Uw zoekacties: Seijst, 2009; p. 92

titel ( Gemeentearchief Zeist )

Veel archieven hebben ook een bibliotheekcollectie. Dit is zeer divers van aard, denk bijvoorbeeld aan informatieve boeken over de regio, tijdschriften van een vereniging, programmaboekjes van verkiezingen, artikelen uit kranten en tijdschriften.

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Seijst, 2009; p. 92
Titel:
Seijst
Beheerder:
Zeister Historisch Genootschap
Jaar:
2009
Pagina:
92
Is onderdeel van:
Gevelsteen in een herenhuis aan het Willemsplantsoen te Utrecht, 2009.
Seijst 2009 IV-92
De Franstalige monniken zullen er, samen met een aantal andere, soms zeer geleerde Franse heren, tot 1772 blijven wonen. Hun aantal varieer- de van tien tot twintig, terwijl er in de laatste maanden nog slechts acht mannen resideerden. Ze betalen in de eerste jaren aan de Drieberg- seweg rond de 25 gulden aan hef- fingen voor het gemaal en andere belastingen, een bedrag dat in de jaren vijftig tot meer dan negentig gulden opliep. Rijnwijk ontwikkel- de zich in deze periode jaren tot een centrum van jansenistische publi- citeit, waar reeksen 'getuigenissen' ten gunste van hun standpunt wer- den samengesteld, en waar ook de 'herenigingssynode' van 1763 werd voorbereid. In 1772 verhuisde het resterende gezelschap naar Utrecht, waar het herenhuis Clarenburg aan de Mariaplaats, waar zij hun intrek namen, al spoedig bekend kwam te staan als Het Franse Huis. 10 Hoe hebben wij ons de gewone gang van zaken op Rijnwijk, toevluchts- oord van jansenistische gewetens- bezwaarden, voor te stellen? In de eerste plaats natuurlijk als een oord van streng monastiek leven. Ook een andere gemeenschap in de di- recte omgeving bestond uit monni-
ken van een uitgesproken karakter: de 25 Franse kartuizers op Scho- nauwen, gelegen aan de Houtense wetering. Net als de cisterciënzers stelden zij zich onder de kerkelijke jurisdictie van de cleresie-aartsbis- schop Cornelis Barchman Wuy- tiers. Deze heeft aan de kartuizer communiteit wel enig werk gehad maar zeker minder plezier beleefd, zodat hij op den duur zijn handen geheel van deze gemeenschap af- trok. !! De bisschop stierf plotseling op jeugdige leeftijd op 13 mei 1733, tijdens een bezoek aan Rijnwijk. Maar naast het monastieke leven heerste er in de Rijnwijkse groep ook een studieus klimaat, wat niet zozeer aan de monniken als wel aan enkele andere Franse vluchtelingen te danken was. Hier dienen vooral drie namen te worden genoemd. In de eerste plaats die vanJ.B. Mouton, de bibliothecaris van het huis. Dan die van ].B. d'Etemare, over wie straks meer, en tenslotte Gabriel Dupac de BelIegarde, wellicht de meest begaafde en in elk geval de meest productieve van de Rijnwij- kers. Hij bracht hier alles bijeen 17 jaar van zijn werkzame leven door. Dupac was een kanunnik van het bisdom Lyon, die een uitvoerig Re- cuiel de témoignages (Verzameling van getuigenissen) samenstelde te gunste van de Utrechtse kerk, een korte geschiedenis van die kerk schreef en verreweg haar belangrijk- ste theologische adviseur was.!2 De al genoemde Jean Baptiste d ' Ete- mare, een van de topfiguren van het jansenisme na de bul Unigenitus,
kwam in 1754 op Rijnwijk wonen en vestigde er een soort Frans semi- nane. Deze opleiding werd later over- gebracht naar het Franse Huis in Utrecht en daarna, in 1725, naar Amersfoort, waar nog steeds de priesteropleiding van de Oud- katholieke Kerk gevestigd is. Ove- rigens moet men zich van de in- richting op Rijnwijk geen weidse voorstellingen maken: met zo'n acht tot tien jongelui was het wel beke- ken. Met dat al - onderwijs, publi- caties, de uitgebreide bibliotheek - was Rijnwijk ook een bescheiden intellectueel centrum. Dit temeer omdat heel de collectie archivalia van het vernietigde nonnenklooster Port Royal bij Parijs tussen 1730 en 1740 naar Rijnwijk werd overge- bracht.
Romeinse
diplomatie In 1733 is Zeist in verband met het slepende conflict tussen Rome en de Utrechtse factie nog even een diplo- matiek brandpunt geweest. Op 13 mei van dat jaar overleed - we ver- meldden het eerder - volkomen on- verwacht de cleresie-aartsbisschop Barchman Wuytiers. De man had zich die dag niet goed gevoeld en was de stad uitgegaan voor wat fris- se lucht. Na via Schonauwen naar Rijnwijk te zijn gereden overviel hem een beroerte toen hij op het punt stond om in zijn koets te stap- pen voor de terugreis naar Utrecht. Hij bleef ter plaatse dood. Twee dagen later werd zijn stoffelijk over-
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer
Organisatie: Gemeentearchief Zeist