Sancte Agathen dach virginis et martiris.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 111-112.
99 Johan Ludens, schout te Staphorst, oorkondt dat Tijman Claesz Geertsoen en Alijd zijne echtgenoote, verkoopen aan den proost en het convent ten Zwartenwater, 3 schepel rogge, uit een vrijen akker land van zekere 14 akkers, die Herman Geertssoen nu gebruikt, gelegen in Staphorst.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert twe ende tnegentich, des Woensdaghes na Sancte Agathen daghe virginis.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 98-99.
100 Thijman van Hanijnck, schout in Ruvene, oorkondt dat heer Johan, pastoor in Ruvene, overdraagt aan den proost en het convent ten Zwartenwater een halve hoeve lands in het monnikeslag in Ruvene en afstand doet van alle rechten die hij daarop had.
Int jair ons Heren dusent vierhondert twe ende tnegentich, op Suncte Jacobs avent apostoli.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 121-122.
101 Thyman van Hanynck, schout in Ruvene, bevestigt den proost van het klooster ten Zwartenwater in het bezit van een jaarlijksche pacht van 7 mud rogge uit een vierendeel lands, gelegen in Ruvene, in het Zuideinde.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert twie ende neghentich, op Sunte Jacobs avent apostoli.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 132.
102 Henrick Mulert, richter te Hasselt, geeft in eigendom aan den proost en het convent ten Zwartenwater, eenvierendeel lands in Ruvene gelegen in het broek, na vier malen de personen afgeroepen te hebben, die eenig recht op dat land meenden te hebben.
Int jair ons Heren dusent vijerhondert twe end tnegentich, des daghes na Ons Liever Vrouwen daghe Nativitatis.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 115.
103 Henrick Mulert, richter te Hasselt, oorkondt dat Andrees Koylert verkoopt aan heer Peter, proost ten Zwartenwater, een halve hoeve lands, gelegen in Ruvene.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert vijff ende tnegentich, des Vrijdaghes na Sante Valentijns daghe martiris.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 117.
104 Steven van Rutenberghe en Johan van Derlevoerde, schepenen te Zwolle, oorkonden dat Stine van Zoest verkoopt aan Johan Helmichsoen en Lubbe zijne echtgenoote, 1 overlentsche golden Rijnsche gulden jaarlijks, uit een weer van Roger Rotger van Gelre, in de Zassynckstrate gelegen.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert seven entneghentich, op Sante Johannes avent Decollationis.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 83-84.
105 Tyman van Hanynck, schout in Ruvene, oorkondt dat Claes Aellerts en Johan zijne echtgenoote verkoopen aan heer Peter Willmans, proost, en het convent van het klooster ten Zwartenwater, een vierendeel lands in Ruvene in het Broek.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende twe, des Vrijdaghes na onses Heren Hemmelvaertsdach.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 116-117.
106 Herman van den Busch, richter te Swolle, oorkondt dat Alfer Mulert verkoopt aan den proost, de priorin en hetconvent van het klooster ten Zwartenwater, een stuk land, gelegen in het gericht van Zwolle, in de marke van Ghenne.
Int jair ons Heren dusent vijffhondert ende vier, op den ijrsten Saterdach na Paesschen.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 86.
107 Lubbert Mulert, richter te Hasselt, oorkondt dat Egbert Oving en Lubbe zijne echtgenoote, verkoopen aan heer Johan van Griethusen, proost van het convent to Zwartenwater, een stuk binnendijks land, gelegen in Mastebroeck, groot ongeveer 2 morgen, met het buitendijksche land en alle wateren daarbij behoorende, en ten noorden grenzende aan het Sint Agnetenklooster op den berg, bij Zwolle.
Int jaer onss Heren dusent vijffhondert ende neghen, op den vijfftynsten dach des maents September.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 84-85.
108 Lubbert Mulert, richter te Hasselt, oorkondt dat Wolter Johansz., zijn onderrichter, verklaart dat voor hem en keurnoten, Zwane, echtgenoote van Johan Matijss, gegeven heeft aan heer Johan van Griethusen, proost van het convent to Zwartenwater, 2 mud rogge jaarlijks uit 14 akkers land, gelegen op de Lanckhorst.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende neghen, op den sovenstijnchsten dach des maents September.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 109.
109 Egbert Ovynge en Lubbe zijne echtgenoote, verkoopen aan heer Johan van Greethusen, proost van het convent to Zwartenwater, een stuk land met water en toebehooren, gelegen in Mastebroeck, grenzende aan het land van het klooster op den berg, bij Zwolle.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende tijn, op den neghensten dach des maents Januarij.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 83.
110 Burgemeester, schepenen en raad der stad Campen verkoopen voor een som gelds die tot onderhoud der ruiterij en knechten in den Gelreschen oorlog is uitgegeven, een jaarlijkse rente van 5 gouden overlantsche keurvorster Rijnsche gulden aan Lysabeth van Olst, non ten Zwartenwater.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende tijen, op ten avent Sancte Johannes toe midsomer vorsz.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 91.
111 Johan van Greethuesen, proost ten Swartenwater en Arnoldus Johannis, pastor te Hardenberge, monachus professus ten Swartenwater, stichten in hun kerk te Hardenberge een officium ter eere van Sint Steffen, den patroon der kerk en Sint Anthonys.
Gegeven int jaer onses Heeren duisent vijfhondert end elven, op Sunte Martensdach Translationis.
Afschrift 17e eeuw, archief Ridderschap, inv.no. 4068 oud.
112 Henrick ter Brugge, richter te Olst, oorkondt dat Andreess Bondijen, burger te Deventer en Johanna zijne echtgenoote, geven aan het klooster en het convent to Zwarten water bij Hasselt, waarin zij twee dochters hebben, voor haar kost, een jaarlijksche rente van 7 gouden, Rijnsche gulden en aan het convent van Lammenhuis van Desen in Deventer ook een rente van 7 gouden Rijnschen gulden, uit het erf van Johan van Doernynck, gelegen op Vortman, in het kerspel en gericht van Olst.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende elven, op Sanct Egidiusavent.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 73-74.
113 Lubbert Mulert, richter te Hasselt, oorkondt dat Seyno Mulert Geertsz. verklaart dat Geert Mulert, zijn vader, gegeven heeft aan diens dochter Steven, geprofeste juffer van het convent to Zwarten water, een jaarlijksche rente van 12 heeren ponden, uit het erf den Doerne dat Seyno voornoemd nu bezit, doch dat Johan van Greethusen, proost van het convent en Seyno overeengekomen zijn om in plaats van deze 12 heeren ponden,6 heeren ponden erfelijk en eeuwig te lossen uit het erf ten Velde, gelegen in het kerspel en gericht van Hasselt.
Int jaer ons Heren duijsent vijfhondert ende elven, op den vijff ende twichtichsten dach in November des maents.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 28.
114 Lubbert Mulert, richter te Hasselt, oorkondt dat Jutte, weduwe van Andrees Koeylert, en Seyno Koylert, verkoopen aan het convent to Zwarten water, een stuk land, gelegen binnen den hooidijk, aan welks beide zijden het convent gelegen is.
Int jair ons Heren dusent vijffhondert ende twelve, des daechs na Marcus evangelista.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 131-132.
115 Herman van den Busch en Otto van Vylsteren, schepenen te Zwolle, oorkonden dat Henrick van Oitmertson met Herman en Catherina, zijn kinderen, verkoopen aan den proost en het convent to Zwarten water, een jaarlijkse rente van 6 overlensche, golden Rijnsche gulden, uit een weer in de Wullenweverstrate, en van 9 golden gulden, uit een weer bij de Vischmarkt.
Ghegeven int jaer ons Heren vijftienhundert ende viertiene, op Manendach na Sanct Marten in den Wijnter.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 88.
116 Lubbert Mulert, richter te Hasselt, oorkondt dat Andreas Koeylert en Johan zijne echtgenoote verkoopen aan den proost en het convent van Zwarten water, een halve hoeve lands, die gelegen is bij de Wijck aan den hooidijk en naast het conventsland.
Ghegeven in den jair ons Heren vijfteynhondert ende soventeijne, op Sunte Blasiusdaghe.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 128.
117 Johan Haghewolt, schout te Ruvene, oorkondt dat Aleyt Laurens, dochter van Johan Evers, verkoopt aan Jacob de Wise en Ffemme zijne echtgenoote een jaarlijksche rente van 1 mud rogge, uit 11 akkers land en het huis en den hof daarop staande.
Ghegeven in den jaren onsesz Heren dusent vijffhondert ende achtijn, des eersten Manendaghes na Sancte Marcus.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 119-120.
118 Lubbert Mulert, richter te Hasselt, oorkondt dat Herman Zwartcoth en Gheertruijd zijne echtgenoote verkoopen aan Johan van Greethusen, proost, juffer Elsse Boezelsz, priorin en het convent to Zwartenwater, het erf Haenynck, gelegen in het gericht van Hasselt.
Int jaer onsz Heren duysent vijffhondert ende achtijne, op den vijrden dach des maents Junii.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 26.
119 Herman van Loesen en Reymelt zijne echtgenoote verklaren schuldig te zijn aan het convent van Zwartenwater een jaarlijksche pacht van een half mud winterrogge, uit het erf Hilboldynck, in het kerspel en gericht van Dalffsen, in de buurschap Loesen.
Ghegeven int jaer onses Heren dusent vijffhundert ende vijr ende twintich, den anderden dach Maij.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 64.
120 Johan Albertsz., priester, mitsgaders Herman Johansz. en Herman Holterman verklaren, op welke wijze en onder welke voorwaarden eerstgenoemde tot priester in Heemse is aangesteld na dode van zijn voorganger Gert Moll.
Oorspr. z.d. (c. 1525) in inv.no. 15.
Gerrit Moll werd 1525 in de kerk te Heemse begraven. (zie Maandblad, "de Nederl. leeuw" 1939, kol. 501).
121 Heer Johan van Griethuysen, oude proost, en Henrick Zugeroede, nieuwe aangestelde proost, en het convent van Zwarten water zijn overeengekomen, den zelfden ouden proost te geven een jaarlijksch pensioen van 40 gouden Rijnsgulden om bij een pastoor van hun kerken te kunnen leven, waar tegenover de oude proost alle registers, sleutels, zegels en brieven enz. zal overgeven aan den nieuwen proost. Ook zal men een inventaris maken van de goederen, renten, beesten etc., het convent toekomende. Van wegen den bisschop van Utrecht waren tegenwoordig heer Johan van Oldenzaell, prior in Belheem, Borchert van Westerholte, drost van Vullenhoe; van wegen den ouden proost Seyne Mulert, kastelijn in de Kuynre, Volkeer en Johan Sloit, broeders; van wegen den nieuwen proost heer Andries van Dyepenne, prior te Albergen, meester Albert van Zuthem, priester notaris, meester Johan Duijsterbecke, priester, met vele anderen.
In den jaer ons Heren duijsent vijffhondert ende soeven twintich, des vijfften dages der maent Augusti.
Oorspr. archief Zwartewater, inv.no. 16.
122 Tyman Johan Haenynck, schout te Ruvene, oorkondt dat Jacob die Wise met zijne echtgenoote Ffemme een prove voor hun leven gekocht hebben in het klooster van den Zwartenwater, voor een jaarlijksche pacht van 9 mud rogge.
Ghegeven in den jaer onses Heren vijftienhondert ende neghen ende twintich, op Vrijdach na Sancte Agneten dach.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 118-119.
123 Reynolt van den Bussche, schultus te Zwolle, oorkondt dat Hilbrant Haghewolt en Mette zijne echtgenoote voor zijn onderrichter en keurnoten verkocht hebben aan den proost en het convent der jufferen in Zwartenwater, een stuk lands, geheeten die Kortte Lade, gelegen op Berendes Graven aan de Westeregghe.
Ghegeven int jaer unses Heren dusent vijffhondert neghen ende twintich, op Dinxdaghes na Crucis Inventionis.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 133-134.
124 Jacobus Stoop, de Roterodamo, clericus Trajectensis diocesis publicus apostolica et imperiali auctoritate notarius ac venerabilis curie Trajectensis causarum scriba juratus, instrumenteert dat Henricus Pass, prior, en Abell Ghysberti, subprior van het convent van de orde der Regulieren in de stad Trajectum, verklaren dat heer Altetus Ghysberti, geprofeste religieus van de orde van St. Benedictus in het klooster in Nigra aqua, een broeder was van genoemden Abell en dat Altetus van Harderwijck, vasal, niet met Altetus en Abell verwant is en van hem niets erven kan, maar dat alles overgaat op het convent bij het Zwartewater.
Acta fuerunt hec Trajecti, in dicto conventu regularium sub anno indictione die mense et pontificatu quibus supra (anno nativitate Domini millesimo quingentesimo vicesimo mono, indictione secunda, die vicesima mensis Novembris hora tercia vel quasi post meridiem, pontificatus sanctissime in christo patris et domini nostri domini Clementis divine providentia pape septimi anno sexto).
Oorspr. (inv.no. 5) Met de signatuur van den notaris.
125 Tyman van Hanynck, schout te Ruvene, oorkondt dat Andrees Roloff en zijne echtgenoote verkoopen aan het convent en klooster Zwarten water, een jaarlijkse pacht van 2 mud rogge, uit een vierendeel lands, zich uitstrekkende van beneden aan de Wijk tot boven aan 't Mosveen.
Actum in den jaer onses Heren dusent vijffhondert ende dertich, op Sancte Geertruets dach der hilligher juffer ende maghet.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 134-135.
126 Harmen Muellert, schultus toet Zwoelle, laat den proost toe Swaertten waetter weten dat Ffenne teen Brueggen en Marie Myddeldaerps driemaal een beslagneming gedaen hebben van twee Engelsche lakens, die genoemde proost heeft liggen in Harmen Bytters huis in Zwoell, en dat hij daerom een rechtdag in Zwoelle voor de bank zal houden over veertien dagen, namelijk Zaterdag na het octaaf Petri et Pauli apostolorum.
Actum Saeterdach op Sunte Johannesdach tmyden soemmen, anno etc. XXXI.Oorspr. (inv.no. 6). Met het opgedrukte zegel van den schout in groene was.
127 Johan van Middachten verklaart schuldig te zijn aan zijn echte natuurlijke dochter juffer Johan, conventuaal juffer tot sunte Marienberghe, ook genoemd Zwartewater, liggende bij Hasselt, een jaarlijksche rente van 100 gouden averlentsche coervorster gulden, uit zijn aandeel van de Grevenweert, gelegen in het kerspel van Brummen.
Ghegeven anno Domini, dusent vijffhondert vierindartich, op avent Sunte Martens in den winter.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 74-75.
128 Hermen Krul, richter in Velthusz, vanwege Arend, graaf van Bentheim, oorkondt dat Arend van Gemen en Lutgart zijne echtgenoote verklaren schuldig te zijn aan den proost en het jufferenconvent van St. Benedictusorde bij Hasselt, Zwartenwater genaamd, een jaarlijksche rente van 5 gouden averlentsche gulden uit 2 erven geheeten het Groote Laer en het Luttike Laer, gelegen in het kerspel van Velthusen, en in de buurschap Grasterpe en zulks tot een medegave aan hun dochter Johan, non in dat klooster.
Ghegeven in den jaer onss Heren dusent vijffhondert soeven ende dertich, op Onss liever Vrouwen avent Assumptionis.
Afschrift in inv.no. 3 bldz. 77-78 en copie 1604 Juli 24 (secretaris van Hasselt) in inv.no. 13.
129 Anthonius, presbyter cardinalis, draagt den officiaal te Utrecht op om na oproeping van de overste en anderen van het klooster Swartenwater te beslissen of het Henrica Bomens, die verklaard heeft als kind tegen haer zin door haar ouders in het klooster te zijn geplaatst en aldaar onder dwang de gelofte te hebben afgelegd, vrijstaat in de wereld terug te keeren, een huwelijk aan te gaan en de goederen harer ouders te beerven.
Geinsereerd in den brief d.d. 1540 October 26. (regestnr. 131).
130 Henricus Sukerrode, proost, Gerbrich Bonnyens, vrouwe, en Otte(?) Sloots, suppriorin van het convent, genoemd Zwartenwater, verhuurt aan Johan Hoff en Gebbe zijne echtgenoote, hun land zoals dit ligt op die noortstucke bij Jacob Surensland, voor acht goldgulden per jaar, gedurende 8 jaren.
In den jaer ons Heren dusent vijffhondert ende soevenendertich.
Oorsp. in inv.no. 9.
131 Johannes Vorstius a Loenbeeke, deken van de domkerk en officiaal van het bisschoppelijk hof te Utrecht, gelast ter uitvoering van den opdracht hun verstrekt in den brief van 1537 Augustus 31, die in deze is geinsereerd en die hem is aangeboden door Henrica Bowens, aan alle hem ondergeschikte priesters, klerken, notarissen enz., om indien hun zulks wordt verzocht, voor hem tegen zekeren dag op te roepen de proost, priorin en conventualen van het klooster Zwartewater, opdat hij beslisse of het Henrica Bomens vrijstaat uit het klooster in de wereld terug te keeren, een huwelijk aan te gaan en de goederen harer ouders te beerven en daarenboven, omdat het klooster op heimelijke wijze een bevelschrift tegen genoemde klaagster heeft verkregen, een ieder te verbieden, hem bij de tenuitvoerlegging van dezen brief te hinderen op straffe van excommunicatie en een boete van 100 gouden dukaten.
Afschrift ongedateerd (gelijktijdig ?), gecollationeerd door den notaris Jacobus Bartoldi en met diens signatuur.
Archief Zwartewater, inv.no. 18.
132 Erfgenamen en ingezetenen des kerspels Hardenberg, mitsgaders kerkvoogden, schepenen en raad brengen den proost Albert van den Hardenberch in herinnering, dat zij reeds vroeger met elkaar hebben geconfereerd over de aanstelling van een nieuwe "capellanus", dat beide partijen zouden uitzien naar een dergelijk geschikt persoon, dat zij tot nu toe niets van de proost en het convent Zwartewater hebben vernomen en dat zij daarom juffer van Coeverden naar hun toezenden, die namens hen een geschikte persoon zal presenteren.Actum then Hardenborch den VIIIten dach Octobri Anno etc. XLII.
Oorspr. archief Zwartewater, inv.no. 17.
133 Herman van Westerholt, drost van Vollenhove, verzoekt den proost van Zwartewater Albert van den Hardenberch om op maandag a.s. bij hem, als dijkgraaf, te verschijnen ten einde het geschil met het convent Claerholt bij te leggen.
Ges(chreven) am VIe Aprilis anno XVc XLIII.
Archief Zwartewater, inv.no. 21.
134 Johan van Beckum verklaart telkenjare op Michaeli 10 hornsgulden aan het klooater Zwartewater te zullen betalen en tevens bereid te zijn, meerder vestenisse te doen.
Anno 1548, get. Johan van Beckum.
135 Arent Mulert, schout van Hasselt, oorkondt dat Albertus Hardenborch, proost van het convent Zwartenwater onder momberschap van Johan van Unterwijck voor hem verschenen is met getuigen, die door den proost waren gedagvaard en die een verklaring aflegden over meyster Tymens graven, noordwaarts van de Beentjesgraven.
Den XVIIIden Decembris anno enenvijfftich.
Afschrift (van dezelfden tijd) in inv.no. 24.
136 Johan van Haersolte en Henrick van Thil, burgemeesters van Zwolle, schrijven den proost Albert van Hardenberch, dat zij morgen omstreeks 10 uur in het klooster denken te verschijnen voor nadere besprekingen (niet nader aangegeven).
Geschreven toe Vollenhoe ten XXV Mayus anno XLVI.
Archief Zwartewater, inv.no. 22.
137 Albert van den Hardenberch, proost, Anna Scoffers, priorin, Alijt van Wynsym, suppriorin van het conventZwartenwater, verpachten voor acht goldguldens jaarlijks, ingaande Petri 1562 aan Wolter Peters van Baerle en Hille zijne echtgenote, hun land dat Seeszghijen en Hec(?) nu gebruikt hebben, voor acht jaar.
In den jaer ons Heren duesent vijffhondert ende sestich.
Oorspr. Archief Zwartewater, inv.no. 10.
138 De erfgenamen van de Leeuwter cluft schrijven aan het klooster Zwartewater over een "gee" lands, door hen in 1491 van het klooster gekocht en waarvan de tegenwoordige gebruiker Henrick Alers weigert de huur te betalen, bewerende het land reeds meer dan 50 jaren in gebruik te hebben. Zij verzoeken iemand naar Vollenhove te zenden om een en ander te bespreken.
Actum Vollenhoe anno 71, den 22 Julius.
Oorsp. in inv.no. 8.
139 Juffer Willem van Langen, non in het klooster Zwartewater, niet in staat zijnde voor de jaarlijks verschuldigde 5 goldgulden aan het klooster zekerheid te stellen, verzoekt haar oom Johan Waterman en zijn vrouw Anna Gelmers zulks te doen, die daarvoor tot onderpand stellen de erven Plecht en Seberdink in het gericht Kedingen, buurschap Henrika.
Oorspr. Archief Zwartewater inv.no. 14, ondertekend door Hermann Herdenberch, proost van Zwartewater, Anna Scheffers, priorin (juffer?) Willem van Langen en (haar neef) Sander van Vorst.
140 Namens de momberen der kinderen van wijlen Egbert van der Nell en Mechteld Mulert schrijft Johan Wolffs aan Albert Hardenberch, prior van Zwartewater, dat hij juffer Johan naar het klooster zendt om Machtelken, een der kinderen bovengenoemd, terug te halen tegen betaling der nog resterende kostpenningen, zijnde 7 goldgulden voor een half jaar, verzoekende daarvoor kwitantie aan brengster dezes mede te geven; het kind zal voortaan bij de familie worden opgevoed.
Datum Swolle den XX (April)lis anno LXXIX.
Oorspr. Archief Zwartewater, inv.no. 19.
141 Anna Schuffers, vrouwe en de gemeene conventuale jufferen van Zwartewater verklaren de rekening van hun rentmeester Hendrik ten Oever te hebben nagezien en in orde bevonden, waarbij het convent den rentmeester schuldig blijft 812 goudgulden, zullende deze som verrenten met 56 goudgulden en 21 st. per jaar en waarvan zij ten genoege van den rentmeester nader vestenisse moeten doen, en dit alles buiten de schulden, die zij uit anderen hoofde den rentmeester schuldig zijn.
Oorspr. Archief Zwartewater, inv.no. 20. Het stuk is gecancelleerd.
0188 Klooster Zwartewater
Inventaris
Regestenlijst door P.A.A.M. Wubbe. aangevuld door mr. A. Hage
141
Anna Schuffers, vrouwe en de gemeene conventuale jufferen van Zwartewater verklaren de rekening van hun rentmeester Hendrik ten Oever te hebben nagezien en in orde bevonden, waarbij het convent den rentmeester schuldig blijft 812 goudgulden, zullende deze som verrenten met 56 goudgulden en 21 st. per jaar en waarvan zij ten genoege van den rentmeester nader vestenisse moeten doen, en dit alles buiten de schulden, die zij uit anderen hoofde den rentmeester schuldig zijn.
Oorspr. Archief Zwartewater, inv.no. 20. Het stuk is gecancelleerd.
Datering:
1589 November 28
Zie:
Inventarisnummer 20.
Organisatie: Collectie Overijssel locatie Zwolle
laatste wijziging 19-02-2015
142 Anna Schuffers, vrouwe en de gemeene conventuale jufferen van Zwartewater verklaren, dat hun amptman en rentmeester Henryck ten Oever zich in deze benarde tijden herhaaldelijk borg heeft gesteld, zoowel wat zijn persoon als zijn goederen betreft voor terugbetaling van verschillende nader omschreven geldsommen, waarvoor zij tot onderpand stellen alle roerende en onroerende goederen van het convent onder bereidverklaring, daarvan meerdere vestenisse te doen.
Aldus gedaen in den jare duesent vijffhondert negen ende tachtentych, den achten twyntychsten dach des maendts November nae den olden styll.
Afschrift. (gelijktijdig) Archief Zwartewater in inv.no. 20.
laatste wijziging 10-11-2022
168 beschreven archiefstukken
7 gedigitaliseerd
totaal 89 bestanden

Kenmerken

Datering:
1233 - 1589
Voorwaarden voor raadpleging en gebruik:
Het archief is openbaar.
Toegang:
Haga, A., P.A.A.M. Wubbe, Voorlopige inventaris van het archief van het klooster Zwartewater. Met regestenlijst , 1233 - 1589, Zwolle (1987).
Categorie:
laatste wijziging 10-11-2022
168 beschreven archiefstukken
7 gedigitaliseerd
totaal 89 bestanden