0148 Commissie van Landbouw in Overijssel ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )
0148
Commissie van Landbouw in Overijssel
Inleiding
Nadat de Secretaris van Staat voor de Binnenlandsche Zaken der Bataafsche Republiek in zijne missive d.d. 4 September 1805 n0 9/12 aan den Raadpensionaris Schimmelpenninck gewezen had op de noodzakelijkheid van de instelling van Commissiën van Landbouw, werd hiertoe overgegaan bij Staatsbesluit van 9 September 1805 no 7. In elk departement benevens in het landschap Drenthe werd een Commissie ingesteld, in Holland evenwel twee, een voor het Noordelijk en een voor het Zuidelijk gedeelte. De leden der Commissie, wier aantal in het Departement Overijssel 12 bedroeg, zouden bestaan uit landbouwers, landbouwkundigen en een veeartsenijkundige. Volgens de bij hetzelfde Staatsbesluit vastgestelde instructie voor de Commissiën van Landbouw moesten deze o.a. den Secretaris van Staat voor de Binnenlandsche Zaken, het Departementaal Bestuur en den Raad van Financiën van ieder's Departement van advies dienen op alle stukken betreffende den landbouw, onderzoeken den tegenwoordigen staat van den Landbouw en der woeste gronden, hoe de quantiteit en de qualiteit van de producten te verbeteren, mededeeling doen aan den Secretaris van Staat betreffende het grasgewas en andere gewassen, marktprijzen van vee en vruchten, enz. Een algemeene vergadering van afgevaardigden uit de Provinciale Commissiën zou minstens eenmaal per jaar onder voorzitterschap van den Secretaris van Staat voor de Binnenlandsche Zaken in den Haag plaats hebben ter behartiging van de algemeene belangen van den Vaderlandschen Landbouw.
Teneinde hare werkzaamheden beter te kunnen verrichten, verdeelde de Overijsselsche Commissie van Landbouw haar gebied in 12 districten. Hoewel ze volgens art. 28 harer instructie hare vergaderingen moest houden te Kampen en Deventer, werd op haar verzoek toegestaan deze beurtelings te Deventer en Zwolle te beleggen. Van de ruime bepaling, vermeld in de slotalinea van genoemd artikel, betreffende het vergaderen in andere plaatsen, werd in 1819 ter bezichtiging van de stichting "Frederiksoord" en in andere jaren voor het aanschouwen van naburige ontginningen gebruik gemaakt.
De veranderingen in den Staatsvorm brachten geene wijzigingen mede voor de Commissiën van Landbouw. Bij Besluit van den Prefect d.d. 9 September 1812 (1ste Divisie no 8) en K.B. van 17 September 1814 no 37 werd kortweg bepaald: De bestaande Commissiën van Landbouw worden bevestigd.
Een nieuwe instructie voor de Commissiën werd vastgesteld bij K.B. van 28 Juni 1818 n 99. Zij verschilde slechts in zooverre van die van 9 September 1805, dat de Commissiën voortaan zouden worden samengesteld uit grondeigenaren en landbouwkundigen en dat de vergaderingen in de hoofdsteden der provinciën gehouden zouden worden, dit laatste met behoud van de ruime slotbepaling.
Bij K.B. van 7 Januari 1851 n 60 werden de Commissiën van Landbouw opgeheven. In art. 4 van dit besluit werd o.a. bepaald, dat de archieven en boekerijen der Commissiën met de archieven der provinciën voorloopig zouden vereenigd worden. Bij missive van 19 April 1851 werd de inventaris * van het archief-waaronder ook de catalogus der boekerij voorkomt-aan den Commissaris des Konings in deze provincie toegezonden, met verzoek deze stukken over te nemen. De boekerij, groot 240 nummers, is met toestemming van den Minister van Binnenlandsche Zaken bij Besluit van de Commissaris des Konings d.d. 15 November 1852 * tot wederopzeggens toe in bruikleen gegeven aan de Overijsselsche Vereeniging tot ontwikkeling der provinciale welvaart * .
Na de ontbinding dezer vereeniging zijn hare bezittingen in de jaren 1905-1907 overgegaan aan de Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis * en in het Overijsselsen Museum op de Melkmarkt gedeponeerd. Bij de eenige jaren later plaats gehad hebbende ordening der bibbliotheek dezer Vereeniging schijnt de boekerij der Commissie van Landbouw te zijn verkocht aan de firma Gouda Quint te Arnhem!
Bij K.B. van 8 Januari 1935, Staatsblad no 1, werd de overbrenging dezer archieven naar de Rijksarchiefbewaarplaats in de respectievelijke provinciën gelast.
Als aanhangsel bij den hiervolgenden inventaris volgt de beschrijving van de collectie papieren, afkomstig van mr. J. Teding van Berkhout als lid der Commissie van Landbouw, welke papieren met andere van hem afkomstige stukken in 1899 door den Algemeenen Rijksarchivaris te 's Gravenhage aan het Rijksarchief in Overijssel werden overgedragen.
L. Kruijff
L. Kruijff
laatste wijziging 12-05-2022
42 beschreven archiefstukken
Inventaris
1. Algemeene zaken
20 Alphabetische indices op de onderwerpen, vermeld in de ingekomen stukken van 1805-1820, 1821-1839 en 1840-1848 en in de verbalen van 1805-1843.
0148 Commissie van Landbouw in Overijssel
Inventaris
1. Algemeene zaken
20
Alphabetische indices op de onderwerpen, vermeld in de ingekomen stukken van 1805-1820, 1821-1839 en 1840-1848 en in de verbalen van 1805-1843.
laatste wijziging 12-05-2022
42 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1805 - 1851
Voorwaarden voor raadpleging:
Het archief is openbaar.
Omvang archiefblok:
2,86 m
Toegang:
Kruijff, L., Archief van de Commissie van Landbouw in Overijssel, 1805 - 1851.
Openbaarheid:
Het archief is openbaar.
Categorie:
laatste wijziging 12-05-2022
42 beschreven archiefstukken