Uw zoekacties: Seijst, 2011; p. 6

titel ( Gemeentearchief Zeist )

Veel archieven hebben ook een bibliotheekcollectie. Dit is zeer divers van aard, denk bijvoorbeeld aan informatieve boeken over de regio, tijdschriften van een vereniging, programmaboekjes van verkiezingen, artikelen uit kranten en tijdschriften.

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Seijst, 2011; p. 6
Titel:
Seijst
Beheerder:
Zeister Historisch Genootschap
Jaar:
2011
Pagina:
6
Is onderdeel van:
DIENSTPLICHT
broederdienst of wanneer men een remplaçant7
Om de keizerlijke legers op peil te houden werd in 1811 de conscriptie (dienstplicht) ingevoerd. Dit stuitte op grote weerstand. In Utrecht bij- voorbeeld braken in maart 1811 rel- len uit. Daarnaast werd bij Keizerlijk Be- sluit van 13 en 14 maart 1812 een uit drie leeftijdsgroepen opgebouw- de Nationale Garde opgericht. Deze garde diende West-Europa, waaron- der Nederland, te verdedigen,
tij- had gevonden of indien
Het oude Gemeente- huis Zeist. ARCHIEF ZHG
Seijst 2011 I-6
dens de afwezigheid van de keizer- lijke troepen op weg naar Rusland. Alle mannen tussen de twintig en zestig jaar werden voor de Natio- nale Garde aangewezen. Voorlopig bleef de conscriptie beperkt tot de 20- tot 26-jarigen. Zeist kreeg hier eveneens mee te maken en de betreffende man- nen moesten zich in Amersfoort melden voor de loting. Vrijstelling was slechts mogelijk in geval van
men ouders had die ouder waren dan 70 jaar. Op allerlei manieren probeerde men onder de conscrip- tie uit te komen. Maire Van Bern kreeg regelmatig van de Raad van Recrutering het verzoek na te gaan of de door de opgeroepenen opge- geven kwalen wel klopten, zoals: vallende ziekte, borstkwalen, bloed- spuwen, zinneloosheid en andere onzichtbare kwalen. Soms hakte men een vinger af om aan te dienst te ontkomen. Ook weeskinderen, vondelingen en verlaten kinderen moesten zich melden als pupil van de keizerlijke garde. Deze acties ver- oorzaakten veel onrust onder de be- volking. Daarom kregen predikan- ten de opdracht het volk tot kalmte te manen. Ook de Zeister predikant ds D.M. Kaakebeen kreeg hiermee te maken. Volgens de onderprefect moesten de ‘leraren van de kansel de toehoorders aanmanen om zich met alle gedweeheid aan de wil van Z.M. den Keizer te onderwerpen en als goede onderdanen in alles mede te werken tot het werk der conscrip- tie’. In een preek gehouden in sep- tember 1811 benadrukte ds Kaake- been dat de overheid handelde als Gods dienares en daarom gehoor- zaamd diende te worden. Of dit de angst en onrust heeft weggenomen is niet bekend. Wel bekend is dat de animo bij een oproep om graafwerkzaamheden bij Den Helder te verrichten niet groot was. Niemand meldde zich vrijwil- lig. Daarom wees de gemeente, door
hogerhand gedwongen, drie man- nen aan. De Zeister burgerij werd niet al- leen belast met de conscriptie, maar kreeg ook te maken met inkwar- tiering, vorderingen van paarden, het fourageren (voederen) van de paarden en het inzamelen van wa- pentuig dat onder de bevolking en oud-militairen te vinden was.
BEVRIJDING
Langzaam maar zeker begon de macht van Frankrijk te tanen. De desastreus verlopen tocht naar Rus- land in 1812 was daar debet aan, alsmede de Volkerenslag bij Leipzig in 1813. Daarbij werd het Franse leger verpletterend verslagen. Russi- sche en Pruisische eenheden rukten op naar het Westen. Zo bereikten de geallieerde troepen op 28 november 1813 Zeist. Uit een missive
(schriftelijke mededeling)
op 29 november van de bevelhebber van de Kozakken (Russen) blijkt dat elke vorm van communicatie met Frankrijk werd verboden en dat de gemeentebesturen op hun post moesten blijven tot de aanstelling van een nieuwe regering. De rust en orde moest worden gehandhaafd. Op het negeren hiervan stond de doodstraf. Via de onderprefect werd deze proclamatie ook op het gemeentehuis aangeplakt en voor- gelezen. Men was bevreesd voor ongeregeld- heden. Daarom drukte Van Bern de inwoners van Zeist nog eens extra
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer
Organisatie: Gemeentearchief Zeist