Uw zoekacties: Seijst, 2012; p. 75

titel ( Gemeentearchief Zeist )

Veel archieven hebben ook een bibliotheekcollectie. Dit is zeer divers van aard, denk bijvoorbeeld aan informatieve boeken over de regio, tijdschriften van een vereniging, programmaboekjes van verkiezingen, artikelen uit kranten en tijdschriften.

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Seijst, 2012; p. 75
Titel:
Seijst
Beheerder:
Zeister Historisch Genootschap
Jaar:
2012
Pagina:
75
Is onderdeel van:
Zeister joden die de oorlog niet heb- ben overleefd. Het monument ter nagedachtenis aan de Zeistenaren die tijdens de jaren 1945-1950 in het voormalige Nederlands-Indië zijn omgekomen dateert uit 2002. Het bestaat uit een rechthoekige, staande steen met het gemeentewapen en de tekst ‘NE- DERLANDS-INDIË 1945-1950’. Links daarvan is een afbeelding geplaatst van de militaire onderscheiding Ereteken voor Orde en Vrede en rechts een embleem, dat is samen- gesteld uit een helm, een zwaard en een palmtak. Op het monument staan in twee kolommen de namen van dertien militairen met hun ge- boortedata en overlijdensplaatsen. Onder deze namenlijst staan de woorden ‘ZIJ GAVEN HUN LEVEN VOOR ORDE EN VREDE’. De voet van het monument vermeldt de erevel- den waar zij begraven liggen.
DE OUDE BEGRAAF- PLAATS (BERGWEG 21-23, ZEIST) Op 24 mei 1825 werd het bij Ko- ninklijk Besluit verboden in plaat- sen met meer dan duizend inwo- ners
binnen de bebouwde kom
te begraven. Het betekende dat Zeistenaren hun laatste rustplaats niet meer konden vinden op het kerkhof
van de hervormde kerk
aan de Dorpsstraat. De gemeente kocht op 8 april 1829 een stuk spar- renbos aan de Bergweg,
toen nog
Heuvel geheten, van de toenma- lige burgemeester Frans Nicolaas van Bern (1786-1851). De kosten
De Oude Begraaf- plaats aan de Berg- weg is door Hendrik Copijn in landschaps- stijl aangelegd. FOTO FLORA DE VRIJER
van de aanleg van de begraafplaats en de bouw van het poortgebouw kwamen uit op 3558,56 gulden. De begraafplaats kreeg een formele indeling met een laan in het mid- den die vanaf het poortgebouw tot aan het einde van het terrein liep. Beide helften werden door twee rechte paden in drieën gedeeld. De zo ontstane delen kregen een vak- indeling voor verschillende soorten graven. In 1879-1880 werd grond bijgekocht
voor een toekomstige
uitbreiding. Toen de begraafplaats in 1890 geen ruimte voor nieuwe graven meer had, vroeg het college van burgemeester en wethouders aan tuinarchitect Hendrik Copijn (1842-1923) een nieuw inrichtings- plan te maken. Nadat het eerste plan door de gemeenteraad was af- gekeurd (te duur), maakte hij een nieuw plan waarin de paden min- der ruimte zouden innemen en de scheidingssloot gehandhaafd bleef. De werkzaamheden werden door de
gemeente in de loop van de winter uitgevoerd als een vorm van werk- verschaffing voor arbeiders binnen de gemeente Zeist. Copijn bracht de begraafplaats in landschapstijl. De centrale as die vanaf de poort loopt, liet hij in een soort rotonde uitmonden waar de voornaamste
graven liggen. De ingang van de begraafplaats aan de Bergweg wordt gekenmerkt door een laag, wit gepleisterd poortge- bouw met een eenvoudig smeedijze- ren hek. Vooral de tekst boven de entree trekt veelvuldig de aandacht van passanten. De tekst is ontleend aan het bijbelboek Job, hoofdstuk 3, vers 19. Hij werd bij de verbouwing van het poortgebouw aangebracht op voorstel van burgemeester Ger- rit Costerman (burgemeester van 1882-1894) in de raadsvergade- ring van 24 april 1885. Hij luidt:
‘De kleine en de groote is daar en de knecht vrij van zijnen heer’.
Seijst 2012 III-75
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer
Organisatie: Gemeentearchief Zeist