titel ( Gemeentearchief Zeist )

Veel archieven hebben ook een bibliotheekcollectie. Dit is zeer divers van aard, denk bijvoorbeeld aan informatieve boeken over de regio, tijdschriften van een vereniging, programmaboekjes van verkiezingen, artikelen uit kranten en tijdschriften.

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Seijst, 2012; p. 34
Titel:
Seijst
Beheerder:
Zeister Historisch Genootschap
Jaar:
2012
Pagina:
34
Is onderdeel van:
vaart gebruikt worden voor waren- transport uit Zeist en De Bilt naar Utrecht en andersom. Tot het mid- den van de twintigste eeuw werden zand, hout, en landbouwproducten naar Utrecht vervoerd. Als retour- vracht werd stadsvuil uit Utrecht en turf uit Vinkeveen meegenomen. Er vond geen personenvervoer plaats, wel was er een regelmatige pakket- dienst.4 De loop van de Biltsche en Zeister Grift is in 1948 als volgt beschreven:
‘Dit vaartje begint bij het Schippers- huis aan de Schippersloot ten Z. van Zeist en gaat dan noordwestwaarts tot de Koppelsluis, een schutsluisje tus- schen het derde en tweede pand der vaart bij de Koppelbrug. Het tweede pand loopt dan noordwestwaarts door tot de Biltstraat en hierlangs tot het schutssluisje
tusschen het
Koppelsluis (1974). ARCHIEF ZHG
tweede en
eerste pand, de Biltsche sluis, ten W. van het dorp De Bilt. Het eerste pand gaat verder langs de Biltstraat om het oude daaraan gelegen fort en de noordoostzijde der stad Utrecht heen en eindigt in de Oostelijke Singel- gracht dier stad ong. 150 m ten W. van de Wittevrouwensingel’. Volgens Beekman5
was het water-
Seijst 2012 II-34
peil ten zuidoosten van de Kop- pelsluis 1,75 meter +NAP en ten noordwesten van de sluis 1,50 meter +NAP. De schuthoogte was slechts 0,25 meter. Ten westen van de Biltse sluis was het peil 0,70 me- ter +NAP. De schuthoogte was daar dus 0,80 meter. In eerste aanleg dateert de Koppel- sluis uit circa 1640. In de archieven is ook wel sprake van de ‘Coppel-
sluis’ en de ‘Koppelschutten’. Deze benaming is te verklaren uit het feit dat de schutsluis uit twee sluishoof- den, elk met een sluisdeur of punt- deur, bestond.6
In 1830 zijn de Koppelschutten afgebroken en vervangen door een bakstenen schutsluis met houten
puntdeuren. Helaas is het bestek van de nieuwe sluis niet bewaard
gebleven. Wel wordt een mooie technische tekening uit 1842 van de vergelijkbare Biltse sluis bij Sandwijck in het archief van het Waterschap bewaard. Daarop is te zien dat de sluismuren hardstenen dekzerken hadden en de vloer in hout was uitgevoerd. Waarschijn- lijk heeft de Koppelsluis een zelfde vloerconstructie gehad. Of de sluis- muren ook hardstenen dekzerken hebben gehad, is niet bekend. Nu
zien we over de volle lengte een af- werking met een rollaag (bakstenen op hun kant). Alleen de uiteinden van het benedensluishoofd zijn van hardsteen. De deuren bij beide slui- zen draaien in hardstenen aanslag- stijlen. Uit de archiefstukken is de geschie- denis van de sluis redelijk goed te reconstrueren. Zo blijkt dat er regel- matig onderhoud is verricht door de lokale smid, timmerman of schilder. Na het grote herstel in 1830 werd de sluis in 1852 overgedragen aan de gemeente Zeist door de ingelanden (eigenaren van land in een bedijkt gebied), die de sluis sedert ‘… on- heuglijke jaren, voortdurend en on- afgebroken, ongestoord, openbaar en niet dubbelzinnig, gemeenschappelijk als
eigenaar hebben bezeten.’ Ook
kreeg de gemeente de beschikking over het vermogen als bijdrage voor
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer
Organisatie: Gemeentearchief Zeist