Uw zoekacties: Seijst, 2011; p. 14

titel ( Gemeentearchief Zeist )

Veel archieven hebben ook een bibliotheekcollectie. Dit is zeer divers van aard, denk bijvoorbeeld aan informatieve boeken over de regio, tijdschriften van een vereniging, programmaboekjes van verkiezingen, artikelen uit kranten en tijdschriften.

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Seijst, 2011; p. 14
Titel:
Seijst
Beheerder:
Zeister Historisch Genootschap
Jaar:
2011
Pagina:
14
Is onderdeel van:
De tuinmanswoning van Slot Zeist aan de Waterigeweg, augus- tus 1913 COLLECTIE GEMEENTEARCHIEF
te maken. Evenmin waar Thompson heeft gewoond. In de genoemde akte uit 1771 werd het onderhoud van de Slottuinen en het Slotpark aanbesteed.4
In plaats
van het aantrekken van personeel dat onder leiding van de tuinman stond, werden bepaalde werkzaam- heden aanbesteed en de aannemer moest zorg dragen voor de uitvoe- ring. Het ging voornamelijk om het schoffelen van de paden en het afsteken van de randen, het harken van de gazons, het scheren van de hagen, het snoeien en binden van de berceaus, het omspitten van bloembedden en het opruimen van tuinafval. Er werd dus onderscheid
Seijst 2011 I-14
gemaakt tussen hoog gekwalificeerd werk dat door de tuinman moest worden verricht en regulier onder- houdswerk dat door daghuurders kon worden gedaan. De erfgenamen van de gravin ver- kochten het Slot c.a. in 1784 aan Jo- hannes Renatus van Laer. Over het Slot en zijn naaste omgeving wordt in de transportakte gezegd: ‘de ade- lijke huize en ridderhofstad Zeijst met het oranjehuis, kelders, keukens, horlogie en de klok boven in het huis, stallinge, koets- en tuinmanswoninge,
brouwhuis’. Deze beschrijving is bijna identiek aan die van 1768. In de akte van verdeling van zijn be- zittingen uit 1808 worden de be- zittingen gelegen bij de Brouwerij als volgt beschreven: ‘de stallinge, koetshuis en tuinmanswooning, het brouwhuis […], het mouthuis, schuur en bergschuur, zuidwaards bij elkan- der gelegen’. De beschrijving in de ‘Memorie of gedetailleerde
omschrijving eener
vrijwillige en aanzienlijke veiling van vaste goederen gelegen onder de gemeente van Zeijst’ uit 1818 is heel informatief: ‘Wijders de gebouwen, te voren tot stallinge van het Slot ge- schikt, nu tot eene mouterij en bier- brouwerij ingerigt, met annexe groote stallinge en koetshuis,
item kleinere
stallinge, lootzen en daghuurders- wooninge, bergschuur en verder toe- behoren […] zijnde de gebouwen tot wooningen ingerigt, in gedeeltens ver- huurd’. Het kleine stalgebouw en de loods waren eveneens verhuurd. De bouwactiviteiten die er sinds 1700 hebben plaats gevonden zijn te zien op de plattegrond ‘Plan van Zeist’ uit 1802 van I. Petersen en C. For- sell en op de eerste kadastrale kaart uit 1832.
EEN PAARDENSTAL BIJ ‘HET VANOUDS GENAAMDE TUINMANS- HUIJS’ Na de verkoop door Schellinger in 1767 tot de komst van Jhr. Jan Elias Huydecoper in 1830 werd het Slot niet meer door de eigenaar bewoond. Het hoofdgebouw en de
zijvleugels waren verbouwd tot vier appartementen die verhuurd wer- den. Dit waren welgestelde perso- nen. Enkelen van hen beschikten over paarden en koetsen, die uiter- aard ergens gestald moesten wor- den. Dit werd in de huurcontrac- ten geregeld. Mr. L. Craeijvanger was in 1818 huurderbewoner van de linker zijvleugel. Hij huurde te- vens de kleine paardenstal op de Brouwerij. In het huurcontract uit 1821 met een andere huurder staat dat bij de verhuur een stalgebouw en koetshuis ‘staande bij den tuin- manswoning’ was inbegrepen. In de huurovereenkomst uit 1824 met F. Stapert staat: ‘Het middenste gedeelte van het Slot te Zeist […] beneevens annexe koetshuijs en paardenstallinge […]. De weled. Heer huurder zal echter van de bovengemelde paarden- stalling geen gebruik mogen maken tot stallinge van paard of paarden of ander vee, maar zal daartoe aan zijn weled.
door den verhuurder
een ander geschikt locaal, hetzij het vanouds genaamde tuinmanshuijs of een ander nieuw te bouwen stal aangewesen worden […] dog zal het koetshuijs gelijk voorheen ter berging van rijtuigen tot zijn volle dispositie blijven.’ Omdat er gesproken wordt over ‘het vanouds genaamde tuin- manshuijs’ zal nog steeds hiermee de tuinmanswoning op de Brouwe- rij worden bedoeld. De aanduiding als tuinmanswoning in de stukken uit 1768, 1784 en 1808 moet als een anachronisme worden gezien. Huydecoper heeft blijkens de ver- koopnotitie uit 1867 de paarden-
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer
Organisatie: Gemeentearchief Zeist