Uw zoekacties: Seijst, 2009; p. 5

titel ( Gemeentearchief Zeist )

Veel archieven hebben ook een bibliotheekcollectie. Dit is zeer divers van aard, denk bijvoorbeeld aan informatieve boeken over de regio, tijdschriften van een vereniging, programmaboekjes van verkiezingen, artikelen uit kranten en tijdschriften.

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Seijst, 2009; p. 5
Titel:
Seijst
Beheerder:
Zeister Historisch Genootschap
Jaar:
2009
Pagina:
5
Is onderdeel van:
trent vyf van de Stad Rheenen. Het heeft de Dorpen de Bilt ren Westen, Bunnik ten Zuydwesten, en Odyk ren Zuyden, alle drie omtrent een uur gaans daar van gelegen. De Heerlykheid strekt zig tegen de Bilr een uur wyt, tegen de Vuurst, Zoest en Woudenberg twee uuren, en tegen Driebergen, Odyk en Bunnik, omtrent een uur gaans. Zy begrypt met Driebergen, Stoetwegen, den Breul en Cattenbroek 1435 Mer- gen, uirgenomen de Heydelanden, die niets als Heyde voortbrengen. Van de Hooge Vrye Heerlykheid Zeyst en Driebergen met de Veenen is, den wel Ed. GestI. Heer Cornelis Schellinger, in 't Jaar 1746 op den 2 November [sic] bezitter gewor- den. Van Stoetwegen, Leenroerig aan den Gestichte van Utrecht, is Margareta van Suchtelen, Huys- vrouw van den Heere MI. Hendrick Assuerus van Wttewaal, vrouwe geworden, en op den 21 January 1741 daar mede beleenr. Den Breul, Leenroerig aan de Baronnye van Ysselsteyn: met de zelve is beleent den Heere David ten Hove; en mer Cattenbroek, Leenroerig aan den Gestichte van Utrecht, is de Heer Jan Pesters Nicolaasz, in 'tJaar 1740 op den 27 Augusty beleenr gewor- den.' Naast de in de Geheymschryver ge- noemde gerechten Zeist, Stoetwe- gen, Kattenbroek (1748: 'Adolph van Waelsgeregt') en De Breul, vond men er ook de minigerech- ren Kroos, Kokkertshoeve, S. Pie- rer, Scherpweide, Vierhoeven of Weerdorp.
De genoemde 'Heer Cornelis Schel- linger' kocht in 1745 van Willem Adriaan II van Nassau-Odijk de hoge heerlijkheid Zeist en Drieber- gen, her Slor Zeist en een reeks lan- derijen en huizen in Zeisr en de om- geving gelegen. De rijke Schellinger had de hoge heerlijkheid Zeisr ge- kocht mer het oog op de vesriging van een nederzetting van de Evan- gelische Broedergemeenre
de
hernhutters. Schellinger verhuisde in mei 1746 van Amsrerdam naar Zeist. Rond 1750 bewoonde hij her Slor mer een dertig ral huisgenoten en negen diensrboden. Doordar hij als heer de drost en de schour kon benoemen, kon Schellinger de Broeders een zekere vrijheid bieden. Zelf was Schellinger ook lid van die gemeenre. In 1767 verkochr hij onder andere de heerlijkheid Zeist en het Slor aan Maria Agnes gravin von Zinzendorff und Porrendorff, gerrouwd mer M.W.H. Burggraf und Graf zu Dohna-Schlodien. Zoals de Geheymschryver al ver- meldt, was Margarerha van Sugre- len (1696-1760) sinds 1741 vrouwe van Stoerwegen en dar is zij geble- ven tot haar dood in 1760. Haar echtgenoor
Hendrik Assuerus
Wttewaal (1699-1775), heer van Wickenburg, was raad en burge- meesrer van Utrechr. Kasteel Kersbergen werd nier het gehele jaar door her echrpaar Arenr baron Sloet tot Warmelo-Borre van Amerongen bewoond. In de belas- ringkohieren staat regelmatig ver- meld 'voor eenige tijd '. Z ij overleed op 30 mei 1777 op Kersbergen.
'DE REGEERING VAN HET DORP ZEVST' Geheymschryver:
'De Regeering
van het Dorp Zeyst, bestaat in een Drossaa rt, die her opperhoofd is van alle de Gerechten in de Heer- lykheid. Zy heeft een Schout, vyf Schepens, en een Secretaris, met een Bode. Stoetwegen een Schout, die teffens Secretaris is, drie Schee-
De gerecl1tsheer van Kattenbroek vanaf 1740, mI. Jan (Jean) Pesters, was een telg uit het uir Maastricht afkomstige en Oranjegezinde ge- slacht Pesters. Jan Pesters (1716- 1797) bekleedde, nadar Willem IV in 1747 stadhouder van de Verenig- de Nederlanden werd, een aanral belangrijke bestuurlijke functies. Zo was hij lid van de geëligeerde raad van Utrecht (1751-1786, 1794), gecommitteerde in de Raad van State (1752-1786, 1794), raad en rekenmeester der domeinen, stad- houder van de Leenen (1767-1786, 1794) en deken van St. Jan (1758- 1786, 1794). Gerechtsheer van De Breul was vanaf 1746 de steenrijke David ten Hove (1724-1787). Hij woonde in Amsrerdam op de Herengracht. Hij was raad in de Amsterdamse vroed- schap, kanunnik in de Utrechtse kapittels van St. Marie en Oud- Munster, meesterknaap van de houtvesterij van Brederode en heer van Rhijnauwen, Sleeburg, den Bosch, den Breur en Nieuwael. De familie Ten Hove was drie genera- ries - van 1718 ror 1773 - eigenaar van de ridderhofstad Rhijnauwen.
Seijst 2009 1-5
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer
Organisatie: Gemeentearchief Zeist